21 januari 2021

Weekendje Wadden – 1

“Hé, kijk uit man.”
Geïrriteerd duwde Eddy de elleboog die in zijn zij porde weg.
“Kop houden eikel, laat me slapen”, klonk het nors naast hem.
“Ja hallo… Jij ligt mij hier wakker te maken, sukkel”, bitste Eddy terug.
Naast hem draaide Ton zich om, geeuwde een keer en sliep weer verder. Eddy niet. Hij was klaarwakker, lag nog een paar minuten onrustig heen en weer te draaien en besloot toen om maar op te staan.
“Waarom ligt die gast zowat bovenop me? Plek zat. Slaat toch helemaal nergens op”, mopperde hij terwijl hij met een slaperige kop uit z’n slaapzak kroop.
Voorzichtig trok hij de rits van de tent een stukje open, stak zijn hoofd naar buiten, kneep z’n ogen tot spleetjes tegen het felle zonlicht en keek om zich heen. Een stralende blauwe lucht kondigde een prachtige dag aan.
“Wat een puinhoop”, zuchtte hij terwijl hij de lege flessen, stapels bierkratten, lege chipszakken, winkelkarretjes en andere rotzooi bekeek.
“Hoe laat is het eigenlijk?”, mompelde hij. Eddy dook de tent weer in op zoek naar z’n telefoon. “Shit… half tien pas? Waarom maakt die eikel me nou zo vroeg wakker?”
Ton lag, licht snurkend en met één been uit zijn slaapzak, op de stretcher.
Ineens zag hij hem weer voor zich op de dansvloer in ‘The Big Apple’, zich als een idioot uitslovend om indruk op de meiden te maken, veel te veel gezopen… Op het laatst hing hij zo ongeveer bij elke meid die hij tegenkwam om de nek. Die zou straks wel koppijn hebben…
Eddy schoot in de lach. “Eigen schuld”, mompelde hij.
Hij had er geen medelijden mee, eerder leedvermaak om. Zelf dronk hij vrijwel nooit, het fenomeen kater was hem onbekend. Althans, bij zichzelf dan. Hij had het al zo vaak bij zijn vrienden gezien. En Ton kon er wat van. Soms leek het wel alsof die gast dacht dat je alleen lol kon hebben als je zat was. En dan de dag erna zo brak als wat zijn…
Zachtjes, om Ton niet opnieuw wakker te maken, kleedde hij zich aan, kroop naar buiten en trok de rits van de tent weer dicht.
“Eerst maar eens opruimen”, zuchtte hij, om zich heenkijkend.
Helemaal aan het einde van het pad werd nog een tent opengeritst. Twee slaperige hoofden kwamen tevoorschijn. Voor de rest was het nog doodstil.

De hele camping zag eruit als een slagveld. Eddy stond er een beetje verbaasd naar te kijken, geen idee hebbend waar hij moest beginnen. Gisteravond, of eigenlijk vannacht, was hartstikke gezellig geweest. Maar dat het zoveel troep op had geleverd, had hij niet in de gaten gehad.
“Eerst de flessen maar, dan ziet het er vast al een stuk beter uit”, praatte hij zichzelf moed in.
In sneltreinvaart verzamelde hij de lege flessen. Bierflesjes in de kratten, de rest in een doos. Die zou hij straks wel even naar de glasbak brengen. Hij pakte een vuilniszak en schoof in één beweging alles wat nog op de picknicktafel lag, de zak in.
“Dat ziet er al een stuk beter uit”, stelde hij vergenoegd vast.
Zijn blik gleed naar de picknicktafel voor de tent naast die van hem en Ton. Dat zag er niet veel beter uit. Hij zuchtte.
“Doe ik straks wel”, mompelde hij voor zich uit. “Eerst maar eens voor broodjes zorgen.”
Opgewekt pakte hij de doos met lege flessen en stapte op zijn huurfiets. Na de lege flessen in de glasbak gegooid te hebben, begaf hij zich richting Formerum, het dorpje dat een stukje verderop lag.

Gisteren waren ze aangekomen met de boot van vijf uur. Voor een lang weekend op camping ‘de Appelhof’. Lekker feesten, lol maken… Met zijn zessen waren ze. Hijzelf, zijn beste vriend André en zijn buurmeisje Hannah, die sinds een paar maanden ook André’s vaste vriendin was, haar beste vriendin Anika en haar vriend Jan Willem en dan natuurlijk Ton. Jan Willem en Ton kende hij nog niet zo lang. Eigenlijk pas sinds Anika vorig jaar verkering kreeg met Jan Willem. Leuke knul wel. Alleen Ton, daar had hij wat moeite mee.

Ze hadden twee kant-en-klare tenten gehuurd. De ene voor de jongens, de andere voor de meiden. Althans, zo hadden hun ouders het bedacht. Maar ja, daar kwam natuurlijk niks van. De beide stelletjes wilden bij elkaar. Logisch… Dus zat hij opgescheept met Ton. Niet dat hij wat tegen Ton had, hoor. Maar Ton dronk te veel, veel te veel en daar had hij best moeite mee. Dat slappe geouwehoer van een zatlap, hij paste ervoor. En Ton was zo’n player. Altijd op zoek naar een lekker ‘kippetje’, zoals hij het zelf zei… Hij had geen zin in verplichtingen, hij wilde alleen maar lol maken. Het zou vast niet lang duren voor Ton hier op Terschelling één of andere ‘wipkip’ oppikte. Kon hij daar de hele nacht naar luisteren… Nee, blij met de tentindeling was hij niet.

Nadat hij zijn fiets op slot had gezet, liep Eddy de Jumbo in. Op zijn dooie gemak zocht hij broodjes en broodbeleg uit. Nog een pak melk en sinaasappelsap erbij en door naar de kassa. De vorige avond schoot weer door z’n hoofd. Ton, flink aangeschoten, achter de meiden aan. De andere vier in geen velden of wegen te bekennen. Die stonden natuurlijk ergens te zoenen. Hijzelf had maar een beetje tegen de bar gehangen.
Toch was het gezellig geweest. Het was leuk om naar al die dansende mensen te kijken. Af en toe was Ton bij hem komen staan, meestal vergezeld door één of andere meid die hij net daarvoor tegen was gekomen. Hoe die gast dat deed! Hij wond die meiden gewoon om z’n vinger.

In gedachten zette Eddy zijn winkelmandje op de rand van de lopende band en boog naar voren om een scheidingsbalkje te pakken.
“Sorry”, verontschuldigde hij zich toen hij de jongen voor hem in de rij per ongeluk aanstootte.
De jongen draaide zich om. “Geeft niks hoor.”
Eddy keek hem aan. Rossig haar, vrolijk gezicht, allemaal sproeten, guitige kuiltjes in z’n wangen. Zijn blote armen deden vermoeden dat hij sproeten over zijn hele lichaam had.
De jongen had zich al weer omgedraaid. Eddy’s ogen gleden langs zijn rug naar beneden. De jongen deed een stap naar voren, stak zijn bankpas in het pinapparaat en rekende zijn boodschappen af.
Terwijl de caissière zijn eigen boodschappen scande, volgden zijn ogen de roodharige jongen richting de uitgang van de winkel. Plotseling draaide de jongen zich om. Nog geen halve seconde kruisten hun blikken.
Razendsnel sloeg Eddy zijn ogen neer. Hij voelde zich betrapt. Zijn hart bonkte in z’n keel.
“Zestien euro vijfenzestig”, deelde de caissière hem mee nadat ze alle boodschappen gescand had.
“Huh? Oh ehh…”, stamelde hij.
Vlug trok hij zijn portemonnee uit zijn broekzak en betaalde. Snel liep hij de winkel uit. Buiten keek hij om zich heen. Nog net zag hij de roodharige jongen aan het eind van de straat de hoek om fietsen, richting het strand.

***

Hannah rekte zich uit. Glimlachend draaide ze zich naar haar vriend die op de stretcher naast haar nog in diepe slaap was.
Het was leuk geweest gisteravond. Eindelijk een keer geen ouders die oplegden hoe laat ze thuis moest zijn. Eindelijk een keer gewoon doen waar ze zin in had. Zij en André hadden heerlijk staan zoenen achter de discotheek. Vertederd gleed haar blik over de jongen naast haar. Hij was lief, grappig ook…
“Hé”, fluisterde ze terwijl ze hem zachtjes aanstootte. “Word eens wakker…”
Kreunend draaide hij zich om. “Laat me slapen”, mompelde hij.
“Kom op man. ‘t Is half elf. Wakker worden”, Hannah schudde aan zijn schouder.
Aan de andere kant van de tent begon ook wat te bewegen.
“Hoe laat is het?”, vroeg Anika slaperig. Ze lag bij Jan Willem in de slaapzak.
Hannah glimlachte. Die grepen hun kans!
“Kan je niet een beetje stiller zijn?”, kreunde André. “M’n kop knalt uit mekaar… Ssstttt…”
“Moet je maar niet zoveel drinken”, grinnikte Hannah. “Sorry hoor, ik kan geen medelijden met je hebben. Je raapt jezelf maar bij elkaar.” Zelf had ze gisteravond toch ook behoorlijk gedronken, maar gek genoeg had ze er nu helemaal geen last van.
Anika had zich intussen uit de slaapzak gewurmd en trok haar kleren aan. “Honger man”, zei ze. “Kon je hier ook niet ergens ontbijten?”
“Volgens mij wel”, reageerde Hannah.
“Kijken?”
Hannah knikte. “Wat doen we met die twee?”, vroeg ze, wijzend naar André en Jan Willem.
“Laat maar liggen. Anders zijn ze de hele dag chagrijnig.”
Hannah grinnikte nog een keer. “Dan zoeken ze het lekker zelf maar uit als ze wakker worden.”
Achter elkaar kropen ze de tent uit.

“Hoi!” Met een plof zette Eddy de plastic tas met boodschappen op tafel.
“Wat ben jij vroeg op, man”, merkte Anika op.
“Hou op”, zuchtte Eddy. “Ton maakte me een uur geleden al wakker. Da’s dan weer het nadeel als je niet gedronken hebt… Blijf je wakker”, grinnikte hij.
“Ga je mee ontbijten? We wilden eigenlijk net die kant op”, vroeg Hannah.
“Hoezo? Ik heb broodjes gehaald.”
“Had ik kunnen weten,” lachte Hannah.
Eddy begon de tas uit te pakken.
“Lekker!”, riepen de meiden, toen ze zagen wat Eddy allemaal gekocht had. Hongerig vielen ze aan.

De twee vriendinnen zaten tegenover elkaar en kletsen elkaar de oren van de kop. Eddy zat er een beetje stilletjes bij. Zijn gedachten dwaalden opnieuw af naar de vorige avond.
Wat zou hij soms graag willen dat hij een beetje meer als Ton was. Maar dan zonder al dat gezuip… Hij zou ook wel zo makkelijk contact willen leggen. Maar dan niet met meiden… Als vanzelf zag hij de jongen uit de Jumbo weer voor zich. Er verscheen een glimlach op zijn gezicht.
“Misschien kunnen we straks, als de jongens wakker zijn, wel naar het strand”, hoorde hij Hannah ineens zeggen.
“Strak plan. ‘t Is prachtig weer”, reageerde Eddy enthousiast. Wie weet, zag hij die jongen uit de Jumbo dan wel weer, die was ook de kant van het strand op gefietst. Hij hoopte maar dat André, Jan Willem en Ton ook zin zouden hebben om naar het strand te gaan en dat ze niet van plan waren de hele dag met een kater op de camping rond te hangen. Feesten was leuk, maar dat hoefde wat hem betreft niet het enige te zijn wat ze deden.

***

Opgewekt fietste Remco terug naar de camping. Gisteren waren ze op het eiland aangekomen. Een hele week zouden ze blijven. Hijzelf, zijn één jaar jongere broertje Wim en hun twee buurjongens Jorick en Jeffrey. Ze kenden elkaar al zolang ze bij elkaar in de straat woonden en waren in de loop der jaren bevriend geraakt.
Met z’n vieren stonden ze op camping ‘Nieuw Formerum’, een voormalige Staatsbosbeheercamping tegen het Formerumer bos aan. Twee kleine lichtgewicht tentjes, slaapmatjes en slaapzakken was alles wat ze bij zich hadden. Maar het ging prima zo. Het weer was fantastisch dus de meeste tijd konden ze buiten doorbrengen.

Vanochtend was hij als eerste aan de beurt geweest om voor de dagelijkse boodschappen te zorgen. Ze hadden afgesproken dat ze dat om beurten zouden doen. Hij was de oudste van de vier, dus hij was als eerste de sigaar, hadden de andere drie besloten. Hij had nog even tegen gesputterd, maar zich er toen maar bij neergelegd. Wat maakte het ook eigenlijk uit?
Glimlachend dacht hij terug aan zijn bezoekje aan de supermarkt. Aan die jongen die hem aanstootte in de rij bij de kassa. Hij had het niet kunnen laten om nog een keer om te kijken voor hij de supermarkt uitliep. Keek die jongen hem nou na? Nah, dat had hij zich beslist ingebeeld. Toch was hij blij dat hij vanochtend degene was die de boodschappen had gehaald.