17 januari 2021

Geloof, hoop & liefde – 16 De laatste etappe

Het was vrijdagavond, we reden richting het strand. Net ervoor hadden we Thomas bij Valerie afgezet, hij zou een nachtje bij Luc en Lisette blijven slapen zodat wij naar de verjaardag van Philip konden. Ondanks dat ik Thomas nog nooit bij iemand anders dan mijn ouders had laten slapen, liet ik hem met een gerust hart bij Nicolas’ zus achter. Thomas vond het fijn bij Luc en Lisette en maakte er geen enkel probleem van bij hun te moeten logeren.
“Weet je zeker dat je er naartoe wil?” vroeg Nicolas ineens. “Het halve dorp zal er wel zijn,” voegde hij eraan toe, terwijl hij zijn auto parkeerde.
“Leuk toch? Leer ik meteen iedereen kennen,” reageerde ik vrolijk. Ik had er zin in… Nicolas’ vrienden ontmoeten, laten zien dat we serieus met elkaar waren…

Sinds hij me over de dood van zijn moeder verteld had, voelde alles anders. Elke twijfel was weg. Ik had er een lang gesprek met God over gehad, had Hem verteld dat ik begreep waarom hij Nicolas en mij op elkaars pad had gezet. Ik had Hem beloofd dat ik Zijn geschenk zou koesteren en Hem bedankt omdat Hij me niet alleen iemand had gegeven die er voor mij wilde zijn, maar ook iemand die me de kans gaf er voor hem te zijn.
Voor nu was God’s plan glashelder, Hij wilde ons samen, want wij hadden elkaar nodig, we vulden elkaar aan en begrepen elkaar.

“Kom eens,” zei ik zachtjes, nadat ik uitgestapt was. Ik leunde met mijn rug tegen de auto. Mijn ogen lieten hem niet los terwijl hij om de auto heenliep. Toen hij voor me stond, pakte ik zijn handen vast en trok hem naar me toe. Glimlachend sloeg ik mijn armen om hem heen en keek hem diep in zijn ogen. Die prachtige, helder blauwe ogen waarin ik mezelf elke keer weer totaal verloor…
“Weet jij eigenlijk wel wat je met me doet?” fluisterde ik met een brok in mijn keel. “Weet jij wel dat ik elke keer als ik naar je kijk, helemaal gek wordt? Gek, omdat ik zo waanzinnig naar je verlang?”
“Wat heb jij, man? Sinds wanneer ben jij zo aanhalig?” grinnikte hij.
“Ik hou gewoon van je,” fluisterde ik, terwijl ik hem verliefd aankeek. “En dat mag iedereen weten.”
“Wow! Waar heb ik dat aan te danken?” Geamuseerd keek hij me aan.
“Gewoon, omdat ik blij met je ben. Omdat jij blij met mij bent…” Grinnikend boog ik naar hem toe en kuste hem.
Achter ons werd gefloten. Lachend verbraken we onze kus.
“Maurice! Ça va?” riep Nicolas opgetogen toen hij Maurice aan zag komen lopen.
“Alles goed met jullie?” Maurice grijnsde. “Zo te zien wel!”
Ik stond nog steeds dicht tegen Nicolas aan, snoof zijn geur op… Vaag hoorde ik hem met Maurice praten, maar waar ze het over hadden, drong niet echt tot me door. Ik was me maar van één ding bewust, zijn lijf dicht tegen me aan. Ik voelde de warmte van zijn lijf door onze kleren heen en genoot ervan…
“Kom schat,” hoorde ik hem plotseling zeggen, “ik zal je eens aan een paar mensen voorstellen.” Hij liep achter Maurice aan en trok me mee richting het strand.

Verspreid over het strand stonden groepjes mensen met elkaar te praten. Bekertje wijn in de hand, muziek op de achtergrond… Rond een kampvuur dansten een paar mensen.
Nicolas had Philip gespot en trok me mee zijn kant op. “Philip! Gefeliciteerd man!” Enthousiast klopte hij hem op zijn schouder. Ze omhelsden elkaar, stonden even praten, tot Philip’s aandacht weer naar andere mensen werd getrokken.
Al snel vormde zich een groepje mensen om ons heen, nieuwsgierig naar mij. Iedereen had van Philip en Maurice gehoord dat Nicolas een nieuwe vriend had en was benieuwd. Nicolas stelde me voor en binnen de kortste keren werd ik bestookt met vragen. Waar ik vandaan kwam, hoe oud ik was, hoe ik hem had leren kennen en of het waar was dat ik een zoon had. Grijnzend keek Nicolas van een afstandje toe hoe ik met zijn vrienden stond te praten. Het koste me geen enkele moeite, sterker nog, ik genoot ervan en voelde me welkom!

“En nu willen jullie zeker weten hoe ik aan een kind kom,” stelde ik grijnzend de vraag die ongetwijfeld op ieders lippen brandde.
Knikkende hoofden om me heen.
“Eigenlijk is het heel simpel,” begon ik uit te leggen. “Toen ik nog niet zeker wist of ik echt homo was, heb ik een tijdje verkering gehad. Annemarie, zo heette ze, raakte zwanger en we moesten trouwen. Dat heeft niet zo lang geduurd, want bij de geboorte van Thomas is ze overleden en sindsdien ben ik alleenstaande vader.
Nicolas en ik wisselden een blik van verstandhouding. Beiden dachten we terug aan het misverstand waardoor we elkaar bijna kwijt waren geraakt.
“Maar dat is nu voorbij,” ging ik verder. “Vanaf nu doen we het samen,” glunderde ik, “want Thomas en ik gaan bij Nicolas wonen!”

Om me heen ontstond een geroezemoes van stemmen.
Plotseling voelde ik twee armen om me heen. “Goed gedaan, schat,” fluisterde Nicolas in mijn oor.
Ik leunde tegen hem aan, draaide mijn hoofd opzij en keek hem verliefd aan.
“Wil je wat drinken?” vroeg hij.
Voor ik antwoord kon geven, had hij me al weer losgelaten en trok me, in het licht van de ondergaande zon, mee naar een paar partytenten die naast het boothuis waren opgebouwd.
“Wijn?” lachte hij.
Ik knikte.
“Weet je dat ik trots op je ben?” zei hij zachtjes terwijl hij me een plastic bekertje aanreikte. “Een paar weken geleden vond je het nog maar niks als ik je vastpakte waar anderen bij waren. En nu kus je me zomaar en vertel je iedereen dat je samen met Thomas bij mij komt wonen! Je hebt geen idee hoe gelukkig je me daar mee maakt…”
“Het voelt gewoon goed, jongen,” lachte ik. “Plus, ik ga hier wonen. Dan kan ik me toch moeilijk voor iedereen verstoppen, of niet?” Vergenoegd keek ik om me heen. Ik voelde me op mijn gemak. Blij en gelukkig sloeg ik een arm om hem heen.
Achter ons kleurde de lucht langzaam rood. We draaiden ons om en met de armen stevig om elkaar heen staarden we over de zee die in brand leek te staan door de fel rode gloed van de ondergaande zon.
“Mooi hè?” fluisterde ik zachtjes. Ik legde mijn hoofd tegen zijn schouder en genoot van het moment. Dit voelde perfect, het zachte ruisen van de zee, het prachtige schouwspel van de ondergaande zon, de man aan wie ik mijn hart was verloren dicht bij me…

Het werd een hele gezellige avond. Nicolas had wederom gelijk, er was werkelijk niemand die het raar vond dat wij van elkaar hielden en dat ook openlijk lieten merken. We zaten heerlijk tegen elkaar aan bij het kampvuur, dansten innig verstrengeld en stonden op een gegeven moment zelfs te zoenen achter het boothuis!
Het feest van Philip was een keerpunt voor me. Iedereen wist nu wie ik was en niemand maakte zich er druk om. Nicolas en ik hoorden bij elkaar. Zo was het gewoon…

De rest van de vakantie was eigenlijk alleen maar fijn. We genoten van elkaar, gingen nog een dag met Thomas naar de dierentuin. Lekker slenteren met de armen om elkaar heen, genieten van de spelende apen, stiekem wegduiken tussen de bamboestruiken om even heerlijk te zoenen, voetjevrijen op het terras… En dan de manier waarop Nicolas met Thomas omging! Ik kreeg er gewoon vreselijke vlinders van in mijn buik… Als ik ze niet zou kennen en ze zo samen zou zien, zou ik zweren dat het vader en zoon waren!

Helaas komt aan alle mooie dingen een eind, zo ook aan onze onbezorgde tijd in Bretagne. De dag om terug naar Nederland te gaan, was aangebroken. Deze keer hadden we minder geluk, het was vreselijk druk op de weg. In totaal hebben we bijna twee uur in de file gestaan met als gevolg dat Thomas op de achterbank allang lag te slapen toen we eindelijk, veertien uur later, de straat inreden waar mijn ouders woonden. We hadden afgesproken dat Thomas deze week bij hun zou zijn zodat wij in alle rust in mijn huisje aan de slag konden.

“Jongens!” begroette mijn moeder ons hartelijk toen ze de deur opendeed.
“Ssst, Thomas slaapt,” fluisterde ik terwijl ik een vinger tegen mijn lippen legde.
Nicolas had Thomas op zijn arm en hield hem dicht tegen zich aan. Mijn moeder aaide hem liefdevol over zijn bolletje. Slaperig opende hij zijn ogen. “Papa,” mompelde hij en sloeg zijn armpjes stijf om Nicolas’ nek.
“Stil maar, schat,” suste Nicolas. “Papa legt jou zo lekker bij oma in bed. Doe je oogjes maar weer dicht, jongen.”
“Kom binnen,” fluisterde mijn moeder glimlachend.
“Waar slaapt Thomas?” vroeg Nicolas. “Dan leg ik hem meteen even in bed.”
“Trap op, eerste deur recht,” antwoordde mijn moeder.
“Wacht, ik loop met je mee,” zei ik en volgde hem naar boven.
Voorzichtig, om hem niet nog een keer wakker te maken, legden we Thomas in bed.
“De laatste etappe, schat.” Nicolas trok me tegen zich aan en kuste me.
“Wel een zware,” zuchtte ik toen we onze kus verbraken. “Een hoop geregel en dat is nog niet het ergste. Ik zal Annemarie’s ouders moeten vertellen dat Thomas en ik gaan verhuizen.” Opnieuw zuchtte ik, wetende dat haar ouders beslist niet zo positief zouden reageren als de mijne. “En ik zal ze moeten vertellen dat ik homo ben,” ging ik verder, “dat ik van jou hou en met jou verder wil. Dat Thomas dus geen nieuwe mama krijgt, maar een tweede papa.” Ik keek hem een beetje benauwd aan.
“Jongen, maak je eens niet zo druk.” Nicolas tilde mijn kin op en dwong me hem aan te kijken. “Het komt zoals het komt, schat. Wat er ook gebeurt, het is niet jou schuld. Je doet niks verkeerd, onthoud dat goed.”
Ik glimlachte. “Dat weet ik, jongen, wees maar niet bang. Ik weet dat jij en ik bij elkaar horen, daar komt niks of niemand meer tussen. En al zeker geen ex-schoonouders die het er niet mee eens zijn! Maar daarom zie ik er nog wel tegenop! Ik heb echt geen flauw idee hoe ik het ze moet vertellen.”
Heel even kroop ik dicht hem aan. De warmte van zijn lichaam voelde vertrouwd, geruststellend… “Kom, we gaan naar beneden.” Ik kwam overeind en trok hem mee de trap af.

“Fijn dat jullie er zijn,” begroette mijn moeder ons voor de tweede keer, toen we kamer binnenliepen. Ze trok ons beiden tegen zich aan en kuste ons.
Mijn vader klopte ons stevig op de rug. “Hoe was de reis?” vroeg hij belangstellend.
“Vreselijk,” zuchtte ik.
“Twee flinke ongelukken,” vulde Nicolas aan. “Files, druk op de weg… Ik ben blij dat we er zijn.”
“Ga zitten, jongens,” nodigde mijn moeder ons uit plaats te nemen. “Willen jullie wat drinken? Hebben jullie al wat gegeten?”
“Doe maar wat fris, mam. We hebben onderweg al gegeten,” antwoordde ik. “Wacht, ik help je even.” Ik liep mijn moeder achterna naar de keuken.

“Je ziet er goed uit jongen,” merkte mijn moeder op terwijl ze voor Nicolas en mij een glas frisdrank inschonk.
“Ik voel me ook goed, mam,” lachte ik. “Gelukkig… eindelijk…”
Ze keek me aan en knikte. “Ik vind het zo bijzonder om jullie samen te zien,” glimlachte ze bedachtzaam.
“Hoe bedoel je?” vroeg ik niet begrijpend.
“Nou gewoon,” begon ze aarzelend, “dat Thomas Nicolas ‘papa’ noemt, bijvoorbeeld. Dat had ik niet verwacht.”
“Heb je daar moeite mee, mam?” vroeg ik ongerust. Ik kon me daar wel iets bij voorstellen, mijn ouders kenden Nicolas nauwelijks. Het enige dat ze van hem wisten, was dat ik stapelgek op hem was en hij op mij.
“In tegendeel, jongen. Ik vindt het prachtig dat Thomas zich bij Nicolas zo op z’n gemak voelt… Dat is toch een teken dat het wel goed zit tussen jullie,” reageerde ze geëmotioneerd. “Thomas voelt gewoon dat jullie van elkaar houden. En da’s ook niet zo raar, jullie stralen helemaal! Ik denk dat iedereen die jullie samen ziet, direct weet wat er aan de hand is,” lachte ze. “Ik word er gewoon stil van als ik zie hoe Nicolas er voor jou en Thomas is. Wees zuinig op hem, Michael.”
Breed grijnzend pakte ik mijn moeder vast en gaf haar een stevige knuffel. “Doe ik, mam,” mompelde ik gesmoord. “Weet je,” zei ik toen ik haar weer los liet, “ik kan me mijn leven zonder Nicolas echt niet meer voorstellen. Het is net alsof ik maar half besta als hij er niet is. Raar hè?” grinnikte ik.
“Niet raar, jongen, meer bijzonder. Volgens mij zijn er niet zoveel mensen die dat samen hebben,” merkte ze op.
Ik schoot in de lach. “Dat weet ik wel zeker! Het is net alsof we in die twee maanden met elkaar vergroeid zijn. En hij…”
Ik stopte even en keek haar grijnzend aan. “Je weet hoe zwartgallig ik soms kan zijn, hè? Dat ik het gewoon niet meer weet, dat ik overal aan twijfel, overal beren op de weg zie…”
Mijn moeder knikte.
“Nicolas krijgt me d’r uit… Heel makkelijk ook nog en dat voelt zo goed, mam, je hebt geen idee! Ik kan alles tegen hem zeggen, hij laat me niet vallen.”
“Dat verbaast me niks,” reageerde ze glimlachend. “De vorige keer viel me al op hoe lief en zorgzaam hij voor je is. Hij houdt van je, Michael.”
Ik knikte, werd er helemaal warm van.

“Zo jongens, wat zijn de plannen?” wilde mijn vader weten, toen mijn moeder en ik weer terug waren in de kamer.
“Eerst maandag naar Thomas’ school om hem af te melden,” antwoordde ik. “Ik heb ze een paar weken geleden alleen nog maar een mailtje gestuurd met de mededeling dat Thomas na de vakantie nog niet op school zou komen omdat we tot het eind van de maand in Bretagne zouden blijven.”
Mijn vader knikte. “Misschien moet je ook maar niet al te lang wachten met het Annemarie’s ouders vertellen,” merkte hij op. “Als ze op school weten dat jullie gaan verhuizen, kun je er gif op innemen dat haar ouders het binnen de kortste keren ook weten. Victor zit toch bij Thomas in de groep?”
Victor was het zoontje van Annemarie’s jongste broer Theo. Als hij thuis zou vertellen dat Thomas en ik naar Bretagne gingen verhuizen, wist meteen de hele familie het.
Ik knikte. “Je hebt gelijk natuurlijk, maar hoe pak ik dat aan?” zuchtte ik. “Ik kan toch moeilijk zomaar ineens op de stoep staan en vertellen dat hun kleinkind geen nieuwe mama, maar nog een papa krijgt?” vroeg ik. “Die mensen krijgen een hartverzakking.”
“Tja jongen, hoe je het ook brengt, schrikken zullen ze toch wel,” reageerde mijn vader. Hij keek me peinzend aan. “Misschien moet je maar niet alles vertellen,” ging hij aarzelend verder. “Je hoeft natuurlijk niet persé te zeggen dat jij en Nicolas gaan samenwonen…”
“Huh?” flapte ik er verbaasd uit. “Zeg jij nou dat ik beter kan zeggen dat Nicolas gewoon een vriend is? Of dat ik bij hem ga werken of zo?”
“Zoiets,” mompelde mijn vader.
“Pap!” riep ik uit. “Heb jij soms liever dat mensen hier niet weten dat ik homo ben?” De schrik sloeg me om het hart! Ik dacht dat mijn ouders achter ons stonden, dat ze ons steunden…
Geruststellend legde Nicolas een hand op mijn been. “Rustig, schat,” zei hij zachtjes. Blijkbaar had hij, nu mijn ouders zo serieus spraken over wat ik wel en niet moest zeggen, in de gaten dat mijn angst voor de reactie van Annemarie’s ouders niet geheel onterecht was.
“Dat bedoelt je vader niet, jongen,” mengde mijn moeder zich in het gesprek.
“Wat bedoelt je dan?” vroeg ik, feller dan mijn bedoeling was, terwijl ik mijn vader indringend aankeek.
“Je maakt het jezelf zo moeilijk,” verklaarde mijn vader. “Jullie gaan over een week al weer weg. Is het dat allemaal waard, jongen? Voor die ene week dat jullie hier zijn?”
“Pap,” reageerde ik met nadruk. “Hoor je wel wat je zegt? Denk je dat we na de verhuizing nooit meer hier komen?” Stomverbaasd keek ik hem aan. “En hoe moet het dan? Moeten we Thomas vertellen dat hij niks mag zeggen over Nicolas en mij? Hoe wil je hem dat uitleggen? Je denkt toch niet serieus dat ik daarin meega, hè?”
Gespannen keek ik hem aan. Als hij me nu maar niet alsnog niet lieten vallen, ik had zijn steun hard nodig. Ik zag hem denken…
“Je hebt gelijk, Michael,” antwoordde hij uiteindelijk. “Je moet er niet om liegen, ook niet tegen Annemarie’s ouders. Maar bereid je voor, jongen. Het zal niet makkelijk worden, ze zullen het echt niet zonder slag of stoot accepteren.”
Opgelucht, omdat mijn vader toch niet ineens problemen had met mijn relatie met Nicolas, knikte ik. “Misschien kan ik Theo vragen bij het gesprek te zijn, dan hebben ze in ieder geval wat steun,” opperde ik. “Ik red me wel, ik weet waar ik het voor doe.”
Glimlachend keek ik naar mijn moeder en dacht terug aan wat ze me, toen ik Nicolas aan hen voorstelde, verteld had over de tijd dat ze bij mijn opa en oma in huis woonde. Dat was ook niet makkelijk geweest, maar ze wist waar ze het voor deed, net als ik nu. Soms moest je er wat voor over hebben om te krijgen wat je wilde…
“Dat is een goed idee,” reageerde mijn vader opgelucht.

Theo was wel oké. Hij was maar acht jaar ouder dan ikzelf en stond over het algemeen wat meer open voor dingen die binnen de Kerk niet zo geaccepteerd werden. Ik kende hem weliswaar niet zo goed, maar ik wist bijvoorbeeld dat hij, als het lekker weer was, liever op zondag ging paardrijden dan dat hij naar de kerk ging. Hoe meer ik erover nadacht, hoe meer het idee om Theo mee te nemen, me beviel.

“Wat vind jij, pap? Denk je dat het verstandig is om Theo van te voren in te lichten? Of zal ik hem gewoon vragen bij het gesprek aanwezig te zijn en dan maar zien wat er gebeurt?” wilde ik mijn vaders mening weten.
“Waar jij je het beste bij voelt, jongen,” reageerde mijn vader.
Snel woog ik de voor- en nadelen tegen elkaar af. “Ik denk dat ik het hem liever van te voren vertel,” antwoordde ik uiteindelijk. “Stel je voor dat ik me in hem vergis en dat hij de kant van zijn ouders kiest, dan heb ik er ineens drie tegenover me staan.”
Mijn ouders knikten instemmend.
“Oké, dan bel ik morgen Theo, leg hem de situatie uit en vraag hem met me mee te gaan,” hakte ik de knoop door.
“Als je wilt dat ik met je meega,” opperde Nicolas ineens. Hij had inmiddels wel in de gaten dat het gesprek met mijn ex-schoonouders echt niet makkelijk ging worden en wilde me steunen.
“Nee schat, dat lijkt me niet verstandig. Als ze jou zien, en horen dat wij een relatie hebben, is het huis te klein! Laat mij dit maar op mijn manier doen. Het komt wel goed, jongen, ik kan dit.” Liefdevol kneep ik in zijn hand die nog steeds op mijn been lag. “Kom, we gaan, het is wel mooi geweest voor vandaag,” geeuwde ik. “Ik wil naar bed…”

De volgende morgen besloot ik maar meteen door de zure appel heen te bijten en Theo te bellen.
“Michael, da’s lang geleden,” reageerde hij vrolijk toen hij mijn naam hoorde.
“Ik ben een tijdje met vakantie geweest,” verklaarde ik lachend. “Eerst in mijn eentje en toen nog twee maanden met Thomas.”
“Toe maar! Lekker hoor!”
Ik grinnikte, hij moest eens weten… “Luister es,” begon ik, “er is iets dat ik met je wil bespreken. Zou jij vanmiddag naar mij kunnen komen?”
“Je klinkt serieus. D’r is toch niks aan de hand, hoop ik?” vroeg hij ongerust.
“Dat ligt eraan hoe je er tegenaan kijkt,” antwoordde ik. “Kom nou maar langs, dan leg ik het je uit. En maak je geen zorgen, oké? Da’s nergens voor nodig…”
“Oké, dan zie je me straks wel verschijnen,” beloofde hij.
“Kom je niet te laat? Ik wil ook nog even bij je ouders langs,” liet ik hem weten.
“Jeetje Michael, je klinkt wel erg serieus,” reageerde hij. “Weet je zeker dat er niks aan de hand is? Ik begin me een beetje zorgen te maken. Er is toch niks met Thomas, hè?”
“Theo, er is echt niks om je druk over te maken, ik leg het je straks wel uit.”
Met die woorden beëindigde ik het gesprek en hing op. Er was natuurlijk wel degelijk wat aan de hand en ik maakte me daar best zorgen over. Maar ik vertrouwde er ook op dat het wel goed zou komen. Ik had een keuze gemaakt en ik stond er achter, nu gewoon doorzetten.
Nicolas stond, met zijn armen om me heen, achter me. Zijn hoofd rustte tegen mijn schouder. Het voelde goed zo… Ik wist het zeker, dit wilde ik niet meer kwijt, wat anderen er ook van zouden denken…

Nog geen twee uur later ging de bel. Blijkbaar kon Theo zijn nieuwsgierigheid, of ongerustheid, niet langer bedwingen en was hij rechtstreeks vanuit de kerk naar me toegekomen. Ik liet hem binnen en stelde hem aan Nicolas voor.
“Wie is dat joh?” vroeg hij verbaasd. “Ik dacht dat je iets met mij wilde bespreken.”
“Klopt,” reageerde ik laconiek. “En daar heeft hij alles mee te maken. Ga zitten,” gebaarde ik richting één van de stoelen. “Koffie?”
Hij knikte. “Beetje melk, geen suiker.”
“Blijf jij maar hier, schat, ik doe het wel,” bood Nicolas aan en verdween naar de keuken.
Terwijl ik me op de bank liet zakken, keek ik Theo een beetje schichtig aan. Hoe goed was zijn Frans? Had hij verstaan wat Nicolas tegen me zei? Maar Theo reageerde er niet op en ging, alsof er niks aan de hand was, zitten.

“Oké, luister,” richtte ik me tot mijn zwager. “Er is iets dat ik met je ouders moet bespreken en ik ben bang dat ze het niet leuk gaan vinden. Daarom dacht ik, als ik het jou nou eerst vertel, kun jij misschien mee om je ouders een beetje op te vangen.”
“Wat is er aan de hand, Michael?” Gespannen keek hij me aan.
Even twijfelde ik, hoe moest ik dit aanpakken? “Thomas en ik gaan verhuizen,” besloot ik uiteindelijk maar met de deur in huis te vallen.
“Maar dat is toch niet zo erg?” reageerde Theo, duidelijk opgelucht dat het niks ernstigs was. “Dat kunnen mijn ouders wel hebben, hoor! Marcel en Irene wonen ook niet in de buurt, weet je nog?”
“En als ik nou zeg dat wij naar Bretagne gaan verhuizen?” haakte ik erop in.
“Bretagne? Waarom naar Bretagne?” vroeg hij verbaasd.
Nicolas kwam de kamer weer binnen met de koffie.
“Om hem,” zei ik, Nicolas glimlachend aankijkend.
Theo’s ogen vlogen van Nicolas naar mij en weer terug. Ik zag hem denken…
“Om hem?” herhaalde hij wat ik net gezegd had.
“Hm hm,” bevestigde ik.
“Hoezo, om hem?” vroeg hij niet begrijpend.
“Omdat ik van hem hou,” zei ik, terwijl ik Nicolas’ hand pakte en hem naast me op de bank trok.
“Je wat?” vroeg hij verbaasd. Zijn ogen rolden zowat uit zijn kassen.
“Ik hou van hem,” herhaalde ik. “En hij van mij,” voegde ik er, een beetje ten overvloede, aan toe.
“Shit, Michael… Wat zeg je nou?” Met grote ogen keek hij me aan.
Ik kon er niks aan doen, ik schoot in de lach. Hij zag er ook zo verbaasd uit… Oké, de zenuwen speelden ook wel een beetje mee, dat geef ik toe.
“Ik ben homo, Theo,” verduidelijkte ik de situatie.
“Ga weg,” stamelde hij volkomen overdonderd. Alle kleur was uit zijn gezicht verdwenen. Met stomheid geslagen keek hij ons om beurten aan.

Hoewel Nicolas niet kon verstaan hoe het gesprek met Theo precies verliep, kon hij uit zijn reactie wel opmaken dat Theo behoorlijk geschrokken was. “Alles goed met hem?” vroeg hij me bezorgd.
Ik haalde mijn schouders op. “Geen idee, even afwachten maar…”

“Snap je nou waarom je ouders gaan schrikken?” richtte ik me weer tot Theo.
“Ik kan het niet geloven, man,” reageerde Theo hoofdschuddend. “Hoe kan jij nou homo zijn? En Annemarie dan?”
“Toen wist ik het nog niet,” legde ik uit. “Dat kwam later pas.”
Ik had besloten het mezelf niet nog moeilijker te maken en hem maar niet te vertellen dat ik, toen Annemarie en ik getrouwd waren, allang wist dat ik homo was. Sterker nog, dat dat de reden waarom ik iets met haar begonnen was. Het zat me niet echt lekker, ik hield er niet van om te liegen, maar toch deed ik het. Ik wilde niet nog meer problemen creëren, hij hoefde niet alles te weten…

“Jeetje… ja… daar zullen mijn ouders wel van schrikken,” reageerde hij eindelijk op mijn eerdere vraag. “Weet je het zeker, Michael? Ik bedoel, kan het niet zo zijn dat het een bevlieging is?”
“Heel zeker,” antwoordde ik vol overtuiging. “Ik weet dit al zo lang, Theo. En sinds ik Nicolas ken, weet ik ook dat ik het niet langer kan wegstoppen. Dat gaat niet meer… Kun je dat een beetje snappen?”
“En je ouders? Vinden die het zomaar goed?” ging hij, wederom zonder mijn vraag te beantwoorden, verder. “En Thomas? Wat vind hij ervan?” Hoofdschuddend keek hij me aan.
“Mijn ouders hebben Nicolas twee maanden geleden al ontmoet. Ze hadden al heel lang vermoedens.” Ik glimlachte. “En Thomas is stapelgek op hem,” voegde ik eraan toe.
“Wow…” Volkomen van slag staarde hij me aan. “Ik weet even niet wat ik hierop moet zeggen.”
“Snap ik. Ik overval je d’r natuurlijk enorm mee,” verontschuldigde ik me. “Maar eh… hoe sta jij er tegenover? Ik bedoel, tegenover homoseksualiteit? Dus niet zozeer wat je van ons vindt maar meer in het algemeen?”
Theo keek me lang aan, hij dacht na.

“Eerlijk?” vroeg hij even later aarzelend.
“Graag…”
“Ik vind het niet normaal,” begon hij, zorgvuldig zijn woorden kiezend. “Twee mannen, dat hoort niet. Zo heeft God het niet bedoeld.” Afkeurend schudde hij zijn hoofd.
Geschrokken hield ik mijn adem in. Ik was er toch min of meer van uitgegaan dat Theo er wel begrip voor zou hebben.
“Maar,” ging hij verder, voor ik de kans kreeg te reageren, “het is jouw leven. Zolang ik er geen last van heb…”
Opgelucht blies ik mijn adem uit. “Dus je veroordeelt het niet?”
“Wie ben ik om dat te doen?” antwoordde hij heel serieus. “Jij moet je hiervoor tegenover God verantwoorden, niet ik. Voor mij blijf je gewoon Michael.”
Ik zag in zijn ogen dat hij het meende. “Steun je me als ik het je ouders ga vertellen?” vroeg ik hem op de man af. Gespannen keek ik hem aan.
Weer dacht hij lang na. “Oké,” knikte hij uiteindelijk.
“Ga je met me mee dan?”
Opnieuw knikte hij.
“Nu meteen?” vroeg ik. Ik had het maar het liefst zo snel mogelijk achter de rug.

Op van de zenuwen reed ik even later achter Theo aan naar zijn ouders. Nicolas bleef thuis op me wachten. Ik kneep hem behoorlijk, want ik wist hoe zijn vader was. Die was echt streng in de Leer, daar viel niet aan te tornen…