“Dat ligt eraan… Stel dat het waar blijkt te zijn… Wil jij dan op zoek naar je vader? En wil je het mijn moeder, als inderdaad zou blijken dat zij ook jouw moeder is, dan vertellen?” Gespannen keek ik hem aan. “Want dan gaat het beslist verkeerd… En dat wil ik niet, dan wil ik liever stoppen,” voegde ik er zachtjes aan toe.
Ik slikte een brok in m’n keel weg. Tranen prikten achter m’n ogen. De angst om hem kwijt te raken was alles overheersend. Al een paar dagen. Als ik eraan dacht, kreeg ik gewoon geen lucht meer.
Sjors dacht lang na over wat ik had gezegd.
“Ik denk dat je gelijk hebt,” zei hij uiteindelijk. “Natuurlijk zou ik mijn biologische ouders graag willen kennen. Maar niet als dat betekent dat wij daardoor niet meer bij elkaar kunnen zijn… Dat wil ik echt niet jongen.”
“Gelukkig…,” zuchtte ik.
Hij draaide zich op zijn zij, sloeg een arm over me heen en drukte een kus op m’n buik. Glimlachend keek ik op hem neer. Ik knipperde verwoed met m’n ogen om m’n opkomende tranen te onderdrukken. Niet huilen nu…
“Hoe ben jij eigenlijk op het idee gekomen dat jouw moeder dat meisje in Gent wel eens zou kunnen zijn?” vroeg Sjors ineens.
Hij hees zichzelf overeind en ging naast me zitten.
“Eigenlijk heel simpel.” antwoordde ik.
“Jij had het erover dat we ons blindstaarden op mijn opa. Dat we daardoor geen andere mogelijkheden meer zagen. Ondanks dat ik je punt wel snapte, kon ik het niet loslaten. Want wat had mijn opa in Gent te zoeken? De enige logische verklaring die ik kon bedenken, was dat hij jouw vader was. Tot die mail van meneer McGee kwam… Ik dacht altijd dat mijn moeder sinds haar derde geen contact meer met haar vader had gehad maar uit die mail van meneer McGee bleek dat dat niet kon kloppen. En toen werd jou bewering dat we ons er niet blind op moesten staren dat mijn opa jouw vader was ineens een stuk logischer. Want plotseling zag ik een andere mogelijke verklaring voor jullie gelijkenis. Namelijk dat dat meisje niet zomaar iemand was geweest waar m’n opa een affaire mee had gehad, maar dat dat meisje zijn dochter was. En aangezien mijn opa maar één dochter heeft…”
“Dat klinkt wel logisch ja,” knikte hij. “Vooral omdat we nu weten dat ze blijkbaar een stiefbroer had die toentertijd een meisje zwanger heeft gemaakt. Denk je dat hij mijn vader is?” vroeg Sjors opgewonden.
“Dat zou heel goed eens kunnen. Het zou in ieder geval verklaren waarom mijn opa zich ermee bemoeide. Want als mijn moeder zwanger was geworden van een vriendje hier in Nederland, was hij vast niet uit Amerika overgekomen om ‘het probleem’ op te lossen… Het kan bijna niet anders dan dat mijn moeder tijdens die laatste vakantie bij haar vader zwanger is geraakt. En dus voelde hij zich verantwoordelijk.”
Ik aarzelde even. Moest ik hem vertellen dat ik, voordat ik wist dat mijn moeder een stiefbroer had, steeds had gedacht dat mijn opa de vader van haar kind was? Deed dat er nog toe? De kans dat Darren de vader was, was een stuk reëler. En ook een stuk minder bedreigend. Toch zou het nog steeds kunnen dat opa wel degelijk de vader was… Bovendien, als ik wilde dat hij begreep waarom ik me in Syracuse zo ellendig had gevoeld, moest ik nu open kaart spelen…
“En dat biedt volgens mij maar twee mogelijkheden,” ging ik verder.
“Twee? Hoezo twee? Ik kan me maar één persoon bedenken…”
Hij keek me niet begrijpend aan.
“Eerlijk gezegd dacht ik, totdat mevrouw McGee over Darren begon, dat mijn opa jouw vader was,” begon ik voorzichtig. “Ook toen ik al tot de conclusie was gekomen dat jij en ik wel eens dezelfde moeder zouden kunnen hebben. En daar werd ik goed ziek van jongen… Ik werd gewoon kotsmisselijk van het idee dat mijn opa… Nou ja, je snapt me wel.”
Het duurde even voor tot hem doordrong wat ik tegen hem zei.
“Zeg je nou dat je dacht dat jouw moeder door je opa seksueel misbruikt werd?“ reageerde hij stomverbaasd.
Ongelovig keek hij me aan. Ik knikte langzaam.
“Jezus Bas… Dacht je dat werkelijk? Waarom in Godsnaam?”
“Simpel. Omdat alles in die richting wees. Als mijn moeder door haar vader was misbruikt en een kind van hem had gehad, was het logisch dat mijn moeder haar vader niet meer wilde zien. Dan was het zelfs begrijpelijk dat ze liever deed alsof ze, sinds hij geëmigreerd was, niks meer van hem had gehoord. En het verklaarde waarom mijn opa in Gent was. En waarom alles anoniem moest. Want als bekend zou worden dat zijn dochter zwanger van hem was, zou dat beslist een flink schandaal zijn geworden. Het had hem zijn carriere kunnen kosten,” legde ik uit.
Sjors knikte bedachtzaam.
“Als je het zo uitlegt, klinkt het wel heel erg logisch,” merkte hij op. “Jezus, schat…” zei hij ineens. “Waarom heb je niks gezegd? Dit is toch iets wat we samen moeten doen? Daar had je toch niet alleen mee rond hoeven lopen? En ik maar denken dat je ziek werd…”
Hij schudde zijn hoofd.
“Ik was zo bang dat als ik gelijk had ik je kwijt zou raken,” zuchtte ik.
“Lieve schat, jij raakt mij nooit kwijt,” reageerde hij meteen. “Natuurlijk wil ik graag weten wie mijn ouders zijn, maar niet ten koste van wat wij samen hebben,” stelde hij me gerust.
“Ben je daar heel zeker van jongen? Weet je heel zeker dat je er ook mee kunt leven als blijkt dat mijn opa toch jouw vader is? Dat er dus wel degelijk sprake was van misbruik? Want die kans zit er volgens mij nog steeds in. Zelfs al is de kans dat Darren je vader is misschien wel veel groter. Want als je denkt dat je er niet mee kunt leven, is het misschien verstandiger om nu te stoppen…”
Weer dacht hij lang na.
“Ik moet het weten Bas. In ieder geval wie mijn moeder is… Anders loop ik er m’n hele leven mee rond. Snap je?”
Ik knikte, begreep hem heel goed.
“Vind je het geen raar idee dat we waarschijnlijk broers zijn?” vroeg ik ineens.
Van pure spanning hield ik m’n adem in.
“Nee, waarom? Jongen, voor mij blijf je precies dezelfde Bas hoor. Jij bent en blijft die jongen waar ik als een blok voor viel toen ik de eerste keer jullie klas binnenliep. Dat verandert nooit. Je bent niet m’n broer, jij bent de man waar ik van hou. De man waar ik m’n leven mee deel. Voor mij is een broer iemand die je je hele leven al kent, waar je mee opgegroeid bent. En dat ben jij niet.”
Opgelucht haalde ik adem.
“En jij? Heb jij er moeite mee als we broers blijken te zijn?” vroeg hij ineens.
Ik schudde m’n hoofd.
“Ik heb geloof ik wel hetzelfde als jij. Je bent m’n broer niet. Zo voelt het niet. Maar als zou blijken dat mijn opa ook nog jouw vader is… Dat zou ik wel moeilijk vinden, geloof ik,” zei ik eerlijk. “Het idee dat mijn moeder dat mee heeft moeten maken. Brrr… Ik moet er niet aan denken.”
“Zou dat voor jou een reden zijn om uit elkaar te gaan?” vroeg hij gespannen.
Ik dacht er heel serieus over na. Ik wilde hem absoluut niet kwijt. Voor geen goud! Maar het idee om de rest van ons leven tegenover m’n moeder te moeten doen alsof er niks aan de hand was…
“Ik weet het niet,” sprak ik naar waarheid. “Niet om jou. Dat zeker niet. Maar misschien wel om m’n moeder… Weet je, het is al een paar keer bij me opgekomen dat de reden dat mijn moeder altijd zo kil en afstandelijk tegen ons doet misschien wel met haar verleden te maken heeft. Jij lijkt natuurlijk vreselijk veel op mijn opa. Misschien herinner je haar wel voortdurend aan dat verleden. En dat zijn natuurlijk geen leuke herinneringen als mijn opa haar misbruikt heeft. Als wij zouden ontdekken dat het werkelijk zo is dat mijn opa jouw vader is, dan betekent dat dat ik moet leven met de wetenschap dat mijn moeder, door telkens met jouw geconfronteerd te worden, voortdurend aan dat verleden herinnerd wordt. Ik weet niet of ik dat kan schat… Misschien wil ik gewoon liever niet weten wie jouw vader is,“ voegde ik er aarzelend aan toe.
Sjors keek me strak aan. Langzaam schudde hij zijn hoofd.
“Ik wil je niet kwijt,” zei hij zachtjes. “Als jij niet zeker weet of je met mij verder kunt als zou blijken dat jouw opa mijn vader is, gaan we niet verder jongen. Dan wil ik alleen weten of jouw moeder ook mijn moeder is en laten we het daarbij.”
“Meen je dat nou?” vroeg ik geëmotioneerd.
“Absoluut. Jij bent veel belangrijker voor me dan weten wie m’n vader is.”
Opgelucht kroop ik tegen hem aan. Ik voelde me een stuk rustiger. Sjors was zo duidelijk in wat hij wilde. Mij… Ik ging voor alles… Langzaam verdween de spanning uit m’n lijf. Ik glimlachte. Voelde me voor het eerst sinds ik het vermoeden had dat mijn moeder ook Sjors’ moeder was weer gewoon gelukkig.
“Dit mag niet tussen ons komen schat,” zei hij zachtjes terwijl hij een arm om me heen sloeg. “Ik kan wel verder zonder te weten wie m’n vader is. Maar ik wil wel graag weten of jouw moeder inderdaad ook mijn moeder is.”
“We zouden een DNA test kunnen doen,” opperde ik voorzichtig. “Dan weten we in ieder geval of we broers zijn of niet. En dan weten we ook of mijn moeder jouw moeder is of niet,” voegde ik eraan toe.
“Natuurlijk!” reageerde hij enthousiast. “Ik ga er meteen één bestellen.”
“Ik ben je nog wat vergeten te vertellen,” begon ik nadat Sjors de DNA test online besteld had.
Nieuwsgierig keek hij me aan.
“Die Darren… Ik weet wie dat is,” zei ik geheimzinnig.
“Ja hallo, ik ook. Dat is je moeder’s stiefbroer, grapjas.”
“Nee… Ik bedoel dat ik hem ken. Niet persoonlijk, maar ik heb m’n moeder wel vaker over hem gehoord.”
“Dat meen je niet?” reageerde hij verbaasd.
“Al sinds ik klein was,” knikte ik. “Ze ziet hem minstens een paar keer per jaar.”
“Hè? Hoe kan dat?”
“Hij is een zakenrelatie van haar. Tenminste… Dat heeft ze altijd gezegd. Alleen twijfel ik nu een beetje aan dat verhaal. Ik vind het wel erg toevallig dat iemand die al jarenlang een zakenrelatie van haar is nu ineens haar stiefbroer blijkt te zijn.”
“Wat denk jij dan?”
“Ik weet het niet. Misschien is er wel veel meer tussen hen dan alleen maar stiefbroer en zus. En zegt mijn moeder alleen maar dat hij een zakenrelatie is om een excuus te hebben hem te zien…”
“Jij bent gek,” reageerde Sjors ongelovig. “Ga jij nou zeggen dat je denkt dat je moeder en Darren iets met elkaar hebben?”
Ik zuchtte.
“Ik kijk werkelijk nergens meer vreemd van op schat… Ik moet gewoon steeds denken aan wat mevrouw McGee over Darren zei. Dat hij net zijn moeder verloren had en troost zocht bij zijn stiefzusje. Ik kan me heel goed voorstellen dat dat troosten verder ging dan alleen maar troosten… En dan is het ineens ook heel begrijpelijk dat daar een kind uit voortgekomen is. En dat ze elkaar nog steeds zien…”
Met open mond staarde Sjors me aan.