Sjors’ zienswijze had me aan het denken gezet. Maar de richting van mijn gedachten beviel me niet zo. Hoewel hij er slechts vanuit ging dat mijn opa zijn vader niet was omdat het ons zicht belemmerde, merkte ik dat ik serieus begon na te denken over die mogelijkheid. Ik wilde het niet, maar het gebeurde gewoon. Steeds weer kwam de vraag in me op wat het zou betekenen als mijn opa echt zijn vader niet was. Waarom was mijn opa dan in Gent geweest? Dat was toch wel erg toevallig… Als mijn opa wel Sjors’ vader was, dan was dat meisje beslist zijn moeder. Maar als mijn opa niet zijn vader was, wie was dan dat meisje? Was zij dan nog steeds Sjors’ moeder? Of had zij er dan helemaal niks mee te maken…
En als zij wel Sjors moeder was, maar mijn opa was niet zijn vader, wat had mijn opa dan met haar te maken?
Vooral deze vraag bleef maar in m’n kop rondspoken. Ik kwam er niet uit en toch had ik het gevoel dat het antwoord op die vraag binnen handbereik lag. Uiteindelijk drukte ik het weg in de wetenschap dat we na onze vakantie contact met zuster Bernadette zouden opnemen. Zij zou vast licht op de zaak kunnen werpen.
Het enige dat we hier nu nog konden doen, was kijken of we in contact konden komen met degene die de filmpjes van mijn opa op You Tube had geplaatst. Misschien kon hij of zij iets meer over mijn opa vertellen en heel misschien leverde dat een aanwijzing op.
Het bleek om een bedrijf te gaan. Via hun You Tube kanaal kwamen we terecht op de website van ‘Classical Music Productions’. Eén van de diensten die ze aanboden, was het omzetten van oude analoge muziekopnames naar digitale bestanden. We vonden in totaal drieëntwintig opnames van mijn opa op de site. Had ik me eerder nooit zo geïnteresseerd voor mijn opa’s muzikale carrière, nu was mijn interesse volop gewekt. Dus greep ik mijn creditkaart en kocht ze allemaal. Sterker nog, ik stuurde er een mailtje achteraan waarin ik uitgelegde dat ik de kleinzoon van Hein Krabbedijke was en dat ik benieuwd was of ze nog meer opnames van hem hadden.
Omdat we in Elmira verder niet veel meer konden doen, besloten we de tijd die ons nog restte, naar Niagara Falls te gaan. Van de watervallen had ik me heel wat voorgesteld. En op zich waren ze ook indrukwekkend. Tot het donker werd… Felgekleurde verlichting in alle kleuren van de regenboog maakte van de Amerikaanse kant van dit prachtige natuurverschijnsel een bonte kermisattractie. Wat dan wel weer paste bij de schreeuwende reclames en neonverlichting in Niagara Falls zelf. Kortom, ik vond het een merkwaardige ervaring. Desondanks vermaakten we ons prima. ‘Ripley’s believe it or not’ was geweldig! Het casino vond ik persoonlijk minder, ik hou nou eenmaal niet zo van gokken. Weggegooid geld, vond ik. Want ik won gewoon nooit. Gokken zit niet in mijn bloed… Maar Sjors daarentegen genoot met volle teugen! Niet zo raar, hij ging uiteindelijk met een leuk bedrag naar huis. Ik had de grootste lol om hem. Uitgelaten vrolijk was hij omdat hij gewonnen had. Trots als een pauw wapperde hij met de gewonnen dollar’s voor m’n neus. Heerlijk hoe mijn man kon genieten van zoiets… Het maakte me helemaal blij!
Terug in het hotel bleek er een reactie te zijn op mijn mailtje over de opnames van mijn opa. Justin McGee, de directeur van het bedrijf, had me persoonlijk terug geschreven. Hij schreef dat hij het leuk vond een reactie van Hein’s kleinzoon te hebben ontvangen. Hij kende mijn moeder, had haar ooit ontmoet toen ze bij mijn opa op vakantie was. Hij vertelde me dat hij in het bezit was van bijna alle opnames die er van mijn opa waren en nodigde me uit om langs te komen. Dan kon ik uitzoeken wat ik wilde hebben en zou hij ervoor zorgen dat de opnames omgezet werden.
“Leuk man, moet je doen” reageerde Sjors enthousiast.
Ik knikte. Natuurlijk ging ik dit doen. Ik was bloed nieuwsgierig naar die opnames. Op de één of andere manier fascineerde m’n opa me al een tijdje mateloos.
“Dan moeten we wel morgen gaan, anders redden we het niet meer,” merkte ik op.
Onze vakantie liep tegen het einde. Over twee dagen vlogen we weer terug naar huis.
“Is toch geen punt? Ik heb het hier wel een beetje gehad,” reageerde Sjors.
Dat had ik eigenlijk ook wel. Maar er was iets wat me een beetje terughoudend maakte. Eén of ander akelig voorgevoel. Ik kon het niet precies benoemen.
‘s Avonds in bed kon ik de slaap niet vatten. Sjors’ rustige ademhaling vertelde me dat hij al lang en breed in dromenland was. Maar ik was klaarwakker. Die mail spookte door m’n hoofd. Er was iets mee… Maar wat? Op zich was het een vriendelijke mail geweest. Waarom hield het me dan zo bezig? Meneer McGee kende mijn opa blijkbaar persoonlijk. Hopelijk wist hij iets waar we wat aan hadden. Daar hoefde ik me toch niet zo druk om te maken?
Plotseling schoot ik overeind. Hoe kon het dat meneer McGee mijn moeder kende? Mijn moeder had me verteld dat ze haar vader sinds haar derde niet meer had gezien… Hoe kon meneer McGee haar dan tijdens een vakantie bij hem hebben ontmoet? Een beklemmend gevoel bekroop me… Natuurlijk kon ik hem er morgen gewoon naar vragen, er nu niet meer over nadenken en gewoon gaan slapen. Maar dat lukte niet. Die vraag bleef maar door m’n kop spoken. Zo heel af en toe kwam er een stemmetje doorheen dat voorzichtig opperde dat m’n moeder misschien wel niet helemaal de waarheid had gesproken. Onherroepelijk duwde ik dat stemmetje weg. Er zou vast een betere verklaring zijn… Maar toch… Ik kreeg het niet meer uit m’n kop. Steeds opnieuw kwam dezelfde vraag boven.
Ik zuchtte diep. Dit ging zo niet meer lukken. Slapen kon ik wel vergeten, daarvoor was de onrust in m’n hoofd te groot. Zo stil mogelijk kroop ik uit bed. Ik moest iets doen. Maar wat? Ik schonk een flink glas whisky in en startte m’n laptop op. Een spelletje dan maar… Maar ook daar kon ik m’n gedachten niet bij houden.
Gek werd ik ervan! Steeds opnieuw drongen dezelfde gedachten zich op. Stel dat mijn moeder iets verzweeg, en daar leek het op… Stel dat ze haar vader wel degelijk vaker had gezien na haar derde… Dan moest ze een hele goeie reden hebben om dat te verzwijgen. Want ik kende mijn moeder als een zij het ietwat kille en afstandelijke maar vooral oprechte vrouw.
Langzaam begon zich een afgrijselijk scenario in mijn hoofd te ontrollen. Een scenario waar ik niet verder over na wilde denken. Ik durfde niet want ik wilde het niet weten. Dit kon gewoon niet waar zijn… Met pijn in mijn hart dacht ik aan Sjors. Aan hoe graag hij wilde weten wie zijn echte ouders waren… Tranen sprongen in m’n ogen. Als het waar was wat ik vermoedde, zou hij willen dat hij nooit aan deze zoektocht was begonnen…
Moest ik Sjors deelgenoot maken van mijn vermoedens? Als ik gelijk had, zou hij er uiteindelijk toch wel achter komen. Maar als ik het verkeerd had? Was het niet beter om eerst maar eens uit te zoeken of het überhaupt zou kunnen wat ik dacht? Misschien zag ik wel spoken. Misschien had meneer McGee m’n moeder wel ontmoet toen ze kleine kinderen waren en herinnerde mijn moeder zich dat gewoon niet meer.
Enigszins gerustgesteld door die gedachte en aardig beneveld door de whisky, kroop ik uiteindelijk toch maar weer in bed. Niet meer aan denken nu. Morgen zouden we meneer McGee spreken. Dan kon ik het vragen… Dan wist ik zeker of mijn angstige voorgevoel waar was. Dan was het nog vroeg genoeg om te bepalen of ik het Sjors moest vertellen…
Mijn man sliep nog steeds als een roos. Even wilde ik tegen hem aankruipen maar iets weerhield me ervan. Ik wist wel wat het was maar ik wilde er niet meer aan denken… Niet nu. Dus draaide ik me om en sloot m’n ogen.
“Ga je mee douchen,” vroeg Sjors de volgende ochtend nadat we in het restaurant van het hotel hadden ontbeten.
Tijdens het ontbijt was ik stiller dan normaal geweest. Ik had Sjors laten praten maar hoorde nauwelijks wat hij zei. Ik deed alleen maar m’n uiterste best om de gedachten die me de afgelopen nacht uit m’n slaap hadden gehouden niet opnieuw toe te laten. En natuurlijk lukte dat niet. Telkens als ik naar Sjors keek, kwam dat stemmetje in m’n hoofd terug… Ik was bang. Zo vreselijk bang…
“Ga jij maar, ik voel me niet zo lekker,” probeerde ik me er onderuit te kletsen.
“Kom op schat, even lekker samen douchen…”
Lachend pakte hij m’n hand en trok me omhoog. Met tegenzin liep ik achter hem aan. Ik had hier helemaal geen zin in.
“Wat is er?” vroeg hij toen ik geen aanstalten maakte om me uit te kleden.
Ik haalde m’n schouders op.
“Gewoon… Ik heb niet zo’n zin. Beetje koppijn, last van m’n buik,” verzon ik een flauwe smoes.
Sjors keek bedenkelijk.
“Je wordt toch niet ziek hè?”
Hij bracht me op een idee. Ziek… Dan konden we niet verder zoeken… Dan bleef alles zoals het was… Maar dat was natuurlijk alleen maar uitstel van executie, dat snapte ik zelf ook wel.
Weer haalde ik m’n schouders op.
“Misschien moet je nog even gaan liggen,” stelde Sjors bezorgd voor. “Kan ik wat voor je doen? Heb je wat nodig?”
De lieverd! Als ik ziek was, zorgde hij altijd zo goed voor me. En hij verwende me. Kocht een nieuwe CD of een mooi boek. Hij deed gewoon altijd zijn uiterste best om het me zo prettig mogelijk te maken als ik me ellendig voelde. Ik genoot van zijn liefde en zijn aandacht. Maar nu was het anders… Nu voelde het vreemd…
“Ga jij maar douchen, ik kruip nog even in bed,” zuchtte ik.
Heel bewust creëerde ik afstand. Wat moest ik nu? Moest ik Sjors vertellen wat ik dacht? Durfde ik dat?
De buikpijn die ik geveinsd had, kwam nu toch echt opzetten. Het klamme zweet brak me uit. Niet omdat ik ziek was. Maar gewoon omdat ik er vreselijk tegenop zag meneer McGee te ontmoeten. Want ik wist dat er van wat hij te vertellen had heel veel afhing… En ik was er bang voor, betrapte mezelf erop dat ik het niet wilde weten zodat alles zou blijven zoals het was.