29 januari 2021

Weekendje Wadden – 9

Gapend rekt Diede zich uit. Hij draait zich om, slaat een arm om degene die naast hem ligt. Verbaasd opent hij zijn ogen.
“Merel?”, fluistert hij.
“Hoi”, zegt Eddy. “Ik ben het. Merel is al weg.”
Ineens is Diede klaarwakker. Natuurlijk, Merel heeft vandaag vroege dienst!
“Hoi”, zegt hij terug. “Wil je thee?” Het eerste waar hij ‘s ochtends behoefte aan heeft, zijn een paar flinke mokken thee.
Eddy knikt.
Diede hijst zichzelf uit bed. In de keuken belt hij zijn werk om te zeggen dat hij ziek is. Als hij opgehangen heeft, komt Eddy de keuken in.
“Lekker zeg… Zo’n waterbed. Wil ik ook…” Hij lacht, alsof er niks aan de hand is.
Diede kijkt naar Eddy’s rechterpols. “Moet dat verband niet verschoond?”, wijst hij.
Eddy haalt zijn schouders op.
“Wacht maar. Ik doe het wel voor je”, reageert Diede, terwijl hij een ketel water voor de thee opzet. Uit de verbanddoos pakt hij een rolletje verband. “Ga maar zitten.”
Eddy aarzelt. “Moet dat echt?”, vraagt hij, duidelijk gespannen.
“Ja, dat moet echt. Kijk de andere kant maar op.” Een tikkeltje nerveus knipt Diede het verband los. Het ziet er gelukkig niet eens zo eng uit. Gewoon een flinke snee. Vier hechtingen. “Pijn?”, vraagt hij.
“Gaat wel. Ik heb pijnstillers meegekregen.”
“Waarom zit die andere in het gips?”
Het ziet er raar uit. Eddy’s vingers staan krom. Ze worden in die stand gehouden door elastiekjes die van zijn vingernagels naar zijn pols lopen.
“Pezen doorgesneden”, zucht hij.
“Jezus, Eddy… Komt dat wel weer goed?”
Weer haalt hij zijn schouders op.
Diede opent zijn mond. Hij wil zeggen hoe hij nou zo stom heeft kunnen zijn, maar slikt de woorden op het laatste moment in. Aan zo’n stomme opmerking heeft Eddy natuurlijk helemaal niks.
“Hoe heb je het voor elkaar gekregen? Ik bedoel… Allebei…”
“Ik weet het echt niet…” antwoordt Eddy zachtjes.
Voorzichtig verbindt Diede zijn pols weer. “Niet te strak?”
Eddy schudt zijn hoofd.

***

“Hé, dromer!”
Verschrikt keek Eddy op.
“Waar blijf je nou, man? Kom, we staan boven op het dek.” Hannah trok Eddy aan zijn arm mee de trap op.
Opgelucht haalde hij adem. Ze deed heel normaal, had blijkbaar niks gezien.
Eenmaal op het dek, werd Hannah meteen door André in beslag genomen. Ton stond klaar om foto’s van hen te nemen. Ze hadden de grootste lol met gekke bekken trekken. Natuurlijk wilden ook Jan Willem en Anika op de foto.

Eddy hield zich afzijdig. Hij leunde tegen de reling. Zijn ogen zochten Remco die op de haven breed lachend stond te zwaaien. Eddy kon een grijns niet onderdrukken en zwaaide zo onopvallend mogelijk terug.
Plotseling toeterde de boot drie keer. Het brullen van de motoren nam toe. Langzaam kwam de boot los van de kade.
Eddy schrok ervan. Nu was het definitief, kon hij niet meer terug. Terwijl hun ogen elkaar niet loslieten, werd de afstand tussen hen groter. Hij zwaaide nog een laatste keer en lachte. Remco zwaaide terug.

“Wat doen we?”, vroeg André toen de boot de havenmond uitvoer. “Blijven we op het dek of gaan we beneden zitten?”
“Ik vind het wel lekker hier”, merkte Ton op.
“Laten we voorlopig maar op het dek blijven”, stelde Jan Willem voor. “Naar binnen kan altijd nog”, voegde hij eraan toe.
“Ik moet naar de wc”, verontschuldigde Eddy zich. Hij wilde Remco een sms’je sturen, dan had hij alvast zijn telefoonnummer. Bellen deed hij straks thuis wel. Van de heenreis wist hij zich te herinneren dat er geen bereik meer was als ze eenmaal op zee waren, dus moest hij opschieten. “Ik zie jullie zo wel weer.”

Op de wc haalde hij het stukje papier uit zijn broekzak, maakte een nieuw contact in zijn telefoon aan en voegde Remco’s telefoonnummer en foto eraan toe. Hij gooide het papiertje niet weg, maar stopte het terug in zijn broekzak. Voor het geval hij op de één of andere manier zijn telefoon kwijt zou raken…
Wat zou hij hem schrijven? Hij kon toch moeilijk schrijven dat hij hem zo leuk vond en dat hij zo lief lachte… Dat hij helemaal de kriebels kreeg bij het zien van al die zachte haartjes op zijn arm… Dat hij hem zo graag tegen zich aan wilde voelen… En dat hij hem veel meer dan één kus wilde geven… Hoewel dat allemaal wel voortdurend door zijn hoofd ging. Hij glimlachte dromerig.
‘Lief dat je me uit kwam zwaaien. Ik bel je vanavond, x Eddy’, maakte hij er uiteindelijk van.
Drie x’jes durfde hij niet. Maar één… dat kon wel. Hij had hem toch ook al een kus in het echt gegeven.

***

Langzaam stroomde het haventerrein leeg. Het afscheidnemen was voorbij, de mensen keerden terug naar hun dagelijkse bezigheden. Glimlachend liep Remco terug naar zijn fiets. Twee bliebjes kondigden een sms’je aan. Dat kon maar één ding betekenen! Razendsnel viste hij zijn telefoon uit zijn broekzak.
‘En?’, stond er op het scherm. Shit… Wim. Teleurgesteld stopte hij zijn telefoon weer weg, Wim kon wel wachten.
Weer twee bliepjes. Hij zuchtte. Kon hij nou niet gewoon ophouden? Ze zaten zich met z’n drieën vast om hem te verkneukelen. Misschien kon hij toch maar beter een kort berichtje terugsturen.

Opnieuw viste hij zijn telefoon uit zijn broekzak.
‘Heb je hem nog gezien?’, stond er nu. Hij moest er om lachen, ergens was het wel lief dat ze zo met hem meeleefden.
‘Yep : )’, type hij terug. Dat moest maar genoeg zijn voor nu. De rest zou hij wel vertellen als hij terug op de camping was.
Nog meer bliepjes. Hij zuchtte opnieuw.
‘Lief dat je me uit kwam zwaaien. Ik bel je vanavond, x Eddy’, las hij deze keer. Shit, die was niet van Wim! Prompt bonkte zijn hart in zijn keel. Een brede grijns verscheen op zijn gezicht. Nog een keer las hij het korte berichtje. Eddy… Glimlachend draaide hij zich om naar de wegvarende boot. Raar, hoe je zomaar ineens verliefd op iemand kon zijn… Ze hadden nog maar nauwelijks een woord met elkaar gewisseld en toch was het zo. Helemaal nu hij wist dat Eddy hem ook leuk vond! Hij moest hem iets terug sms’en…
‘Ik moest wel, krijg je niet uit m’n hoofd. Later! xxx Remco’, type hij. Zo, en nu terug naar de camping.

Glimlachend las Eddy het berichtje dat hij zojuist had ontvangen. Hij moest wel, hij kreeg hem niet uit zijn hoofd… Lieve dingen zei hij… In gedachten staarde hij voor zich uit.
Oké, nu weer normaal doen. Zijn vrienden zouden zich zo langzamerhand wel afvragen waar hij bleef. Nog een laatste blik op zijn foto en toen hees hij zich overeind.

***

In een rustig tempo fietste Remco terug naar Formerum. Hij zag Eddy weer voor zich zoals hij de loopbrug op liep. Hij had een beetje o-benen… sexy… En zoals hij op het dek naar hem lachte… Zo lief… Vanavond zou hij bellen. Was het maar vast zover…
Glimlachend keek hij voor zich uit. Waar zou hij wonen? Als het maar niet al te ver uit de buurt was, want hij wilde hem echt graag terugzien!
Hij grinnikte. Wim en zijn buurjongens zouden hem vast de oren van zijn kop vragen. Zou hij ze vertellen dat Eddy hem gekust had? Ach, waarom ook niet. Ze zouden alleen maar blij voor hem zijn, daar was hij van overtuigd.

“En?”, vroeg Wim ongeduldig toen Remco zijn fiets naast het tentje op de standaard zette.
Remco kon er niks aan doen, hij grijnsde van oor tot oor. “Ik heb hem gesproken”, lachte hij. “En hij heeft me gekust”, voegde hij er een beetje verlegen aan toe.
“Wow, Remco!”, riep zijn broer. Enthousiast klopte hij hem op zijn schouder “Goed man! Heb je je telefoonnummer gegeven?”
“Wat dacht jij dan?”, lachte Remco. “Natuurlijk! Hij belt me vanavond…”
“Leuk voor je!”, reageerde Jeffrey. “Weet je nou al waar hij woont?”
Remco schudde zijn hoofd. “De boot vertrok… Er was geen tijd meer.”
“Kan nooit zo ver zijn”, merkte Jorick op. “Zo groot is Nederland niet. Leuk man!”, voegde hij er nog aan toe.
“Wel jammer dat hij al weer naar huis is”, zuchtte Remco.
“Ach joh, over een paar dagen zijn wij ook weer thuis”, merkte Wim op. “Ga je hem toch opzoeken?”
Remco knikte glimlachend.

***

Bijna vijf uur nadat ze op Terschelling de boot op waren gegaan, namen Ton en Jan Willem, die het laatste stukje met de stadsbus verder gingen, op het station afscheid van de rest. De andere vier pakten de streekbus naar huis.
De hele terugreis al hield Hannah Eddy in de gaten. Hij hield zich wat afzijdig van de rest. Regelmatig haalde hij zijn telefoon uit zijn broekzak en tuurde naar het scherm. Zo nu en dan lachte hij. Hannah kon er geen hoogte van krijgen wat hij precies deed. Ze vroeg zich af of het iets met die jongen op de haven te maken had. Had Eddy die jongen nou echt gekust? Hoe meer ze erover nadacht, hoe meer ze ervan overtuigd raakte dat Eddy inderdaad wel eens homo zou kunnen zijn.
Toen Ton en Jan Willem hem gisteren op het terras van ‘de Rustende Jager’ hadden zitten plagen omdat hij nog steeds geen meisje had en hem gekscherend voor homo hadden uitgemaakt, had hij wel erg overdreven gereageerd door kwaad weg te fietsen en pas meer dan een uur later weer te verschijnen. En zaterdagmiddag op het strand, toen Ton hem aanspoorde een paar meiden aan te spreken, was hij ook al zo pissig geweest… Hij was gewoon tegen Ton uitgevallen! Terwijl Ton het toch alleen maar goed bedoelde… En dan ’s avonds in ‘The Big Apple’… Had hij eindelijk een leuk meisje om mee te dansen, liep hij weg toen ze wilde zoenen!

Peinzend keek ze haar buurjongen aan. Zou haar vermoeden kloppen? Waarom had hij anders die jongen op de haven gekust?
Hem er rechtstreeks naar vragen, wilde ze niet. Ze wilde hem niet ten overstaan van de rest in verlegenheid brengen. Straks, als ze bijna thuis waren, had ze nog tijd genoeg om hem alleen te spreken. André moest er bij de eerste halte in het dorp uit en Anika twee haltes verder. Dan kon ze er nog wel over beginnen.

“Eddy?”, vroeg Hannah aarzelend nadat Anika uitgestapt was. “Mag ik je wat vragen?”
Hij knikte.
“Die jongen op de haven, met wie jij stond te praten, wie was dat?”
Eddy schrok van de rechtstreekse vraag. Waarom vroeg ze dat? Zou ze dan toch gezien hebben dat hij hem kuste? Een straaltje zweet gleed langs zijn rug naar beneden.
“Je bedoelt die gast met dat rooie haar?”, vroeg hij, terwijl hij zijn best deed niet te laten merken hoe hij zich voelde.
Hannah keek hem onderzoekend aan. Waarom kwam hij met een tegenvraag? Alsof hij met nog meer jongens had staan praten… En dan die kus… Of had dat maar zo geleken omdat ze zo ver weg stond?
“Hm, hm…”, beaamde ze.
“Oh, dat was die jongen die me gisteren heeft geholpen toen ik een lekke band had”, verklaarde Eddy zo rustig mogelijk. Ondertussen bonkte zijn hart in zijn keel. Zou ze genoegen nemen met zijn antwoord? Hij durfde haar niet aan te kijken.

Hannah knikte en dacht na. Toch raar. Waarom was die jongen dan op de haven? Was dat toeval? En hoe zat dat dan met die kus? Je gaf iemand die je met een lekke band geholpen had toch niet zomaar een kus? Of had ze dat toch verkeerd gezien? En was het toeval dat diezelfde jongen bij ‘Frits Snacks’ was, toen Eddy zo’n rooie kop kreeg? Ze had hem zelfs nog plagend gevraagd of hij een leuke meid had gezien. Maar er was in geen velden of wegen een meisje te bekennen geweest. Alleen die jongen…

“Kuste jij die jongen nou?”, vroeg ze voorzichtig.
“Ik? Die jongen kussen? Gek!”, bracht hij verschrikt uit. Hij voelde het bloed naar zijn hoofd stijgen.
“Oh sorry, dat leek een beetje zo…”, verontschuldigde Hannah zich snel.
Eddy slikte een keer. Razendsnel overdacht hij de situatie. Misschien was het beter Hannah in vertrouwen te nemen. Zou ze haar mond kunnen houden? Hij twijfelde.
“Nee joh”, ging hij zo luchtig mogelijk verder. “We hebben een tijdje staan praten toen ik die lekke band had en het leek hem leuk elkaar in de vakantie een keer op te zoeken. Hij kwam zijn telefoonnummer langs brengen. Da’s alles.”
“Oh… oké…” Hannah draaide zich naar het raam en staarde naar buiten.
Opgelucht haalde Eddy adem. Ze had het geslikt! Bovendien wist ze nu dat Remco en hij elkaar een keer zouden opzoeken… Dat was goed, dan zou ze er niet raar van opkijken als hij langs zou komen. Kon ze ook niet per ongeluk haar mond voorbij praten. Langzaam kalmeerde hij een beetje.

“We moeten d’r uit.” Hannah stootte Eddy aan.
De bus reed de straat in waar ze beiden woonden. Nadat ze uitgestapt waren, gooide Eddy zijn rugzak over zijn schouder en wilde oversteken. Plotseling voelde hij Hannah’s hand op zijn arm.
“Als je ergens over wilt praten… Ik vertel het aan niemand”, zei ze zachtjes.
Heel even keken ze elkaar aan, toen wendde Eddy zijn blik af. “D’r is niks,” reageerde hij kortaf. Hij trok zijn arm los en liep naar de overkant.
Hannah haalde haar schouders op en liep hem achterna. “Doeg”, zei ze toen ze het tuinpad naar de voordeur van haar huis opliep.