Bij de buren bewegen opnieuw de gordijnen. Verbaasd kijkt de buurvrouw toe hoe Diede’s vriendin Eddy naar de auto helpt. Diede houdt het achterportier open. Als Eddy instapt, ziet ze dat zijn pols in het gips zit. Zou Eddy een ongeluk hebben gehad? Maar waarom neemt Diede hem dan mee? Ze snapt er niks van. Misschien moet ze morgen maar eens bij de buurvrouw op de koffie…
***
“Gelukkig”, zucht Eddy opgelucht als hij in de auto zit.
Diede kijkt hem vragend aan.
“Dat je me kwam halen”, verklaart hij.
Diede glimlacht. “Het komt wel goed, jongen”, zegt hij.
“Weet ik”, antwoordt Eddy. Hij nestelt zich op de achterbank en sluit zijn ogen.
Thuis stopt Diede hem in hun waterbed. Hij kruipt achter hem en slaat een arm om hem heen. Lepeltje lepeltje… Merel kruipt tegen hem aan. Zachtjes streelt ze hem. Eddy slaapt binnen tien tellen… Diede niet. Hij denkt na.
Hij is zich kapot geschrokken. Zijn drie jaar jongere broertje heeft serieus geprobeerd een einde aan zijn leven te maken. En hij voelt gewoon aan waarom… Om precies dezelfde reden als waarom hijzelf niet wist hoe snel hij het huis uit moest komen na zijn eindexamen.
Ze zijn in hetzelfde gezin opgegroeid. Hijzelf die overal vol tegenin ging en daardoor heel wat problemen had gehad. Uiteindelijk had het hem geen windeieren gelegd want hij leidde zijn leven nu al weer een paar jaar zoals hij dat wilde. En Eddy, die eigenlijk nooit problemen leek te hebben. Diede was vaak jaloers op hem geweest. Waar hij weerstand ondervond, leek Eddy simpel doorheen te rollen.
Maar nu… Nu weet hij dat niet meer zo zeker. Nu heeft hij toch heel sterk het gevoel dat Eddy misschien nog wel eens meer problemen heeft dan hijzelf… Diede trekt hem iets steviger tegen zich aan. Hij is en blijft zijn kleine broertje. Ook al hebben ze weinig gemeen, dit delen ze wel. Hij moet hem hier doorheen helpen, want hij is de enige die dat kan.
***
“Alles goed? ”, vroeg Hannah bezorgd toen ze Eddy met een gezicht als onweer aan zag komen lopen. De anderen hadden niet op hem willen wachten bij ‘de Rustende Jager’. Eddy wist de weg, hij zou vanzelf wel weer een keer opduiken, hadden ze gezegd. Ze wilden naar ‘The Big Apple’. Hannah voelde zich er niet prettig bij, Eddy was behoorlijk pissig geweest toen hij vertrok. Dus had ze besloten hem op de camping op te wachten.
“Nee”, bromde Eddy kortaf.
Hij besloot verder maar niks over de lekke band en de lift die hij van Remco had gekregen, te zeggen.
“Waar ben je geweest?”, vroeg Hannah verder, Eddy’s slechte humeur negerend. Ze snapte wel dat hij boos was. Ton was ook veel te ver gegaan. Wat maakte het nou uit dat Eddy geen meisje had? Alsof Ton zelf zoveel succes had… Ok, d’r waren wel een hoop meiden die om hem heen hingen, maar veel verder dan dansen en af en toe een zoen, kwam hij ook niet. Dus waarom hij Eddy nou zo zat te pesten… En dan Jan Willem. Die deed gewoon mee! Anika baalde er ook van, maar de jongens luisterden gewoon niet naar haar.
“Gaat je niks aan”, reageerde Eddy stuurs.
“Hé! Trek het je niet zo aan, man. Ze bedoelen het niet zo, hoor.”
Verbaasd keek Eddy haar aan. Waar had ze het over?
“Ton is gewoon een eikel”, voegde ze er aan toe.
Ineens schoot Eddy in de lach. Dat was waar ook! Hij was kwaad weggefietst omdat Ton hem had zitten pesten. Voor de zoveelste keer had hij zitten zeiken dat het tijd werd dat hij eens een lekker ‘kippetje’ zou pakken. En Jan Willem was hem bijgevallen. Ze hadden hem nog eens lekker ingewreven dat vanavond zijn laatste kans was… Toen hij zei dat hij daar helemaal geen behoefte aan had, had Ton hem gekscherend voor homo uitgemaakt.
“Ach joh, dat was ik allang weer vergeten”, grinnikte hij. “Ik heb de pest in vanwege een lekke band. Gelukkig stopte er iemand die me naar de camping wilde brengen, anders had ik dat hele eind moeten lopen”, flapte hij er ineens uit.
Er was geen woord van gelogen. Gelukkig maar, want liegen was niet zijn sterkste punt. Meestal versprak hij zich uiteindelijk toch waardoor hij bijna altijd door de mand viel. Als het even kon, vermeed hij leugentjes liever. Oké, hier en daar wat dingen weglaten, daar kwam hij vaak niet onderuit… Maar dat was toch geen liegen, ofwel soms?
“Gelukkig maar”, reageerde Hannah.
“Waar is de rest eigenlijk?”, vroeg Eddy, om zich heen kijkend.
“Die zijn al naar ‘The Big Apple’. Ga je mee?”
Echt veel zin had hij niet, weer een hele avond dat gezeik van Ton aan moeten horen. Maar goed, wat moest hij anders? Hij kon maar beter net doen alsof er niks aan de hand was.
“Tuurlijk. Leuk toch? Ga ik me maar even klaarmaken dan”, reageerde hij, gemaakt vrolijk. Hij dook de tent in om zijn toiletspullen en een handdoek te pakken.
Een half uur later liep Eddy, samen met Hannah, ‘The Big Apple’ binnen. Het was er druk en lawaaierig. Er draaide een dj en er werd gedanst. Hannah wenkte hem mee te komen. Achterin had ze de andere vier gespot.
“Hey, Eddy!” Ton klopte hem hard op zijn rug. “Je bent toch niet meer boos, hè? Ik zat maar een beetje te geinen, man.”
“Is al goed, man. Ik weet niet wat ik had. Sorry.”
“Mooi, dan zal ik het goed met je maken. Ik bezorg jou vanavond een leuke meid, oké? De laatste avond, dan moet jij toch ook een keertje scoren.”
“Ja, kom op, Eddy”, deed Jan Willem een duit in het zakje. “Ik ga me nog schuldig voelen omdat ik Anika heb.” Hij sloeg zijn arm bezitterig om Anika heen en trok haar tegen zich aan. “Dat wil je me toch niet aan doen, hè?”
Eddy zuchtte diep. Hier zat hij nou helemaal niet op te wachten! Konden ze hem niet gewoon met rust laten? Ongemakkelijk keek hij Ton en Jan Willem aan.
“Laat hem toch”, probeerde André de twee andere jongens te stoppen. Hij had wel in de gaten dat zijn vriend zich, net als eerder die avond, niet op z’n gemak voelde. Weliswaar bedoelden Ton en Jan Willem er niks verkeerds mee, Eddy vond het duidelijk niet leuk.
“Ach man, hou toch eens op. Eddy is toch geen kleuter? Hij moet er maar een keer aan geloven, hoor”, ketste Ton terug. “Hij kan toch niet eeuwig maagd blijven?”
Eddy kon wel door de grond zakken! Waarom deden ze nou zo? Hij vroeg toch nergens om?
“Ton,” kwam Anika ineens scherp uit de hoek, “laat hem eens gewoon zelf bepalen wat hij wil. Als hij er geen zin in heeft om een wildvreemde meid te versieren, moet hij dat toch zelf weten? Dat jij dat leuk vindt, betekent toch niet dat Eddy dat ook wil?”
Dankbaar keek Eddy Anika aan. “Precies”, zei hij. “Ik zie niks in dat losse gefladder. Da’s niks voor mij.”
“Je weet niet wat je mist, man”, merkte Ton nog op. Maar daarna hield hij verder zijn mond.
De twee stelletjes begaven zich al snel op de dansvloer en Ton ging op jacht. Binnen de kortste keren had hij twee meiden op sleeptouw.
Eddy trok zich terug in een rustig hoekje. Gisteravond had hij het in ‘The Big Apple’ zo leuk gevonden. Tot die meid hem wilde zoenen dan… De hele avond had hij aan Remco gedacht, hoewel hij toen nog niet eens wist dat hij zo heette. Een glimlach verscheen op zijn gezicht. Nu wist hij dat wel! Maar ja, wat schoot hij ermee op? Morgen gingen ze weer naar huis. Waarom had hij nou niet gewoon gezegd dat hij hem leuk vond? Misschien hadden ze dan nog wat tijd samen door kunnen brengen. Wie weet, wat er dan nog allemaal had kunnen gebeuren… Hij zuchtte. Hij had het helemaal verkeerd aangepakt. Ineens had hij helemaal geen zin meer om in ‘The Big Apple’ te blijven.
“Ik ga naar de tent”, schreeuwde Eddy in André’s oor. Hij had zijn vriend op de dansvloer gespot en zich tussen de dansende menigte door zijn kant op weten te manoeuvreren. “Koppijn…”, verklaarde hij.
André knikte en richtte zich tot Hannah. Hij schreeuwde iets in haar oor, probeerde de muziek te overstemmen.
“Waarom blijf je niet nog even?”, schreeuwde Hannah tegen Eddy. “Het is net zo gezellig.”
“Ik ben moe… hoofdpijn”, schreeuwde Eddy terug. “Geeft niet hoor. Ik ga gewoon slapen.”
Hannah knikte. “Ok, dan zien we je morgen wel weer.”
Niet goed wetend wat te doen, liep Eddy naar buiten. Eigenlijk wilde hij maar één ding… Remco zeggen dat hij hem leuk vond. Maar daarvoor was het te laat. En het ergste was, het was zijn eigen stomme schuld!
Verdrietig liep hij terug naar de tent en kroop in zijn slaapzak. Zuchtend trok hij zijn telefoon tevoorschijn, zocht Remco’s foto op en drukte een kus op het scherm.
***
“Jij bent echt gek man.” Jeffrey stootte Remco aan.
“Ja, kom op joh… Je kan hem toch op z’n minst uitzwaaien?”, deed ook zijn broertje een duit in het zakje.
Tijdens het ontbijt had Remco verteld wat er de vorige avond was gebeurd. Zoals hij al verwacht had, hadden ze hem volledig voor gek verklaard omdat hij deze kans had laten lopen. Alledrie waren ze er, vooral omdat Remco gisteravond niet op kwam dagen, vanuit gegaan dat hij ergens in de duinen met die jongen lag te zoenen. Stomverbaasd hadden ze hem dan ook aangekeken toen hij vertelde dat er helemaal niks gebeurd was. Oké, hij wist nu zijn naam en dat hij vandaag al weer naar huis ging… Maar dat was dan ook alles.
“Ach jongens, wat heeft het voor zin? Ik zie hem toch nooit meer terug”, zuchtte Remco.
“Doe eens niet zo achterlijk man. Geef hem gewoon je telefoonnummer. Als hij je leuk vindt, kan hij je in ieder geval een keer bellen”, moedigde Jeffrey hem aan.
“Ja, ga gewoon naar de haven. Kan je altijd nog zien of je hem wel of niet aanspreekt”, stelde Jorick nuchter voor.
Aarzelend keek Remco zijn vrienden aan. “Denken jullie echt dat ik dat moet doen?” Als hij eerlijk was, wilde hij niks liever. Het voelde alleen zo zinloos.
Knikkende hoofden.
“Ga nou maar, idioot.” Zijn broertje duwde hem praktisch naar zijn fiets. “Opschieten, anders is de boot al weg. Hup, op je fiets jij”, lachte hij.
“Hier…” Jeffrey duwde hem een stukje papier in zijn hand. “Staat je telefoonnummer op. Zorg nou maar dat hij dat krijgt. Kun je jezelf in ieder geval nooit verwijten dat je het niet hebt geprobeerd.” Hij klopte zijn vriend op zijn schouder. “Zet hem op jongen!”
***
De bus was laat. Gelukkig hadden ze genoeg tijd voor de boot vertrok. Druk pratend zochten ze een plekje achterin. Eddy liet zich met een diepe zucht naast het raam zakken. In gedachten staarde hij voor zich uit. Hij hoorde niks van waar zijn vrienden het over hadden. Hoe had hij gisteravond nou zo stom kunnen zijn? Hij had hem toch wel kunnen vragen waar hij woonde? En waarom had hij niet gewoon gezegd dat hij hem leuk vond? Wat had hij te verliezen? Maar in plaats daarvan stond hij met z’n mond vol tanden en liet hij hem gewoon weg fietsen. Hoe stom kun je zijn! Hij kon zich wel voor zijn kop slaan.
“Hé, dromer”, stootte André hem aan. “Waar zit jij met je gedachten?”
“Oh, niks… Ik vind het gewoon jammer dat het al weer voorbij is”, zuchtte Eddy. “Dat we vanavond al weer thuis zijn.”
André knikte. Zelf vond hij het niet zo erg om naar huis te gaan, maar hij begreep Eddy wel. Voor Eddy waren deze vier dagen dit jaar de enige vakantie.
Hijzelf vertrok vrijdag, samen met Hannah en haar ouders, voor vier weken naar Italië en daar had hij best zin in. Het zou de eerste keer zijn dat ze samen op vakantie gingen. Oké, haar ouders waren er natuurlijk ook bij, maar toch…
“Waarom ga jij eigenlijk niet met je ouders mee?” vroeg André.
Het had hem verbaasd toen Eddy vertelde dat hij alleen thuis zou blijven als zijn ouders naar Londen gingen. Voor zover hem bekend, was Eddy ooit één keer samen met zijn broer alleen thuis gebleven toen zijn ouders een weekendje weg waren en dat was niet goed afgelopen. Tijdens het halen van een frietje waren ze met de sturen van hun fiets in elkaar gekomen en gevallen. Diede had zijn pols gebroken. Zijn vader was woest geweest toen ze weer thuis waren. Sindsdien was alleen thuisblijven geen optie. En nu mocht Eddy ineens een hele week alleen blijven. Stiekem was hij best nieuwsgierig hoe hij dat voor elkaar had gekregen, want allemaal wisten ze dat Eddy’s vader niet bepaald de gemakkelijkste was.
“Ben jij wel helemaal lekker? Ik moet er niet aan denken!”, reageerde Eddy verbolgen. “Ik ga echt niet een hele week met mijn ouders in Londen zitten, hoor. Zie je mij al? Museum in, museum uit… En dan een beetje stom naar de wisseling van de wacht gaan staan kijken? Hou op zeg, ik blijf liever thuis.”
André schoot in de lach. “Tja, als je het zo zegt… Misschien kan je Ton eens opzoeken. Hij gaat ook nergens heen.”
“Jou mankeert echt wat, hè?”, reageerde Eddy zuchtend. “Ik moet Ton niet zo, dat weet je toch wel? Ik schaam me kapot voor hem. Zoals hij achter de meiden aan zit… En dan de manier waarop hij over hen praat! Nee, sorry, daar heb ik echt geen zin in. Ik snap gewoon niet waarom Jan Willem het zo goed met hem kan vinden.”
“Ach, Ton bedoelt het niet verkeerd”, grinnikte André. “Hij is gewoon een beetje wanhopig.”
“Moet hij vooral zo doen”, bromde Eddy. “Nee, ik vermaak me wel alleen. Heerlijk rustig, zonder m’n ouders. Geen gezeik aan m’n kop, lekker uitslapen, beetje gamen…”
Hij glimlachte. Lekker fantaseren over Remco… Misschien moest hij maar eens serieus op zoek naar een leuke vriend. Iemand zoals Remco… Binnenkort ging hij toch op kamers. Dromerig staarde hij naar buiten.
Plotseling schoot hij rechtop. In de verte kwam een jongen aanfietsen. Was dat Remco? Zo van een afstand leek hij er wel op… Onmiddellijk bonkte zijn hart in zijn keel. Gespannen hield hij zijn blik gericht op de fietsende jongen. Maar het was te ver weg om het goed te kunnen zien. Terwijl de bus wegreed, liet hij zich zuchtend weer achterover vallen.