11 maart 2021

Dubbelleven – 11 Verder spitten

“Volgens mij schrok hij zich kapot toen jij hem vertelde dat je ervan overtuigd bent dat je zijn zoon bent,” merkte ik op. “Hij heeft er natuurlijk alles aan gedaan om te voorkomen dat jij hem ooit zou vinden. En dan sta je jaren later toch ineens op zijn stoep.”
“Misschien was het beter geweest als we hem eerst een brief hadden geschreven. Dan had hij tijd gehad om erover na te denken… We hebben hem natuurlijk wel enorm overvallen,” redeneerde Sjors hardop.
“Wat nu? Ik denk niet dat we hier nog verder komen,” merkte ik op.
“Toch zitten we goed. Ik weet het zeker… Heb je hem goed bekeken? ‘t Was net of ik mezelf zag over vijftig jaar.”
Peinzend keek ik Sjors aan. Iets klopte er niet in wat m’n opa had gezegd maar ik kon er de vinger nog niet opleggen wat…

“Wat weten we verder van hem?” vroeg ik hem.
“Hij was getrouwd met jouw oma,” begon Sjors op te sommen. “Volgens je moeder is hij naar Amerika geëmigreerd toen zij drie was. Daar is hij hertrouwd maar blijkbaar leeft zijn vrouw niet meer want hij woont nu alleen. Of hij is opnieuw gescheiden… Dat kan natuurlijk ook. Eenenveertig jaar geleden dook hij ineens in Gent op. Volgens Vera omdat hij de suikeroom was van één van de meisjes in het moederhuis. Maar dat weten we natuurlijk niet zeker want Vera heeft hem niet meteen herkent. Dat kwam pas jaren later toen ze hem een keer op tv zag,” vatte Sjors alles wat we tot nu toe hadden ontdekt samen.
“Misschien heeft Vera zich vergist,” merkte ik voorzichtig op.
“Bas! Denk na! Ik lijk sprekend op die man… Het kan gewoon niet anders dan dat hij m’n vader is.”
“Tenzij hij een broer heeft die op hem lijkt,” bracht ik aarzelend naar voren. “Dat zou toch kunnen? Dat zou verklaren waarom Vera zich vergist kan hebben.”
“Denk je?”
Hij dacht even na over wat ik gezegd had en schudde toen zijn hoofd.
“Dat zou betekenen dat hij nooit in Gent is geweest. Maar dat heeft hij niet ontkent schat.” reageerde Sjors. “Ik weet het niet Bas. Ik vond zijn reactie gewoon vreemd. Te resoluut. Hij wilde ons gewoon zo snel mogelijk kwijt… Waarom?”
Ik knikte instemmend. Hij had wel gelijk. Zo zou hij nooit gereageerd hebben als we hem verwarden met een broer…
“Tja, dan blijft er eigenlijk nog maar één mogelijkheid over… En dat is dat er hem blijkbaar nogal wat aangelegen is om te voorkomen dat uitkomt dat hij een buitenechtelijk kind heeft,” merkte ik peinzend op.

Zwijgend keken we elkaar aan.
“Google?” stelde Sjors ineens voor. “Misschien is er op internet meer over hem te vinden. Misschien komen we er dan achter waarom hij zo stellig ontkent dat hij mijn vader is terwijl volgens mij iedere debiel in één oogopslag ziet dat hij dat wel is.”

En dus maakten we voor de zoveelste keer gebruik van de magie van Google… Jammer genoeg werden we er deze keer niet echt veel wijzer van. We kwamen wat filmpjes op You Tube tegen. Oude opnames die door iemand online waren gezet. En op Wikipedia vonden we wat terug over zijn carrière. Maar over zijn privéleven was helemaal niks te vinden.

“Misschien kunnen we mijn moeder voorzichtig uithoren. Weet zij iets wat meer licht op de zaak kan werpen,” opperde ik aarzelend.
“Is dat wel verstandig jongen? We hebben het nooit over jouw opa gehad en nu ineens willen we van alles over hem weten… Straks gaat ze vragen waarom. En dan? Wil je haar vertellen dat hij mijn vader is?”
Ik schudde m’n hoofd.
“Nee, maar het zou toch kunnen dat jij nieuwsgierig bent geworden nadat je die CD beluisterd hebt. En dat je op internet bent gaan zoeken naar meer informatie maar niks kon vinden… Op zich vind ik dat niet echt vreemd.”
Sjors zuchtte diep.
“Er zit weinig anders op, of niet? Dit is ons enige spoor…”
Hij klonk teleurgesteld. Natuurlijk had hij gehoopt dat zijn vader hem met open armen zou ontvangen… Ik trok hem even tegen me aan.
“Kop op jongen. We geven het niet op. We vragen gewoon m’n moeder…”

“Bas? Hé? Wordt eens wakker.”
Midden in de nacht werd ik wreed uit m’n slaap gehaald door Sjors die klaarwakker rechtop in bed zat.
“Wat is er jongen? Waarom maak je me wakker? Ik wil slapen…,” mompelde ik slaapdronken.
“Sorry. Ik kan niet slapen,” reageerde hij nuchter.
“Moet je mij dan ook uit m’n slaap halen?” vroeg ik lichtelijk geïrriteerd.
Ineens drong tot me door waar we waren. Ineens begreep ik ook waarom Sjors niet kon slapen. Die kreeg zijn vader natuurlijk niet uit z’n kop. Ik draaide me naar hem toe.
“Vertel, wat zit je dwars,” bood ik hem de gelegenheid zijn hart te luchten.
Hij had verder geen aanmoediging nodig maar begon meteen uit de doeken te doen waar hij over had liggen piekeren.

“Ik heb nog eens goed nagedacht,” begon hij. “We doen iets fout.”
Verbaasd keek ik hem aan.
“Ja echt…,” reageerde hij.
“Ga je ook nog vertellen wat we fout doen of is dit slechts een constatering,” merkte ik droog op. “Want dan ga ik weer slapen…”
“Luister…” ging Sjors onverstoorbaar verder.
Dit ging nog wel even duren. Ik hees mezelf overeind, klopte m’n kussens op en ging rechtop zitten.
“Wij gaan er steeds vanuit dat jouw opa mijn vader is,” begon hij.
Ik knikte.
“Maar jouw opa zegt zelf dat hij mijn vader niet is.”
Ik knikte weer.
“En wij geloven hem niet omdat ik zoveel op hem lijk en omdat Vera zei dat hij in Gent was toen m’n moeder daar zat.”
“Ja hallo, ga je me nog iets nieuws vertellen of hoe zit dat? Dit weet ik toch al?”
“Klopt. Zie je, de fout die we maken, is dat we niet openstaan voor andere mogelijkheden. Die wimpelen we meteen af doordat het zo voor de hand lijkt te liggen dat hij mijn vader wel is…”

Ineens had hij m’n volle aandacht. Het klopte wat hij zei. We vertelden onszelf dat hij iets verborg omdat hij ontkende dat hij Sjors’ vader was.. We zochten op internet naar meer informatie over hem. We wilden m’n moeder uithoren… Allemaal omdat we hoopten iets te vinden waaruit we zouden kunnen afleiden dat wat mijn opa zei, niet klopte…
“Maar stel je eens voor dat het wel waar is wat hij zegt?” ging Sjors verder. “Dat hij echt mijn vader niet is? Moeten we dat niet eens verder onderzoeken?”
Peinzend keek ik hem aan.
“Je bedoelt, uitzoeken waarom hij dan wel in Gent was?”
“Niet helemaal. Want dat weten we wel zo’n beetje. Althans, als we afgaan op wat Vera ons heeft verteld. Volgens haar betaalde hij het verblijf van mijn moeder. Maar waarom deed hij dat als hij niet de vader van haar kind was?”
Ik fronste m’n wenkbrauwen. Dacht goed na over wat Sjors zei.

“Maak je nu niet dezelfde denkfout schat?”
“Hoezo?”
“Wie zegt dat dat meisje jouw moeder is? Dat denken we juist omdat mijn opa samen met haar gezien is. En omdat jij heel sterk op mijn opa lijkt. Als je ervan uitgaat dat mijn opa jouw vader niet is, hoeft dat meisje jouw moeder ook niet te zijn.”
“Dat bedoel ik dus…”
Triomfantelijk keek hij me aan.
“Zie je dat er ineens hele andere mogelijkheden ontstaan als we het idee dat jouw opa mijn vader is, loslaten?”
Ik knikte langzaam.
“Maar hoe verklaar je dan dat jij zo op hem lijkt?”
“Weet ik veel. Toeval…”
“Nah Sjors… Sorry hoor. Maar dat geloof ik niet. We zoeken je moeder, lopen tegen mijn opa aan die sprekend op je lijkt en jij denkt dat dat toeval is? Kom op man, dat geloof je toch zelf niet?”
“Nee, dat geloof ik ook niet. Maar wat wij geloven, zit ons op dit moment wel in de weg. Ik weet niet goed hoe ik dit uit moet leggen. ‘t Is net of we klakkeloos achter de auto voor ons aan rijden en daardoor de afslag missen. We moeten gewoon niet zo op je opa focussen want dan missen we misschien andere belangrijke aanwijzingen. Snap je?”
Ik knikte bedachtzaam.
“Ik denk dat ik je wel begrijp. Maar wat wil je dan? Heb je daar ook over nagedacht?”
“Ik wil weten wie dat meisje is waar jouw opa kost en inwoning voor betaalde. En vooral wat hij met haar te maken had als hij niet de vader van haar kind is.”
Ik fronste m’n voorhoofd.
“Stel nou dat mijn opa wel de vader van haar kind is maar dat jij dat kind niet bent?” opperde ik.
“Dat zou ook nog kunnen,” reageerde Sjors prompt. “Maar dan weet zij misschien wel wie dat derde meisje in het moederhuis was waar Vera het over had… Hoe dan ook, er is een relatie tussen jouw opa en dat meisje. Of zij nou wel of niet mijn moeder is, feit blijft dat die twee iets met elkaar te maken hadden. Als we dat nou eerst eens proberen uit te zoeken in plaats van maar klakkeloos aannemen dat jouw opa liegt, dan wordt misschien wat duidelijker welke kant we op moeten.”

Ik zuchtte diep. Lastig om dat wat voor de hand lag, los te laten.
“En hoe denk jij erachter te komen wie dat meisje was?”
“Wat dacht je van zuster Bernadette nog een keer met een bezoekje vereren?”
Hij lachte breeduit.
“Vera vertelde dat alle meisjes moesten werken om voor kost en inwoning te betalen. Behalve zij… Dat moet toch opgevallen zijn?”
Bewonderend keek ik hem aan. Ik had zuster Bernadette als bron van informatie eigenlijk al afgeschreven. Maar zoals hij het nu uit elkaar rafelde, zou het inderdaad best eens kunnen zijn dat zij zich op basis van deze informatie wel iets zou herinneren.
“Denk je dat ze iets los zal laten als ze wat weet?”
“Misschien niet, maar we kunnen het haar toch vragen? Hier komen we niet verder. Jouw opa laat toch niks los. Of heb jij een beter idee?”
Vragend keek hij me aan.

“Zolang we hier nog zijn, zouden we eens kunnen kijken of te achterhalen valt wie die filmpjes op You Tube heeft geplaatst. Misschien dat degene die dat heeft gedaan mijn opa kent,” opperde ik.
“Strak plan,” reageerde Sjors enthousiast. “Daar kunnen we morgen dan meteen mee beginnen… En dan kunnen we als we weer thuis zijn zuster Bernadette nog een keer opzoeken.”