14 maart 2021

Dubbelleven – 14 Verzwegen verleden

Ondanks dat de interstates goed begaanbaar waren, was het verkeer door de hevige sneeuwval niet vooruit te branden. Uiteindelijk reden we pas laat in de middag Syracuse binnen en dat terwijl we toch al rond een uur of twaalf vertrokken waren.

“Ik hoop maar dat meneer McGee nog op de zaak is,” sprak Sjors zijn bezorgdheid uit. “Als we hem niet meer te pakken krijgen, wordt het niks meer.”
Ons vliegtuig vertrok morgen om half vier ‘s middags. Bij deze weersomstandigheden betekende dat dat we uiterlijk half elf uit Syracuse moesten vertrekken, wilden we zeker weten dat we ons vliegtuig niet zouden missen. Morgenochtend was er dus echt geen tijd meer om meneer McGee nog te spreken. Stiekem hoopte ik dat hij niet meer aanwezig zou zijn. Dan bleven vermoedens alleen maar vermoedens en dat was een stuk makkelijker te hanteren. Dan kon ik mezelf tenminste nog wijsmaken dat het alleen maar in mijn hoofd zat…

“We zullen het zo weten, reageerde ik enigszins nerveus.”
Ik maakte me ongerust. Nog niet eens over wat meneer McGee zou vertellen maar veel meer over hoe Sjors erop zou reageren. Ik was voorbereid. Hem zou het koud op zijn dak vallen als inderdaad zou blijken dat meneer McGee informatie had die mijn vermoeden bevestigde. Moest ik Sjors dan toch niet eerst vertellen wat ik dacht? Maar wat als meneer McGee niks relevants had te melden? Dan had ik helemaal voor niks slapende honden wakker gemaakt. De buikpijn van vanochtend kwam opnieuw op…

En er was nog iets waar ik me zorgen over maakte. Meneer McGee kende mijn moeder blijkbaar. Wat nou als hij haar zou laten weten dat Sjors en ik op zoek waren naar Sjors’ biologische moeder? Mijn opa hadden we niks verteld over wie ik was. Maar meneer McGee wist dat ik zijn kleinzoon was… Misschien maakte ik me daar nog wel de meeste zorgen over. Dat mijn moeder er lucht van zou krijgen. Want dan was er echt geen weg meer terug. Buiten het feit dat ik het verschrikkelijk voor mijn moeder vond dat haar geheim, dat ze zo zorgvuldig meer dan veertig jaar bewaard had, uit zou komen, wist ik honderd procent zeker dat ons huwelijk dan geen enkele kans meer had. Mijn ouders zouden alles in het werk stellen om ons uit elkaar te krijgen. Broers die met elkaar getrouwd waren… Dat kon echt niet. Sterker nog, volgens mij was dat zelfs strafbaar. Hoewel… We hadden het natuurlijk niet bewust gedaan. Dan kon niemand het ons toch kwalijk nemen?

Zolang alleen Sjors en ik het wisten, was er misschien nog een klein kansje. Tuurlijk, Sjors zou er kapot van zijn. Als ik er aan dacht wat het met hem zou doen… Dat mijn opa zijn vader was, was nog tot daaraan toe. Maar dat mijn moeder ook zijn moeder was… En dan was hij ook nog eens met mij getrouwd… Ik rilde. Wat een puinhoop…

Toen ik hem had verteld dat ik vermoedde dat mijn opa zijn vader was, had hij gezegd dat het hem geen biet uitmaakte. Dat hij mij niet kwijt wilde. Dus besloten we niemand iets te vertellen. Zou hij daar, als hij zou weten wie zijn moeder was en als hij zou weten wat ik van hem was, nog steeds zo over denken? Uit m’n ooghoeken gluurde ik naar hem. Ik hoopte het zo…

“Sjors?”
Hij draaide z’n hoofd naar me toe.
“Volgens mij kunnen we meneer McGee beter niet laten merken dat we denken dat mijn opa jouw vader is.”
Hij dacht even na.
“Je bedoelt, omdat hij je moeder kent?”
Ik knikte.
“Die man weet wie ik ben schat. Als hij op de één of andere manier nog contact met haar heeft en haar laat weten dat we op zoek zijn naar jouw biologische moeder, zijn de rapen gaar. Vooral als hij dat in verband brengt met mijn opa.”

We hadden mijn ouders nooit verteld dat Sjors geadopteerd was. In het begin nog niet eens bewust. We zagen mijn ouders gewoon niet zo vaak. En als we ze zagen, dan spraken we nooit over persoonlijke dingen. Zo was de verstandhouding met mijn ouders nou eenmaal… Nadat het spoor bij zuster Bernadette dood leek te lopen, waren we niet meer zo met die adoptie bezig geweest. Totdat het telefoontje kwam waarin ons verteld werd dat Vera op zoek was naar haar kind. Vanaf dat moment was ineens mijn opa in beeld en hadden we besloten om alles wat we wisten en alles wat we nog zouden ontdekken voor onszelf te houden. Achteraf gezien maar goed ook. Als mijn moeder had geweten dat Sjors geadopteerd was, had ze beslist geweten dat hij haar zoon was. Daarvoor was de gelijkenis met haar vader te sterk.

“Ok,” reageerde hij. “Dan hebben we het alleen over jouw opa’s muziek.”
Ik knikte opgelucht. Blij dat ik op de één of andere manier een beetje grip op het aankomende gesprek leek te hebben. Mijn opa’s muziek was een veilig onderwerp. Iets waar we alle twee oprecht interesse in konden tonen. Hoewel… Eerlijk gezegd was mijn interesse door alle vermoedens die ik had, behoorlijk afgenomen. Maar goed…

Sjors parkeerde op één van de bezoekersparkeerplaatsen voor het opgegeven adres. Allebei waren we nerveus. Ik omdat ik bang was dat meneer McGee iets zou vertellen waardoor mijn vermoeden bevestigd werd. Sjors waarschijnlijk omdat hij hoopte dat meneer McGee iets zou zeggen waarmee we verder konden.

Terwijl we in de hal zaten te wachten, kwam een man van rond de zestig op ons af lopen. Dat moest meneer McGee zijn.
“Wie van jullie is Bas?”
Duidelijk verbaasd keek hij van Sjors naar mij en weer terug. Ik zag hem denken…
“Ik ben Bas,” stelde ik mezelf voor.
“En dit is Sjors,” introduceerde ik mijn man. “Mijn beste vriend,” voegde ik eraan toe.
Nog net op tijd slikte ik ‘mijn man’ in. Als deze man iets wist, was het niet slim hem te vertellen dat Sjors en ik getrouwd waren. Oppassen dus… Goed nadenken voor ik iets zei… Ik wisselde een korte blik van verstandhouding met Sjors. Hij knikte bijna onmerkbaar. Hij had het begrepen…
“Kom binnen jongens. Leuk jullie te ontmoeten,” nodigde meneer McGee ons in zijn kantoor uit.

Zijn secretaresse volgde ons op de voet.
“Zou je ons van koffie kunnen voorzien?” vroeg meneer McGee haar. “Verder heb ik je bij dit gesprek niet nodig,” maakte hij haar duidelijk dat haar aanwezigheid niet op prijs werd gesteld.

“Ga zitten jongens,” richtte hij zich weer tot ons.
Niet helemaal op ons gemak namen we plaats.
“Wat leuk om jou eens te ontmoeten Bas,” begon hij enthousiast. “Ik kan wel zien dat jij een kleinzoon van Hein bent.”
Opnieuw keek hij naar Sjors. Hij nam hem even goed in zich op.
“Ben jij ook familie van hem?” vroeg hij ineens.
Ik verschoot van kleur. Sjors bleef heel kalm.
“Nee hoor,” reageerde hij alsof er niks aan de hand was. “Bas en ik zijn gewoon al jarenlang hele goeie vrienden. Geen familie… Tenminste… Niet voor zover ons bekend,” antwoordde hij lachend.
Ik schrok. Link antwoord. Als deze man iets zou weten…
“Opmerkelijk,” mompelde meneer McGee. “Ik zou zweren dat jij op de één of andere manier ook van Hein afstamt… Maar goed, dat kan ook eigenlijk niet. Hein heeft maar één dochter en die heeft voor zover ik weet maar één zoon…”

Opgelucht haalde ik adem… Blijkbaar wist hij niks. Maar hij bevestigde wel ons vermoeden… Hij herkende mijn opa in Sjors! Zou mijn moeder dat ook altijd gehad hebben? Was dat misschien de reden dat mijn moeder zo afwijzend tegenover onze relatie stond? Deed Sjors haar teveel aan wat er vroeger gebeurd was denken? Dat zou best eens kunnen… Als zij niet in de veronderstelling zou zijn dat Sjors’ ouders zijn echte ouders waren, had ze hem vast herkend…

Plotseling drong tot me door dat meneer McGee iets gezegd had dat ik m’n opa ook had horen zeggen. Iets wat niet klopte. Toen was het me niet meteen opgevallen hoewel ik achteraf wel het gevoel had gehad dat er iets vreemds was geweest aan wat mijn opa had gezegd… Nu wist ik het ineens.
“U zei net dat mijn moeder één zoon heeft. Dat klopt niet hoor. Ze heeft twee zonen en één dochter,” merkte ik op.
“Oh? Ja, dat zou best kunnen. De laatste keer dat ik contact met haar heb gehad, was jij nog maar pas geboren. En daarna is het contact steeds meer verwaterd. Op het laatst stuurden we elkaar alleen nog maar een verjaardagskaartje…” legde hij uit.
Zo zat dat dus… Eigenlijk bevestigde dit alleen maar wat ik al een tijdje dacht. Mijn moeder verzweeg dingen over haar verleden. Sterker nog, ze loog er gewoon over. Daar moest ze een hele goeie reden voor hebben want anders zou ze dat nooit doen…
“Ach ja, ze had het natuurlijk druk met haar gezin,” ging meneer McGee verder. “Dus ze heeft na jou nog twee kinderen gekregen,” mijmerde hij.
Ik knikte.

Terwijl ik angstvallig m’n best deed om vooral geen vragen te stellen waaruit meneer McGee of Sjors zou kunnen afleiden dat mijn moeder ook Sjors’ moeder was, bemoeide Sjors zich ineens met het gesprek.

“Waar kende u Bas’ moeder eigenlijk van?” vroeg hij nieuwsgierig. “Ik dacht altijd dat ze, sinds haar vader naar Amerika geëmigreerd was, geen contact meer met hem had gehad…”
Ik schrok me wezenloos. Dit was precies de vraag die ik zelf liever niet wilde stellen…
“Heeft je moeder je daar nooit iets over verteld?” richtte meneer McGee zich verbaasd tot mij.
Ik schudde m’n hoofd.
“Raar. We waren toch best goed bevriend. Ze kwam elk jaar bij haar vader en zijn vrouw op vakantie. Wij woonden naast hun. Je moeder en ik zijn zo’n beetje van dezelfde leeftijd en konden het goed met elkaar vinden. Dus trokken we veel met elkaar op. Na het overlijden van je opa’s vrouw, is je moeder nog één keer geweest en daarna heb ik haar nooit meer gezien. Jammer…”

Oh shit! Wat deze man vertelde, maakte het absoluut mogelijk dat mijn moeder inderdaad ook de moeder van mijn man was! Nou wilde ik het weten ook.
“Hoe oud waren mijn moeder en u toen u elkaar voor het laatst heeft gezien?” vroeg ik nieuwsgierig.
Mijn hart bonkte in m’n keel. Gespannen wachtte ik zijn antwoord af.
“Laat me eens even denken… Het was in het laatste jaar van de highschool. Dan moeten we dus een jaar of zeventien zijn geweest…”

Razendsnel maakte ik een rekensommetje. Stel dat mijn moeder op haar zeventiende zwanger was geraakt van haar vader. Dan was ze op haar achttiende bevallen. En Sjors was nu éénenveertig… Het zweet brak me uit toen tot me doordrong wat dit betekende. Ik hapte naar adem…