Je kon een speld horen vallen na de laatste opmerking van Trees. Hugo zat er ontredderd bij. Zijn vader had hem verzekerd dat er verder niets was. En toch … had zijn moeder zo-even gezegd … niet met zoveel woorden, maar … het was duidelijk wat ze bedoelde. Toch?
‘Het spijt me, lieverd, maar je hebt mij gevraagd de waarheid te vertellen en dat doe ik dan ook. Er speelde veel meer tussen Peter en mij. Maar daarvoor moet ik wel terug in de tijd.’
‘Laten we nog wat te eten en drinken nemen,’ stelde Cas voor.
Iedereen ging even staan. Pakte een broodje – Sjeng één van de boterhammen die voor hem gemaakt waren – en schonk iets in, liep daarna een rondje door de kamer. Soms waren er even korte gesprekjes tussen twee of meer, maar grotendeels was er stilte. Beladen stilte.
Toen iedereen zijn plaats weer had ingenomen, ging Trees verder. ‘Mijn ouders overleden toen ik zes was. Mijn vader had een helikoptervlucht voor twee gewonnen met een prijsvraag. Ik wilde heel graag mee, maar dat mocht vanwege veiligheidsredenen niet. Mijn ouders ging dus samen. Ik ging die dag gewoon naar school. Bleef altijd over op school. Kon in die tijd ook al. Maar de meester vroeg of ik met hem mee wilde naar de directeur. Dat betekende meestal niet veel goeds. Dus enigszins geïntimideerd liep ik met hem mee. Naast de directeur was er een vreemde mevrouw. Ik ging zitten en de meester ging weer weg. Er werd mij verteld wat er was gebeurd. Een ongeluk. Mijn ouders dood. De mevrouw zou mij naar de buurvrouw brengen, die tijdelijk op mij zou passen. Er zou gezorgd worden voor een ander thuis voor me. Hoe zoiets voelt? Ik kan het niet meer goed beschrijven. Het is te diep weggestopt.’
Hugo wist ervan. Had het vaker van zijn moeder gehoord, maar toen had het vaak geklonken als een opsomming van feiten. Nu … nu was ze op zoek naar haar gevoel. Was het anders. Hij ging naar haar toe en ging op zijn knieën bij haar zitten.
‘Ik geloof niet in toeval. Ik geloof niet in sturing van bovenaf door de een of andere godheid. Dingen gebeuren. Ook dit met mijn ouders. Is het ergens goed voor geweest? Ik zou het niet weten. Wie weet. Ik houd me vaak voor dat als dit niet was gebeurd, ik jou misschien nooit zou hebben gekregen, lieve jongen.’ Ze haalde haar hand over de extreem korte haren van haar zoon. ‘En dat is een geweldig troostrijke gedachte.’
‘Heel mooi dat je het zo kunt zien, Trees,’ vond Suus.
‘De buurvrouw paste een week op mij. Ze deed haar best, maar was geen kinderen gewend. En toch … stuurde ze me lang daarna nog kaartjes. En ik hield contact met haar. Eerst kwam ik in een kindertehuis. Ik vond het vreselijk daar. Rumoerig vooral. Vechtpartijen waren aan de orde van de dag. Je moest je plaats zien te verwerven. Ik was blij dat ik daar na een jaar weg kon. Werd in een pleeggezin geplaats bij de familie Kremer op een boerderij. Er waren kippen, schapen, paarden, koeien en duiven. Ze hadden zelf een paar kinderen en daarnaast veel pleegkinderen. Die eigen kinderen hadden altijd het idee dat ze meer waren dan de anderen. De ouders lieten dat zelf absoluut niet merken. Voor hen was iedereen gelijk. Een mooie instelling. Ik was de jongste toen ik daar kwam. De oudste was bijna 21. Die vertrok snel na zijn verjaardag, want op die leeftijd was je meerderjarig. Ik ging naar de school in het dorp dichtbij. Merkte dat ik op de eerste dag al een etiket had gekregen. Ik was er één van de Kremershoeve. En die stonden niet goed bekend. Ik had oudere pleegbroers en die … die haalden wel eens wat uit. Maar … zodra er ook maar iets aan de hand was, dan werd er eerst gekeken naar “die van de Kremershoeve”.
Cas keek even weg. Even had hij het moeilijk.
‘Ik had weinig zelfvertrouwen. Weet niet precies waaraan dat heeft gelegen. Zat er misschien gewoon niet in. De basisschool was moeilijk voor me. Ging met een lage CITO-score nar het voortgezet onderwijs, maar in de brugklas bleek dat er meer in zat dan eerst werd gedacht. Na dat eerste jaar ging ik naar de havo. Ik zat op school, en vanaf het tweede jaar ook in de klas, bij Peter en Cas. Ik voelde me aangetrokken tot Peter, omdat hij wel zelfvertrouwen had. Dat wat ik miste, had hij in overvloed. En … mijn idee was … als ik me nu maar in zijn kring begeef dan … straalt er misschien iets van hem af op mij. Enerzijds werkte dat zo. Ik werd in zijn kring opgenomen. Ik werd verliefd op hem. Hij op mij. Na de havo deed hij eerst nog twee jaar vwo en toen technische universiteit bouwkunde. Ik stopte met leren. Hadden we zo afgesproken. Ik zou gaan werken, zodat ik geld kon verdienen voor ons samen. Dat ons samen was er niet meteen. Ik bleef totdat ik meerderjarig werd bij de familie Kremer. Daarna wilde ik heel graag samen met Peter ergens gaan wonen, maar … er waren te weinig huizen beschikbaar. En dus woonden we in bij zijn ouders. Niet een ideale situatie. Peter begon toen in september met zijn studie aan de technische universiteit Eindhoven. Ik werkte al die jaren bij de HEMA. Mijn schoonmoeder was een vreselijke vrouw. Meehelpen in de huishouding vond ik gewoon. Had ik bij de familie Kremer ook altijd gedaan, omdat meisjes dat geacht werden te doen. Maar Peters moeder maakte een soort van huishoudster van mij. Vaak vroeg ik me af wat zij overdag deed. Niet veel in elk geval, want het meeste werk werd mij toegeschoven. Ik deed wat ik kon, maar vond het vreselijk als ze mijn afstoffen ging controleren met een witte handschoen aan.’
‘Wat een mens!’ klonk het geschrokken uit Hugo’s mond. ‘Moet ik haar kennen?’
‘Peters vader overleed één jaar voor jij geboren werd. Zij twee jaar na jouw geboorte. En het kan dus heel goed zijn dat je geen herinneringen aan haar hebt. Beter misschien ook maar. Ze had altijd en eeuwig kritiek. Niets was goed. Ik in elk geval niet voor haar zoon en jou voedde ik ook niet goed op.’
‘Verdedigde hij jou?’
‘Nee.’
‘Wat een lul!’
‘Peter maakte er een potje van. Het studentenleven – hoewel hij gewoon elke dag, nou ja … bijna elke dag van Eindhoven terug naar Maastricht kwam – beviel hem wel. Mij minder, want net als met de jaren op het vwo deed hij er een jaar langer over dan strikt noodzakelijk. Lag niet aan zijn intelligentie, maar meer aan zijn inzet. Ik was het samenwonen met zijn ouders na twee jaar meer dan zat. Ik had wat geld geërfd van mijn ouders. Ze waren niet rijk. Het was op een rekening voor mij gezet toen ik 21 was. Ik ging zoeken naar woonruimte. Vond iets voor ons beiden. Klein maar goed. Richtte met mijn geld de flat in. Peter was in de wolken. Vond het prachtig. Ik bleef werken. Geld verdienen voor ons huishouden. Maar … het knaagde ergens bij mij. Ik wilde meer. Wilde werken aan mijn toekomst. Eeuwig bij de HEMA blijven, wilde ik niet. Mensen helpen, dat leek me leuk. Keek rond. Koos voor de verpleging. Liet me informeren. Begon toen ik 24 was. Oud eigenlijk wel in vergelijking met anderen, maar dat maakte niet uit. Ik had een studiebeurs, mede omdat Peter toen ook nog studeerde. Het tegelijkertijd studeren en een eigen huishouding hebben was een kostbare situatie. Maar voor mij heel belangrijk. Het voelde voor mij als een stukje gewonnen zelfvertrouwen. Geloven in mezelf. Ik vond de studie leuk. Had omgang met leuke mensen. Peter en ik leefden vaak langs elkaar heen. Het … superverliefde was er bij mij een beetje af. Hij kon ook enorm moeilijk doen soms. Zat ik met anderen thuis bij ons te studeren, moest hij ineens iets op tv zien. Tja … flink van me af bijten, deed ik toen nog niet. Langzaamaan ontwikkelde ik mij. De praktijk in het ziekenhuis was goed voor me. Ik kreeg verantwoordelijkheden en groeide. Daarmee werd ik ook steeds onafhankelijker van Peter. Werk was er na mijn opleiding meteen voor mij. Voor Peter niet. Die was een tijd zonder baan. Mijn eerste werk was gewoon als verpleegkundige op de zaal. Dat ik onregelmatige diensten had, vond Peter heel vervelend. “Heb je dan nooit tijd voor mij!” gooide hij me voor de voeten. We waren vaak genoeg samen. En … dan was het goed. Maar … het bleef wel zo dat hij steeds de boventoon voerde, hij degene was die op zijn luie reet zat. Hij had daar een verklaring voor. Hij moest beschikbaar zijn om zo snel hij een baan had meteen te kunnen beginnen. En dus … nam hij geen tijdelijke baantjes aan, zat hij thuis en deed niets. Niet eens de boodschappen, of het huis aan de kant houden! Koken kon hij niet. Wilde hij ook niet leren. “Vrouwenwerk!” De was ophangen was te min voor hem. Ik schikte me. Hij vond gelukkig werk. Een probleem opgelost. Toen ik me wilde specialiseren, en dus opnieuw een studie wilde doen, was hij duidelijk: “De kosten zijn voor jou! Ik betaal geen cent daaraan mee!” Dan niet. Het ziekenhuis betaalde wel mee en dat was veel belangrijker. Natuurlijk was een gedeelte van de kosten voor mij. Ik kreeg elke maand geld. Aan het eind van de eerste maand van mijn studie kreeg ik van hem een overzichtje onder de neus gedrukt. Ik moest een bepaald bedrag op zijn rekening overmaken. Mijn deel van de gezamenlijke kosten voor onze huishouding. Toen ontplofte ik. Ik weet niet meer wat ik allemaal gezegd heb, maar zijn lijkbleke gezicht nadien vergeet ik nooit meer.’ Ze had het gezegd met een grimmige grijns op haar gezicht.
‘Goed, Mam! De boodschap was dus aangekomen.’
‘Ja. Zo kun je het wel zeggen. Hij bond in. Mopperde wel steeds meer en meer. Informeerde nooit eens hoe het was op het werk of bij mijn opleiding, maar ik moest wel steeds al zijn successen aanhoren. Als hij op dat moment niet had voorgesteld of we het eens over kinderen konden hebben, dan … dan was ik van hem gescheiden. Ik was het zat. Meer dan zat, maar … dat …. dat zorgde ervoor dat ik toch bij hem bleef. Had hij dan toch iets … iets dat ik nog niet gezien had? Urenlang praatten we er met elkaar over. Hij zag de vaderrol helemaal voor zich. En ik kreeg het idee dat hij eindelijk eens interesse in iets had dat niet Peter heette. Het kinderen krijgen, viel nog niet mee. Zo simpel als wij het ons hadden voorgesteld, bleek het niet te zijn. Ik was 31 toen jij je aandiende en een jaar ouder toen jij geboren werd. Ik helemaal in de wolken en Peter ook … zo leek het. Even pauze, moet naar het toilet.’
Tijdens de onderbreking was er eerst opnieuw stilte. Iedereen nog vervuld van het verhaal van Trees, leek het. Hugo had diepe denkrimpels in zijn hoofd. Ben meende er een grapje over te moeten maken, maar dat pakte niet helemaal goed uit. Hij bood zijn verontschuldigingen aan en toen trok Hugo toch naar hem toe. Praatten ze lang op fluistertoon met elkaar. Sjeng zag dat de eerst betrokken gezichten weer begonnen te glimlachen. Een goed teken.
‘Oké, even de draad weer oppakken,’ zei Trees nadat ze weer was gaan zitten. ‘Euh … ja … een wolk van een baby, maar … niet op de gewone manier geboren. Je lag dwars.’
‘Ah, dat ken ik,’ grapte Ben.
‘Rotjoch!’ kwam de bijna standaardreactie.
‘Diverse keren draaiden ze je op de afdeling gynaecologie om, maar steeds ging je ook weer verkeerd liggen.’
‘Het hoofd moet toch het eerst naar buiten?’
‘Ja. Dat is de bedoeling, Hugo. Waarom deed je het toen niet?’ Ze zag zijn beteuterde gezicht en ging snel verder. ‘Grapje, jongen. Het was gewoon zoals het was. Maar dat dwarsliggen was wel gevaarlijk. Je was een forse baby en ze waagden het er niet op. Dus kwam er een keizerssnee.’
Sjeng keek op, was ineens alert en toen hij naar Ben keek, zag hij dat die ook zo’n houding had. ‘Euh … ik ben ook zo geboren.’
‘Ja. Ik weet het, Sjeng. Bij jou was het omdat de artsen wilden zorgen dat het dit keer wel goed zou gaan. Ze haalden je vier weken eerder.’
‘Rare overeenkomst tussen ons dan, want bij mij ging het ook zo,’ gaf Ben te kennen. ‘Niet dat ik dwarslag, want zo ben ik niet, maar … mijn moeder kreeg last van zwangerschapsvergiftiging. Weet niet precies wat het is, maar … doet er ook niet toe.’
‘Bijzonder, hoor!’ merkte Truu op en keek de jongens één voor één aan. ‘Ja. Heel bijzonder.’ Ze had iets opgemerkt, maar opnieuw kon ze het niet helemaal in woorden vatten. Laat maar, sprak ze zichzelf toe. Maar ineens was er dat andere, waardoor ze gegrepen werd. Ze legde heel even haar linkerhand op haar hart en sprak in zichzelf: “Vertel me wat ik kan doen.”
‘De artsen waren na jouw geboorte duidelijk, Hugo. Ik mocht niet opnieuw zwanger worden. Ze vonden het niet vertrouwd. En dus moest daarvoor gezorgd worden. In het ziekenhuis waren ze duidelijk: de man steriliseren was het meest makkelijk. Kijk niet zo moeilijk, Hugo!’
‘Lijkt me niets.’
‘Bij een vrouw is het ingrijpender. En het herstel duurt langer.’
‘Dan is de keuze toch makkelijk?’ was Sjeng van mening.
‘Ja. Blij toe dat jij dat inziet, Sjeng. Peter wilde niets van sterilisatie weten. Mijn taak. Zoals alles mijn taak was. Hij deed niets. Alleen de afschriften van de bank keek hij door, om te kunnen controleren of ik niet te veel uitgaf. Verantwoorden voor onze uitgaven deed ik me niet. Zei hem dat hij dan zelf maar de boodschappen moest gaan doen. Zelf zijn eigen kleren kopen.’
‘Deed hij dat niet?’ verbaasde Ben zich hardop.
‘Nee. Ik kocht alles voor hem. Deed alles voor hem en dat … dat brak me steeds meer op. Ik had een baan, een huishouden, een kind en een man die nog steeds een kind was en complete verzorging nodig had. Hij stapte uit zijn kleren en liet ze liggen op de badkamervloer. Natuurlijk zei ik daar steeds wat van, maar volgens hem was het een kleine moeite voor mij om het op te rapen. In een vakantie, waarin we thuisbleven, ging ik in staking. Ik imiteerde zijn gedrag door niets te doen. Liet zijn kleren liggen waar hij eruit gestapt was. Deed geen boodschappen. Na een paar dagen begon hij toch op te ruimen. Toen onze voorraad eten op was, zei hij: “Moet je niet eens boodschappen doen?” Ik gaf aan dat ik vakantie had en zei hem dat hij het maar moest doen. Hij ging bij me zitten en deed zielig. Wist zogenaamd niet wat er gehaald moest worden. Ik kwam hem deels tegemoet. Maakte een lijstje. En nog ging hij geen boodschappen halen. Toen wist ik zeker dat ik het niet lang meer met hem zou uithouden. Ik … ‘ ze zuchtte diep … ‘misschien was het verkeerd van mij, maar toen al – na jouw geboorte dus in elk geval, Hugo – besloot ik dat ons huwelijk eens zou stranden, tenzij … een hoop die ik eigenlijk nooit heb gehad … hij zou veranderen. Ik zorgde ervoor in elk geval voorbereid te zijn. Overlegde met Anne en Else. Kreeg het telefoonnummer van Matthieu. Nam contact op. Hij vond het bijzonder dat ik bij voorbaat al contact opnam. Was hem nog nooit eerder overkomen. Maar zo zei hij: “Het is een goede zaak om goed beslagen ten ijs te komen.”
‘Dus toen al … wist je dat het verkeerd zou gaan.’
‘Ja. Het is opmerkelijk te noemen dat ik hem toch nog weer een kans gaf eigenlijk. Matthieu weer afbelde. Ik heb je verteld hoe hij als vader was. Gedeeltelijk in elk geval. Zijn niet voor jou willen zorgen, maar een luchtverfrisser in de kamer spuiten, mag duidelijk zijn. Hij deed niets. Alleen maar mopperen, klagen en zeuren. Wat dat betreft lijkt hij heel veel op zijn moeder. Hij besloot uiteindelijk dus de scheiding aan te vragen, toen hij niet wilde wachten op het positieve gevolg van jouw bezoeken aan Else. Gelukkig kwam dat wel. Te laat voor hem.’
‘Hij liet me gewoon vallen dus.’
Trees vond het niet nodig dit te bevestigen. Haar zoon moest zijn eigen conclusies trekken.
Hugo keek zijn moeder heel goed aan. ‘Er is nog meer. Ik zie het aan je ogen.’
‘Ja. Sorry trouwens dat mijn verhaal niet netjes op volgorde is …. ik … ik spring af en toe heen en weer en dat moet verwarrend zijn voor jullie.’
‘Geeft niets, Trees. Je kunt je verhaal vertellen op jouw manier. Dat is belangrijk,’ deed Suus een poging haar te ondersteunen.
‘Matthieu was niet volledig verdwenen bij mij. Ik had hem dan wel afgebeld op gegeven moment, maar … legde een map aan op mijn computer met daarin allerlei gegevens. We waren in gemeenschap van goederen getrouwd en dus … was alles gedeeltelijk ook van mij. Toen hij dus die scheiding had aangevraagd, kon ik Matthieu van heel veel informatie voorzien.’
‘Slim!’ merkte Ben op.
‘Het was maar goed dat ik dat had gedaan, want Peter had geprobeerd om geld van de zaak, die deels dus ook van mij was, weg te sluizen.’
‘Hij bedroog je dus gewoon!’
‘Ja. Het ging om een enorm groot bedrag.’
Hugo keek zijn moeder aan. Hij voelde aan dat er meer was. En hij wilde het weten. Volledige openheid van haar krijgen. ‘Dat is niet het enige, Mam! Er is nog meer! Vertel me alles!’ Misschien iets te fel, zo realiseerde hij zich nadat hij de drie zinnen had gesproken.
‘Het was iets tussen hem en mij.’
‘Nee! Dat pik ik niet! Ik wil alles weten! Heb hem de gelegenheid gegeven alles te vertellen en volgens hem was er niets. Nou … larie dus! Jouw verhaal vertelt iets heel anders. Er was ontzettend veel nog dat hij mij had kunnen vertellen. Alles wat jij gezegd hebt, had hij mij ook kunnen vertellen. Deed hij niet, maar … ik wil niet dat je nu nog iets achterhoudt voor mij. Alsjeblieft, Mam!’
‘Ik ben blij dat hij de beslissing nam om te scheiden. Ik stelde het steeds weer uit, zo leek het. Gaf hem kansen. Iedere keer weer. Stom! Ook toen. Hij … nee … anders … ik liet me dus steriliseren omdat … je weet het … mocht niet meer zwanger raken. Nadien moest ik herstellen. Konden we een tijdje geen seks hebbe… ‘
‘Had hij iemand anders!?!?!?’ Het knikken van zijn moeder was voldoende. Hugo sprong in de benen. “GODVERDOMME! GODVERDOMME!’
Ben was ook opgestaan en probeerde zijn vriend tegen zich aan te trekken. Even leek het erop alsof hij daar niets van wilde weten, alsof hij hem van zich af zou duwen, maar hij liet zich overwinnen en brak. Ben was ook meteen in tranen toen. Cas en Trees sloten hun armen om de twee heen.
Sjeng moest ook huilen. De tranen liepen hem over de wangen. Hij voelde een voorzichtig tikje tegen zijn geblesseerde arm.
‘Kom bij me zitten, jungske!’ zei Truu.
Hij ging naar haar toe, ging voor haar op de grond zitten en voelde hoe ze haar armen om hem heen sloeg.
‘Rustig, maar. Het komt wel weer goed. Verdriet mag er zijn. Ook nu .. nu we verdriet hebben om onze vrienden. Nu we ons eigen verdriet ook zo duidelijk voelen.’
‘Ik … ik … ‘ zo begon Trees op een gegeven moment te stamelen. ‘Ik wil niet dat we mijn verhaal afsluiten met zo groot verdriet. Ons leven daarna, dat van jou en mij’ – ze had haar armen stevig om Hugo heengeslagen – ‘is nadien alleen maar mooier geworden! Zonder Peter was het voor mij beter.’ Ze moest lachen. ‘Dat het rijmt, klinkt stom. Maar het was beter. Veel beter. Alleen ervoor staan als moeder was niet erg. Absoluut niet zwaarder dan met de ballast die hij was. Matthieu regelde alles. Was een geweldige advocaat en steun voor mij. Financieel hebben we het nooit moeilijk gehad, Hugo. Het was goed om met jou een gezin te vormen.’
‘Maar ik was lastig.’
‘Maar ook ontzettend lief. En dat lastige … dat loste zich goed op, zoals je zelf ook weet. Je vond een manier om daarmee om te gaan.’
Hugo was ook weer rustig geworden. Hij bedankte Cas, Ben en zijn moeder en ook de anderen die, hoewel ze op hun plaats waren blijven zitten, deel uitmaakten van deze familie. Zijn familie. En zijn vader …
‘En … het is misschien moeilijk om er nu over te beginnen, maar … schrijf Peter niet meteen af, Hugo. Misschien zou je … ‘
‘Ik ga erover nadenken. Maar niet nu. Is dat goed?’
‘Een vaderfiguur is wel belangrijk, lieverd.’
‘Ja. Maar als zijn enige daad in mijn opvoeding eruit bestaan heeft dat hij met een spuitbus rondging als ik in mijn luier had gepoept … dan ken ik wel iemand die meer de rol van vader heeft vervuld in mijn leven dan mijn eigen vader. Ik ga erover nadenken. Zal het ook bespreken met jullie.’
‘Meer zal ik niet van je vragen. Ik weet dat je wijs bent.’
‘Af en toe,’ schamperde Ben met een olijk gezicht.
‘Rotjoch!’
‘Hé, ophouden, jullie!’ baste Cas.
‘Dank je, Cas. Ik ga afsluiten. Een korte samenvatting. Ik ben het schoolvoorbeeld van een mens die in wording is. Nou ja … misschien niet helemaal. Wellicht had ik het allemaal wat sneller kunnen doen.’
‘Niet juist,’ merkte oma Truu op. ‘Je hebt de tijd genomen die jij nodig had voor die ontwikkeling. Had je het sneller gedaan, dan was je nu misschien in therapie geweest bij een psycholoog. Daar hoeft niets mis mee te zijn, laat ik duidelijk zijn. Maar … ik bedoel, iedereen ontwikkelt zich op zijn of haar eigen wijze. Doe je dat te snel, dan heb je kans dat je jezelf verliest. Je jezelf niet zult herkennen. Dus … je hebt het uitstekend gedaan, lieve Trees. Een dikke duim voor jou!’ En ze voegde de daad bij het woord.
‘Dank je, lieve Truu,’ sprak Trees met tranen in haar ogen. ‘Heel wijs. En … ‘ de tranen wegvegend, ‘ik wil deze avond niet alleen maar vervelende dingen zeggen. Ik heb ook nog iets hoopvols, iets … dat opnieuw een teken is van ontwikkeling.’ Ze ging staan, stak haar hand in haar broekzak, haalde er iets uit, maar liet dat aan niemand zien. ‘In mijn vuist zit iets dat heel bijzonder is. Ik wil verder. Verder met mijn prachtige,’ en met haar gespreide armen omvatte ze iedereen, ‘familie. Maar … met één in het bijzonder.’
‘Ik natuurlijk,’ meende Hugo.
‘Rotjoch!’
‘Hé, dat is mijn tekst, Mam!’
‘Houd je mond! Ik ben met iets belangrijks bezig!’
‘Sorry, Mam.’
‘Cas. Ik bedoel jou.’
Cas viel zowat van de bank. Alle ogen waren op hem gericht. Vond hij niet fijn. Had hij nooit wat gevonden. ‘Euhh … ‘
‘Vanaf het moment dat Sjeng in ons leven kwam, kreeg ik van verschillende mensen de vraag hoe het nou zat tussen jou en mij.’
Hugo stak zijn vinger op.
Sjeng volgde.
Truu die de vingers van de twee in de lucht zag gaan, voegde zich er bij.
‘Ja. Jullie drie en nog een ander. In het antwoord dat ik gaf, bleef ik in de meeste gevallen vaag. Maar … daar bleef het niet bij. In mijn hand heb ik iets dat voor jou is.’ Ze ging op één knie zitten en zei: ‘Lieve Cas, wil je met mij trouwen?’ Ze opende haar hand en liet hem het gehaakte bandje zien dat Truu voor haar had gemaakt.
De mond van Cas was opengevallen. Hij sloot hem weer en beet op zijn onderlip. Het was … zo onverwacht … zo overweldigend … zo mooi. ‘Ja. Ik wil.’
Trees pakte het bandje op en schoof dat over zijn ringvinger. ‘Ik hou van je, Cas! Ontzettend lang al, maar … durfde er niets mee. Pas vanaf mijn gesprek met Truu weet ik dat ik veel eerder …
‘Nee, het is goed dat je het nu doet, Trees. Nu is het moment.’
‘Je ziet, Cas, ik ben nog steeds lerende. Nog steeds in ontwikkeling. Weet dat ik nog lang niet perfect ben en dat ik dat waarschijnlijk ook nooit zal worden.’
‘Gelukkig niet,’ fluisterde Hugo in Bens oor. ‘Ik heb een zogenaamd perfecte vader. Stel je voor dat zij ook nog eens zo zou zijn.’
‘Lieve Trees. Ik ben ook zo’n … soort. Niet perfect. Mijn moeder… nee … even niet. Ander spoor. Ik hou ook heel erg veel van jou. Al jarenlang. Maar … nooit had ik de durf om jou te vragen. Ik was bang … dat je “nee” zou zeggen. En dan … wat moesten we dan? We hadden het goed zoals het was. Met elkaar. Met Hugo en Ben erbij. Maar .. nu kan het alleen maar beter worden. Nog beter. Kom!’ Hij ging staan, trok haar overeind, nam haar in zijn armen om haar daarna op haar mond te kussen.
Er werd op vingers gefloten, gejuicht, gejoeld, geklapt.