21 april 2021

Aan de andere kant … – 22 Daar ga ik aan kapot

“Jeetje, Victor, je gaat toch niet zomaar scheiden omdat je een affaire met hem hebt?”, knikt hij naar Manuel.
“Nee”, antwoord ik rustig. “Dat ga ik inderdaad niet doen. Op de eerste plaats heb ik geen ‘affaire’ met ‘hem’. Ik hou van hem en hij van mij”, glimlach ik, Manuel aankijkend. “En op de tweede plaats doe ik dit niet zomaar. Ik heb er goed over nagedacht, Bernd. Ik hou mezelf en Ciska voor de gek en daar worden we beiden niet gelukkig van. Ik ben homo, Ciska wist dat voor we trouwden. Ik heb het geprobeerd, maar het gaat gewoon niet.”
“Allemachtig”, pakt hij het glas bier, dat de ober net voor hem neergezet heeft, en neemt een flinke slok. “Ik weet niet wat ik zeggen moet, Victor. Dit overvalt me enorm.”
“Dat deed het mij ook”, lach ik nerveus. “Ik zag hem en ik was verkocht.”
Gespannen kijkt Manuel van mij naar Bernd. Bemoedigend knijp ik even in zijn been.
“Manuel”, richt Bernd zich ineens tot Manuel. “Zou jij het erg vinden alvast naar het hotel te gaan? Ik wil Vic graag even onder vier ogen spreken.”
Vragend kijkt Manuel mijn kant op. Ik knik geruststellend.

“Waar ben jij in Godsnaam mee bezig?”, valt Bernd uit zodra Manuel buiten gehoorsafstand is. “Een knul van nog geen twintig, Vic! Die jongen is over een tijdje op jou uitgekeken en dan sta je daar met lege handen. Je vrouw, je kinderen, je hele familie, alles weg! En je carrière, wat denk je dat daarmee gebeurt als jij gaat scheiden om met die jongen in zonde te leven?”
Hoofdschuddend kijkt hij me aan.
“Bernd, je begrijpt het niet”, probeer ik het uit te leggen. “We houden van elkaar.”
“Ach, kom nou, Vic” roept hij verontwaardigd uit, “Je maakt jezelf wat wijs.”
“Hoe weet jij dat nou?”, schiet ik in de verdediging.
“Die jongen is nieuwsgierig en jij voelt je gevleid door zijn aandacht. Man, het is alleen maar seks, zie je dat nou niet?”, gaat Bernd gewoon door. “Daar geef je toch je huwelijk niet voor op?”

Langzaam schud ik mijn hoofd. “Nee, Bernd, je ziet het verkeerd. Ik geef mijn huwelijk en mijn carrière niet op voor seks, ik geef het op omdat ik mezelf wil kunnen zijn”, zeg ik ijzig kalm. “Ik wil geen leven vol leugens, want dat is wat het nu is. Ciska verwacht dat ik er niks mee doe en dat kan ik niet. Ik wil haar niet bedriegen en toch doe ik het. Ik kan er niet met haar over praten omdat dat haar zo’n verdriet doet. Ons huwelijk is één grote schijnvertoning. Ik wil dat niet meer.”
“Maar je carrière dan, Vic?” Overdonderd kijkt hij me aan. “Je gaat me toch niet vertellen dat je dat ook niet meer wil?”
“Nee, als ik iets zou kunnen doen om mijn carrière te redden”, zucht ik terneergeslagen. “Maar ik maak me geen illusies, Bernd. Mijn publiek is overwegend behoudend. Scheiden zullen ze nog wel accepteren, maar scheiden omdat ik een relatie met Manuel heb? Dat gaat vast te ver.”
“Waarom overweeg je dan niet in het geheim met hem af te spreken? Niemand zal er iets achter zoeken als jullie samen optrekken, jullie zijn collega’s en vrienden. Maak toch geen slapende honden wakker, jongen.” Samenzweerderig legt hij een hand op mijn arm. “Geloof me, dat is het niet waard.”
“Ach man, je weet niet waar je het over hebt.” Geïrriteerd trek ik mijn arm terug. “Ik ga niks meer verbergen. Ik hou van hem, het interesseert me geen moer wat anderen daarvan vinden. Dan laten ze maar vallen.”
“En je geloof dan? Een relatie met hem staat haaks op je geloof, Vic”, kijkt hij me indringend aan.
“Stiekem met hem afspreken zeker niet?”, merk ik meesmuilend op.
“Dat zou je nog kunnen scharen onder momenten van zwakte”, haalt hij zijn schouders op. “Daar kun je altijd vergiffenis voor vragen.”
“Oh nee, dat ken ik”, reageer ik verbolgen. “Manuel is geen moment van zwakte, Bernd. Ik hou van hem, ik wil met hem verder.”
“En hoe ga je dan leven? Waarvan wil je de alimentatie betalen? Hoe moet het met jullie huis? Waar moet Ciska wonen met de kinderen? En jijzelf? Hoe wil je dat doen als je je baan kwijt bent?”
Overdonderd kijk ik hem aan.
“Denk je nou echt dat je leven zoveel beter wordt als je bij Ciska weggaat?”, gaat hij onverstoorbaar verder. “Geloof me, Victor, je problemen worden alleen maar groter als jij gaat scheiden en openlijk een relatie met hem hebt”, schudt hij zijn hoofd. “Denk er alsjeblieft goed over na. Verliefdheden gaan voorbij, wil je daarvoor alles op het spel zetten? Je huwelijk, je familie, je carrière, je kerk?”

Teleurgesteld door de starre houding van mijn vriend, schuif ik mijn stoel naar achteren en sta op. “Ik moet gaan, Bernd”, knik ik kortaf. “Manuel wacht op me. Denk je aan wat ik je gevraagd heb? Dit blijft onder ons, hè? Ik wil niet dat Ciska, op wat voor manier dan ook, iets te horen krijgt voor ik de kans heb gehad met haar te praten.”
Hij knikt. “Doe geen domme dingen, Vic”, drukt hij me op het hart als ik bij hem vandaan loop.

Verdorie, ik had mijn mond moeten houden! Hoe kon ik nou denken dat hij het zou begrijpen? Hij is nooit getrouwd geweest. Hij doet lekker waar hij zin in heeft zonder rekening met een ander te hoeven houden. Hoe kan hij dan weten hoe het voelt nooit jezelf te kunnen zijn?
Aan de andere kant, hij heeft wel een punt. Als ik geen werk meer heb, en mijn publiek me laat vallen, hoe moet ik Ciska en de kinderen dan onderhouden? En mezelf?
Terwijl ik de mogelijkheden overdenk, knaagt er diep van binnen een andere opmerking die Bernd maakte. ‘Die jongen is over een tijdje op jou uitgekeken en dan sta je daar met lege handen.’
Wat als hij gelijk heeft? Dan ben ik alles kwijt. En niet alleen ik, ook Ciska en de kinderen. Mag ik zo egoïstisch zijn?

***

Met een steen op mijn maag van heb ik jou daar, steek ik de keycard in de gleuf en open de deur. Manuel ligt, met zijn handen onder zijn hoofd, op bed.

“En?”, vraagt hij stuurs. “Wat mocht ik niet horen?”
Zuchtend haal ik mijn schouders op, schop mijn schoenen uit en ga op de rand van het bed zitten. “Ik weet het niet meer, Manuel. Ik wil je niet kwijt maar…”
“Shit, Vic”, schiet hij overeind. “Je maakt het toch niet uit, hè?”
Ik pak zijn hand vast en kijk hem aan. “Ik moet realistisch zijn, Manuel”, begin ik dapper.
“Nee! Nee, Vic!”, schudt hij me door elkaar.
“Manuel, luister even. Alsjeblieft”, trek ik hem tegen me aan. “Ik heb een gezin waar ik voor moet zorgen. Hoe moet ik dat doen als ik geen werk heb? Hoe moet ik woonruimte voor mezelf betalen? Hoe, Manuel? Vertel jij het, ik weet het niet.” Wanhopig kijk ik hem aan. “Misschien kun jij beter iemand zoeken die ongebonden is. Iemand met wie je een toekomst op kunt bouwen, iemand van je eigen leeftijd.”
“Dus dat is het, je vindt me te jong!”, valt hij boos uit.
“Hoe kom je daar nou weer bij?”, reageer ik verontwaardigd. “Het heeft niks met je leeftijd te maken, echt niet. Als ik alleen zou zijn, zou ik geen seconde twijfelen, maar ik heb verantwoordelijkheden, Manuel. Het kan gewoon niet.”
Langzaam wellen er tranen op in zijn ogen.
“Hé”, fluister ik. “We kunnen toch vrienden blijven?”
Met waterige ogen kijkt hij me aan. “Ik weet het niet, Vic”, brengt hij moeizaam uit. “Ik geloof niet dat jij en ik vrienden kunnen zijn. Ik zou me er voortdurend bewust van zijn wat we niet zijn, denk ik”, fluistert hij.

Alle kleur trekt uit mijn gezicht. Hij heeft gelijk, ik weet het. Oh God, ik wil hem niet kwijt! Het zweet breekt me uit, mijn mond voelt kurkdroog. Ik slik een paar keer. “Manuel…”, breng ik met schorre stem uit. “Als we… Ik…”, hakkel ik. Radeloos kijk ik hem aan.
“Wat wil je nou, Vic?”, snikt hij opstandig. “Jij bent degene die niet verder wil als we weer thuis zijn. Ik weet niet of je het in de gaten hebt, maar ik hou van jou. Ik denk niet dat ik het aankan allee…”
“Ik weet het, jongen”, onderbreek ik hem. “Je moest eens weten hoe graag ik zou willen dat het anders is, maar het is niet zo. Ik moet…”
“Waarom dan niet, Vic?”, valt hij me stuurs in de rede. “Waarom ga je door met iets waar je niet gelukkig van wordt?”
Moedeloos kijk ik hem aan. “Ik weet het allemaal niet meer”, zucht ik verslagen. “Het is ook zo verwarrend. Eerst Eelco…”
“Wie is Eelco nou weer?”, veegt hij zijn wangen droog.
“Mijn huisbaas. Toen ik studeerde”, leg ik uit. “Keurige gereformeerde man, stuk ouder dan ik, nooit getrouwd, niks op aan te merken, dachten mijn ouders. Alleen bleek hij homo te zijn en werd ik verliefd op hem”, grinnik ik.
“Serieus? Dus dat was de man waar jij wat mee hebt gehad hebt?”
Ik knik. “Eén van de… Hij zat behoorlijk diep in de kast, maar ondertussen deed hij precies waar hij zin in had. Hij trok me mee, nieuwsgierig als ik was en voor ik het wist was ik ineens het speeltje van een stel kastnichten van middelbare leeftijd.”
“Jemig, Victor!”, schrikt hij. “En ik maar denken dat jij zo’n keurige man was!”
“Het was niet mijn keuze, hoor”, verdedig ik me snel. “Eelco vond het geil andere mannen met mij bezig te zien.”
“Gadverdamme, wat een smeerlap! Waarom liet je dat toe als je het niet wilde? Je had toch gewoon ‘nee’ kunnen zeggen?”
“Waarom? Ik vond het vreselijk spannend!”, grinnik ik.
“Serieus?” Ongelovig kijkt hij me aan.
“Tja, jongen, voor mij was het alsof er een wereld open ging toen ik ontdekte dat Eelco homo was. Ik wist niet beter dan dat ik er niet aan toe mocht geven, maar Eelco keek daar heel anders tegenaan.”
“Pff, een beetje schijnheilig doen, zeker? Zolang niemand het weet, is er niks aan de hand.”
“Nee, nee, dat is te makkelijk voor iemand die gereformeerd is opgevoed”, lach ik. “Hij bekeek het eigenlijk heel simpel.”
“Oh?”
“Ik knik. “Toegeven aan homoseksuele gevoelens, omdat je op een moment van zwakte de verleiding niet kunt weerstaan, is niet anders dan de verleiding andere zonden niet te begaan niet kunnen weerstaan, zei hij. Dat overkomt iedereen. Het enige wat je kunt, is berouw tonen, vergiffenis vragen en proberen niet opnieuw te zondigen. Een relatie aangaan, is natuurlijk wat anders. Dan kies je er heel bewust voor in zonde te leven, doe je geen moeite niet
te zondigen en toon je geen berouw, daar kun je dus ook geen vergeving voor krijgen. ”
“Je meent het!”
“Tja,” lach ik, “zo had ik het ook nog nooit bekeken. Het klonk zo logisch…”
“Ik geloof waarachtig dat ik het nog snap ook”, schudt hij verbaasd zijn hoofd. “Tenminste, als ik me probeer voor te stellen hoe jij opgegroeid bent.”
“Ik vond het doodeng in het begin, hoor”, grinnik ik. “Vreselijk spannend, stiekem doen wat God verboden had. Bloedgeil was ik, en overal voor in! Vergeving vragen moest ik toch, wat maakte het dan uit waarvoor?”
“Holy shit, Vic! Weet Ciska dit allemaal?”
“Ben je gek!”, grijns ik. “Ik denk dat ze een rolberoerte krijgt als ze dat soort dingen van me zou weten.”

Ineens op zijn hoede, schuift hij een stukje opzij. “Is dat wat jij wil, Vic? Af en toe toegeven aan wat je niet kunt laten, iedereen een rad voor ogen draaien, hopen dat God je vergeeft en ondertussen vooral niet te veel nadenken over wat je voelt, laat staan over wat ik voel! Net als Eelco deed?”
“Nee”, stamel ik geschokt. “Oh God, Nee! Hoe kun je mij met Eelco vergelijken? Ik hou van jou! Eelco gaf geen moer om mij, ik was zijn fuckbuddy. Ik wilde het niet zien toen, maar het was wel zo. Jongen, jij bent zoveel meer voor mij.”
“Snap jij nou niet dat juist dát het onmogelijk voor ons maakt vrienden te blijven?”, fluistert hij zacht.
“Dat weet ik wel”, zucht ik vertwijfeld. “Ik weet alleen niet hoe het anders moet. Ik heb jou niks te bieden, als Ciska het weet, ben ik alles kwijt. Het voelt alsof ik muurvast met mijn voeten in beton sta.”

Peinzend kijkt hij me aan. “Als ik nou eens op zoek ga naar woonruimte?“, stelt hij aarzelend voor. “Voor de buitenwereld zijn we collega’s en goeie vrienden en wat er bij mij thuis gebeurt, hoeft niemand te weten.”
Verschrikt sper ik mijn ogen open. “Een dubbelleven? Ik weet niet of ik dat kan. Hoe moet ik Ciska dan nog recht in de ogen kijken?”
“Dan houdt het op”, zucht hij verdrietig. “Ik kan niet met jou samenwerken en bevriend zijn als ik niet op z’n minst een klein lichtpuntje heb. Daar ga ik aan kapot, Vic”, voegt hij er zachtjes aan toe.