11 februari 2021

Weekendje Wadden – 22

Alfons… Terwijl Lea de kamer inloopt, betrekt haar gezicht. Plotseling komt de herinnering terug aan hoe hij gereageerd had toen Peter, één van Diede’s vrienden homo bleek te zijn. Het huis was te klein geweest! Vooral toen Diede, tegen zijn vaders wil in, bij die jongen was blijven slapen. Alfons had hem uitgescholden. “Waar je mee omgaat, word je mee besmet!”, had hij geschreeuwd. Hij had hem voor de voeten geworpen dat zijn vriend een nietsnut was, een klaploper die maar op één ding uit was.
Diede was laaiend geweest op zijn vader, hij had hem recht in zijn gezicht gezegd dat hij niet bepaalde met wie hij omging, dat hij dat heel goed zelf kon. Het had hem een een verdraaide arm en een flinke blauwe plek op zijn billen opgeleverd, maar Diede vertikte het om te luisteren. In plaats van het contact met zijn vriend te verbreken, zocht hij hem, tot grote ergernis van zijn vader, juist vaker op. Nee, Alfons had duidelijk laten merken dat hij het maar niks vond dat zijn oudste zoon met een homo omging.
Alfons mocht die jongen sowieso al niet, hij hoorde bij het vriendengroepje waar Diede sinds zijn veertiende deel van uitmaakte. Het groepje jongens dat volgens Alfons de oorzaak was dat Diede er op school met de pet naar gooide omdat ze liever op het crossveldje rondhingen in plaats van huiswerk te maken. Dus toen hij ook nog homo bleek te zijn, was hij helemaal klaar met hem!

Peinzend staart ze naar Diede’s foto op de schoorsteenmantel. Waarom was die jongen toch altijd zo dwars? Als hij wat meer rekening met zijn vader had gehouden, was de boel nooit zo geëscaleerd, dan had hij de afgelopen jaren gewoon thuis kunnen komen.
Liefdevol streelt ze met haar duim over de foto. Zal ze hem bellen? Even vragen hoe het nu met Eddy is. Alfons is er toch niet en dan kan ze hem meteen vragen of Eddy iets over Remco heeft gezegd. Misschien kan ze Diede wel vertellen wat ze denkt en kan hij er Eddy eens voorzichtig naar vragen.

Haar gezicht klaart op, dat is een goed idee! Als Diede met Eddy praat, kan zij Alfons, als hij straks thuiskomt, eens voorzichtig polsen. Misschien dat Alfons een stuk milder is als het zijn eigen zoon betreft in plaats van een vriend van Diede. Per slot van rekening heeft hij nooit veel op Eddy’s gedrag aan te merken gehad.
Hoewel… Donderdagavond was hij behoorlijk kwaad op hem geweest! De ontdekking dat Eddy nooit bij Ton was geweest maar Remco op had gezocht, had hem laaiend gemaakt. En dat was niet de eerste keer de afgelopen tijd. Ze herinnert zich de avond dat hij de bus had gemist en een uur te laat thuis was gekomen. En de keer dat Alfons hem op had gedragen steentjes van het gazon te halen omdat hij gras wilde maaien en Eddy zich er vanaf had gemaakt… Alfons had hem verweten dat hij zijn broer achterna ging, hij had hem voor zijn voeten geworpen dat hij al net zo onbetrouwbaar begon te worden. En dan nu de ontdekking dat hij hen al maanden had voorgelogen over waar hij was geweest… Dat deed Eddy’s zaak beslist geen goed!

Aan de andere kant, Alfons was zich donderdagavond, net als zijzelf, kapot geschrokken van het telefoontje van het ziekenhuis. Lijkbleek was hij, met zijn hoofd in zijn handen, op de bank ineen gezakt. Zo had ze haar man nog nooit meegemaakt. Ze had hem bijna moeten dwingen mee naar het ziekenhuis te gaan. Normaal gesproken nam hij de leiding, niet zij, maar deze keer was zij de sterkste van hun tweeën geweest.
Gelukkig was Alfons snel rustiger geworden nadat hij Eddy, terwijl zijzelf op de gang nog met één van de artsen stond te praten, had gesproken. Raar eigenlijk, want Eddy had niks losgelaten over wat er nou precies gebeurd was.
Zou zijn zelfmoordpoging met Remco te maken hebben? Hield hij daarom zo angstvallig zijn mond? Omdat hij bang was voor de reactie van zijn vader als die erachter zou komen dat hij verliefd op Remco was?

Lea zucht diep. Misschien is het toch maar beter dat ze zich er niet mee bemoeit. Wat als Eddy’s angst niet onterecht blijkt te zijn? Wat als Alfons Eddy straks ook niet meer wil zien? Dan is ze haar beide zoons kwijt… Dat nooit!

Eddy had het toch wel heel slim gespeeld. Eerst zeggen dat hij naar Ton ging… Natuurlijk zocht ze daar niks achter, ze had het hem per slot van rekening zelf voorgesteld! En dan net doen alsof hij een vriendin had omdat zij had laten merken dat ze dacht dat hij verliefd was… Ze had hem de smoesjes praktisch in de schoot geworpen!
Plotseling schiet ze in de lach. Dan was het natuurlijk ook Remco geweest die bij hem was geweest toen Alfons en zij in Londen zaten! Die Eddy toch…

***

Remco lag met zijn rug naar hem toe. Leunend op zijn elleboog keek Eddy verliefd op hem neer en streelde zijn blote schouder. Gisteravond hadden ze voor het eerst echt met elkaar gevreeën. Het was gewoon perfect geweest! Remco was zo lief… en zo lekker… Hij had zijn ogen niet van hem af kunnen houden. Zo schattig, al die kleine sproeten over zijn hele lijf, zelfs op zijn piemel had hij sproeten!
Voorzichtig, hij wilde hem niet wakker maken, drukte hij een kus op Remco’s schouder en maakte aanstalten om op te staan.
Remco kreunde, stak zijn hand naar achteren en trok Eddy terug. “Niet weggaan”, mompelde hij zachtjes.
“Ik ga alleen maar een pot koffie maken, ben zo weer terug”, fluisterde Eddy. Hij zwaaide zijn benen over de rand van het bed en ging zitten.
Remco draaide zich om, kroop naar hem toe en gaf hem een kus op zijn rug. Zachtjes streelde hij met een vinger langs zijn heup. “Neem je ook broodjes mee? Ik lust wel wat…”
“Nog meer wensen, meneer? Eitje misschien?” Eddy lachte.
“Nou, daar zeg ik geen ‘nee’ tegen”, grijnsde Remco.
“Gekookt of gebakken?”
“Wat doe jij?”
“Roerei met spek.”
“Doe mij ook maar”, grinnikte Remco. “Moet ik helpen?” Hij wachtte Eddy’s reactie niet af, maar kwam meteen overeind.

“Wat gaan we doen vandaag?” Remco schepte een flinke lepel roerei uit de koekenpan en verdeelde het over zijn vers geroosterde broodje.
Glimlachend volgde Eddy zijn bewegingen. “Ik zat te denken,” antwoordde hij op geheimzinnige toon, “misschien kunnen we wel gaan zwemmen. Het is mooi weer, dus…”
Remco zuchtte theatraal. “Wat verwacht je nou van mij? Dat ik me de hele middag in hou?”
“Huh?” Niet begrijpend staarde Eddy hem aan.
“Je denkt toch niet dat ik van je af kan blijven als je de hele middag in zwembroek rondhuppelt?”, grijnsde Remco.
“Zwembroek? Wie heeft het hier over een zwembroek?” pareerde Eddy Remco’s opmerking met een ondeugende twinkeling in zijn ogen. “Ik zwem altijd naakt.”
“Owh!”, stootte Remco uit. “Dat meen je niet?”
“Jawel hoor, ik weet een plekje waar we geen zwembroek nodig hebben”, ging Eddy verder alsof naaktzwemmen de normaalste zaak van de wereld was.
“Oh my God… waar?”, wilde Remco onmiddellijk weten.
“Klein meertje, hier vlakbij. Komt nooit iemand. Met de auto kun je er niet eens komen.”
“En daar ga jij wel vaker naartoe? Om in je nakie te zwemmen?” Remco keek hem verbaasd aan. Hij was thuis best wel wat gewend, maar naakt zwemmen, dat had hij nog nooit gedaan.
“Soms… Ik kom er wel eens met Beau en Cindy. Eerst een stukje fietsen, dat vinden ze prachtig. Lekker achter me aan rennen en dan bij het meertje zwemmen.” Eddy grinnikte. “Cindy zit er altijd achter de ganzen aan. Dat moet je zien, man! Dan stuift ze heel stoer het water in, maar zodra er eentje haar kant op komt, weet ze niet hoe snel ze naar de kant moet komen!”
“En daar kun je naakt zwemmen?”, negeerde Remco Eddy’s verhaal over de honden.
Eddy haalde zijn schouders op. “Tja, d’r komt nooit niemand, dus waarom niet?”, lachte hij. “Maakt toch niet uit? We hebben elkaar toch al naakt gezien.” Hij keek Remco uitdagend aan.
Langzaam verschenen er pretlichtjes in Remco’s ogen. “Oké, doen we”, hakte hij de knoop door.

“Waarom ben jij eigenlijk niet gaan studeren?” vroeg Eddy. Hij lag met zijn hoofd op Remco’s borst en draaide met een vinger kringetjes op Remco’s buik. Af en toe tikte hij plagend tegen het topje van Remco’s eikel, die, telkens als hij dat deed, een stukje opwipte. Hij glimlachte.
Ze lagen tegen de bosrand, een beetje uit het zicht van het pad voor het geval er toch iemand langskwam, en lieten zich opdrogen in de zon.
“Geen zin”, mompelde Remco binnensmonds. “Ik zou ook niet weten wat ik zou moeten studeren”, voegde hij eraan toe. “En jij? Waarom wil jij wel studeren?”
“Wil ik helemaal niet”, bromde Eddy.
“Huh? Hoezo niet? Waarom doe je het dan?” Hij streek met zijn hand door Eddy’s haar. “Je kan toch ook gaan werken?”
Eddy lachte meesmuilend. “Ik denk niet dat mijn vader dat goed vindt.”
“Ja, en? Ga jij dan studeren omdat je vader dat wil?” Remco schoot in de lach.
“Lach maar jij,” grinnikte Eddy. Hij bewoog zijn vinger traag langs de contouren van Remco’s piemel die groot en hard op zijn buik lag.
“Owh”, zuchtte Remco onbedoeld.
Eddy glimlachte toen er een klein, glinsterend druppeltje op het topje van Remco’s eikel verscheen. Hij boog zich voorover en likte het op.
“Fuck, Eddy,” hijgde Remco zachtjes. Zijn hand wreef over Eddy’s rug.
“Lekker?” Eddy kwam een beetje overeind en keek hem verliefd aan.
Als antwoord trok Remco hem naar zich toe. Eddy schoof dichter tegen hem, hij lachte en kuste hem toen heel voorzichtig.
“Je bent zo lekker”, fluisterde Remco toen ze hun kus weer verbraken. Zijn hand wreef nog steeds over Eddy’s rug.
Eddy’s hand gleed over Remco’s borst, via zijn buik naar beneden. Zachtjes streelde hij langs zijn piemel tot zijn vingers zijn ballen raakten. Als een schelp vouwde hij ze er omheen en rolde zijn ballen heen en weer in zijn hand. Opnieuw boog hij zich voorover en zocht met zijn tong Remco’s eikel. “Jij ook”, fluisterde hij hees van opwinding, voor hij zijn mond opende en Remco zachtjes naar binnen zoog.
Remco’s ademhaling versnelde. “Shoot…”, stootte hij onverwacht uit. Hij greep Eddy’s hoofd vast en duwde zijn bekken omhoog. “Owh…” Hij hijgde zwaar. “Sorry”, mompelde hij beteuterd.
Eddy kwam overeind en glimlachte. “Waarvoor? Ik deed het toch zelf?”
“Jawel, maar het ging zo snel… Ik heb jou niet eens…”
“Nou en?”, onderbrak Eddy hem, “Ik wilde jou.” Hij grinnikte. “Mag jij mij straks.”
“Gek!” Remco porde Eddy in zijn zij.
“Kom, even afspoelen.” Eddy sprong overeind en zette een sprintje in richting het water.

“Hoe zit dat nou met die studie van jou?”, pakte Remco, nadat ze uitgezwommen waren, de draad van hun eerdere gesprek weer op. “Waarom moet jij van je vader studeren als je dat eigenlijk niet wil?”
Eddy zuchtte. “Omdat hij dat niet weet.”
“Wat niet? Dat je niet wilt studeren?”
“Hmm hmm”, knikte Eddy.
“Waarom zeg je dat dan niet?”
Eddy draaide wat ongemakkelijk heen en weer en zuchtte nog een keer.
“Hé, waarom zeg je dat dan niet?”, drong Remco aan. “Zo raar is dat toch niet?”
“Da’s zinloos. Mijn vader’s wil is wet en hij wil dat ik ga studeren.” Eddy keek Remco indringend aan. “Ik heb geen zin in ruzie, Remco. Ik wil niet van die Diede toestanden. Niet nu ik bijna het huis uit ben.”
“Die broer van jou is wel een enorme eikel, of niet?”
“Dat kun je wel zeggen, ja. Doordat hij er zo’n zootje van maakte, mag ik niks. Mijn vader is gewoon bang dat ik Diede achterna ga.”
Remco knikte. “Daar kan ik me dan ook wel weer iets bij voorstellen.”
“Mijn vader vindt dat je iets moet bereiken in je leven”, ging Eddy verder. “Als je goed kunt leren en je doet er niks mee, ben je lui, zegt hij. En luie mensen komen niet ver.”
“Beetje vreemd, niet? Waarom zou je lui zijn als je wilt werken in plaats van studeren? Klinkt een beetje alsof hij neerkijkt op mensen die niet doorgeleerd hebben.”
“Daar sla je de spijker op z’n kop! Mijn vader is er trots op dat hij, als enige van drie kinderen, mocht studeren. Zijn broers hebben het niet ver geschopt. De oudste was dakdekker. Hij is, toen ik een jaar of drie was, overleden aan een hersentumor en liet mijn tante met zes kinderen achter. Zonder fatsoenlijk pensioen. Mijn vader neemt het hem nog steeds kwalijk dat hij zijn gezin niet beter verzorgd heeft achtergelaten.”
“Jezus, Eddy… Zoiets kun je iemand toch niet kwalijk nemen?”
“Mijn vader wel hoor”, zuchtte Eddy. “Het is dat zijn broer er niet meer is, anders zou hij geen contact met mijn tante en neef en nichtjes hebben. Nu speelt hij de zorgzame oom die hen af en toe iets extra’s toestopt.”
“Eigenaardig.” Remco schudde verbaasd zijn hoofd. “En zijn jongste broer?”
“Daar wil mijn vader niks mee te maken hebben, want die werkt helemaal niet, die is alleen maar druk met zijn vogeltjes.”
“Dus jouw vader is bang dat er niks van je terecht komt als je niet studeert?”
“Precies. Net als mijn broer…”
“Jezus…”
“Tja… Als ik hem zeg dat ik niet wil studeren, breek ik zijn hart. Dan is hij zwaar teleurgesteld in me, net als in Diede en in zijn broers.”
“En dus doe jij wat hij wil”, vulde Remco aan.
Eddy knikte.