4 februari 2021

Weekendje Wadden – 15

Lea probeert zich groot te houden maar de tranen staan haar opnieuw in de ogen.
“Oh Lea…”, brengt Marieke met moeite uit. Ze staat op, trekt haar buurvrouw overeind en slaat haar armen om haar heen.
Voor het eerst sinds het gebeurd is, laat Lea zich gaan. Tranen stromen over haar wangen. Ze trilt over haar hele lichaam.
“Weet je waarom?” vraagt Marieke zachtjes terwijl ze Lea over haar rug strijkt.
Lea schudt haar hoofd. “Hij wil niks zeggen…”
Marieke houdt haar een tijdje alleen maar tegen zich aan. Langzamerhand kalmeert ze weer een beetje.
“Kom, ga zitten, meid. Pak ik even nieuwe koffie voor ons.” Marieke duwt haar voorzichtig van zich af. “Vertel me eerst maar eens wat er nou precies gebeurd is.”
Terwijl Lea gaat zitten, schenkt Marieke koffie in. Lea kijkt strak voor zich uit, ze zegt niks.
“Wanneer is het gebeurd?”, probeert Marieke haar aan het praten te krijgen.
“Donderdagavond”, zegt ze zachtjes. “Hij zou vrijdag thuiskomen, Maar donderdagavond ging ineens de telefoon. Het ziekenhuis…”
Ze kijkt Marieke aan. “Ik was zo ongerust, Marieke. Zo bang dat hij…,” ze slikt een keer, “dat hij het niet zou halen…” Ze zucht diep.
“Hé! Hij leeft nog, hoor.” Marieke pakt opnieuw haar handen vast en knijpt er even bemoedigend in.

Met horten en stoten vertelt Lea het hele verhaal. Na het telefoontje van het ziekenhuis zijn ze er meteen naartoe gegaan. Ze waren nog met hem bezig. Hij had een slagader en twee pezen in zijn pols doorgesneden. De dokters wilden hem daar houden, stonden erop dat hij een gesprek zou hebben met een psychiater. Alfons vond dat onzin, problemen losten ze zelf wel op. Eddy zelf zei alleen maar dat hij dronken was, dat hij zich niks kon herinneren.
Zaterdag mochten ze hem eindelijk mee naar huis nemen. Alfons bleef maar aandringen dat Eddy hem alles kon vertellen. En Eddy bleef maar herhalen dat hij zich niks herinnerde. Verder zei hij niks, sliep hij alleen maar. Hij vroeg naar Diede, dus hadden ze hem gebeld. En Diede had hem meegenomen, dacht dat hij hem misschien kon helpen.

“Lea toch,” leeft Marieke mee. Ze heeft haar buurvrouw, zonder haar te onderbreken, laten praten. Zachtjes strijkt ze met haar duimen over Lea’s handen. “En nu?”
Lea haalt haar schouders op. “Afwachten… Hopelijk krijgt Diede wat uit hem.” Vertwijfeld kijkt ze Marieke aan. “Zoiets doe je toch niet gewoon omdat je dronken bent?”
Haar ogen staan wijdopen. Angstig, in paniek. Marieke kan het zich goed voorstellen. Ze schudt haar hoofd.
“Toch snap ik het niet”, begint ze voorzichtig. “Ik dacht altijd dat Eddy niet dronk?”
“Dat bedoel ik dus… Eddy drinkt nooit. Daarom maak ik me zo’n zorgen”, reageert Lea. “Hij is veranderd, Marieke”, zucht ze.
Vragend kijkt Marieke haar aan.
“Verkeerde vrienden”, verklaart Lea.
Nu kijkt Marieke nog verbaasder. “Verkeerde vrienden? Hoe kan je dat nou zeggen? Je kent Eddy’s vrienden toch?”
“Nieuwe vrienden, bedoel ik. Eigenlijk eentje maar… Die jongen heeft een slechte invloed op hem. Dat zie je nou wel… Alfons zei het meteen al”, voegt ze eraan toe.

***

“Hoi Eddy”, begroette zijn moeder hem toen hij de kamer binnenstapte. Ze zat naast zijn vader op de bank ‘Hart van Nederland’ te kijken.
“Hoi Mam”, reageerde Eddy opgelucht. Hij glimlachte, niks aan de hand.
Beau deed zijn ogen open en keek hem slaperig aan. Eddy aaide Cindy, die vrolijk tegen zijn benen opsprong, over haar kop.
“Dag jongen”, zei zijn vader zonder op te kijken. “Hebben jullie het leuk gehad?”
“Hartstikke”, lachte Eddy, blij omdat hij tenminste een eerlijk antwoord kon geven. “Ik gooi even m’n zwembroek en handdoek in de wasmachine, goed?”
Zonder zijn moeder’s antwoord af te wachten, liep hij naar boven. Vlug stopte hij zijn droge zwemspullen in de wasmachine en zette hem aan. Zo, nu kon ze in ieder geval niet ontdekken dat hij niet had gezwommen.
Weer beneden schonk hij een glas cola in en ging bij zijn ouders zitten.
“Zondag ga ik weer naar Ton”, zei hij zo nonchalant mogelijk. Gespannen hield hij zijn adem in. Zou zijn vader het goed vinden?
“Je mag hem ook wel eens hier vragen, hoor”, reageerde zijn moeder zonder haar ogen van de TV af te wenden.
Eddy schrok. “Nee,” zei hij snel, “hier is niks te doen, de stad is leuker.” Hij hoopte maar dat ze het zouden slikken.
Zijn moeder keek even op en knikte. Zijn vader zei niks, hij bleef strak naar de TV kijken.
Gerustgesteld door het totale gebrek aan belangstelling, liet Eddy zich achterover in de bank zakken. Met nietsziende ogen staarde hij naar de TV, waar Piet Paulusma net zijn weerpraatje afsloot met het welbekende ‘Oant moarn’.

Eddy’s gedachten dwaalden terug naar de middag. Remco’s armen om zich heen, zijn lippen op zijn mond, zo zacht en warm… Er gleed een dromerig lachje over zijn gezicht toen hij hem in gedachten weer tegen zich aan voelde. Wat was dat fijn geweest! Hij zuchtte. Kon dat maar hier… Maar ja, dat kon hij wel vergeten. Hij kende zijn vader’s standpunt, hij had het zo vaak gehoord toen zijn broer nog thuis woonde. ‘Zolang jij onder mijn dak woont, doe je wat ik zeg’, had zijn vader Diede, elke keer als hij te laat thuiskwam of als er problemen op school waren, voor de voeten geworpen.
Zijn vader was duidelijk geweest, afgelopen zondag. Hij vond Remco geen geschikte vriend voor hem en wilde niet dat ze met elkaar omgingen. Daar had hij zich maar naar te schikken. Tenminste, als hij geen gedonder wilde.

Uit zijn ooghoeken gluurde hij naar zijn vader. Vertrouwde hij Remco nou niet omdat hij het raar vond dat hij bereid was meer dan honderd kilometer te rijden om hem te zien? Of zou hij door hebben dat er meer was tussen Remco en hem?
Eddy wist hoe zijn vader over homo’s dacht. Hij stak dat niet onder stoelen of banken. Tegennatuurlijk vond hij het, smerig en respectloos tegenover hun ouders en familie. Volgens zijn vader waren homo’s alleen maar uit op aandacht, wilden ze provoceren, mensen shockeren.
Nee, Remco’s moeder kom wel zeggen dat het mee zou vallen als zijn vader zou weten dat hij homo was, Eddy wist wel beter… Zijn vader zou glashard beweren dat hij het zich inbeeldde. Hij zou hem voorhouden dat hij hem zo niet opgevoed had en dat hij dus geen homo kon zijn. In zijn vader’s ogen was het beslist Remco’s invloed die hem homo had gemaakt. Hij zou er vast en zeker alles aan doen om te voorkomen dat ze elkaar zouden zien. Huisarrest, strenge controle, nabellen waar hij was, geen geld meer mee krijgen… Hij moest er niet aan denken!

Waarom zou hij problemen opzoeken en de confrontatie aangaan? Hij wist dat hij het nooit zou winnen. Dat had hij bij Diede zo vaak gezien, daar had hij echt geen zin in. Onwillekeurig rilde Eddy. Hij zag weer de woede in zijn vaders ogen, al die keren dat Diede de strijd met hem aan was gegaan. Machteloze woede, want Diede werd er alleen maar recalcitranter van en dus werd zijn vader steeds kwader. Eddy moest er niet aan denken dat zijn vader zo tegen hem tekeer zou gaan! Nee, dan deed hij om de lieve vrede, liever wat water bij de wijn.
Nog maar een paar weken, dan ging hij op kamers. Dan woonde hij niet meer onder zijn vaders dak. Dan zou hij vrij zijn om te doen en laten wat hij wilde. Even geduld nog… Hij glimlachte. Nog maar een paar weken, dan zou Remco zonder problemen bij hem kunnen komen. Dan zou hij zelfs bij hem kunnen blijven slapen…

Onmiddellijk reageerde zijn lichaam. Hij voelde het bloed naar zijn kruis stromen. Onbewust kreunde hij even. Prompt keek zijn moeder hem onderzoekend aan.
“Waar zit jij met je gedachten?”, vroeg ze met een veelbetekenend lachje rond haar mond.
Eddy verschoot van kleur. Shit, hij moest beter oppassen! Straks begon ze weer te vissen of hij een vriendinnetje had en daar had hij echt geen zin in.
“Oh, niks”, mompelde hij snel.
Zijn hart bonkte in zijn keel. Normaal doen, wat dat ook mocht zijn. Raar, hij had er nog nooit bij stijl gestaan hoe hij zich gedroeg. Als vanzelfsprekend hield hij zich altijd een beetje op de achtergrond. Geen problemen creëren, geen Diede taferelen. Waarom leek dat ineens zo moeilijk?
“Ik ga naar boven. Nog even gamen en dan ga ik pitten.” Met die woorden vluchtte hij de kamer uit. Weg van zijn ouders, weg van de dreiging zichzelf te verraden…

Eenmaal boven startte hij zijn PC op. Nog even een spelletje en dan slapen. Dromen van Remco, van zijn lieve ogen, van al die grappige sproeten en die leuke kuiltjes in zijn wangen. Hij glimlachte. Misschien kon hij hem nog wel even bellen, even laten weten dat hij goed thuisgekomen was. Of zou hij al slapen? Het was ondertussen al elf uur geweest en Remco moest morgen werken.
Nee, geen goed plan. Bovendien was zijn beltegoed al bijna op. Misschien kon hij beter een sms’je sturen, dat was niet zo duur. Want nieuw beltegoed vragen, dat zou beslist problemen geven! Dan zou zijn vader willen weten hoe het kon dat het nu al op was. En zelf nieuw beltegoed kopen, daar had hij geen geld voor. Tenminste, niet als hij ook nog naar Remco toe wilde.
Lastig. Remco thuis uitnodigen, kon niet, dus moest hij wel naar hem toe en dat kostte geld. Remco bellen kostte geld. Alles kostte geld… En geld, dat had hij niet. Dat had hij aan zijn broer te danken, de klootzak. Diede had het niet alleen voor zichzelf verpest, maar ook voor hem. Door Diede was hun vader zo wantrouwig geworden. Door hem kreeg hij geen zakgeld en mocht hij geen baantje nemen. En door hem moest hij altijd voor elf uur thuis zijn. Hij vloekte een keer hartgrondig.

Diede was zestien toen hij Merel leerde kennen. Zijn vader moest niks van haar hebben, hij vond het niet goed dat Diede met haar omging. Haar ouders waren gescheiden, ze woonde bij haar moeder en kreeg veel te veel vrijheid. Volgens zijn vader was het haar schuld dat Diede spijbelde en slechte cijfers op school haalde en was het haar schuld dat hij in het weekend dronken thuiskwam. Als hij al thuiskwam…
Zijn vader had hem zijn zakgeld afgenomen zodat hij niet uit kon gaan. En toen Diede een baantje wilde zoeken om zelf geld te verdienen, had hij hem dat verboden omdat hij vond dat hij zijn tijd beter aan school kon besteden. Het had Diede razend gemaakt! Hij vertikte het om naar zijn vader te luisteren. Hij sloop gewoon stiekem het huis uit als hij weer eens huisarrest had, jatte geld uit zijn moeder’s portemonnee en bleef rustig een heel weekend weg.
De maat was vol toen hij twee jaar later zakte voor zijn eindexamen. Allemaal de schuld van Merel. Althans, dat beweerde zijn vader… Hij eiste dat Diede het jaar over zou doen maar Diede wilde niet meer naar school, hij wilde werken. Na een hevige ruzie was hij met een kwaaie kop vertrokken en nooit meer teruggekomen.

Eddy had eigenlijk nooit begrepen waarom zijn broer zo moeilijk deed. Zijn vader had toch alleen maar het beste met hem voor? Wat was er nou zo erg aan om een beetje je best te doen op school?

Hijzelf pakte dat heel anders. Hij had geen zin in altijd ruzie, hij hield zich liever wat op de achtergrond. Zolang het op school goed ging, hij op tijd thuiskwam en zijn vader wist waar hij was en met wie hij omging, had hij redelijk wat vrijheid. Hij had weliswaar, net als Diede, geen zakgeld, maar als hij wat nodig had, kreeg hij het meestal wel. Zijn vader vertrouwde hem ondertussen en hij paste er wel voorop dat vertrouwen niet te beschamen. Want hij wist dondersgoed dat het dan gedaan zou zijn met zijn vrijheid. Dus was hij creatief. Zoals nu, met Remco. Hij glimlachte.

Terwijl Windows opstartte, pakte hij zijn telefoon. ‘Ben je nog wakker?’, typte hij en drukte op verzenden.

***

Remco lag op zijn rug op bed, zijn handen gevouwen onder zijn hoofd. Hij staarde naar het plafond, er lag een glimlach op zijn gezicht. Telkens weer dwaalden zijn gedachten af naar eerder die dag. Eddy op zijn bed… Hier, in zijn kamer, op dit plekje… Een warm gevoel stroomde door zijn lijf.
Zondag kwam hij weer. Wat zouden ze gaan doen? Hij had niet zo’n zin de hele dag hier te blijven. Het was leuk geweest hoor, basketballen met de tweeling en de meiden. Maar hij wilde Eddy nou wel eens een keertje helemaal voor zich alleen. Misschien kon hij zaterdagavond al wel komen…

Twee bliepjes haalden hem uit zijn overpeinzingen. Remco draaide op zijn zij en reikte naar zijn telefoon op het nachtkastje. Hij grijnsde van oor tot oor toen hij Eddy’s berichtje zag. Natuurlijk was hij nog wakker! Hij had gehoopt dat Eddy nog wat van zich zou laten horen. Sterker nog, hij had erop gewacht!
Snel begon hij terug te typen, maar toen bedacht hij zich. Hij wilde hem nog even horen, even kletsen voor hij ging slapen. Dus annuleerde hij zijn berichtje en tikte in plaats daarvan, Eddy’s telefoonnummer aan. Hij liet zich weer op zijn bed vallen en wachtte tot Eddy opnam.

“Hey!”, hoorde hij hem even later zeggen.
“Hey,” lachte Remco, blij Eddy’s stem weer te horen. “Ik lag net aan je te denken toen ik je sms’je kreeg.”
“Lig je al op bed?”
“Hm hm… Ik moet er morgen weer op tijd uit.”
Eddy lachte. “Dat dacht ik al. Ik wilde je bellen maar wist niet zeker of je nog wakker zou zijn.”
“Ik heb op je gewacht, wilde je nog even horen voor ik ging slapen”, antwoordde Remco. “Ik mis je”, voegde hij er zachtjes aan toe.
“Ik jou ook”, fluisterde Eddy met een brok in zijn keel. “Het is maar een paar dagen, dan zien we elkaar weer”, voegde hij er aan toe.
“Ik weet het”, zuchtte Remco.