6 februari 2022

Familie? Familie! – 36 Wie?

Zaterdag 26 november 2011
Christina Stürmer – Ohne Dich

„Gaat het goed met je?“
„Nu wel. De straten lijken hier wel overal opengebroken. Ik ben er bijna.“

Met een zucht beantwoordt hij de stem uit zijn mobiel. De man loopt door de Altstadt van Köln en is op weg naar zijn afspraak. Ver hoeft hij niet meer te lopen, maar hij neemt zijn tijd, zenuwachtig als hij is over wat ze elkaar hebben te vertellen. Hij loopt om de hoek en heeft eindelijk de straat gevonden, waar hij moet zijn. Uit zijn mobiel klinkt weer de stem.

„Wees beleefd.“
„Zal ik doen.“
„Denk eraan, dat je wat complimenten maakt.“
„Zal ik aan denken.“
„Maar niet teveel complimenten, want dan kom je niet oprecht over.“
„Kun je het niet beter zelf doen?“

Nog voordat hij is uitgesproken, heeft hij spijt van zijn reactie. Gelukkig laat de stem aan de andere kant van de lijn een hartelijke lach horen. Met zijn ogen zoekt hij langs de gevels aan de overkant van de straat totdat hij het bord ‘SansFrontière’ ziet. Eindelijk gevonden. Hij is veel te vroeg voor zijn afspraak, wil nu nog niet naar binnen gaan en blijft op straat stilstaan.

„Lieverd, het komt allemaal goed.“

Hij antwoordt, na een paar minuten naar de aanwijzingen te hebben geluisterd.

„Ik wil alleen. dat je nu een goede indruk maakt.“
„Dank je, lieverd. Ik ben er nu en spreek je later.“

Het gesprek eindigt, nadat hij heeft beloofd zo gedetailleerd mogelijk verslag te doen. Nerveus aarzelt hij nog om de straat over te steken en naar binnen te gaan. Een discussie aan de overzijde trekt zijn aandacht, waardoor hij zijn mobiel een ogenblik vergeet.

„Ik kan niet geloven, dat je mij hiertoe dwingt.“
„Het is iets, wat we moeten doen.“

Hij tuurt tegen het licht in om beter te zien, wat daar gebeurt. Zo te zien hebben een moeder met een hoed op en haar zoon met een petje op een willekeurige discussie. Grinnikend denkt hij terug aan soortgelijke discussies uit zijn jeugd.

„Hoe sneller dit achter de rug is, hoe beter. Maak dat ding uit.“

Ze spoort haar zoon aan snel door te lopen. De zoon dooft zijn sigaret en rent naar de deur om hem voor haar open te houden.

„Ik weet niet wat je hier wijzer van denkt te worden.“
„Nu niet meer klagen.“

Ze is bits. De man aan de overkant kan zijn verbazing met moeite verbergen, wanneer hij haar stem herkent. Hij vraagt zich af, waarom Henriette Kaiser juist nu hier is en wie ze bij zich heeft.