Het werd weer rustiger. Kalmer in hem. De druk op zijn schouder viel weer weg. Trees kwam aan met paracetamol. Volgens hem kreeg hij nu meer dan anders. Bezwaar maken deed hij niet. Iedereen ging weer zitten. Volle mokken in de buurt.
‘Truu?’ begon Trees. ‘Zou dit het zijn waarover wij onderweg met elkaar gepraat hebben?’ Ze legde de anderen snel uit wat ze bedoelde.
‘Ja. Ik denk het wel. Die verandering, dat stille, was er vanaf het moment dat ze wist dat ze een borst zou kwijtraken. Dit is het. Jammer dat ik het pas nu te weten kom.’
‘Een keuze van Mama, Ama. Iets dat we moeten respecteren. Ze heeft het jou, Ampa en mij bewust niet willen vertellen. Wilde verdriet bij ons voorkomen.’
‘Ja. Dat begrijp ik, maar … ik had haar zo graag willen steunen in haar verdriet. Er voor haar zijn. Ze moet zich zo … zo vreselijk alleen hebben gevoeld.’
‘Nee. Dat denk ik niet. Ze wist dat wij ervoor haar waren. Altijd! Jullie waren geweldig! Gingen haar ophalen toen ze na de operatie naar huis mocht. En later ook. Altijd waren jullie paraat. Ook voor mij. Een superopa en superoma. Hij ging mee naar voetbal dat jaar tot … ‘
‘Het is misschien raar gezegd, maar … ik ben nog steeds heel blij dat hij niet meegemaakt heeft dat Else kwam te overlijden. Hij … toen hij stierf ging het goed. Dachten we allemaal dat het goed ging. En dat was een enorme troost voor hem.
‘Even op een rijtje voor mij,’ kondigde Ben aan. ‘Je moeder werd geopereerd in de zomervakantie van 2009.’ Hij zag Sjeng knikken. ‘In december 2010 tussen Sinterklaas en kerst, vertelde je me in de tuin, overleed ze.’
’12 december.’
‘Oké. En je opa dus tussen, laat ik maar zeggen juli 2009 en de datum van haar overlijden?’
‘Ja. 27 november 2009. Hij was op,’ verduidelijkte Truu. ‘Het ziek worden van Else had er flink ingehakt bij hem. Zijn hart gaf het plots op. Natuurlijk had hij medicijnen voor zijn hart en liep hij bij een cardioloog, maar … alles was onder controle. En daarom was het toch nog plotseling.’ Truu viel stil ze keek naar Sjeng, gaf hem een knipoog, kneep in zijn hand.
‘Zal ik verder gaan, Ama?’
‘Ja, dat is goed, Jungske.’
‘Maar alleen als jij daartoe in staat bent,’ gaf Cas duidelijk aan. ‘We kunnen ook opbreken nu en morgen in de loop van de dag verder praten met elkaar.’
‘Nee. Ik wil het liever nu doen. De rest … kan snel denk ik.’ Hij keek om zich heen en zag iedereen knikken. ‘Goed. De ziekte van mijn moeder kwam terug. Een jaar nadat ze haar eerste diagnose had gekregen ongeveer. Dit keer was het wel erg. Uitzaaiingen overal. Geen redden aan. Geen hoop meer. Ze koos voor euthanasie. Overleggen met mijn vader was niet meer nodig. Ze leidden hun eigen leven. Naast elkaar, niet meer samen. Hij sliep in de studeerkamer.’
‘Logisch! Met zo’n gast wil je toch niet meer in één bed liggen!’
Sjeng vond de felheid van Hugo goed om te horen. Hij maakte van zijn hart geen moordkuil, zo leek hem toe. ‘Die euthanasie koos ze ook voor mij. Ze wilde niet dat er gewacht zou worden tot … het spijt voor mijn woorden … tot haar lichaam, uitgemergeld als het dan zou zijn, het eindelijk zou opgeven. Ze wilde een stuk waardigheid, zodat mij haar overlijden niet als iets engs bij zou blijven. Ook haar keuze voor het ziekenhuis was een bewuste keuze. Thuis zou thuis moeten zijn en niet de plek waar zij was overleden. In het ziekenhuis maakten ze er iets heel bijzonders van. Die avond waren Ama en ik bij haar. Anne was er ook. Mijn moeder sprak nog met Ama en mij, maar ook met ons beiden even apart. Ze zei iets in het dialect. Ik kan dialect verstaan. Spreken is moeilijker voor mij, maar ik zal het proberen. Het ging ongeveer zo: “Zörg dérveur daste dig zėllef blifs, jungske. Laot dig door neemes zékke daste mós verangere. Es eemes dat wil, zaet dat niks euver dig. Mér euver wie bekrompe dea angere is”. Wil jij het vertalen, Ama?’
‘Natuurlijk, jungske. Ze zei dus: “Zorg ervoor dat je jezelf blijf, jongen. Laat je door niemand zeggen dat je moet veranderen. Als iemand dat wil, zegt dat niets over jou. Meer over hoe bekrompen de ander is”.’
‘Wauw, dat is mooi,’ sprak Ben die duidelijk onder de indruk was. Hij keek naar Cas en Trees. De tranen schoten in zijn ogen. Trees reikte hem, voor Hugo langs, haar hand.
‘Ja. Dat was inderdaad heel erg mooi. Ik heb het geprobeerd. Maar … Even terug nog. Natuurlijk was er op het laatst verdriet. Maar ik hoefde niet ontzettend veel te huilen. Dat had ik voor die tijd al gedaan, toen ik te horen kreeg dat ze zou gaan sterven. Die tijd ervoor was voor mij veel meer beladen. Weten dat zij er niet meer zou zijn op een gegeven moment, was voor mij vreselijk. Die avond zelf niet. We hadden vooraf alles met z’n drieën geregeld.’
‘Jij, je moeder en je oma,’ merkte Cas ter bevestiging op.
‘Ja. Toen ze was overleden, voerde Anne ons naar een zijkamertje. Daar bleven we een tijdje. Toen ze ons terugbracht, lag mijn moeder in haar witte kist. Ze had die zelf uitgekozen. Hij was heel erg mooi. Ze zou opgebaard worden in de kapel van het ziekenhuis, tot de dag van haar crematie.’
‘Waar was je vader?’ vroeg Hugo.
‘Hij schitterde door afwezigheid,’ bitste Truu. ‘Hij was er gewoon niet. Het ging niet zoals hij had gewild en dus was hij niet van plan een rol in het geheel te spelen. Hij had haar thuis willen opbaren, hij wilde dat er een priester bij zou zijn op het laatste, zodat ze de laatste sacramenten zou kunnen krijgen en dat alles. Mijn dochter wilde dat absoluut niet. We hadden voor de uitvaartdienst een kerkje uitgekozen, alleen omdat zij die mooi vond en het op een schitterende locatie lag.’
‘Maar hij was er wel bij, toch?’
‘Ja. Hij was er wel bij. Sjeng vond het absoluut niets, maar … tja … we moesten wat. Grote ruzie vooraf nog tussen Sjeng en zijn vader vanwege wat hij aan moest. Johannes wilde dat hij in het net ging. Ik vond het prima dat Sjeng gewoon gekleed ging. Hij was nog maar elf! Maar … ik legde me erbij neer. Sjeng had het er veel moeilijker mee.’
Ineens begreep Trees waarom Sjeng er op die dag zo vreselijk had uitgezien. Het was niet het verdriet, nou ja … gedeeltelijk natuurlijk ook wel, maar veel meer het feit dat hij niet zichzelf mocht zijn op die dag. En even later hoorde ze hem haar gedachten in woorden gieten.
‘En dat kon ik gewoon niet verdragen! Ik moest van hem iemand anders zijn! Een joch in een net pak! Iemand die ik niet kende! Het ging radicaal in tegen dat wat mijn moeder me op het laatst had gezegd!’
‘Toen ik merkte dat we het dispuut zouden verliezen, maakte ik Sjeng duidelijk dat je af en toe een gevecht zult moeten verliezen. Maar dat dat niet wil zeggen dat je alles op zult geven.’
Hugo herinnerde zich iets dergelijks. Hij wist niet meer precies wie, maar die had gezegd: “Dit gevecht hebben we verloren, maar de oorlog nog niet.”
‘In het ziekenhuis was het heel erg mooi na het overlijden van mijn moeder. Toen ze in de kist lag, reden we haar naar de kapel. Meteen buiten de kamer stonden er overal links en rechts van het pad mensen met een kaars. De hele weg naar de kapel. Behalve in de lift. Ik vond het zo ontzettend mooi! In de kapel zelf was het één en al kaarslicht. Zo mooi! Heel indrukwekkend!’
‘Iedereen wilde meewerken,’ vulde Trees aan met verstikte stem. ‘Chirurgen, schoonmakers, mensen van de boekhouding, secretaresses, het maakte niet uit welk beroep ze uitoefenden in het ziekenhuis, alle geledingen waren vertegenwoordigd. In de lift mochten geen kaarsen en daarom hadden we het trappenhuis van boven naar beneden opgevuld met collega’s. Iemand maakte van buiten het ziekenhuis een foto en die heb ik later gezien. Heel erg mooi.’ Ze pakte de hand van Cas.
‘Ja. Dat was het. Eigenlijk was die dag de mooiste. De dag van het werkelijke afscheid werd voor mij negatief ingekleurd, vanwege dat stomme pak!’ Hij schoot in de lach. Zag dat ook anderen moesten lachen.
‘Na die tijd,’ ging Truu even later verder, ‘was er nog het nodige gedonder op zakelijk gebied. Mijn dochter en schoonzoon waren op huwelijkse voorwaarden getrouwd. Zij had het huis al voordat ze ging trouwen. Mijn man drong er bij haar op aan om niet in gemeenschap van goederen te trouwen. Eerst wilde zij er niets van weten, maar na verloop van tijd zag zij er waarschijnlijk toch iets in. Johannes was faliekant tegen. Wilde zelfs de hele boel afblazen.’
‘Echt?’ vroeg Sjeng verbaasd.’
‘Ja. Hij vond het een stukje wantrouwen ten opzichte van elkaar. Zij bleef volhardend. Gaf niet toe en ze trouwden toch.’
‘Waren ze gelukkig?’ wilde Trees weten.
‘Ja,’ antwoordde Sjeng. ‘Ze waren heel gelukkig samen. Heb al verteld dat ze botsten op bepaalde terreinen en dat deden ze dan beiden vol overgave, maar … ze waren gelukkig. Dat heb ik altijd gezien en gevoeld. Ondanks dat ze verschillend waren, heel verschillend soms, hoorden ze bij elkaar. En toch … toch was er, toen ze ziek werd, dat verraad.’
‘Niet voor te stellen,’ vond Ben.
‘En dat maakte het juist zo moeilijk, Ben! Ik kon het me gewoon niet voorstellen! Had hij dan jarenlang een rol gespeeld? Hadden ze elkaar altijd voor de gek gehouden?’
‘Is seks dan zo belangrijk dat je je eigen partner inruilt voor … voor een hoer!’ liet Hugo zijn gevoel spreken. ‘Sorry,’ verontschuldigde hij zich meteen. ‘Dat had ik niet zo moeten zeggen. Misschien was die vrouw niet een … nou ja.’
‘Het geeft niet, Hugo. Het is iets wat ik me ook vaak heb afgevraagd,’ gaf Sjeng te kennen. ‘Ook omdat hij later wel eens zo iemand mee naar huis nam.’
‘Sjeng! Dat had je me moeten vertellen!
‘Echt niet, Ama! Ik kon het niet! Onmogelijk gewoon!’
Truu boog het hoofd. Enerzijds had haar kleinzoon gelijk. Maar aan de andere kant … Ze herpakte zich. ‘Terug naar dat zakelijk. In het testament van Else liet ze alles na aan Sjeng. Niets vermaakte ze aan Johannes.’
‘Dus je hebt een huis?’ vroeg Hugo met een verbaasde klank in zijn stem.
‘Ja. Een huis met een stuk grond er omheen. Een prachtig huis. Een huis waar ik naar terug wil, maar … ik weet dat het niet kan. Ik wil hem nooit meer zien!’
‘Matthieu zoekt van alles voor je uit, jungske! Hij vindt een weg!’ Ze zuchtte diep en ging verder met: ‘Johannes vocht het testament een paar keer aan. Volgens hem waren diverse verbouwingen aan het huis mede met zijn geld bekostigd en dus was het volgens hem deels van hem. Hij kon het niet hard maken. Alle facturen stonden op naam van mijn dochter en waren betaald van haar bankrekening. Twee keer werden zijn eisen afgewezen.’
‘Maar hij woont er wel,’ merkte Cas op.
‘Ja. Een kwestie van … een term die ik kwijt ben. Maar hij is nou eenmaal verantwoordelijk voor Sjeng tot hij achttien is. Dan vervalt dat automatisch.’
‘Samenwonen met mijn vader was lastig voor me. Ik haatte hem. Ik haat hem. Maar wist dat het niet anders kon. Matthieu had het me goed uitgelegd. Het werd afzien. Voorzichtig langs hem heen bewegen. Het leek alsof hij ook niet anders wilde. Vroeger had hij altijd al een hekel gehad aan mijn trage manier van eten, kon hij amper het geduld opbrengen om aan tafel te blijven zitten. Na het overlijden van mijn moeder liep hij gewoon weg en bleef ik alleen zitten.’
‘Verdomme!’ brieste Hugo.
‘Rustig, lieverd,’ probeerde Trees haar zoon wat te kalmeren.
‘Maar zoiets is toch gewoon te gek voor woorden!’
Waar was de grappende, lollige Hugo? vroeg Sjeng zich af. Hij was ineens zo betrokken Zo woest, soms ook. ‘Je hebt helemaal gelijk, Hugo,’ kwam hij hem tegemoet. ‘Dat was het ook. Maar … ik wende er aan. Deed op het laatst ook geen moeite meer. Maakte iets te eten voor mezelf en ging ermee naar mijn kamer. Het langs elkaar heen bewegen, daar werden we steeds beter in. Maar … af en toe … lukte het me niet. En dat zorgde er uiteindelijk voor dat het misging.’
Trees wist dat het er nu op aan zou komen. Dit ging over wat er op die woensdag – of iets eerder – was gebeurd.
‘Als je mensen in wilt delen naar hun seksuele geaardheid, dan … dan ben ik homoseksueel.’ Sjeng boog zijn hoofd. Dit was zijn coming out.
‘Jungske! Alsjeblieft! Nooit je hoofd laten hangen! Kijk me aan!’ Truu zag dat hij gelukkig reageerde. ‘Weet dat ik altijd van je zal houden! Het maakt toch niet uit dat je zo bent! Je bent mijn allerliefste!’ Ze spreidde haar armen en drukte hem heel dicht tegen zich aan toen hij dicht bij haar was gekomen. Beiden huilden ze. Ze hoorde anderen huilen.
Hugo moest ook huilen. Hij snapte er helemaal niets van. Wat was er mis mee dat Sjeng zo was? Waarom hoorde dat in dit verhaal thuis? ‘Je moet het me beter uitleggen, Sjeng, want … ik snap er even helemaal niets meer van,’ sprak hij met benepen stem. ‘Alsjeblieft?’
‘Ja,’ zei Sjeng, nadat hij zijn tranen had weggeveegd en zich weer los had gemaakt van zijn oma, ‘ik zal het uitleggen. Ik ben altijd zo geweest. Werd verliefd op jongens op de basisschool. Maar in die tijd, en nog steeds trouwens, deed ik er niets mee. Mijn moeder wist het, omdat ik er met haar over had gepraat. We waren altijd open naar elkaar toe. Ik had haar gevraagd of het vreemd was dat ik op jongens verliefd werd. Zij vond van niet en dat bevestigde mij. Gaf me een goed gevoel. Ik wist dat ik er mocht zijn. Precies zoals ik was.’ Hij was de draad van zijn verhaal kwijt. Zijn eigen emoties en die van anderen die hij gehoord, gezien en gevoeld had hadden daarvoor gezorgd. Hij slaakte een putdiepe zucht.
‘Probeer rustig te blijven ademen,’ liet Suus zich voor het eerst horen. ‘Je doet het heel erg goed, Sjeng. Ik kan me voorstellen dat het vreselijk moeilijk is om dit te willen vertellen allemaal. Gevoelens kunnen we soms opzij zetten. Maar als ze dan later weer terugkomen, lijkt het soms alsof ze veel sterker zijn geworden. Ik zou je willen aanraden om terug te gaan naar dat wat jij bij je intro hebt gezegd.’
Hij keek haar aan. Snapte niet precies wat ze bedoelde en gelukkig zag ze dat op zijn gezicht en hoefde hij het niet te zeggen.
‘Je zei toen dat Cas je met een schouder uit de kom naar het ziekenhuis had gebracht. Dat ze daar iets anders hadden geconstateerd. Vertel ons daarover als je wilt. Leg ons uit wat er toen gebeurd is en wat daar de aanleiding voor is geweest.’
‘Dank je, oma Suus. Ja. Ik was dat even kwijt. Op een gegeven moment heb ik het … ik weet niet meer precies wanneer het was. Hem verteld in elk geval dat ik homo was. Ik moet graven om te ontde… ik heb het al. Iets op tv. Hij ergerde zich aan een komiek. Die was volgens hem “van het handje”. Ik kende die uitdrukking niet. Vroeg naar de betekenis ervan. Hij zapte naar een ander kanaal. Ik werd kwaad, want ik vond die uitzending wel leuk. We kregen er ruzie over en … ik lijk op mijn moeder. Ook dan. En tegelijkertijd heb ik ook dat heel erg open willen zijn van haar. Woede en een geheim met je meedragen, is niet echt een goede combinatie. In onze ruzie van toen knalde ik het er uit, nadat hij me dan toch had uitgelegd wat de betekenis van zijn opmerking was. Hij … leek het vrij rustig op te vatten. Het enige wat hij zei was: “Als je het maar niet aan de grote klok hangt!” Ik begreep wat hij daarmee wilde zeggen: hij keurde het af. Sinds ruim een jaar heeft hij een vriendin.’ Heel even keek hij naar Ben. Diens vader had ook iemand ontmoet met wie hij nu in Amerika woonde. Hij zag een glimlach op het gezicht van Ben. Dat voelde goed. ‘Zij is wel leuk. Zorgt voor een andere sfeer. Onze kennismaking was echter beladen. Ik zag heel duidelijk dat ze schrok van de verschillende kleuren van mijn ogen. Ze herstelde zich en informeerde ernaar. Na mijn uitleg, vroeg ze me of ik wel eens gedacht had aan een gekleurde contactlens. Had ik dus niet. Was ook duidelijk naar haar toe. Dat wilde ik niet. Ik ben zoals ik ben. Met ogen die twee verschillende kleuren hebben.’
‘Ik vind dat heel bijzonder,’ was Suus van mening.
‘Terug naar de vriendin van mijn vader.Op een gegeven moment vroeg zij mij ernaar.’
‘Vroeg ze of je homo was?’
‘Ja. Niet zo direct, maar het was me duidelijk dat mijn vader het er met haar over had gepraat.’
‘Is zij net als je vader ook orthodox rooms?’
‘Nee. Dat is het bijzondere. Zij is aanhanger, laat ik het maar zo noemen, van een evangelische gemeente in Maastricht.’
Trees noemde de eerste naam die in haar opkwam en zag Sjeng knikken.
‘Ken je dat?’
‘Ja. En hun standpunten met betrekking tot homoseksualiteit ook.’
‘Die zijn bijzonder inderdaad.’
Ben vroeg om uitleg en kreeg die van Trees.
‘Ze zien homoseksualiteit als een zie… ‘
‘Wat een flauwekul! Complete waanzin!’
‘Ja, helemaal met je eens, Ben, maar zij zien het wel zo. Het is een ziekte en dus hebben zij er een manier voor om ervan te genezen: een therapie.’
‘En dat wilde zij, Carola, met mij bespreken. Ik hield de boot af. Gaf geen thuis. Later kwam mijn vader er nog op terug. Ook toen stond ik stevig genoeg in mijn schoenen om het af te wijzen. Later … werd ik nieuwsgierig. Misschien ook een stukje ondeugd in mij.’ Hij grijnsde.
‘Zo van … euh … ‘ Cas was bezig iets te formuleren in zijn hoofd, ‘euhh … laat ik maar eens gaan kijken wat het is?’
‘Zoiets kwam in me op. Niet vanuit het idee dat ik niet goed was. Absoluut niet! Wilde het gewoon weten. Misschien ook om te kijken of ik die gedachten van hen kon ondermijnen. Sinds hij die vriendin heeft, zijn ze vaker bij ons thuis. In het weekend meestal. We eten dan met z’n drieën en … dat voelde eerst heel raar. Mijn vader vroeg me echter heel beleefd en vriendelijk of ik er ook bij wilde zijn. En … ik ben geen onbehouwen boer. Weigerde het dus niet. Als zij er was, was het best gezellig. Ze kan uitstekend koken, maakte werk van het dekken van de tafel … het voelde ineens weer anders. Misschien ook dat ik het daarom wel wilde onderzoeken. Maar … dat plagerige van mij … iets dat ik heb van mijn moeder … ‘ heel even keek hij naar zijn oma, zag haar glimlach en de pretlichtjes in haar ogen, ‘… en Ama. Dat was er ook. Ik weet dat we het aan tafel een keer hadden over de wonderen van Jezus. Die heb ik op de basisschool natuurlijk gehoord bij het lezen van verhalen uit de kinderbijbel. Mooie verhalen. Eén van die verhalen ging dus over hoe Jezus een grote menigte mensen van voedsel voorzag met alleen maar … ‘ hij deed alsof hij zocht in zijn geheugen, voelde zich vrolijk worden … ‘met alleen maar drie broden en vier vissen.’
‘Vijf broden en twee vissen,’ meende Suus te moeten verbeteren.
Sjeng schoot in de lach.
Hugo was degene die als eerste begreep waarom Sjeng moest lachen. ‘Rotjoch!’ klonk het verontwaardigd, waarna ook Suus en de anderen onbedaarlijk moesten lachen.
‘Zo,’ ging Sjeng verder nadat hij uitgelachen was, ‘deed ik het ook bij haar toen. Ik haalde bewust die stomme grap met haar uit. Alleen maar om te kijken of ze mij zou gaan corrigeren. Ik wist echt wel hoeveel broden en vissen er waren. Nou ja, ‘ klonk het toen ineens ernstiger, ‘misschien had ik het niet moeten doen. Het is niet goe… ‘
‘Stoppen, jungske! Af en toe een grap met elkaar uithalen, daar is helemaal niets mis mee. Als de verhoudingen tussen mensen goed zijn, is dat alleen maar goed. Volgens mij doen die twee,’ en ze wees naar Ben en Hugo, ‘dat ook regelmatig. Toch?’
‘Ja,’ verzekerde Hugo de oma van Sjeng. ‘We dagen elkaar graag uit. En ja … grapjes ten koste van een ander, maar altijd met een luchtige ondertoon, horen daar zeker bij.’
‘Op een keer vroeg ze me aan tafel of ik al seks had gehad met iemand. Ik antwoordde naar waarheid dat dat nog niet het geval was. Legde haar uit waarom niet. Het leek me toe alsof dat een hele opluchting voor haar was, maar bij mij gingen de alarmbellen af. Iets in haar houding waarschuwde mij.’
‘Meende je te kunnen zien, dat zij het idee had dat jij nog te redden was?’
‘Ja, Trees. Dat gevoel was het. Ze had een missie: mij bekeren.’
Suus kwam er met een vraag tussendoor en vroeg hoe het nou zat met dat roomse van Sjengs vader. Het antwoord was snel gegeven.
‘Hij gaat met haar mee naar die evangelische beweging.’
‘Is hij bekeerd?’
‘Tja … weet niet of dat officieel zo is, of dat nodig is, maar … hij gaat met haar mee. Hij evangeliseert zelfs op straat met die beweging. Een keer toen ik in de stad was, zag ik hem staan met anderen. Hij riep me bij mijn officiële voornaam. De naam die alleen hij gebruikt. Ik deed of ik het niet had gehoord. Was een goed excuus trouwens, want het was hartstikke druk om me heen.’
‘Dank je, Sjeng. Was even voor mijn nieuwsgierigheid.’
Met dat laatste woord bracht ze hem weer keurig terug naar zijn verhaal. Hij keek haar vorsend aan, maar aan niets op haar gezicht kon hij zien of ze dat nou bewust had gedaan of niet. ‘De gesprekken richtten zich vaker op mij en mijn homoseksualiteit. En dus … ging het op een gegeven moment ook over die therapie. Uiteindelijk stemde ik op een keer toe, maar niet om te genezen, maar omdat ik wilde weten wat het inhield. Er werd een afspraak gemaakt. Zij ging met mij mee. De man was heel vriendelijk. Geen woord over verkeerd bezig zijn, of zondig zijn. Niets. Er werd een serie afspraken vastgelegd, waar ik alleen naar toe zou gaan. Het formulier moest ondertekend worden door mijn vader, omdat hij … nou ja … ik was minderjarig en dus … is hij mijn wettelijk vertegenwoordiger en heeft hij het ouderscha… ‘
‘Dat was de term waar ik naar zocht!’ riep Truu uit.
‘Ouderschap. Hij tekende en met het formulier ging ik terug. De sfeer was toen anders. Scheelde ook wellicht dat ik nu alleen met hem was. De man zei dat in een kamertje in het gebouw een gebedstrio was: drie mensen die samen zouden bidden voor mij. Vond dat vreemd. Zei het ook. Zei dat ik de eerste keer niets over zonde had gehoord en waarom er dan voor mij gebeden zou moeten worden. Hij legde het uit. Haalde allerlei verzen uit de bijbel aan die moesten bewijzen dat homoseksualiteit wel degelijk zondig was. Ik kende ze. Had me erin verdiept. Was goed beslagen ten ijs gekomen. Probeerde ze te weerleggen, maar … hij was beter in het discussiëren dan ik. Bovendien was het niet echt discussiëren. Tegenover alles wat ik inbracht, had hij wel een citaat uit de bijbel.’
‘Stom! Dat is toch geen praten met iemand, als je steeds de woorden van iemand of iets anders aanhaalt!’
‘Dat bedoel ik maar, Hugo. Geen echte discussie. Voor mij in elk geval niet de juiste manier. Zei ik de man ook. Dat zorgde ervoor dat hij stilviel. Nadat hij zich herpakt had ging hij verder. Hij legde de therapie uit. Ik kreeg kippenvel. Het voelde voor mij als een soort indoctrinatie, maar ik liet hem uitspreken, onderbrak hem niet meer. Toen de sessie voorbij was, gaf ik hem aan dat ik niet terug zou komen. Hij vertelde me heel rustig dat er een contract lag, en dat hij mijn vader ervan op de hoogte moest stellen. Ik vond het goed. Thuis kreeg ik natuurlijk de wind van voren. Ik liet het over me heen komen. In het weekend praatte Carola er ook met mij over. Ze heeft iets … nou ja … kom niet op het woord. Het was in elk geval iets waardoor ik me liet overhalen het nog eens te proberen. Ging erheen. Maar niet naar binnen. Bleef in het parkje in de buurt zitten. Ik ging gewoon weer naar huis, vanwege het besef, dat ik mijn eigen keuzes zou maken. Dat ik dat al een aantal jaren had gedaan. Daar tevreden mee was. Dat … ik hem niet meer nodig had, eigenlijk. En dat was dinsdagavond.’
En de dag erna was het verkeerd gegaan, zo wist Cas. Hij keek om zich heen en zag ook bij de anderen de spanning die ook hij voelde.
‘Woensdagochtend was ik vroeg op. Het was dan wel vakantie, maar ik wilde vast beginnen met het voorbereiden van onze tuin op de “Kribkes route”.’
‘Ken ik niet,’ reageerde Ben.
‘Een traditie bij ons in de buurt, en ook wel op andere plaatsen in Zuid-Limburg, waarbij je een kribbe in je tuin opstelt die dan bezichtigd kan worden door buurtbewoners en anderen,’ legde Truu uit. ‘Mijn dochter deed dat vroeger altijd en Sjeng is daarmee doorgegaan. Hun figuren bij de kapel in de tuin zijn van hout en levensgroot.’
Sjeng moest slikken. Dit jaar voor het eerst niet. De tuin zonder licht. De figuren allemaal nog in de opslag. Het voelde alsof hij een belofte aan zijn moeder had verbroken. Nee, sprak hij zichzelf toe: het ligt niet aan mij. ‘Ik trof mijn vader in de keuken. Hij begon er opnieuw over. Wilde dat ik terug zou gaan. Verweet me dat ik niet eens ernaar toe was gegaan. Dat ik ergens in de buurt was blijven hangen. Opnieuw alarmbellen. Hoe wist hij dat? Hugo heeft het uitgezocht voor me.’
‘Een aardig goed verborgen app op de telefoon van Sjeng, waarmee hij gevolgd kon worden.’
‘Hij had kunnen zien dat ik er niet geweest was. Zijn woorden zorgden ervoor dat ik reageerde. Zijn boosheid zorgde ervoor dat ik boos werd. Ook vanwege die rotzooi die hij op mijn telefoon had geplaats! Hij had mij niet te bespioneren! En ja … zei het al eerder … als ik echt boos word, dan … dan wordt ik blind. Zie ik niets. Ik knalde er dingen uit die ik niet had moeten zeggen en die ik niet zal herhalen.’
‘Doe dat alsjeblieft wel,’ was het opnieuw Suus die hem voorzichtig in een bepaalde richting wilde duwen. ‘Het is goed voor jouw verwerking, als je dat wel doet. Laat het horen! Knal het eruit!’
Zijn gezicht werd rood. Zijn ademhaling ging gejaagd. Zijn hart bonsde in zijn borstkast. ‘Ik heb je gezien met een hoer!’ wierp ik hem voor de voeten. ‘Je hebt Mama gezegd dat zij geen vrouw meer voor je was als zij die operatie door liet gaan! Je kwam in die tijd bijna altijd dronken thuis! Is daar geen therapie voor? Moet je daar niet eens over praten met Carola? En wat als zij ooit borstkanker krijgt? Laat je haar dan ook vallen?’ Een zucht ontsnapte aan hem. ‘Mijn fout! Ik had het nooit zo moeten zeggen! Ik had op mijn tong moeten bijten!’
‘Nee!’ was Suus heel stellig. ‘Je hebt het enige gedaan dat goed was op dat moment. Je hebt die put die jij jaren geleden had toegedekt eindelijk opengemaakt. En dan … ja … dan krijg je zoiets als dit wat jij beschreef. Geen fout van jouw kant! Alleen maar een gevolg van. Van dat wat hij heeft gedaan! Niet jij!’
‘Maar … als ik mijn mond had gehou… ‘
‘Wat dan? Beeld je eens in wat er dan zou zijn gebeurd?’
Sjeng deed een poging. ‘Ik weet het niet,’ gaf hij het op.
‘Probeer het nog eens. En nog eens. En nog eens, tot je wel een beeld voor ogen ziet.’
‘Dan zou het allemaal bij hetzelfde zijn gebleven, dan … dan … was er nooit een einde aan gekomen!’ schreeuwde hij.
‘Ja, lieve jongen, dat bedoel ik dus. Dat is de spijker op zijn kop! Dan had je er nog steeds in gezeten. Door jouw reactie, heb je iets uitgelokt, waar jij geen weet van had dat het zo zou gebeuren, maar … het is wel jouw weg naar een ander perspectief geworden.’
‘Ik kan het niet meer volgen,’ gaf Hugo te kennen.
‘Als je steeds maar in een zelfde kringetje blijft ronddraaien, Hugo, dan komt er nooit een eind aan. Dat is het vervelende met een cirkel. Je blijf steeds op hetzelfde spoor zitten,’ legde Trees uit. ‘En … die neiging hebben we soms allemaal. Ik ben ook veel te lang in mijn huwelijk met Peter blijven zitten. Had er veel eerder uit moeten stappen, maar dat voelde eng. En .. als ik Suus goed begrijp, bedoelt ze dat. Doordat Sjeng boos werd, en de woorden sprak die hij tegen zijn vader zei, is die cirkel doorbreken, is er de mogelijkheid ontstaan om iets nieuws te beginnen.’
‘Helemaal juist, Trees, dat bedoel ik. Maar … daarbij wil ik niet voorbij gaan aan de ellende die het jou heeft opgeleverd, Sjeng, want daarover heb je nog niets gezegd. Vertel ons ook dat, alsjeblieft.’
Keurig terug op het spoor van zijn intro. Zo voelde het voor Sjeng. ‘Ja. We stonden woest tegenover elkaar. Zijn eerste slag zag ik aankomen. Ik heb zelfverdediging gedaan. Wist die af te weren en was zo nondedju zelfingenomen met me dat het gelukt was in de praktijk, dat ik niet zag dat hij zich al hersteld had en me alsnog wist te raken in mijn gezicht.’
De wond op zijn wang, wist Trees.
‘Daarna bleef hij maar meppen en schoppen. Hij is veel groter en sterker dan ik ben. Het enige dat ik nog kon doen, was de grond opzoeken en me zo klein mogelijk maken.’
Cas beet op zijn onderlip. Trees had het hem voorgedaan.
‘Toen het eindelijk ophield, deed het me overal pijn. Hij trok me aan mijn haren mee naar boven. De trap op, m’n kamer in. Opende de deur van mijn inbouwkast en gooide me naar binnen. Ik hoorde hem stampen op de eerste verdieping. Hij kwam terug en deed de deur van de kast op slot. Ook de deur van mijn kamer, zo hoorde ik. Hij ging naar beneden. Kwam later terug en zette een koelbox en flessen water bij me neer. “Kom eerst maar tot bezinning! Dan praten we later verder!”, schreeuwde hij.’
‘Dank je, Sjeng. Dat je dit alles met ons hebt willen delen.’
‘Voor mij is het nog niet uit,’ was Hugo van mening en Ben viel hem bij.
‘Begrijp ik. Eerst bleef ik rustig zitten of liggen beter gezegd. Daarna kwam het denkwerk. Ik moest weg. De hele ochtend bleef hij thuis. Pas na de middag hoorde ik hem met zijn auto weggaan. Toen kwam ik in actie. De deuren in ons huis zijn solide, maar ik wist dat de panelen erin de zwakste schakel waren. Wat hij niet wist, was dat ik halters in mijn kast had. Ja, ik oefen met gewichten en daar is nog steeds helemaal niets van te zien.’ Hij moest lachen om zijn eigen wrange grap en kreeg opnieuw bijval.
‘Geeft niets, jongen,’ zei Suus. ‘Ik ken er nog zo één,’ en ze knikte in de richting van haar kleinzoon.
‘Hé, niet roddelen in gezelschap!’ merkte Ben op.
‘Nee, lieverd. Nooit.’ En toen tot Sjeng op fluistertoon: ‘Dat je oefent daar is niets mis mee, als je maar nooit vergeet dat je mooi bent zoals je bent.’
Hij glimlachte breed. Het voelde alsof hij er een oma bij had gekregen. Ze had hem heel mooi door deze moeilijk taak geloodst. ‘En met die halters lukte het me vrij eenvoudig om die panelen eruit te slopen. Eerst die van mijn kast. Daarna die van de deur van mijn slaapkamer. Met een slaapzak om me heen zorgde ik ervoor dat ik me niet verwondde aan de splinters. In de keuken heb in een ruit ingetikt. En daar ook weer die slaapzak gebruikt. Alles zonder me nog erger te verwonden dan ik al was. Daarna naar het hek. Ik wist de code. Maar … hij had hem veranderd. Zijn poging om mij op te sluiten was goed uitgevoerd. Ik bedacht me echter niet. Haalde spullen bij elkaar om op te muur te klimmen en me aan de andere kant eraf te laten glijden, en … daar ging het mis. Ik viel naar beneden. En … de rest weten jullie.’ Hij zuchtte een paar keer diep. ‘Ik ben blij dat ik het verteld heb. Ben, ik ben heel blij dat je mij in de tuin hebt opgezocht. Dat je mij jouw verhaal hebt verteld. Dat zorgde ervoor dat ik de stap durfde te zetten het ook te doen. Oma Suus, bedankt dat je me uitgedaagd hebt om alles te vertellen en niets achter te houden. Jullie allemaal bedankt, omdat jullie de tijd genomen hebben om naar mij te luisteren. Me te helpen, te troosten als dat nodig was. En dat was het af en toe. Zo is het goed. Zo moet het goed zijn voor anderen. Mijn vader heeft me mishandeld en … ik ga nooit meer naar hem terug. Wil ook geen enkele poging doen om met hem te praten. Ik wil het niet goedmaken. Kan het niet goedmaken met hem. Wat er dan moet gebeuren? Ik … ik wacht wel af. Matthieu is met iets bezig, zo vertelde je eerder, Ama. Hij zal een weg vinden voor mij.’