“Hé mam!”, roept Hannah enthousiast als ze haar telefoon opneemt. “Hoe is het?”
Het blijft stil.
“Mam? Hallo? Ben je er nog?”
“Ben je thuis?”, hoort Hannah haar moeder plotseling vragen.
“Eh… nee. André en ik zitten op een terrasje te lunchen. Hoezo? Wou je langskomen?” Ze kijkt haar vriend aan en trekt vragend haar wenkbrauwen op.
André haalt zijn schouders op. “Niet te vroeg”, fluistert hij, terwijl hij nog een kop koffie inschenkt.
Hannah knikt.
“Ik moet je wat vertellen”, begint haar moeder met trillende stem.
“Hoezo? Wat is er dan?”, wil Hannah, ineens ongerust door de toon van haar moeder’s stem, weten.
Weer blijft het stil.
“Kom op, mam, laat me niet zo in spanning zitten”, dringt Hannah aan.
Niet begrijpend kijkt André haar aan. Hannah schudt haar hoofd.
“Die jongen, die Eddy op Terschelling heeft leren kennen, ken jij die?”, vraagt haar moeder onverwacht.
“Huh? Waar heb je het over?”, reageert Hannah verbaasd. “Welke jongen?” Ze graaft in haar geheugen. Ineens gaat haar een lichtje op.
“Wat zegt ze?”, fluistert André. “Is er iets met een jongen die wij kennen?”
Hannah gebaart hem stil te zijn. ” Bedoel je die jongen met dat rooie haar?” vraagt ze haar moeder.
“Ja die… Ken jij die?”
“Eh… niet echt”, antwoordt Hannah, niet goed begrijpend welke kant haar moeder op wil. “Waarom vraag je dat?”
André zit inmiddels op het puntje van zijn stoel aandachtig te luisteren.
“Wist jij dat Eddy bevriend is met die jongen?”, gaat haar moeder verder, zonder een antwoord op haar vraag te geven.
“Bevriend? Niet dat ik weet. Hij zei wel dat ze elkaar nog een keer op zouden zoeken, maar ik heb hem nooit meer gezien”, antwoordt Hannah naar waarheid. “Hoezo? Is er iets met die jongen?”
Marieke zucht diep. “Nee,” begint ze dapper, “niet met die jongen. Met Eddy…”
“Met Eddy?”, herhaalt Hannah geschrokken. “Wat is er met Eddy, mam? En wat heeft die jongen daarmee te maken? Is alles goed met Eddy?” Bezorgd zoekt ze oogcontact met haar vriend.
“Rustig, schat”, fluistert André. “Laat haar eerst eens vertellen wat er aan de hand is voor je helemaal in de stress schiet.”
“Stil, anders kan ik niet horen wat ze zegt”, sist Hannah André toe. “Wat zeg je, mam?”, richt ze zich weer tot haar moeder.
André houdt haar gespannen in de gaten. Langzaam ziet hij de kleur uit haar gezicht verdwijnen. In een opwelling pakt hij haar hand vast en streelt haar troostend.
“Oh my God…”, stamelt Hannah fluisterend als haar moeder uitgepraat is. Lijkbleek staart ze haar vriend aan.
“Hannah, wat is er?”, vraagt André op indringende toon.
Met trillende handen legt zijn vriendin haar telefoon op tafel. Verslagen staart ze hem aan.
“Hannah! Hé! Zeg es wat!” André schudt aan haar arm.
“Huh? Oh…eh… Jemig”, stamelt ze. Ze slikt een paar keer. “Eddy”, brengt ze met moeite uit. “Hij heeft een zelfmoordpoging gedaan…”
“Wat???”, Verbijsterd spert André zijn ogen open. “Is hij oké?”, hijgt hij geschrokken.
Hannah knikt. “Gelukkig wel. Hij zit bij zijn broer.”
“Bij zijn broer? Wat moet hij nou bij zijn broer?” Niet begrijpend kijkt André haar aan.
Zo goed en zo kwaad als het gaat, vertelt Hannah hem wat haar moeder gezegd heeft.
“Maar hoe weet jij dan wie dat is?”, reageert André verbaasd nadat Hannah uit de doeken heeft gedaan dat Eddy’s ouders denken dat hij door die jongen van Terschelling in de problemen is geraakt.
“Niet wie hij is, maar ik heb hem wel een paar keer gezien.” Ze aarzelt even. Zal ze hem vertellen wat ze denkt? Als het er iets mee te maken heeft, kan Eddy de steun van zijn vrienden vast wel gebruiken. Ze haalt een keer diep adem en gaat verder. “De dag dat wij weer naar huis gingen, was die jongen op de haven. Eddy zei dat die jongen hem de dag ervoor geholpen had met zijn lekke band en dat hij zijn telefoonnummer kwam brengen zodat ze elkaar een keer konden opzoeken.”
“Ja?” André kijkt haar vragend aan.
“Volgens mij kuste Eddy die jongen”, antwoordt ze zachtjes.
“Wat zeg je?”
“Volgens mij kuste Eddy die jongen”, herhaalt Hannah iets luider.
“Ja, dat hoor ik wel”, reageert André geïrriteerd. “Ik bedoel, wil jij zeggen dat Eddy… dat hij…?”
Langzaam knikt Hannah.
“Oh fuck, Hannah… Echt waar? Zijn vader vermoordt hem!”
Zwijgend kijken ze elkaar aan.
“Ik wil naar hem toe”, zegt Hannah plotseling.
André knikt. “Mogen we afrekenen?”, wenkt hij de ober die net het terras opkomt.
“Zo”, zegt Diede als hij de weekendtas met Eddy’s kleren op de grond zet, “alles is schoon. Morgen nog een lik verf op de muur en dan zie je er niks meer van.”
“Heb je m’n telefoon meegenomen?”, wil Eddy weten.
“Hier!” Diede vist het toestel uit zijn broekzak. “D’r heeft ene Ton voor je gebeld.”
Eddy verschiet van kleur. “Ton?”, hakkelt hij. “Wat zei hij?” Gespannen tuurt hij naar zijn broer.
“Hij wilde weten waar je bent en waarom niemand hem zegt wat er aan de hand is. Hij klonk ongerust Eddy, misschien moet je hem maar even bellen”, stelt zijn broer voor.
“Ik stuur wel een sms’je”, reageert Eddy snel. “Wat moet ik anders zeggen?”
Al een paar dagen heeft hij hier over nagedacht. Wat moet hij tegen Remco zeggen? Wat moet hij überhaupt met Remco? Zijn vader breekt hem zijn beide benen als hij hem nu nog zou blijven zien. Hij heeft al genoeg gedonder zo. Nee, hoe moeilijk het ook is, het kan gewoon niet, het veroorzaakt alleen maar problemen.
Hij zucht en begint te typen…
***
Het was rustig op de weg, op zich ook niet vreemd, het was al bijna middernacht. Eigenlijk had hij veel eerder moeten vertrekken, want morgenochtend liep zijn wekker weer gewoon om zeven uur af, dan moest hij weer werken. Maar ja, hij had het niet voor elkaar kunnen krijgen eerder weg te gaan, hij wilde gewoon zo lang mogelijk bij Eddy blijven. Hij was zo lief… Dromerig staarde Remco voor zich uit. Nog maar drie dagen, dan zou hij weer bij hem zijn…
De vijf dagen samen waren voorbij gevlogen. Behalve zwemmen en lekker van de zon en elkaar genieten bij het meertje, had hij Eddy ook een stuk beter leren kennen. Hij was veel bedachtzamer en meegaander dan hijzelf. Hij was gewend zelf beslissingen te nemen, Eddy niet. Eddy moest alles overleggen en als zijn vader het niet goed vond, dan gebeurde het niet. Geen wonder dat hij zijn vader niet durfde te vertellen dat hij een vriend had, want als hij het niet goed vond, konden ze het verder wel schudden. Wel jammer dat Eddy het niet aandurfde rechtstreeks tegen zijn vader in te gaan zoals zijn broer altijd had gedaan, maar goed, hij begreep het wel. Waarom zou hij nu nog een fikse ruzie met zijn vader riskeren? Nog maar anderhalve week, dan verhuisde hij naar een studentenflat, dan kon hij doen en laten wat hij wilde.
Over anderhalve week woonde Eddy ineens ook een stuk dichterbij, dan was het veel makkelijker om elkaar te zien. Dan kon hij zelfs bij hem blijven slapen als hij de dag erna moest werken, want Eddy’s flatje was maar een half uurtje rijden bij zijn werk vandaan.
Hij had Eddy gevraagd wanneer hij zijn rijbewijs ging halen, want dan zou hij ’s avonds ook eens bij hem kunnen komen. Eddy was in de lach geschoten, had hem grinnikend verteld dat dat nog wel een paar jaar kon duren. Niet begrijpend had hij hen aangekeken. “Hoezo?”, had hij gevraagd.
“Mijn vader vindt het onzin dat ik m’n rijbewijs haal”, had Eddy geantwoord. “Hij vindt het niet nodig zolang ik studeer. Ik heb dan toch een OV studentenkaart? Bovendien, waar zou ik het geld voor een autootje vandaan moeten halen?”
Eddy had hem spottend aangekeken. “Zo redeneert hij altijd. Hij vraagt mij niet waarom ik iets wil, hij vult zelf in waarom het onzin is. Zo simpel is het.”
“Maar dan zoek je toch een baantje”, had hij Eddy voorgesteld.
Daarop was Eddy in de lach geschoten. “Een baantje? Mijn vader doet me wat! Studeren en werken gaat niet samen, vindt hij. Werken leidt af en zorgt er alleen maar voor dat ik minder tijd aan mijn studie kan besteden. En dat allemaal voor een auto die ik niet nodig heb!”
Hoofdschuddend had hij Eddy aangekeken. “Die vader van jou geeft je niet echt veel ruimte, is het wel?”, had hij opgemerkt.
“Tja,” had Eddy geantwoord, “het is niet anders. Ik heb me er jaren geleden al bij neergelegd. Zelfs Diede kon onmogelijk van hem winnen en ik heb geen zin in ruzie om alles. Dan haal ik mijn rijbewijs liever als ik klaar ben met mijn studie.”
Nonchalant had Eddy zijn schouders opgehaald, alsof het hem weinig uitmaakte. “Ergens heeft hij ook wel gelijk, hoor. Ik heb een OV studentenkaart dus wat moet ik dan met een auto? En het is natuurlijk ook hartstikke duur, waarom zou ik dan een auto nodig hebben?”, had hij er aan toe gevoegd.
Hij kon zich maar moeilijk voorstellen dat Eddy het echt geen probleem vond dat zijn vader hem zo kort hield, maar goed, Eddy was het blijkbaar gewend. Toch bleef hij het vreemd vinden dat Eddy alles wat zijn vader wilde, zonder tegenstribbelen, deed, alleen maar omdat hij hem niet wilde teleurstellen.
Gelukkig waren zijn eigen ouders in dat soort dingen heel anders, die vonden het prima toen hij vertelde dat hij na de HAVO wilde gaan werken.
Hij grinnikte. Toch deed Eddy niet alles wat zijn vader wilde, want ondanks dat Eddy wist dat zijn vader het nooit goed zou vinden dat hij een vriend had, had hij die mooi wel! Oké, hij durfde het hem dan wel niet recht in zijn gezicht te zeggen, maar toch… Eddy had hem wel gewoon gevraagd bijna een hele week bij hem te logeren zonder dat zijn vader dat wist!
Zou Eddy dat vaker doen? Achter zijn vader’s rug om zijn eigen gang gaan? Of was dit de eerste keer? De indruk die hij van Eddy had, was dat hij tot nu toe altijd keurig had gedaan wat zijn vader wilde. Om problemen te voorkomen, omdat hij geen zin had in ruzie. Omdat hij niet net zo’n teleurstelling voor zijn vader wilde zijn als zijn broer…
Ineens drong tot hem door wat dat betekende. Eddy loog zijn vader voor om hem te kunnen zien! Aan de ene kant streelde dat zijn ego, maar aan de andere kant voelde het verkeerd, wilde hij niet dat Eddy door hem ging liegen.
Hij dacht terug aan wat zijn moeder had gezegd toen hij thuis verteld had dat hij bij Eddy ging logeren. Ze had gelijk, dit was niet goed. Hij nam zich voor het er zondag met Eddy over te hebben. Eigenlijk was het toch ook idioot? Eddy kon toch niet zijn hele leven naar de pijpen van zijn vader blijven dansen, alleen maar omdat hij hem niet wilde teleurstellen? Hij moest Eddy overtuigen eerlijk te blijven. Zo erg kon het toch niet zijn?
Nu hij er zo over nadacht, had hij het gevoel dat Eddy zich er zelf ook niet echt goed bij voelde. Het was begonnen die eerste avond toen zijn moeder gebeld had. Op de bank in de kamer hadden ze elkaar uitgekleed, langzaam, nieuwsgierig… Voorzichtig hadden ze elkaar gestreeld en gekust. Jezus, wat was dat fijn geweest! Maar toen ging Eddy’s telefoon…
Remco’s gezicht betrok. Sinds dat gesprek was Eddy anders. Het leek wel alsof hij zich betrapt voelde, maar dat sloeg natuurlijk nergens op. Zijn moeder was alleen maar benieuwd geweest of ze het samen leuk hadden. Nu hij er zo eens over nadacht, vond hij het eigenlijk best vreemd dat Eddy, sinds dat gesprek, thuis zo terughoudend was terwijl hij daar buitenshuis geen last van had. Zoals bij het meertje, daar waren ze elke middag naartoe gegaan. Ongestoord hadden ze er in hun nakie gezwommen en heerlijk van elkaar genoten. Ja, daar bij het meertje had Eddy zich op zijn gemak gevoeld, daar was hij vrij en ongeremd geweest. Heel anders dan bij hem thuis. Thuis wilde Eddy wel hangen op de bank voor de TV of samen een computerspelletje spelen, maar zodra hij wat verder wilde gaan, hield hij de boot af. Behalve dan als ze naar bed gingen, dan vond hij het wel weer oké.
Remco schudde zijn hoofd. Niet teveel over nadenken, nog anderhalve week, dan verhuisde Eddy naar een studentenflat, dan kraaide er geen haan meer naar wat ze deden.
***
Eddy kon de slaap niet vatten. Telkens weer dwaalden zijn gedachten af naar Remco. Glimlachend trok hij het kussen waar Remco op had gelegen naar zich toe, drukte er zijn neus in en snoof zijn geur, die nog vaag in het kussen hing, op. Hij sloot zijn ogen en zag Remco’s naakte lichaam weer voor zich. Overal sproetjes. Grappige, lieve, kleine sproetjes. Hij had er lijntjes tussen getrokken, net zoals vroeger, met van die cijfertjes die samen een tekening vormden als ze met elkaar verbonden werden.
Zuchtend trok hij het kussen nog dichter tegen zich aan. Waarom kon hij thuis nou niet gewoon zeggen dat hij verliefd was op Remco? Waarom moest hij er zo stiekem over doen? Zou hij toch zijn moeder in vertrouwen nemen? Zou ze hem steunen? Hij twijfelde. Als zijn vader argwaan kreeg, plaatste hij haar natuurlijk wel in een lastige positie. Hij kon toch niet van haar verwachten dat ze voor hem zou liegen? Dat ging wel erg ver… Nee, hij kon het beter nog even voor zich houden, het was nog maar anderhalve week. Bovendien, Remco begreep het intussen wel. Hij had inmiddels wel door dat zijn vader alles op alles zou zetten om het onmogelijk te maken elkaar nog te zien. Zijn vader was in staat hem alsnog te verbieden op kamers te gaan en dan kon hij het verder helemaal wel schudden. Dan zat er weinig anders op dan te doen wat zijn vader van hem verwachtte en daar hoorde verkering met Remco beslist niet bij. Nee, dan was het maar beter was om niks te zeggen. In ieder geval niet zolang hij nog thuis woonde. Nog een paar dagen, dan zouden we elkaar weer zien. En dan nog een week, dan was hij vrij…