7 februari 2022

Familie? Familie! – 37 Alexander

Zaterdag 26 november 2011
Dalmatino – Molitva Za Ribara

Alexander vouwt servetten, zet het glaswerk recht op het werkblad van de bar, telt en hertelt het geld in de bedrijfsportefeuilles, loopt alle tafels langs om de stoelen recht te zetten en veegt de vloer. Daarna ijsbeert hij achter de bar, terwijl hij probeert een volgende nuttige bezigheid te verzinnen. Om wakker te blijven moet hij iets doen. De afleiding van zijn werk heeft hij nu nodig.

Hij wil aan andere dingen denken. In stilte vervloekt hij Laura. Niet met opzet. Niet echt gemeend. Ze heeft de bar deze zaterdag helemaal opgeruimd. Er is absoluut niets meer te doen en hij heeft geen afleiding meer. Nadenken wil hij nu niet. Zich overgeven aan de overweldigende woede, die hij van binnen voelt, is het laatste wat hij wil. Alexander wil er geen obsessie van krijgen. Hij wil niet aan Sascha denken.

Hij wil niet worden herinnerd aan de last, die op zijn schouders drukt. De last, die hij zonder overleg naar zich toegeschoven heeft gekregen. Alexander heeft iets nodig tegen zijn kloppende hoofdpijn. Hij schuift de kassala dicht en ontdekt dat de voorraad pijnstillers op is.

„Wat is er mis, Alexander?“

Verbaasd draait hij zich om. Anna staat halverwege tussen de deur en de bar. Zijn andere serveerster is een uur te vroeg.

„Heb je iets tegen hoofdpijn?“
„Zeker, wat is er aan de hand?“

Anna opent haar tas om een strip pillen op te diepen.

„Ik heb niet geslapen.“

Anna zucht.

„Alexander, je bent bezig ziek te worden. Wanneer komt Laura terug?“
„Niet voor negen uur. Ik heb haar wat extra tijd gegeven voor haar afspraak.“
„Met die leuke man?“
„Dat klopt.“

Hij lacht om Anna’s jaloerse glimlach.

„Je moet naar boven gaan en slapen. Ik red het hier wel, totdat Laura terug is. Het wordt pas later druk. Als je wilt, blijf ik de hele avond.“
„Anna, als ik nu ga slapen, dan word ik nooit meer waker. Dan zie je mij dagenlang niet.“
„Beloof me dan tenminste, dat jij direct naar boven gaat, zodra Laura terug is. Dan beloof ik je, dat ik blijf tot sluitingstijd.“
„We zien wel.“

Hij liegt. Hij wil zijn bar niet onderbezet laten op de manier, zoals Sascha dat heeft gedaan. Zijn serveersters moeten op hem kunnen rekenen. Eenmaal achter de bar bergt Anna haar tas op en bindt haar schort om. Ze kijkt rond hoeveel gasten er zijn en daarna verrast naar Alexander.

„Waar is iedereen? Heb je ze weggejaagd?“
„Nee, het is al een paar uur rustig, zoals elke zaterdag rond deze tijd.“
„Misschien komt het omdat verderop een straat is opengebroken. Een leidingbreuk, denk ik. Ik moest al omlopen.“

De twee verdrijven op een aangename manier de tijd. De man is gelukkig met haar vroege komst en afleiding. Anna’s zachte karakter en net zo zachte aanpak zijn precies, wat hij nu nodig heeft. Zijn hoofdpijn begint al weg te zakken, merkt hij met een gevoel van opluchting. Wanneer ze haar charme erbij gebruikt, dan wordt de avond nog makkelijker. De kalmerende golf van rust eindigt, zodra een bekende stem door de bar schalt.

„Alexander!“

Anna trekt nieuwsgierig haar wenkbrauwen op. Hij draait zich om, ontdekt Henriette en Wolfgang en probeert rustig te blijven. Henriette’s toon is al waarschuwing genoeg voor hem.

„Henriette.“
„Waar is Robin?“

Wolfgang’s ongeduld is duidelijk zichtbaar. De jongen vraagt niet, de jongen eist.

„Hij is boven. Hij slaapt.“
„Nu slapen? Op zaterdagmiddag?“
„Hij heeft een drukke week achter de rug. Ja, Henriette, hij slaapt!“

Alexander praat op bitse toon. Henriette gaat een stap achteruit. Wolfgang schudt ongelovig zijn hoofd. Henriette neemt even de tijd om haar houding terug te vinden, voordat ze rustig dichterbij komt.

„Wij zijn apart hier naar toe gekomen om met jullie twee te spreken.“
„Ik ben nu aan het werk en Robin slaapt.“

Hij doet moeite om vriendelijk te klinken. Wolfgang kijkt rond.

„Excuses, dat we je storen bij de drukte hier, Alexander. Ik weet, dat dit een vergissing is.“
„Neem me niet kwalijk?“

Henriette draait zich om en wijst koppig met een vinger naar de jongen.

„Ga even zitten, Wolfgang.“

Ze glimlacht, wanneer ze Alexander weer aankijkt.

„Zou je alsjeblieft een paar minuten bij ons aan tafel willen zitten?“
„Kan dit niet wachten, alsjeblieft?“
„Ga je gang, Alexander. Een paar minuten is niet lang.“

Anna staat achter hem en fluistert haar toestemming. Zijn serveerster is duidelijk niet gecharmeerd van deze bezoekers en wil ze zo snel mogelijk weer weg laten gaan, merkt hij aan haar intonatie. De onverbiddelijke Henriette blijft staan en kijkt afwachtend naar hem. Haar glimlach verraadt haar ongenoegen. Hij laat zijn schouders hangen en gaat met grote passen naar Wolfgang.

„Zaterdag is onvoorspelbaar. Als er zo gasten binnenkomen, moet ik Anna helpen.“
„Dat begrijpen we.“

Henriette antwoordt duidelijk en helder. Wolfgang lijkt vuur te spuwen.

„Wat is er met jullie de laatste tijd aan de hand?“
„Ik praat wel, totdat jij weer rustig bent.“
„Ja, mevrouw Kaiser.“

Henriette pakt Wolfgang’s hand vast en legt de jongen zo het zwijgen op. Zijn vermoeide ogen ontmoeten Wolfgang’s donkere, starende blik. Hij kijkt opzij.

„We zijn bezorgd, Alexander. De bruiloft van Sascha en Astrid is bijna een maand geleden. Het is net alsof jullie zijn verdwenen. Wij hebben sinds de bruiloft nauwelijks iets van één van jullie gehoord.“
„We hebben het meer dan druk. Zonder Sascha zorgt SansFrontière alleen al voor lange dagen.“
„Dat is een eerlijk antwoord. Dank je wel. Hebben jullie al uitgekeken naar meer hulp hier, zodat je extra tijd krijgt?“
„Ik heb een beetje verwacht, dat Sascha ons zou helpen. Dit is ook zijn bar. Ze zouden eerst een week weggaan en een week alleen redden we wel, dat hebben we vaker gedaan. Maar het werden twee weken, toen drie en tenslotte vier. Een telefoontje of ander bericht zou fijn zijn geweest voor Robin en mij. Het is bijna, alsof hij van ons profiteert.“
„Dat zien wij niet zo. Hij heeft niet van ons geprofiteerd.“
„Ik heb het niet over jou. Ik heb het over Robin en mij!“
„Je bent niet helemaal duidelijk. Je ziet het ook verkeerd. Je begrijpt toch wel, dat ze rust nodig hadden na alles wat ze is overkomen?“

Alexander bijt hard op de binnenkant van zijn onderlip, wanneer hij deze populaire litanie hoort.

„Je vindt dat ze geen huwelijksreis hebben verdiend?“

Wolfgang bromt en hangt voorovergebogen op de tafel. Hij staart naar de jongen.

„Leg mij geen woorden in mijn mond!“

Wolfgang’s gezicht is eerst verbaasd, voordat de woede doorkomt. Hij blijft staren naar de jongen en buigt zich voorover naar hem.

„Toen Sascha in het ziekenhuis lag, was Robin daar ook de hele tijd. Ik heb er hier voor gezorgd, dat de zaak niet heeft geleden onder zijn afwezigheid en tegelijk voor Robin gezorgd. Sascha kwam uit het ziekenhuis en op bijna dezelfde dag vertelden hij en Astrid snel te willen trouwen. Raad eens wie mochten helpen? Robin en ik! Dat kwam naast ons werk. Nu is Sascha bijna een maand op huwelijksreis geweest in plaats van de beloofde week. Raad eens wie ervoor zorgt, dat de zaak doordraait? Robin en ik! … Hebben jullie nog andere dingen uit Sascha’s egoïstische leven, waar jullie ons de schuld van willen geven?“
„Rustig, Alexander. Alsjeblieft.“
„Ik ben rustig, Henriette.“

Hij kijkt met een woedend gezicht naar haar. Henriette’s ogen gaan wijd open van verbazing.

„Je kon toch even bellen of iets schrijven om te laten weten, dat je het druk hebt?“

Wolfgang’s vraag laat hem de jongen ongelovig aankijken. Alexander moet de vraag op zich laten inwerken en antwoordt langzaam, spreekt elke lettergreep apart uit.

„Om-dat we het meer dan druk heb-ben.“
„We zijn ongerust. Daarom zijn we gekomen.“

Henriette is te vriendelijk naar Wolfgang’s zin.

„Er is geen reden om je zo gemeen te gedragen.“

Alexander knarst met zijn tanden en gaat rechtop in zijn stoel zitten. Hij roffelt zacht op het tafelblad om daarna zijn handen op tafel te laten rusten.

„Wat gebeurt hier allemaal? Wanneer zijn jullie hier aangekomen?“

Hij draait zich om en ziet Sascha naast de tafel staan. Wolfgang springt op en gaat bij zijn zakenpartner staan.

„Is Robin boven? Is hij wakker?“
„Ik denk het wel. Een paar uur geleden nog wel. Hij moet wel wakker zijn.“

Sascha merkt zijn boze blik wel op, maar lijkt het niet te begrijpen. Wolfgang geeft Sascha een klap op zijn rug als blijk van waardering. Alexander en Henriette staan op uit hun stoelen.

„Bedankt. Ik ga naar boven, met Robin praten.“
„Hij slaapt!“

Hij roept het de lange jongen na.

„Ik haal hem wel op.“

Henriette haast zich om Wolfgang bij te houden. Hij wil ook de achtervolging inzetten, maar Sascha houdt hem tegen door zijn arm vast te pakken.

„Vertel me eerst, wat hier aan de hand is? Vertel me, waarom je eerder vandaag zo kinderachtig bezig was?“

Hij gromt naar Sascha en pakt hem bij zijn shirt. Hij duwt de iets langere man zo snel en hard naar achteren dat ze alletwee op de vloer vallen. Sascha laat een luide, pijnlijke gil horen.

„Ik probeer ze beneden te houden. Ik probeer om ervoor te zorgen …“
„Alexander!“

De uitroep van Anna onderbreekt hem. Hij krabbelt overeind, doet een pas achteruit en wijst naar Robin’s broer.

„Jij blijft hier beneden en je gaat nu aan het werk hier, zodat ik tijd heb om boven de schade te beperken, die jij net hebt veroorzaakt … Je bent zo’n ongelooflijke hufter, Sascha! Waar is je mobiel?“

Alexander loopt met snelle passen naar de trap en klimt, zo snel als zijn vermoeide benen het toelaten, omhoog. Hijgend en puffend komt hij aan bij de open deur van zijn appartement, waar binnen Henriette probeert de boze, agressieve jongen onder controle te krijgen.

Wolfgang roept woedend ‘Robin’ die niet in de woonkamer is. Henriette belet hem de deur naar de gang met de slaapkamers te openen. Zo vermoeid als hij is, gaat Alexander naar binnen en laat de deur achter zich dichtvallen. Hij schreeuwt.

„Robin slaapt!“