10 april 2021

Aan de andere kant … – 11 Een onverwachte wending

“Hé Vic! Alles oké?”, vraagt Manuel bezorgd als Ruben en ik terugkomen.
Ik knik en ga zitten. “Niks aan de hand. Ik heb me gewoon verslikt. Da’s alles.”
“Gelukkig maar.” Hij richt zich weer tot Sjoerd. “Maar hoe heb je het dan aangepakt?”
“Ik heb hem uitgenodigd toen hij mijn website klaar had”, lacht Sjoerd.
Grinnikend schuift Ruben op de stoel naast Sjoerd en legt zijn arm losjes om zijn schouder. “Het is maar goed dat jij zoveel lef had, ik had dat nooit gedurfd.”
“Nee, jij zat zo diep in de kast!” Grijnzend kijkt Sjoerd hem aan.
“Tja, wat wil je? Ik wist niet beter dan dat het een vreselijke zonde was. Eraan toegeven was een one way ticket to hell”, lacht Ruben.
“Maar nu denk je daar blijkbaar anders over”, merkt Manuel op.
“Klopt”, beaamt Ruben. “Door Sjoerd ben ik anders gaan denken. In zijn kerk zien ze een homoseksuele relatie niet als zonde. Tenminste, niet zolang die relatie gebaseerd is op liefde en wederzijds respect.”
“Da’s bij ons in de kerk precies zo”, knikt Manuel instemmend.
“In het begin had ik er wel moeite mee, hoor”, gaat Ruben verder. “Maar na een aantal gesprekken met Sjoerd’s predikant, ben ik er toch anders tegenaan gaan kijken.”
“Het heeft even geduurd, maar uiteindelijk durfde hij het aan”, grijnst Sjoerd.
“En toen heb ik hem ten huwelijk gevraagd”, grinnikt Ruben.

Met stijgende verbazing luister ik naar wat Ruben en Sjoerd vertellen. Ze lijken zo gelukkig met elkaar. Hoe kan dat nou? De bijbel is toch heel duidelijk? De Heere heeft de mens gemaakt als man en vrouw. Samen zijn zij één, geschapen naar Zijn evenbeeld. Daarom voelen man en vrouw zich tot elkaar aangetrokken. Ze maken elkaar compleet, ze vullen elkaar aan. Dat bestaat toch helemaal niet tussen twee mannen?
Hoe legt Ruben dat dan uit? Zoals ik hem ken, is hij niet iemand die lichtzinnig met dingen omgaat.
Zie ik het verkeerd? Heb ik me teveel laten beïnvloeden door mijn slechte ervaringen met Eelco?
Eelco wilde zich niet binden, hij had geen zin in klef gedoe, zoals hij het noemde. En ik, naïef als ik was, dacht dat ik hem tijd moest geven, dat het van zijn kant vanzelf zou groeien. Maar dat gebeurde niet, Eelco wilde geen moeite doen elkaar te leren kennen, hij wilde uitgaan, leuke jongens ontmoeten, lol maken. In het begin ging ik nog mee, maar al snel begon het me tegen te staan. Bij elke leuke jongen hing hij om de nek, met iedereen stond hij te zoenen en hij schroomde niet ongegeneerd een hand op iemands kont te leggen, zelfs als ik er naast stond.
Nee, Eelco wilde maar één ding, seks. En als hij bij mij niet kreeg wat hij wilde, zocht hij het gewoon ergens anders. Hij trapte me op m’n ziel en ik liet het toe. Maar voor ik daar achter was, waren we twee jaar verder.
God, wat was ik kapot toen het eindelijk tot me doordrong; ik was niet meer dan een fuckbuddy voor hem. Ik voelde me uitgescheten en gebruikt.

Tja, dat was natuurlijk koren op de molen van mijn vader. ‘Vic,’ zei hij, ‘je seksueel tot iemand aangetrokken voelen is geen liefde, dat is lust. Een relatie gebaseerd op lust houdt geen stand, jongen. Daarom waarschuwt de bijbel ons voor homoseksuele relaties, want tussen twee mannen, dat is geen liefde.’

Peinzend kijk ik naar Ruben en Sjoerd. Dus dat zou geen liefde zijn? Hoe weet mijn vader dat? Hij heeft toch geen idee hoe het voelt om van een man te houden?
Ik zucht. Wat maakt het allemaal ook uit? Het is te laat, ik heb een keuze gemaakt en daar moet ik het mee doen.
Aan de andere kant… Als mijn vader het verkeerd heeft, heb ik die keuze wel op hele verkeerde gronden gemaakt! Want als het niet klopt wat hij zegt, hou ik mezelf natuurlijk wel enorm voor de gek…
‘Niet alleen jezelf’, fluistert een stemmetje in mijn hoofd. ‘Wat dacht je van Ciska?’
Snel druk ik de gedachte weg, niet meer over nadenken nu. Resoluut pak ik mijn glas van tafel en drink het leeg. “Kom Manuel, we moeten gaan anders wordt het te laat.”
Ik schuif mijn stoel achteruit en sta op. “Leuk je ontmoet te hebben”, schud ik Sjoerd de hand.
“Insgelijks. Ruben heeft het zo vaak over jou. Super om je eindelijk eens te ontmoeten!”, grijnst hij.
Lachend richt ik me tot Ruben. Hij negeert mijn uitgestoken hand, komt overeind en omhelst me opnieuw.
“Fijn je weer eens te zien, jongen”, klopt hij me op mijn rug. “Snel bellen, hè? Ik ben heel benieuwd hoe het jou al die jaren vergaan is.”

***

“Aardige gasten, die Ruben en Sjoerd”, merkt Manuel op terwijl hij naast me op de passagiersstoel plaatsneemt.
“Zeker”, mompel ik.
“Jij schrok nogal toen Ruben Sjoerd voorstelde als zijn man, of niet?”
“Hoe bedoel je?” Alsof mijn neus bloedt, steek ik de sleutel in het contactslot, start de motor en rij de parkeergarage uit.
“Die hoestbui. Je verslikte je toch niet zomaar, of wel? Kregen onschuldig lijkende spelletjes ineens een andere betekenis?”, grinnikt hij plagend.
“Hoe kom je daar nu weer bij? Dat soort spelletjes speelden wij niet, hoor”, grijns ik ongemakkelijk.
“Waarom schrok je dan zo? Zo raar is het toch niet dat iemand homo is?”
“Nee, natuurlijk niet”, haast ik me te zeggen. “Ik schrok gewoon omdat ik het niet van hem verwacht had. Ik dacht dat ik hem kende maar blijkbaar hield hij het één en ander voor me verborgen.”
Hij knikt nadenkend. “Wat had je gedaan als hij het je vroeger verteld had? Had je nog vrienden met hem willen zijn?”
“Ja natuurlijk”, antwoord ik zonder aarzelen. “Ruben was mijn beste vriend, het zou me echt niet uitgemaakt hebben.”
“Dus je had het niet erg gevonden?”

Erg gevonden? Man, ik had een gat in de lucht gesprongen! Vooral als hij gezegd zou hebben dat hij verliefd op mij was.
Heel even bekruipt me een gevoel van spijt. Nerveus bijt ik op mijn lip. Zou dat gewerkt hebben? We waren natuurlijk nog erg jong en hadden alles stiekem moeten doen.

“Nou?”, dringt Manuel aan. “Had je het erg gevonden?”
“Eh… Nee… Waarom zou ik?”
“Misschien vanwege je geloof”, oppert hij. “Jij hebt toch hetzelfde geloof als Ruben vroeger?”
Ik knik. “Dat klopt en dat had het vast niet eenvoudig gemaakt, maar ik zou hem er nooit om hebben laten vallen.”
Manuel knikt en tuurt zwijgend naar buiten. “En ik?”, draait hij zich ineens naar me toe. “Als ik homo zou zijn, zou je daar moeite mee hebben?”
“Jij homo?”, grinnik ik. “Je maakt een geintje, of niet?”
Hij haalt zijn schouders op. “Ik weet het niet. Soms denk ik het wel eens.”
“Dat je een geintje maakt of dat je homo bent?”, lach ik, ineens bloednerveus.
“Het laatste.”

Ik hap naar adem. Zweet staat in mijn handen, mijn mond voelt kurkdroog en mijn hart gaat als een gek tekeer! What the fuck flikt Satan me nu weer? Eerst Ruben en nu Manuel ook nog? Ik kreun. Heere, help me! Please…
“Zo erg is dat toch niet?”, vraagt Manuel verontwaardigd.
“Nee, nee,” forceer ik een glimlach, “natuurlijk niet. Als het zo is, hoop ik dat je een leuke man tegenkomt en dat je net zo gelukkig wordt als Ruben en Sjoerd.”
Een steek van jaloezie schiet door me heen. Ik schrik. Ben ik nu jaloers op zijn toekomstige vriend? Kom op zeg! Ik heb een lieve vrouw en twee geweldige kinderen, wat wil ik nog meer?
‘Je wilt hém, Victor’, klinkt een stemmetje in mijn hoofd. ‘Geef het maar toe. Het hoeft niet bij fantasie te blijven nu en dat weet je…’
‘Rot op, Satan’, foeter ik in gedachten. Verbeten klem ik mijn vingers rond het stuur.

“Dus dit verandert niks tussen ons?”, vraagt Manuel nadrukkelijk. Hij kijkt me onderzoekend aan.
“Nee, waarom zou het iets veranderen?”, reageer ik ogenschijnlijk kalm. “Voor mij ben je nog steeds precies dezelfde Manuel, hoor.”
“Fijn”, glundert hij opgelucht. “Wil je het wel voor je houden, Vic? Mijn ouders weten nog van niks en ik wil eerst zelf uitzoeken wat ik nou precies wil.”
“Tuurlijk”, knik ik begrijpend.
Ik aarzel. Zal ik hem vertellen over mezelf? Misschien snapt hij dan waarom ik soms zo raar reageer. Of zou hij dan in de gaten krijgen dat hij mijn hoofd behoorlijk op hol brengt?
Stiekem gluur ik opzij. Zou ik een kans maken als ik niet getrouwd zou zijn?
‘Victor!’, roep ik mezelf streng tot de orde. ‘Hou op met die flauwekul! Dat wil je toch helemaal niet?’ Ik schud mijn hoofd. Nee, natuurlijk niet! Ik ga Ciska toch niet besodemieteren? Oh God, ik moet er niet aan denken! Nee, ik kan maar beter mijn mond houden.
Ik zucht en draai de snelweg op.

“Niet vergeten, morgen concertkleding kopen, hè?”, herinner ik hem aan onze afspraak als ik hem, even na twaalven, voor de deur van zijn ouderlijk huis afzet.
“Yup! Maar eerst ontbijten bij de Hema. Ik trakteer, remember?”, lacht hij.
Ik knik. “Half tien?”
“Prima!”
In het licht van een lantaarnpaal loopt hij het tuinpad op. Bij de voordeur draait hij nog een keer om en steekt zijn hand omhoog. Glimlachend zwaai ik terug en rij weg. Nog twintig minuten, dan ben ik thuis.

***

“Vic?”, steekt Manuel zijn hoofd om de hoek van het gordijn. “Kun je even helpen?”
“Natuurlijk, wat moet ik doen?”, vraag ik terwijl ik de paskamer binnenloop. Aan de grond genageld blijf ik staan.
“En? Wat vind je ervan?”, lacht hij uitdagend terwijl hij, op een spierwitte boxershort na, naakt voor me in de rondte draait.
Oh mijn God! Wat een heerlijke strakke buik… En dan die billen… Mijn hartslag versnelt, mijn knieën knikken. Opwinding giert door m’n lijf, alles in me schreeuwt om hem! Ik zou hem zo graag in m’n armen willen nemen en hem laten voelen wat hij met me doet.
Onwillekeurig duw ik tegen mijn zwellende kruis. Mijn mond voelt kurkdroog. Ik slik. “Perfect, fluister ik hees.
“Voel eens”, glimlacht hij terwijl zijn warme, donkere ogen me aankijken en hij zijn hand naar me uitstrekt.
Aarzelend pak ik hem vast en laat me door hem leiden. Wat is hij van plan?
Nog steeds glimlachend legt hij mijn hand op zijn hart en vouwt de zijne er overheen. Onder mijn vingers voel ik zijn hart als een razende tekeer gaan.
Als in trance kijk ik hem aan. Bloed pompt zwaar door mijn aderen, adrenaline raast door mijn lijf als zijn gezicht dichterbij
komt. Ik sluit mijn ogen, voel zijn warme ademhaling langs mijn wang strelen. Mijn laatste restje weerstand verdwijnt als sneeuw voor de zon als hij zachtjes op mijn oorlel sabbelt. Ik kreun.
“Weet je zeker dat je dit wilt, Victor?”, fluistert hij.
“Oh ja”, hijg ik zachtjes. “Heel zeker…” Hunkerend stoot ik mijn onderlichaam naar voren.
Zijn bijna naakte lijf kronkelt tegen me aan. Zijn erectie drukt hard tegen de mijne. We kijken elkaar diep in de ogen. Langzaam komen onze gezichten dichter bij elkaar.
Mijn hart bonkt in mijn keel als hij zachtjes langs mijn lippen likt. Gretig open ik mijn mond, draai mijn hoofd wat opzij en laat hem toe.
Zijn hand wrijft over mijn rug en glijdt traag naar beneden. Terwijl onze tongen elkaar hartstochtelijk liefkozen, leg ik mijn vrije hand op zijn bil en trek hem stevig tegen me aan. Ondertussen zoeken zijn vingers zich een weg in mijn pantalon.
“Wacht”, fluister ik terwijl ik hem een stukje van me af duw.
Terwijl ik mijn broek losmaak en naar beneden duw, knoopt Manuel de knoopjes van mijn overhemd los en ontbloot mijn borst. Beurtelings kust hij mijn tepels. Ik kreun zacht.
Mijn handen woelen door zijn blonde krullen als zijn lippen, al kussend, afdalen naar beneden. Door de dunne stof van mijn zwart-wit gestreepte boxer heen voel ik zijn hete adem langs mijn kloppende erectie strelen. Tergend langzaam duwt hij mijn boxer naar beneden en onthult stukje bij beetje het bewijs van mijn verlangen. Een verlangen dat ik niet meer kan negeren. Een verlangen waar ik me niet meer tegen kan verzetten, hoe hard mijn verstand dat ook probeert.
“Dit wil ik al vanaf het eerste moment dat ik je zag”, fluistert hij, vlak voor zijn lippen mijn eikel beroeren.
“Owh”, kreun ik genietend. Rillingen lopen over mijn rug als zijn tong liefkozend het zijdezachte topje van mijn eikel streelt. Terwijl zijn handen zich rond mijn ballen vouwen, neemt hij mijn eikel in zijn mond en zuigt hem helemaal naar binnen. Me van niks anders bewust dan zijn liefkozingen, duw ik mijn bekken keer op keer ritmisch naar voren.
Ik sluit mijn ogen en geef me over aan de overweldigende sensatie die zich vanuit mijn kruis door mijn hele lichaam verspreidt en zijn climax vindt in een geweldige ontlading die mijn zaad tot achterin zijn keel drijft. Hijgend zoek ik steun tegen de muur van de paskamer.
“Oh… Manuel”, stoot ik kreunend uit.