“Wow… lieverd… hier schrik ik toch wel even van,” reageerde ik geschrokken. “Wat een lul zeg!” Ik liet even op me inwerken wat Nicolas me zojuist verteld had. “Die man heeft gewoon misbruik gemaakt van jouw verlangen naar een relatie en het verdriet om je vader om je het bed in te krijgen,” vatte ik zijn verhaal in één zin samen.
“Zo zou je het wel kunnen zeggen ja,” zuchtte hij gelaten.
Ik wist niet wat ik moest zeggen. Langzaam drong tot me door wat dit eigenlijk betekende. Geen wonder dat hij mijn verhaal niet wilde horen! Toen hij mij hoorde vertellen dat ik met Annemarie was getrouwd, had hij natuurlijk meteen geconcludeerd dat ik hem ook bedroog. Ieder ander had waarschijnlijk verbaasd gevraagd wat ik bedoelde…. Hij niet, hij had dit eerder meegemaakt. Nu begreep ik ook waarom hij zo kwaad was geworden.
Zwijgend draaide ik me naar hem toe en keek hem diep in zijn ogen. Ik sloeg mijn armen om hem heen en trok hem dicht tegen me aan.
“Als er ooit nog iemand komt die jou verdriet doet, dan draai ik hem persoonlijk zijn nek om. En als jij ooit het gevoel hebt dat ik jou verdriet doe, wil ik dat je het zegt. Want dat is wel het laatste wat ik wil,” fluisterde ik gesmoord.
“Misschien is het wel goed dat dit allemaal is gebeurd,” zei ik toen ik hem even later los liet. “De afgelopen week heb ik me zo radeloos gevoeld. Lieve schat, ik ben echt helemaal niks zonder jou,” voegde ik er met een brok in mijn keel aan toe. “Ik wil jou nooit meer kwijt.”
Onmiddellijk was de knoop in m’n maag terug. Het was waar wat ik zei, maar tegelijkertijd ook doodeng. Nu kwam het erop aan, nu was het moment om knopen door te hakken, om schepen achter me te verbranden, aangebroken. Als ik hem echt niet meer kwijt wilde, moest ik nu met de billen bloot.
“Ik jou ook niet, jongen,” zuchtte hij. “Ik heb je zo gemist, het deed zo’n pijn…” Heel even sloot hij zijn ogen. “Ik dacht echt dat jij je onderdrukte homoseksuele gevoelens tijdens je vakantie een keer onopgemerkt voor je omgeving wilde uiten.” ging hij verder. “Ik voelde me zo gebruikt, zo bedonderd. Ik begreep het niet, want het voelde zo echt.”
“Dat was het ook… Is het ook,” verbeterde ik mezelf. “Waar ben je eigenlijk naartoe gegaan die avond?” vroeg ik nieuwsgierig.
“M’n zus.” zei hij grinnikend. “Als er iets is, ga ik altijd naar m’n zus. Ze had wel in de gaten dat ik goed overstuur was. De volgende dag vroeg ze me of jij er iets mee te maken had dat ik zo kwaad was. Ze had je gesproken in de receptie. Je had naar me gevraagd, zei ze. Ik heb haar maar verteld wat er aan de hand was, dat ik verliefd op je was en dat je, net als Sébastian, getrouwd bleek te zijn. Ze had me toch niet met rust gelaten tot ze het uit me getrokken had.”
Tranen stonden in zijn ogen. Ik hield het zelf ook nauwelijks droog. De herinnering aan die ochtend stond me nog heel helder voor de geest. Ik slikte een brok in m’n keel weg…
“Ik heb me nog nooit zo machteloos gevoeld,” zei ik zachtjes. “Ik wilde je zo graag uitleggen dat je een verkeerde conclusie had getrokken, maar je wilde niet luisteren.”
“Dat zei Valerie ook al,” lachte hij doorzijn tranen heen. “Ze zei dat ze zich niet kon voorstellen dat jij net zo’n lul was als Sébastian. Ze zei dat je er helemaal doorheen zat, dat ze dacht dat je verdriet oprecht was.”
“Logisch, het was ook oprecht,” glimlachte ik terwijl ik hem even in zijn arm kneep. “Mijn liefde voor jou ook,” voegde ik eraan toe.
Nicolas zuchtte. “Ik had dat moeten weten, jongen. Ik kende je toch alleen maar als iemand die recht door zee was? Hoe kon ik daar nou aan twijfelen? Maar goed, ik dacht niet meer helder. Ik was gewoon zo kwaad…”
Ik knikte begrijpend.
“Valerie zei dat ik toch op z’n minst naar je kon luisteren. Dan kon ik daarna altijd nog bepalen wat ik er mee moest. Ik zag daar absoluut het nut niet van in. Jij was getrouwd, wat voor zin had het? Het had toch geen toekomst. Daar konden we lang en breed over praten maar dat zou de situatie niet veranderen, snap je?”
“Jawel… alleen baalde ik er wel van dat je zo weinig vertrouwen in me had. Dat deed zo’n pijn…”
“Sorry jongen… Diep in mijn hart wilde ik wel horen wat je te zeggen had. Hoopte ik dat er toch een goeie verklaring was en dat ik het fout had. Maar ik was ervan overtuigd dat er geen andere verklaring mogelijk was dan die ikzelf bedacht had. Ik ken mezelf, ik wist dat ik je zou geloven als ik je de kans zou geven me een verhaaltje op de mouw te spelden. Ik was ervan overtuigd dat je dat zou doen, dus wilde ik je niet spreken, wilde ik je mail niet lezen. Ik moest mezelf in bescherming nemen, voorkomen dat ik me door jouw mooie praatjes om zou laten praten. En dat had met Sébastian te maken, niet met jou. Ik ben zo vreselijk kwaad op hem geweest en dat heb ik hem nooit echt laten weten. Die boosheid kwam er ineens uit toen jij vertelde dat je getrouwd was. Het spijt me zo, schat…”
Liefdevol trok ik hem tegen me aan. “Het is goed, jongen. Ik snap het wel. Ik ben allang blij dat je uiteindelijk besloot toch met me te praten…”
“Nou, dat heeft wel even geduurd hoor. Het enige wat ik deed, was jankend in bed liggen. Ik kreeg het niet voor elkaar om ‘s ochtends op te staan, kon het niet opbrengen om te werken. Het hele park kon me gestolen worden. Ik liet Valerie er gewoon helemaal alleen voor opdraaien. Met vier kinderen… Lekkere broer ben ik hè?”
“Je had verdriet, schat,” suste ik hem. “Misschien had je het nog niet zo in de gaten omdat je zo boos was… Ik weet hoe ik me voelde… radeloos van verdriet. Dat moet jij ook gevoeld hebben, dat kan niet anders.”
Hij lachte. “Klopt. Ik wilde het alleen niet toelaten. Die boosheid was beter te hanteren. Vooral de eerste dagen. Ik was zo kwaad op jou. Kwaad op Sébastian, op mezelf, omdat ik er weer ingetrapt was. Jij was gewoon een schoft, een enorme eikel. En ik was de grootste sukkel die er op de wereld rondliep.”
Ai, dat deed toch weer even zeer, hem horen zeggen hoe hij over me had gedacht…
“Pas na een dag of vijf, zes nam mijn boosheid wat af,” ging hij verder. “Ik begon je te begrijpen. Gevangen in een huwelijk, homo zijn en dat niet mogen uiten… Jij was in ieder geval eerlijk tegen me, dat was Sébastian nooit geweest. Je had me aan het lijntje kunnen houden, maar dat deed je niet. Dat, samen met wat Valerie zei, deed me beseffen dat jij wel degelijk van me hield. Alleen kon het niet… Dat besef deed zo’n pijn, jongen, want toen drong tot me door dat jij je precies zo moest voelen. Ik wilde je helemaal niet kwijt, maar het kon niet anders. Het voelde alsof ik een deel van mezelf kwijt was. Ik miste je zo verschrikkelijk…”
Ik knikte. Wat hij beschreef, had ik precies zo. Vanaf het allereerste moment had ik het geweten, wij hoorden bij elkaar. Ik keek hem verliefd aan. Langzaam kwam zijn gezicht dichter naar me toe. Verlangend boog ik voorover tot mijn lippen zijn mond raakten. Zuchtend gaven we ons over aan een innige kus.
“Als we nu dan toch alles vertellen, is er nog iets wat ik kwijt moet,” begon ik voorzichtig, nadat we onze kus verbroken hadden. “D’r is iets dat ik op m’n lever heb en dat zit me dwars.”
“Toch niks ergs, hè?” vroeg hij ongerust.
“Hangt er vanaf hoe je het bekijkt. Ik wil in ieder geval niet dat het tussen ons blijft hangen.”
Ik kneep hem toch best wel, hoopte maar dat hij het zou begrijpen. Doorzetten Michael, zei ik tegen mezelf. Vertrouwen op zijn liefde…
“Oké, daar gaat ie dan,” begon ik. “Weet je nog toen jij mij over je vader vertelde? Die eerste avond, na de barbecue?”
Nicolas knikte.
“Ik voelde me zo met je verbonden toen, alsof ik je al jaren kende. Het scheelde niet veel, of ik had je toen over Thomas verteld.”
“Waarom deed je dat dan niet, jongen?” Hij legde een hand op m’n been.
Ik haalde m’n schouders op. “Geen idee, ik durfde niet, denk ik. Ik bedoel, wie was ik nou eigenlijk? Wie zei me dat jij geïnteresseerd in mij was? Ik was een vakantiegast, meer niet. Waarom zou ik jou lastigvallen met mijn leven?”
Hij keek me peinzend aan. “Je hebt wel gelijk natuurlijk, toen kenden we elkaar net.”
“Ik was allang blij dat ik wat tijd met je kon doorbrengen,” ging ik verder. “Stiekem hoopte ik dat we misschien wel bevriend zouden raken, dat was voor mij al genoeg geweest toen. Ik denk dat ik je daarom niks vertelde over Thomas. Ik was bang dat je me niet leuk meer zou vinden als je zou weten dat ik een zoon had. En vooral als je zou weten wat er verder gebeurd was.”
“Maar jongen toch, waarom zou ik jou niet leuk vinden? Schat, ik kon m’n ogen niet van je afhouden! Vanaf het eerste moment dat ik je zag, was ik verkocht. En ik zag je wel naar mij kijken, hoor…” Hij grinnikte ondeugend terwijl hij plagend in m’n been kneep. “Of dacht je dat ik je voor de lol gevraagd had nog even te blijven?”
Ik dacht na. Voor hem was het allemaal zo vanzelfsprekend, maar voor mij was dat beslist niet zo.
“Ik hoopte wel dat je me leuk zou vinden.” antwoordde ik uiteindelijk. “Maar ik kon het me nauwelijks voorstellen. Jij was zo anders dan ik. Je deed waar je zin in had, maakte makkelijk contact, had plezier. Ik ben altijd bedachtzaam en spring eigenlijk nooit eens lekker uit de band.”
Zachtjes streelde Nicolas m’n arm. Een kort moment sloot ik m’n ogen en genoot van zijn aanraking. Toen ging ik verder.
“Weet je, ik had nog maar kort voor wij elkaar leerden kennen, besloten dat ik mijn geaardheid niet langer wilde onderdrukken. Het was allemaal nog zo nieuw, zo onwerkelijk. Ik wilde gewoon bij je zijn, genieten van je aanwezigheid, geen moeilijke dingen, maar zien wat er zou gebeuren.”
Nicolas knikte.
“Ik wist niet wat ik moest doen, hoe ik het aan moest pakken, of ik wel durfde,” ging ik zachtjes verder.
Hij knikte opnieuw.
“De volgende dag, toen we gingen zwemmen en je me kuste, drong pas tot me door dat jij precies hetzelfde voelde. Ik gaf me eraan over, dacht niet meer helder. Ik wilde nog maar één ding… jou…”
Nicolas grinnikte. “Dan was je niet de enige…”
Hij trok me tegen zich aan. God, wat voelde dat heerlijk! Wat was ik blij dat hij weer bij me was! Ik voelde het in m’n hele lijf…
“’s Avonds tijdens het eten sloeg de twijfel toe. Waar was ik mee bezig? Wilde ik dit wel echt? Moest je niet weten dat ik een zoon had? Maar ik durfde het niet te vertellen, was zo bang dat je er op af zou knappen, dat het een onoverkomelijk bezwaar voor je zou zijn en dat je niet verder met me zou willen. Dus toen jij zei dat we ons nog niet druk hoefden te maken over de toekomst, greep ik dat met beide handen aan.”
“Dat herinner ik me nog. Je maakte je zorgen over hoe het verder moest als jij weer thuis zou zijn,” onderbrak Nicolas me.
Ik keek hem lang aan en haalde diep adem voor ik verderging.
“Nicolas, Ik wilde je niet kwijt, in ieder geval niet die twee weken, ik kon het gewoon niet. Misschien was jij wel de enige liefde die ik ooit in m’n leven zou kennen… Dus nam ik heel bewust de beslissing je niks te vertellen. Uit angst dat jij me aan de kant zou zetten voor mijn vakantie afgelopen zou zijn. Ik was er zo van overtuigd dat je dat zou doen…”
Tranen schoten in m’n ogen. Ik slikte een brok in mijn keel weg.
“Ik had moeten weten dat je dat nooit zou doen, had je moeten vertrouwen,” voegde ik er zachtjes aan toe.
Het bleef stil. Ik hield hem in de gaten, zag hem denken.
“En dat was niet het enige,” ging ik dapper verder. “Ik had er al heel vaak over nagedacht wat ik zou doen als ik verliefd zou worden. Zou ik het durven vertellen? Hoe zouden mijn ouders reageren? En de mensen bij ons in het dorp? En wat zou Thomas er van vinden? Zolang ik niet verliefd was, was het niet zo moeilijk, maar toen ik jou leerde kennen, kwam het opeens zo dichtbij. Ik was zo bang… Zo bang voor de reacties. Bang dat ik mijn ouders kwijt zou raken, bang dat de mensen in het dorp achter m’n rug om over me zouden praten en vooral bang dat Thomas ermee gepest zou worden. Ik kon het niet, jongen. Ik durfde niet…”
Ik zuchtte diep. Wat was dit moeilijk! Maar hij moest het weten, ik wilde eerlijk tegen hem zijn. Ik moest hem vertellen dat ik hem willens en wetens niks verteld had omdat ik eigenlijk al voor mezelf besloten had dat het niet kon. Dat ik niet durfde…
“Ergens hoopte ik dat we op elkaar uitgekeken zouden raken,” vervolgde ik. “Dat zou het afscheid een stuk makkelijker hebben gemaakt. Maar dat gebeurde natuurlijk niet. In tegendeel, met de minuut hield ik meer van je. Ik piekerde me suf. Hoe moest ik je nou vertellen dat ik niet bij je kon blijven als jij wel verder zou willen?”
“Was je dat werkelijk van plan? vroeg hij zachtjes.
Ik knikte schuldbewust. “Het voelde zo dubbel, jongen. Ik wilde zo graag bij je zijn en tegelijkertijd was ik zo bang. Er was al zoveel gebeurd, ik had al zoveel mensen teleurgesteld. Ik voelde me zo schuldig, zo slecht, ik kon het gewoon niet…”
Ik zweeg, gaf hem de kans op zich in te laten werken wat ik hem verteld had.
“Ik hoopte bijna dat je niks meer van me zou willen weten,” ging ik verder toen hij niet reageerde. “Dan kon ik terug naar m’n oude leventje, dan hoefde ik niks te zeggen. Tegelijkertijd wilde ik je niet kwijt, hoopte ik diep in mijn hart dat je Thomas zou accepteren en dat je niet al te slecht over me zou denken vanwege mijn aandeel in Annemarie’s dood. Maar ik wist eigenlijk al dat ik, zelfs als dat zou gebeuren, niet verder zou durven gaan.”
Nicolas zei nog steeds niks. Hij keek me alleen maar strak aan. Geen lachje, geen blijk van begrip. Helemaal niks. Er begon zich toch een aardige knoop in m’n maag te ontwikkelen. Maar ik zette door… Ik vertelde verder.
“Ik had je moeten vertrouwen jongen,” ging ik verder. “Had er op moeten vertrouwen dat je liefde voor mij onvoorwaardelijk was. Ik had je meteen moeten vertellen dat ik een zoon had, dat ik getrouwd was geweest en dat mijn vrouw was overleden. Ik had je moeten vertellen dat ik thuis niet durfde te vertellen dat ik homo was. Ik had je moeten zeggen dat het nooit iets zou kunnen worden tussen ons. Pas toen ik je kwijt was drong tot me door wat ik had gedaan, wat ik had opgegeven… En dat alleen maar omdat ik zo bang was. Het spijt me zo, jongen. Ik heb er echt geen moment bij stil gestaan wat ik jou aandeed… Ik was zo druk bezig met mezelf dat ik jou gevoelens compleet vergat.”
Zwijgend keek ik hem aan. Wat ging er nu in zijn hoofd om? Kon hij me begrijpen? Eindelijk deed hij zijn mond open.
“Ongelooflijk,” was het eerste wat hij zei. “Ik wordt er stil van… Waarom denk jij dat je mij niet waard bent? Want dat is het, of niet? Jij kunt gewoon niet geloven dat iemand van je houdt… Dat ik van je hou. Jij houdt niet van jezelf, hè?” vroeg hij zachtjes.
Ik knikte. Verbaasd dat hij het begreep… Ik had Annemarie gebruikt om van mijn gevoelens voor jongens af te komen. Ik was met haar naar bed geweest zonder in de verste verte iets om haar te geven. En dat had ze met de dood moeten bekopen. Ik kreeg een brok in m’n keel, voelde tranen opkomen. Hoe kon iemand nou van mij houden?
“Jij vindt jezelf slecht, niet de moeite waard. Jij denkt werkelijk dat niemand jou wil, hè? Jongen, laat ik je dit zeggen… Ik heb nog nooit in m’n hele leven iemand ontmoet waar ik zo stapelgek op ben als op jou! Het deed zo’n pijn, lieve schat… Toen ik dacht dat ik je voorgoed kwijt was, was het alsof er een stukje van mezelf dood ging. Ik was dan wel kwaad, maar ik voelde die pijn wel degelijk. Dat wil ik echt nooit meer meemaken,” zuchtte hij.
Volledig van m’n stuk door zijn liefdesverklaring stroomden de tranen over m’n wangen. Nicolas trok me nu dicht tegen zich aan en kuste me.
“Ik wil jou. schat,” fluisterde hij zachtjes in m’n oor. “Alleen jou… En Thomas…” voegde hij eraan toe.
Ik kroop weg in zijn armen en liet op me inwerken wat hij zojuist tegen me gezegd had. Wat ik eigenlijk al lang wist, drong nu pas goed tot me door. We hielden van elkaar… We kenden elkaar nauwelijks maar toch hielden we van elkaar. We zouden samen beslist nog een hoop dingen meemaken. En dat zou vast niet altijd makkelijk zijn. Maar één ding was zeker… We zouden het samen doen!
“Ik hou van je…” mompelde ik zachtjes voor me uit.
“Thomas slaapt zeker al?” zei hij ineens.
“Dat mag ik toch hopen….” zei ik droog.
“‘t Is bijna elf uur…”
“Ik ben zo benieuwd naar hem. Denk je dat hij me aardig zal vinden?”
“Dat denk ik niet alleen, dat weet ik wel zeker.”
Hij duwde me een stukje van zich af, keek me niet begrijpend aan.
“Hij lijkt op mij,” verklaarde ik simpel.
“Ah, dan weet ik nu al dat ik van hem hou.” Nicolas grinnikte.
Ik hees mezelf overeind. “Je zult nog wel even moeten wachten tot je hem kunt ontmoeten want hij logeert bij mijn ouders. Ze brengen hem morgen tegen het eind van de ochtend weer terug. Ik wilde alleen zijn vanavond. Voor het geval je me definitief zou dumpen… Wist ik veel dat je langs zou komen…”
Ik begon me al weer een stuk opgewekter te voelen.
“Dus we zijn helemaal alleen?” vroeg hij met pretlichtjes in zijn ogen.
“Yep.”
“Dan hoef ik me dus niet in te houden?” Plagend trok hij me weer tegen zich aan.
Opwinding laaide op toen ik hem opnieuw tegen me aan voelde. Shit, wat had ik dit gemist! Intens gelukkig nestelde ik me lekker tegen hem aan. Thomas had gelijk gehad. Het kwam goed.
“Shit, Michael, wat heb ik hier naar verlangd,” fluisterde hij.
“Hoe gaan we nu verder?” vroeg ik ineens. Ik realiseerde me dat we nu weliswaar alles uitgesproken hadden maar dat we nog steeds niks hadden besloten over onze toekomst. Hij woonde nog steeds in Bretagne en ik in Nederland. We zouden toch iets moeten verzinnen om die afstand van bijna duizend kilometer te overbruggen.
“Tja, ik kan nou moeilijk zeggen dat we daar later wel over na gaan denken… Raar is dat, ik wil helemaal niet over dit soort lastige dingen nadenken. Ik wil gewoon bij je zijn, van je genieten.” Hij drukte zijn hoofd in m’n nek en kuste me.
“Hé malloot… Nu even niet. We kunnen dit niet eindeloos voor ons uit blijven schuiven. Je weet nu weliswaar dat ik niet getrouwd ben en we weten beiden dat we elkaar niet meer kwijt willen, maar daarmee is het probleem nog niet opgelost.”
Teleurgesteld liet hij me los. “Je hebt gelijk. Maar ik kan hier niet blijven, hoe graag ik dat ook zou willen. Nu niet, bedoel ik dan. Eind van deze week begint het hoogseizoen en dan moet ik echt terug zijn. Na het seizoen kan ik dan weer terugkomen. Houden we dat vol? Twee maanden zonder elkaar?”
Ik zuchtte. “Het zal wel moeten. Ik zie zo gauw geen andere oplossing. Veel skypen… Shit man, wat zal ik je missen… En dan? Je kunt toch ook niet zomaar hier blijven? Wie moet het park dan runnen?”
“Jongen, ik heb je al eens eerder gezegd dat ik alles zonder nadenken voor je opgeef. Wat heb ik nou aan dat park als jij niet bij me bent? Ik verkoop het gewoon en kom hier naartoe. Misschien niet in dit dorp want ik snap ook wel dat we hier als homo-stel waarschijnlijk met de nek aangekeken worden en dat lijkt me vooral voor Thomas niet echt bevorderlijk.”
“Ben jij gek? Wil je zomaar je vader’s droom opgeven? Dat kun je niet doen hoor. Daar ga jij je leven lang spijt van krijgen.”
“Wat wil je dan? Jij kunt Thomas toch moeilijk zomaar bij zijn familie en vriendjes weghalen? Dat kun je hem toch niet aandoen?” Ik zuchtte maar weer eens. Weer dat lastige dilemma. “Misschien moet je morgen eerst Thomas maar eens leren kennen. Wie weet vindt je hem strontvervelend en wil je me daarna helemaal niet meer…”
“Jongen… Ik weet nou hoe het voelt zonder jou en geloof me… da’s geen pretje. We vinden echt wel een oplossing. Eén ding weet ik heel zeker… ik laat je nooit meer gaan!” Teder streelde hij m’n rug. Rillingen trokken langs m’n benen omhoog…
“Oké, dan moet je noodgedwongen maar bij mij in bed slapen,” reageerde ik plagend.
“Shit, wat vreselijk!” speelde hij het spelletje mee.
“Ja, want je kent mij hè? Ik kan jouw naakte lichaam niet weerstaan.”
“Hmm… Dan zal ik m’n kleren maar aanhouden.”
Ineens lagen we dubbel van het lachen.
“Nicolas?” Verliefd keek ik hem aan. “Ik wil je nooit meer kwijt, ik hou van je, ik verlang naar je. Je hebt geen idee…”
“Oh fuck Michael,” fluisterde hij.
Onze lippen vonden elkaar opnieuw in een innige kus. Hongerig naar meer rukten we elkaar zowat de kleren van het lijf.
“Kom,” zei ik zachtjes. Ik pakte zijn hand en leidde hem naar mijn slaapkamer.
De volgende morgen werd ik al vroeg wakker. Mijn eerste gedachte ging uit naar de slapende man naast mij. Vertederd keek ik naar hem, vond hem zo mooi, zo lief… Voor de zoveelste keer dankte ik God. Ik wist het heel zeker, Nicolas en ik hoorden bij elkaar. Dit was de man die God voor mij bedoeld had. Ik wilde hem gewoon voor altijd bij me hebben. Zachtjes streelde ik zijn schouder, glimlachte verliefd. Ik wilde dat hij een vader voor Thomas zou zijn.
Thomas! Meteen was ik klaarwakker. Ik schoot overeind. Mijn ouders zouden Thomas over een paar uur thuis brengen. Ineens gierden de zenuwen door m’n lijf. Hoe zouden ze reageren op Nicolas’ aanwezigheid? Nerveus stapte ik uit bed en liet Nicolas slapen. Eerst maar eens naar de wc en dan douchen. Rustig worden…
Genietend van het warme water op m’n lijf dwaalden mijn gedachten weer af naar gisteravond. Hij was weer bij me… Kriebel in m’n buik… Ik kon het wel uitschreeuwen van geluk! Maar hoe moest het nou verder? Natuurlijk was ik vreselijk blij dat hij hier bij me was. Maar ook bang. Bang voor afwijzing door mijn ouders. Bang dat Thomas hem niet aardig zou vinden. Bang dat een relatie met Nicolas een conflict met mijn ouders en een strijd met mijn zoon zou opleveren. Bang dat mijn ouders me onverantwoordelijk zouden vinden, dat ze niet zouden accepteren dat ik van hem hield… Had ik dat er allemaal voor over? Zou dat niet als een schaduw over onze relatie liggen? Ik was bang dat ik me de rest van m’n leven schuldig zou voelen omdat ik alleen aan mijn eigen geluk had gedacht en daarmee mijn ouders had gekwetst. Was onze liefde daar tegen bestand?
Tegen de tijd dat ik klaar was met douchen, had ik een vreselijke knoop in m’n maag. Ik had ‘A’ gezegd, nu moest ik ook wel ‘B’ zeggen. Er was geen weg meer terug. En dat vond ik doodeng… Ik trok een boxershort aan en liep naar de keuken voor een bak koffie. Hoe meer ik erover nadacht, hoe nerveuzer ik werd. Angst kreeg de overhand. Tegen de tijd dat Nicolas wakker werd, zat ik met een bedrukt gezicht aan de keukentafel. M’n koffie was allang koud. Nerveus trommelde ik met mijn vingers op de tafel. Ik voelde me opgefokt, bang… Gewoon heel erg onrustig van binnen.
“Lieve schat, wat is er met jou?” vroeg Nicolas bezorgd toen hij me in de keuken aantrof.
Het huilen stond me nader dan het lachen. Nicolas zag mijn waterige ogen en schrok.
“Kom eens hier, jongen,” zei hij terwijl hij me omhoog trok. Hij sloeg zijn armen om me heen en trok me tegen zich aan. Dicht tegen hem aan kon ik me niet langer inhouden. Tranen liepen over m’n wangen. Ik klampte me aan hem vast en huilde. Ik kon gewoon niet meer stoppen. Alle spanningen en emoties van de afgelopen dagen kwamen er uit.
“Jongen toch…” Zijn ene hand streelde zachtjes mijn rug, de andere mijn haren. Langzaam werd ik weer wat rustiger. Hem zo dicht tegen me aan voelen, deed me goed. Ik voelde zijn liefde… Tranen schoten opnieuw in m’n ogen. Mijn God, wat was er toch met me aan de hand? Om het minste of geringste liep ik te janken.
Nicolas kuste mijn tranen weg. “Vertel me nou eerst maar eens waarom jij zo overstuur bent,” zei hij.
Hij duwde me op een stoel, ging tegenover me aan de keukentafel zitten en keek me vragend aan. En toen gooide ik het eruit…
“Weet je… De afgelopen week was een hel. Ik miste je vreselijk, verweet mezelf dat het m’n eigen schuld was. Ik had nooit iets met je moeten beginnen want ik wist vanaf het begin dat het geen toekomst had. Toch deed ik het want ik kon je niet weerstaan. Ik hield al van je toen ik je de eerste keer zag. Precies zoals toen Thomas geboren werd. Niet omdat je mooi of lief was, maar gewoon, omdat jij het was. Het was echt liefde op het eerste gezicht. Ik was zo gelukkig toen bleek dat jij hetzelfde voelde… Maar tegelijkertijd voelde ik me schuldig. Ik vond dat ik het niet kon maken. Niet tegenover Thomas, niet tegenover m’n ouders en niet tegenover jou. Ik had mijn geluk verspeeld toen ik Annemarie zwanger had gemaakt. Ik vond dat ik geen recht op liefde had. Ik mocht blij zijn dat ik Thomas had en dat mijn ouders me steunden. En nu? Nu ben ik tot over m’n oren verliefd… Zo erg, dat ik gewoon niet kan functioneren als je niet bij me bent. Nicolas, ik werd gewoon gek toen je niet meer bij me was. Het deed zo’n pijn toen je zo kwaad op me was… En nu ben je weer terug. Ik wil je nooit meer kwijt… Snap je?” ratelde ik alles door elkaar.
“Jawel…,” antwoordde hij aarzelend. “Maar ik snap nog steeds niet goed waarom je nu zo overstuur bent. Ik ben nou toch hier, jongen? En ik laat je echt niet meer in de steek.”
“Ik weet wel dat jij me niet in de steek laat. Dat kun je ook niet want jij hebt mij net zo vreselijk gemist als ik jou,” lachte ik door m’n tranen heen. “Ik ben gewoon bang. Bang dat mijn ouders niet goed zullen reageren. Bang dat Thomas jou niet aardig vindt. Wat moet ik dan Nicolas?” Wanhopig keek ik hem aan. “Zonder m’n ouders gaat misschien nog wel, maar Thomas… Ik kan Thomas toch niet dwingen jou te accepteren? En wat als jij Thomas niet leuk vindt? Als ik er alleen al aan denk… Het voelt net alsof ik in tweeën gescheurd wordt. Kun je dat begrijpen?”
Nog steeds stonden de tranen in m’n ogen. “Ik ben zo bang dat ik keuzes moet maken die ik niet wil maken…,” voegde ik er zachtjes aan toe.
“Hé jongen, kalmeer eens een beetje. Je weet toch welke keuze je wilt maken als het er op aankomt?”
“Dat is nou precies het probleem…,” zuchtte ik diep.
“Ik weet het wel, maar ik wil het niet. Ik wil gewoon dat alles goed gaat. Ik wil geen conflicten, ik wil geen afscheid moeten nemen van mijn ouders omdat ik van jou hou. Ik wil niet dat Thomas ongelukkig is omdat ik bij jou wil zijn. En waar ik misschien nog wel het meest bang voor ben, is dat ik, als ik keuzes moet maken, me daar m’n hele leven schuldig over zal voelen. Ik zou het mezelf nooit kunnen vergeven. Maar ik moet die keuze wel maken als mijn ouders niet achter ons kunnen staan of als Thomas jou niet mag. Ik kan niet anders want ik kan echt niet meer zonder jou…”
Nicolas pakte mijn beide handen vast en trok ze over de tafel heen naar zich toe. Hij keek me diep in m’n ogen. “Als er één ding is wat ik van jou wel geleerd heb jongen, is het dat je vertrouwen moet hebben. Vertrouwen dat alles goed komt. Omdat, zoals jij het altijd zegt, God ons bij elkaar heeft gebracht en wil dat wij gelukkig zijn met elkaar. En ik zeg je, Hij weet dat dat alleen kan als jouw ouders en jouw zoon mij accepteren en blij voor ons zijn. Dus geloof me, het komt goed. Ik heb vertrouwen. In ons… en in die God van jou. We doen dit samen, jongen, met z’n drieën.”
Sprakeloos keek ik hem aan. Wat zei hij nou? Nicolas, die niks met God had? Hij snapte het gewoon beter dan ikzelf en wist het me ook nog eens glashelder uit te leggen! Alle spanning gleed van me af. Hij had gelijk. Een stralende lach brak door op m’n gezicht…
“Wow, schat,” stamelde ik verbaasd. “Je hebt helemaal gelijk. Ik heb me gewoon druk zitten maken om niks. Ik hoef alleen maar te vertrouwen op God’s plan.”
Ineens voelde ik me blij. Gelukkig, verliefd… Het was gewoon goed zo, we hoorden bij elkaar. Hij en ik… en Thomas natuurlijk. Ik wist zeker dat Thomas en Nicolas het goed met elkaar zouden kunnen vinden. En ineens wist ik ook zeker dat mijn ouders blij voor ons zouden zijn. Omdat God het zo wilde…
“Alles weer in orde Michael?” Hij lachte naar me.
Ik knikte.
“Wil je een nieuwe kop koffie dan?” Hij stond al op om voor ons beiden een bak koffie in te schenken. Dromerig nam ik hem in me op. Met alleen een witte boxer aan, die overigens geweldig sexy afstook tegen zijn gebruinde huid, stond hij met zijn rug naar me toe voor het aanrecht. Ik wilde hem, verlangde ernaar hem tegen me aan te voelen. Ik stond op, liep naar hem toe, drukte me tegen hem aan en sloeg mijn armen om hem heen. Ik vleide m’n hoofd tegen zijn schouder en genoot. Dit voelde goed. Zo heerlijk dicht tegen hem aan. Zijn warmte, zijn geur… Intense liefde overspoelde me. Binnen twee tellen was ik keihard. Nicolas voelde het en glimlachte.
“Zo ken ik je weer, jongen,” mompelde hij terwijl hij zich omdraaide en met zijn lippen mijn mond zocht.
Hij trok me nog dichter tegen zich aan. En net als die eerste keer in zee, kwam een enorme golf van extase vanuit het puntje van m’n tenen opzetten. Kreunend gaf ik me eraan over. Dit was liefde… pure liefde.
Aan Nicolas’ steeds zwaarder wordende ademhaling merkte ik dat hij hetzelfde voelde. Genietend kronkelden we tegen elkaar aan. Tegelijk kromden we onze ruggen en verkrampten we. Hijgend schokten we tegen elkaar aan om uiteindelijk uitgeput maar voldaan tegen elkaar aan te blijven hangen.
“Ik laat je nooit meer gaan,” zuchtte Nicolas
“Gelukkig maar,” fluisterde ik.
Plotseling schoot ik in de lach. “Shit man, mijn ouders staan zo op de stoep met Thomas.”
“Douchen?” grinnikte hij.