27 november 2021

Een Bijzondere Kerst – 1

Dit verhaal is niet gebaseerd op feiten. Elke overeenkomst met gebeurtenissen, personen, plaatsen en tijden berust dan ook op toeval.

©Lucky Eye, december 2015
Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt worden door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze dan ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de houder van het auteursrecht.

*

“Ma? Waar je ben! Ma?” Jem was op zoek naar zijn moeder. Zijn Casio-horloge had hem gewaarschuwd dat het vijf uur was en volgens hem had zij toch echt gezegd dat ze op uiterlijk dat tijdstip moesten vertrekken. En nu, nu kon hij haar nergens vinden. “Ze zal toch niet weer achter de computer zitten?” vroeg hij zich hardop af en rende met drie treden tegelijk de trap op, eerst naar de eerste verdieping en vervolgens naar de zolderkamer. “Ma?”

“Ja?” vroeg Tinie ter Haar toen ze haar zestienjarige zoon in de deuropening van de zolderkamer zag verschijnen.

“Zit je nou alweer achter de computer of nog steeds?”

“Euh … wat doet dat er nou toe?” zei ze met een norse trek op haar gezicht. “Alsof jij niet uren achter elkaar op je laptop zit!”

“Daar heb je een punt. Maar had jij niet gezegd dat wij om uiterlijk vijf uur weg moesten en dat ik jou daaraan moest herinneren?”

“Shit! Shit!” Ineens was er iets van paniek bij Tinie. Ja, ze had zelf aangegeven dat ze om vijf uur moesten vertrekken om op tijd in Maastricht te zijn bij het huis van haar broer Jacob.

“Zet dan ook een wekker,” reageerde Jem nuchter terwijl hij zich omdraaide en de trap afliep naar beneden.

Tinie wilde haar chat zo snel mogelijk afsluiten maar haar gesprekspartner maakte het haar haast onmogelijk om zich er snel van af te maken. Steeds maar weer was er een nieuwe vraag gerezen en steeds ook voelde zij zich haast verplicht om er op te antwoorden. Het was al 17.20 uur toen ze er eindelijk in slaagde de chat te beëindigen. Toen ze beneden kwam had Jem zijn jas al over zijn tas, die bij de kapstop in de hal stond, gelegd. Een duidelijk teken dat hij klaar was om de kerstdagen door te brengen bij zijn oom in Maastricht. Tinie moest werken. Eén keer in de vier à vijf jaar was zij aan de beurt om met de kerst haar diensten te draaien in het ziekenhuis aldaar. En dit jaar was zij de klos. Niemand vond het leuk om op dat soort dagen te werken maar ja … de patiënten die er waren moesten wel verzorgd worden. Jem had ook naar zijn vader – van wie zij meer dan dertien jaar geleden gescheiden was – gekund maar daar had hij geen moment over hoeven nadenken. ‘Geen haar op mijn hoofd die daar aan denkt! Ik ben niet gek!’ Had hij haar te verstaan gegeven. Toen hij klein was had hij er nooit een probleem van gemaakt om eenmaal per maand een weekend – de frequentie die zij en haar ex hadden afgesproken bij hun scheiding – naar zijn vader te gaan. Meer had Andrew ook niet gewild. Hij had het te druk. Te druk met zijn leven, zijn werk en … Laat maar, zo dacht ze. Jem had zich neergelegd bij die regeling. De zin van haar zoon om naar zijn vader te gaan, verliep grillig. Af en toe waren er momenten geweest dat hij absoluut niet wilde en ze zich haast geen raad wist. Ze had haast het idee gekregen dat ze een ontaarde moeder was die haar kind dumpte bij haar ex. Toen had ze het met haar voormalig echtgenoot bespreekbaar gemaakt maar ze was van een koude kermis thuis gekomen. Volgens hem – en hij kon het weten tenslotte want hij was psycholoog, zo had hij haar te verstaan gegeven – was het niets anders dan puberaal gedrag. Dat Jem toen zij om advies vroeg nog maar tien was en nog niet in die fase zat, deed er volgens hem helemaal niet toe. Zij liet het erbij. Met die man was gewoon niet te praten. De manier waarop hij gepraat had, was nog precies hetzelfde als altijd. Hij wist altijd hoe het moest, altijd had hij gelijk, altijd … Ze glimlachte. Ze was blij dat ze van hem gescheiden was. Sinds anderhalf jaar ging het weer beter gelukkig en dat had er alles mee te maken dat zijn vader een nieuwe vriendin had. Een vriendin die ook goed met Jem leek te kunnen opschieten. “Kom, jongen, we gaan!”

“Zooo, eindelijk klaar? Met wie heb jij wel niet zolang zitten chatten?”

“Dat gaat jou helemaal niets aan!” kwam het er iets kribbiger uit dan ze bedoeld had. “Sorry. Zo bedoelde ik het niet.”

“Oké. Excuses aanvaard en ik zal er niet meer naar vragen.”

“Sorry, Jem, ik … nou ja … ”

“Je had het gewoon leuk, met wie dan ook, en verloor de tijd uit het oog. Zullen we het daarop houden?”

Ze kon niet anders dan glimlachen. Jem hield niet van ruzie en ook niet van woorden. Hij probeerde altijd alles zo snel mogelijk uit te praten en weer goed te krijgen. Een karaktertrek van haar vader, zo wist ze. Jem had meer van haar vader meegekregen. De lichtblonde haren die altijd alle kanten op stonden. De grijsblauwe ogen, de grootte van de neus, de vorm van kin en mond en … nou ja … als ze naar jeugdfoto’s van haar vader keek dan zag ze gewoon Jem. Even moest ze iets wegslikken. Ze waren tenslotte ook veel te vroeg overleden.

“Alles goed, ma?”

“Ja.”

“Kerst is niet altijd leuk, hè?”

En ook dat had hij van zijn opa die overleden was toen Jem acht jaar was. Hij kon haar doorzien. Wist precies wanneer ze het moeilijk had of volschoot. “Dat ligt niet aan Kerst. Herinneringen gingen even met me op de loop. Maar nu gaan we echt weg!”

“Ik was al tijden klaar hoor,” zei Jem met een brede glimlach terwijl hij opstond van de bank. “Trouwens die kerstboom die jij gekocht hebt … hij ligt in de auto maar een groot deel van zijn naalden niet.”

“Echt?”

“Ja. Toen ik hem beetpakte vielen er al heel veel op de grond en dat werd er niet beter toen ik hem achterin moest leggen.”

“En de verkoper had nog wel zo gezegd dat het een goede boom was,” klonk het mopperig.

“Hoeveel heb je ervoor betaald?”

Ze noemde het bedrag en kreeg als opmerking terug dat ze er veel te veel voor had neergelegd. “Weet je wat? Volgend jaar kies jij er maar een uit!”

“Afgesproken. Dan ga ik gewoon naar de vader van Mathieu. Die kweekt die dingen en heeft er echt verstand van.”

Ja, zo moest Tinie erkennen, dat had ze beter kunnen doen. Nu maar niet meer aan denken. Snel in de auto en wegwezen. Ze stapten in en ze reed de auto van de oprit af de weg op.

“Ik moest je eraan herinneren of je het vlees meegenomen had,” merkte Jem op.

“Shit! Shit!” Tinie trapte op de rem, verplaatste haar rechterhand van het stuur naar de versnellingspook om de auto in de achteruit zetten toen ze Jems hand op die van haar voelde.

“Niet nodig, ma. Ligt ook keurig achterin in de koelbox.”

“Rotjoch! Mij eerst een hartverzakking bezorgen!”

“Rustig nou maar, ma, het is bijna Kerst. Vrede op aarde en dat soort dingen.”

Tinie trapte het gaspedaal in en reed weg. Ondanks dat ze laat was, verloor ze toch de voorzichtigheid niet uit het oog. Ze was een goed chauffeur. Opmerkzaam en alert. “Trouwens,” vroeg ze nadat ze eerst een tijdje zwijgend naast elkaar zitten hadden gereden, “waarom wilde je nou per se niet naar je vader toe?”

“Privé-redenen.” Daar wilde Jem het graag bij laten maar een weegevoel was ineens merkbaar in zijn maag. Hij wilde het er gewoon niet over hebben. Hij wilde er, ondanks dat zijn moeder moest werken, een leuke Kerst van maken.

Het korte antwoord dat ze kreeg vond Tinie te gemakkelijk. Bovendien kende ze haar zoon zo niet. Hij was in de regel, en uitzonderingen bevestigen die regel, altijd heel erg open en dus was ze ook niet van plan het daar bij te laten. “Oh. En daar wil je dus niet over praten?”

“Het woord zegt het al.” Jem verviel weer in stilte. Rot dat ze nou net daarover moest beginnen.

“Weet je zeker dat je het niet bespreekbaar wilt maken?” Probeerde Tinie nog een keer.

“Ja.”

“Maar zo ken ik je niet, Jem. We hebben altijd alles heel goed met elkaar kunnen bespreken en nu ineens niet?”

SHIT! Waarom ging ze nou verder? Waarom liet ze het onderwerp niet gewoon rusten? Hij gooide het over een andere boeg in de hoop dat ze het dan wel zou laten liggen. “Als jij zegt dat ik er niets mee te maken heb met wie jij zo lang chat, dan vraag ik toch ook niet aan?”

“Nee. Daarin heb je gelijk.”

“En dan verwijt je mij dat ik niet open ben?” Stomme reactie, realiseerde hij zich meteen. Waarom had hij nou niet gewoon zijn kop gehouden!

“Als ik daarover open ben, ben jij het dan ook? Is dat een deal die we kunnen sluiten?”

Zie je, daar had je het gedonder in de glazen al. Wat moest hij nou? “Ik weet het niet.”

“Maakt me ook niet uit. Sinds een tijdje, je kunt zelf wel nagaan hoelang want jij hebt tenslotte dat chatprogramma voor mij op de computer gezet, heb ik kennis aan een leuke man e… ”

“Echt?”

“Ja.” Ze keek even naar rechts om te zien of ze iets op het gezicht van haar zoon kon ontwaren maar dat lukte niet. “Vind je het erg?”

“Erg? Hoe kom je daar nou bij?”

“Nou ja… zou toch kunnen?”

“Echt niet! Ik ben allang blij dat je die klootza… ” Hij maakte het woord niet af. Hij moest zijn klep houden.

“Wat wilde je nou precies zeggen, Jem.”

“Nee. Laat maar.”

“Alsjeblieft, jongen, ik weet gewoon dat er iets niet goed is. Praat er alsjeblieft met me over. het hoeft niet nu in de auto, een beetje onhandig misschien, maar zullen we er later over praten?”

Het rottige gevoel in zijn maag begon zich te verhevigen. Hij hield er niet van om geheimen voor haar te hebben. Ze had helemaal gelijk. Altijd was hij open en zo tegenover haar geweest maar nu … nu kon hij dat even niet. En dat deed pijn. Hij kreeg er pijn in zijn maag van. Al tijden liep hij met dingen rond die hij het liefst met haar wilde bespreken maar … hij wist ook … verdomme! “Stop de auto!”

Tinie reageerde meteen op de roep van Jem, remde en reed de auto door de berm op het fietspad waar geen fietsers waren. Ze zag hoe haar zoon meteen uit de wagen sprong en naar de sloot rende. Zij hem achterna. Toen ze bij hem kwam, zat hij op zijn knieën in het, van de druilerige regen, natte gras en gaf hij over. Ze ging op haar hurken naast hem zitten en legde een arm om zijn schouders heen. “Gooi het er allemaal maar uit, Jem. Dat kan verlichting brengen.”

“Het spijt me, ma,” zei de jongen met een hese stem.

“Ik vind het ontzettend rot, jongen, dat je met iets rond lijkt te lopen dat je echt ziek maakt en dat ik dat niet eerder heb opgemerkt.”

“Mijn schuld … ik … ik had er eerder over moeten praten met je.”

“Is het nu het geschikte moment?”

Jem voelde de motregen op hem neervallen en vond het niet erg. Het was verfrissend, zo had hij het idee. “Ik weet waarom jullie gescheiden zijn.”

“Oh. Heeft Jacob het je verteld?” Het was haar eerste ingeving.

“Nee. Hij heeft het me alleen maar bevestigd nadat ik hem verteld had wat ik toen al wist.”

“En hoe wist je het?”

“Ik heb het gezien, ma!” klonk het fel.

Even was ze van slag. Hoe kon hij nou gezien heb…

“Vier weken geleden logeerde ik bij het weekend bij Mathieu. En toen wij op maandagochtend uit huis kwamen, zag ik hem bij de buren op de stoep staan. Hij was heel intiem aan het zoenen met de buurvrouw van Mathieu.”

“Oh.”

“Hij bedriegt Elisia, ma! En … toen kreeg ik het vermoeden dat hij jou ook bedrogen heeft.”

“Maar waarom heb je het mij niet verteld?” Ze haalde een hand door het inmiddels kletsnatte haar van haar zoon.

Jem zuchtte diep. “Omdat … je nog van hem houdt natuurlijk!” Hij keek haar aan en toen er geen reactie kwam vroeg hij: “Dat is toch zo?”

“Nee. Dat klopt niet. Ik houd niet van hem, Jem. Erewoord,” voegde ze eraan toe toen ze begreep dat haar zoon aan haar uitspraak twijfelde. “Na onze eerste kennismaking was ik meteen verliefd op hem en ook tijdens de jaren ons huwelijk. Ja. Toen hield ik van hem. Maar toen ik hem aantrof met een andere vrouw in ons bed, toen was het meteen over. Was ik niet meer verliefd op hem. Kon ik dat niet meer. Ik … ik heb nooit geweten dat hij vreemdging. En … dat is stom van me geweest. Er waren signalen maar … vanwege mijn verliefdheid heb ik die genegeerd. Gewoon stom van me. Verliefdheid maakt ons niet altijd even slim.”

“Echt?” Het voelde als een enorme opluchting. “Echt?” vroeg hij nogmaals.

“Ja. Echt.”

“Maar waarom heb je het mij nooit verteld dat hij je bedroog. Ik heb er vaak genoeg naar gevraagd en … en altijd gaf je zo’n stom antwoord als ‘we pasten niet meer bij elkaar’ of zoiets. En daar begreep ik niets van en … daarom … nou ja … ”

“Ik begrijp het nu, Jem, en het spijt me dat ik niet eerlijk geweest ben tegenover jou toen jij die vragen stelde maar … ik weet ook hoe je bent. Als ik je had verteld dat hij me in het verleden had bedrogen, en je daarbij had uitgelegd wat dat betekende en hoe dat voor mij voelde, dan was je hem te lijf gegaan. Had je, hoe klein je ook was, een poging gedaan hem in elkaar te slaan. En dan … hoe had ik het dan voor elkaar gekregen dat jij weer naar hem toe zou gaan? Die afspraak, die gemaakte deal over het bezoeken, was onderdeel van onze scheiding.”

“Stomme afspraken! Kinderen kunnen daar de dupe van zijn, weet je!” Jem voelde zich nog steeds heel fel van binnen maar hij wist ook dat ze gelijk had. Zo zou hij hebben gereageerd. Iemand bedriegen, iemand bewust voorliegen, dat mocht niet. Emoties vochten in hem om voorrang. Hij was blij dat hij het geheim aan haar had opgebiecht. Ook blij dat zijn moeder niet meer verliefd was op die klootzak die zijn vader was. Blij dat ze iemand anders had ontmoet maar er was ook nog dat andere. Dat andere dat hij haar ook nog moest vertellen.

“Hij en ik hebben het heel fijn samen, Jem.”

De jongen merkte de tegenwoordige tijd op waarin ze sprak en wist dat zij het niet over zijn vader had. “Dat is heel mooi, ma.”

“Ja. Maar ik weet gewoon dat je me nog niet alles hebt verteld. Er is nog meer nietwaar?”

“Ja.” Het kwam er resoluut uit omdat hij het niet langer wilde verbergen. “Maar laten we naar oom Jacob rijden want anders loopt alles in de soep.”

“Mee eens. Maar we praten daar straks verder, jij en ik.”

“Je moet werken, ma.”

“Nee. Dat doe ik niet. Jij bent belangrijker, Jem, en daarom bel ik nu eerst een collega op maar dat doe ik wel in de auto.” Ze trok Jem overeind en beiden liepen ze terug naar de wagen. Ze gaf Jem de fles met water en zei dat hij zijn mond moest gaan spoelen. Toen hij dat had gedaan en het water had uitgespuugd reikte ze hem tissues aan. Daarna stapten ze in en belde zij een college die ze heel goed kende en waarvan ze wist dat die haar dienst zondermeer zou overnemen omdat dat andersom ook het geval zou zijn.

“Dan toch kerst met elkaar,” zei Jem toen ze haar telefoon in haar tas stopte.

“Ja. Maar wel een bijzondere, zo heb ik het idee.”