8 maart 2021

Dubbelleven – 8 Belangrijke informatie

Voor we de kans kregen aan te bellen, zwaaide de lage voordeur open. Een kleine gezette vrouw lachte ons tegemoet. Vanaf het allereerste moment dat ik haar zag, wist ik het. Maar goed, Sjors wilde persé zekerheid natuurlijk. Begrijpelijk.

“Kom binnen,” nodigde ze ons uit.
Van de zuster die ons gebeld had, hadden we begrepen dat ze een Nederlandse vrouw was die samen met haar man na zijn pensioen in Frankrijk was gaan wonen. Ze had drie dochters maar die woonden alledrie gewoon in Nederland.

“Wie van jullie is Sjors?” vroeg ze meteen.
“Ik,” reageerde Sjors.
Hij stak zijn hand uit en stelde zich voor. Ik hoorde een lichte trilling in zijn stem. Dit was natuurlijk vreselijk spannend voor hem.
Ik keek de vrouw nog een keer aan, op zoek naar herkenningspunten. Overeenkomsten met Sjors. Had hij haar ogen? Bewogen ze hetzelfde?
“Vera van Winkel,” stelde ze zichzelf voor toen ze zijn uitgestoken hand vastpakte.
“En wie is dat?” vroeg ze, naar mij wijzend.
“Dit is mijn man Bas,” introduceerde Sjors mij.
Hij had duidelijk geen zin om om de dingen heen te draaien. Als dit zijn moeder was, moest ze maar meteen weten hoe de vork in de steel zat. Benieuwd naar haar reactie hield ik haar goed in de gaten.
“Jullie zijn homo! Wat leuk! Kom gezellig binnen jongens,” nodigde ze ons enthousiast uit.
Ze draaide zich om en liep voor ons uit het kleine huisje in. Sjors stootte me aan.
“Wat denk jij?” vroeg hij zachtjes.
“Geen idee,” reageerde ik, mezelf op de vlakte houdend.
“Ze lijkt wel een dwerg,” fluisterde Sjors met een grote grijns op z’n kop.
“Hou je stil man, straks hoort ze je.”
Ik kon een lach niet onderdrukken. Want hij had gelijk. De vrouw die voor ons uitliep, was hooguit één meter vijftig lang. Wij torenden beide hoog boven haar uit. Moeilijk voor te stellen dat Sjors met z’n één meter tweeënnegentig, misschien wel uit haar voortgekomen was.

“Ga zitten jongens,” zei ze vriendelijk toen we in het knusse woonkamertje aanbeland waren.
“Mijn man is er niet. Ik wilde je graag eerst alleen ontmoeten,” verklaarde ze zijn afwezigheid.
“Weet uw man dat u vroeger een kind heeft afgestaan?” vroeg Sjors.
“Zeg maar ‘je’ hoor,” lachte ze vriendelijk. “Als je ‘u’ tegen me zegt, voel ik me zo oud… ”
“Weet je man het?” stelde Sjors zijn vraag nog een keer.
“Ja. Maar nog niet zo heel lang,” reageerde ze met een verdrietige ondertoon in haar stem. “Zie je, ik kreeg jou toen ik zestien was, jaren voor ik mijn man leerde kennen. Er werd nooit over gesproken. De schande… Snap je? Maar het bleef knagen. Ik wilde zo graag weten wie mijn kind was. Naarmate de tijd verstreek, werd dat verlangen groter tot ik het op een dag verteld heb. Gelukkig reageerde mijn man goed. Hij stelde voor om op zoek te gaan. Maar dat was nog niet makkelijk want ik had jou anoniem gekregen. Nergens stond vermeld dat je mijn zoon was.”

Met stijgende verbazing luisterde ik naar het kleine vrouwtje. Ze praatte over Sjors alsof ze zeker wist dat hij haar zoon was… Dat ook Sjors hiervan opkeek, bleek al snel.
“Vera,” begon hij voorzichtig. “Je praat erover alsof je al zeker weet dat jij mijn moeder bent…”
Verbouwereerd keek ze hem aan.
“Nou… Eh… Jij bent geboren in de tijd dat ik bij de zustertjes verbleef. Zoveel meisjes zijn daar toen niet bevallen, hoor. Dan kan het toch bijna niet anders? En bovendien, ik voel het toch gewoon jongen,” reageerde ze moederlijk.
“Ik wil het toch graag eerst zeker weten,” merkte Sjors op. “Zou je samen met mij een DNA test willen doen?”
Ik zag een soort paniek in haar ogen verschijnen.
“Een DNA test? Ik weet het niet hoor… Dan moet ik helemaal naar het ziekenhuis in de stad… En waarvoor? Ik weet zo ook wel dat je mijn zoon bent. Dat kan gewoon niet anders.”
Sjors zuchtte. Hij keek me aan, trok z’n wenkbrauwen op. Ik wist wat hij dacht… Hij geloofde absoluut niet dat deze vrouw zijn moeder was. Ik ook niet trouwens. Ze leken van geen meter op elkaar en deze vrouw wilde gewoon te graag… Hij wilde die DNA test waarschijnlijk nog meer om haar te overtuigen dat hij niet haar zoon was dan om vast te stellen dat het wel zo was…

“En toch wil ik graag een DNA test,” reageerde Sjors. “Gewoon om het zeker weten… We hoeven er niet voor naar het ziekenhuis hoor. Ik heb er één bij me.”
Verbaasd keek ze hem aan.
“Hoe werkt dat dan? En is dat wel veilig?”
“Het is heel simpel… Gewoon een beetje wangslijmvlies op een wattenstaafje, opsturen en een week later weten we het zeker…”
“Is dat wel betrouwbaar?” vroeg ze aarzelend.
“Geen enkele DNA test is honderd procent betrouwbaar,” antwoordde Sjors naar waarheid. “Maar wel negenennegentig komma negenennegentig procent,” voegde hij er aan toe.
Ze dacht er even over na.
“Vooruit dan maar,” stemde ze uiteindelijk in.

“Vera,” begon ik nadat Sjors de buisjes met de wattenstaafjes in de meegeleverde envelop had gedaan, “je zei net dat je zo zeker wist dat Sjors jou zoon was omdat er niet zoveel andere meisjes in dezelfde tijd bevallen zijn.”
Ze knikte.
“We waren met z’n drieën,” begon ze te vertellen.
“Wat weet jij van die andere meisjes?” vroeg ik niet helemaal zonder bijbedoeling.
Want als zij Sjors’s moeder niet was, dan wist ze misschien wel meer over wie dat wel zou kunnen zijn.
“Niet echt veel hoor. We hadden alledrie een eigen chambrette. Eigenlijk zagen we elkaar alleen maar in het werkhuis. Want we moesten hard werken om ons verblijf te betalen. Hoewel… Niet allemaal,” merkte ze met een lichte spot in haar stem op.
Vragend keek ik haar aan.
“Eén van ons hoefde nooit te werken. Haar zagen we ook niet veel. Ze zat bijna de hele dag in haar kamertje.”
“Waarom hoefde zij niet te werken?” vroeg ik nieuwsgierig.

Sjors had er niet zo’n zin meer in. Hij had zijn DNA monsters en wilde het liefst zo snel mogelijk terug naar het hotel. Ongeduldig draaide hij de envelop rond in zijn hand. Maar ik rook bloed… Mijn speurderszin had de kop opgestoken. Hier zat een verhaal achter, ik voelde het gewoon…

“Hoe zal ik het eens zeggen,” begon Vera. “Het was nogal een verwend nest. Ze had één of ander suikeroompje en die betaalde alles. Zal wel de vader van haar kind geweest zijn. Hij was stukken ouder dan zij was. En het was natuurlijk een flinke schande…,” lachte ze geheimzinnig. “Want hij was beroemd…”
“Beroemd? Hoezo? Hoe weet je dat?” vroeg ik verbaasd.
Kippenvel stond ineens op m’n armen. Sjors maakte al aanstalten om op te staan. Ik pakte snel zijn hand, hield hem tegen.
“Even wachten jongen,” maande ik hem nog even geduld te hebben.
Hij liet zich tegenhouden en zakte weer op de bank.

“Ik kwam er pas later achter hoor. Toen op dat moment kon ik hem nog niet plaatsen,” begon Vera. “Maar een paar jaar later zag ik hem ineens op tv.”
“Wie was het?” vroeg ik nieuwsgierig.
“Die pianist… Kom… Hoe heet hij ook al weer?” reageerde ze.
Ineens keek Sjors op.
“Een pianist?” vroeg hij verbaasd.
Prompt was zijn interesse gewekt.
“Ja… Kom… Ik kan even niet op zijn naam komen…”
Mijn hart bonkte in m’n keel… Een beroemde pianist… Sjors speelde ook piano en goed ook! Het zou toch niet waar zijn? Als Vera dacht dat die pianist de vader van de baby van dat meisje was, dan zou dat meisje best eens Sjors’ moeder kunnen zijn…
Sjors stootte me aan. Hij dacht natuurlijk precies hetzelfde als ik.
“Weet je misschien hoe dat meisje heette?” vroeg Sjors gespannen.
“Nee, dat weet ik echt niet meer. Bovendien gebruikte geen van de meisjes haar echte naam. En haar zagen we bijna nooit,” antwoordde Vera.
“Jammer…,” reageerde Sjors teleurgesteld.
“Maar die pianist,” begon ik weer.
“Kun je je nog herinneren hoe die heette? Ik bedoel, als die man zo beroemd was…”
Vera dacht diep na.
“Het was iets met ‘Krabbe…’ en dan nog wat. Precies weet ik het niet meer hoor. Die man moet nu al dik in de negentig zijn, denk ik. Als hij nog leeft tenminste…”
Ik schrok me kapot van wat ze zei…
“Hein Krabbedijke misschien?” vroeg ik voorzichtig.
“Ja,” reageerde ze opgetogen. “Dat was hem!”
Verbijsterd liet ik me achterover zakken. Paniek overviel me toen ik me realiseerde wat dit zou kunnen betekenen… Ik moest Sjors spreken… Onder vier ogen. En wel zo snel mogelijk.

“We moeten echt gaan nu schat,” zei ik gehaast.
“Maar ik wil…,” begon hij.
“Later jongen,” onderbrak ik hem.
Verbaasd keek hij me aan.
“Kom…”
Ik stond op, bedankte Vera voor het gesprek en sleurde Sjors zowat mee naar buiten.

“Ik heb een naam schat,” zei hij opgewonden toen we weer in de auto zaten. “Nu kunnen we verder zoeken. Als die man, zoals Vera denkt, de vader van de baby van dat andere meisje is, weet hij beslist hoe ze heet. Bas, die man is pianist! Dat kan toch bijna niet anders dan dat hij mijn vader is? En dan moet dat andere meisje wel mijn moeder zijn… Want dat die Vera mijn moeder niet is, dat lijkt me wel duidelijk. Ik lijk in niks op haar. Zij doet dan wel net alsof het niet anders kan dan dat ik haar zoon ben, ik geloof het niet. Ik weet wel zeker dat die DNA test negatief is.”

Ik liet hem maar praten. Maar ondertussen spookte er van alles door m’n hoofd. Als dit waar was…
“Als die man inderdaad zo beroemd was, kan het nooit zo moeilijk zijn hem te vinden, lijkt me…” hoorde ik Sjors zeggen.

“Is er iets?” vroeg Sjors ineens. “Je bent zo stil?”
Ik staarde hem aan, beet op m’n lip.
“Laten we even ergens een rustig plekje opzoeken. We moeten praten,” reageerde ik gespannen.

Mijn hersenen werkten op volle toeren. Dit kon toch niet? Maar tegelijkertijd leek het zo logisch…