10 maart 2022

Familie? Familie! – 68 Robin

Zaterdag 10 december 2011
Chicane – Offshore (Ambient Mix)

„Wat heb je bij je?“

Nog voordat Wolfgang goed gekeken heeft, rolt de vraag over zijn tong terwijl Robin terugschuifelt uit Charlie’s logeerkamer naar de woonkamer. Hij zet de ingelijste foto op tafel. Het is de foto van zijn familie op een verjaardagsfeestje.

„Nog even geduld.“
„Neem je tijd.“

Alexander helpt hem terug in zijn stoel, maar Robin negeert zijn bezorgde opmerkingen. Hij maakt zich geen zorgen over een langzame wandeling door het appartement. De littekens op zijn borstkas en benen zijn nog niet genezen. Hij heeft nog niemand nodig om hem te vertellen, wat hij wel en niet kan doen. Zijn lichaam vertelt het hem. Robin gaat iets anders zitten, zodat hij zijn been wat minder voelt en geeft de foto aan Wolfgang.

„Het is een familiefoto.“

Robin wil deze foto gebruiken om zijn broer uit te leggen, waarom hij niet meer verder leven wilde zoals vroeger. Bijna net zoals Sascha de foto heeft gebruikt om hem een spiegel voor te houden.

„Jij en Sascha zijn zo jong. Is dat je moeder?“

De jongen is verbaasd.

„Ja. Haar naam was Astrid.“

Wolfgang kijkt even naar hem en dan lang naar de foto. Waarschijnlijk is hij verbaasd, dat Sascha’s vrouw en hun moeder dezelfde naam hebben. Of zoekt de jongen naar overeenkomsten?

„Dat is onze vader.“

Hij verwijst op zo’n manier naar de oude Wolfgang, dat de jongen zelf mag beslissen of hij hem ook als zijn vader ziet. Onbewust weet Robin wat de uitslag van het DNA-onderzoek zal zijn. Wanneer Alexander de foto van Wolfgang overneemt, moet hij even op zijn lippen bijten. Hij heeft Alexander niets verteld en zijn schat heeft niets gevraagd. De foto stond bij zijn bed toen Alexander terugkwam van Silke’s begrafenis. Robin kijkt er elke dag naar om na te denken over zijn verleden en als herinnering aan zijn verleden.

„Waar komt deze foto vandaan?“

Kent Alexander de foto niet? Zijn partner lijkt verbaasd.

„Sascha heeft hem mij gegeven in het ziekenhuis.“
„Oh ja, hij stond de laatste dagen naast je bed. Vreemd, dat hij me niet is opgevallen. Ik denk, dat ik je niet ernaar gevraagd heb, omdat ik zelf niet zoveel heb met familiefoto’s.“

Robin knikt begrijpend. Alexander heeft ze waarschijnlijk nooit uitgepakt. In hun appartement hangen vooral Alexander’s tekeningen en meer foto’s van nu dan van vroeger.

„Wanneer ik thuis ben, zal ik eens zoeken. Ze moeten ergens liggen.“

Alexander geeft de foto terug aan Wolfgang en glimlacht half.

„Heb je veel foto’s van je moeder? Of foto’s van jezelf van vroeger?“
„Ik heb alleen een paar van haar en nog wat foto’s, die we hebben genomen, voordat ze mij bij haar hebben weggehaald. Als er al babyfoto’s zijn, dan zijn ze zoekgeraakt. We hebben niet altijd een thuis gehad, dat weet je.“

De jongen haalt zijn schouders op en wrijft over zijn borstkas. Robin leeft mee met Wolfgang, hij weet hoe het is om nergens lang te wonen. Wolfgang gaat verder.

„Misschien zijn er geen foto’s gemaakt, omdat het vaak niet zo goed ging met ons. Het is nu te laat om te vragen. Ik denk, dat haar ouders ook zijn overleden. Maar ik ben tevreden, dat ik een paar foto’s heb. Ik vind het eigenlijk fijner, dat ik haar boeken heb, die zeggen me veel meer. De boeken waren belangrijk voor mijn moeder.“

Robin’s geest gaat op drift, wanneer hij zich afvraagt, wat hij nog heeft van zijn ouders. Waarschijnlijk niets anders dan de foto’s, omdat zijn vader gewoonlijk alles van waarde verkocht om zijn slechte gewoontes te financieren.

„Het is een mooie foto.“

Wolfgang geeft de foto terug aan Robin.

„Sascha heeft nog meer foto’s van onze familie. We kunnen hem vragen of hij een kopie wil maken.“
„Als je wilt, hangen we ze thuis op.“

Alexander moedigt hem voorzichtig aan. Robin glimlacht naar zijn vriend. Hij vindt het een goed idee om wat foto’s van hun familie op te hangen, maar een complete tentoonstelling vindt hij te ver gaan. Ergens verwacht hij, dat Alexander een hele stapel heeft opgehangen tegen de tijd, dat hij hun appartement weer van binnen ziet.

Een hele fotogalerij roept teveel emoties op. Het zou een tentoonstelling worden van schaamte of van verdriet. Misschien beide vermengd met een beetje plezier. Zou Alexander een foto van de heks, die zich tegenwoordig als een goede fee presenteert, wel willen ophangen? De verschillen tussen de twee families zijn groot. Henriette en Max Kaiser zijn springlevend, Astrid en Wolfgang Krone allesbehalve. Alexander is begonnen het contact met zijn familie te herstellen, hij is begonnen afscheid te nemen van zijn idyllische herinneringen aan zijn vader en moeder.

Robin wil er niet te lang over nadenken. Alexander kan er niets aan doen, dat zijn ouders er niet meer zijn. Ze zijn doodgegaan als gevolg van hun eigen keuzes en Robin heeft bijna die traditie gevolgd. Deze nalatenschap heeft hij overleefd. Hij leeft. Met zijn broers gaat het goed, ze geven veel om hem en hij wil ook aan hen denken.

„Dit is de enige foto, die de moeite waard is. Ik vind je tekeningen mooier. Wil je er een tekening van maken?“

Robin praat tegen Alexander in de hoop dat de muren thuis ongeschonden blijven. In een adem gaat hij door, nu tegen Wolfgang.

„Ik wil vandaag je meer over mijn familie vertellen, daarom heb ik deze foto tevoorschijn gehaald. Ik wil je uitleggen, waarom ik zo onderuit ben gegaan en ik hoop, dat je mij beter begrijpt.“
„Charlie en Astrid hebben mij verteld over je hart.“
„Gevolg van myocarditis.“
„Volgens Astrid moet je alles rustig en langzaam doen en je niet teveel inspannen, zodat je je hart niet beschadigt.“
„Dat is, wat de arts graag wil.“
„Dat is eenvoudig genoeg om te begrijpen. Ik weet nog, dat je overstuur werd, toen mevrouw Kaiser en ik bij je binnenvielen. Het spij…“
„Wolfgang, alsjeblieft. Was het maar zo simpel.“

Robin moet hem nu onderbreken. Vandaag wil hij Wolfgang van zijn schuldgevoel afhelpen. Hij is zelf verantwoordelijk voor alles wat er is gebeurd. Gelukkig kijkt Wolfgang hem nu aan met een mengeling van verbazing en nieuwsgierigheid. Robin’s blik gaat kort naar Alexander, die hem met zijn ogen aangeeft verder te vertellen. Ze hebben gisteren besloten om de jongen vandaag alles te vertellen.

„Dagmar, Sascha en Alexander denken, dat het gecompliceerder is. Ik ben er nog niet helemaal zeker van of het is zo … ingewikkeld is, maar ik sta er open voor.“

Over het gezicht van Alexander trekt een lichte schaduw, die alleen hij kan plaatsen. Zijn mondhoek trekt heel even op. Alexander doet dat, wanneer hij iets afkeurt. Zijn schat vindt het niet goed, dat hij zijn twijfels over hun idee uitspreekt. Alexander’s reactie kan hij helemaal begrijpen. Hij weet al te goed, wat zijn schat allemaal heeft gedaan om hem in leven te houden. Robin hoopt nog steeds, dat het niet zo ernstig is en zoekt nog naar een duidelijke, alternatieve verklaring. Hij heeft angst voor de artsen, voor wanneer het idee overgaat in een diagnose. Het etiket na de diagnose bezorgt hem een nog grotere angst, waardoor hij zichzelf nu moet dwingen verder te vertellen.

„We hebben een ziektegeschiedenis in onze familie. Mijn vader had een slecht hart. Ik ben er vrij zeker van, dat ik dat van hem heb geërfd. Bovendien was hij een alcoholist, daarom ben ik voorzichtig met hoeveel ik drink. Misschien moet ik de alcohol helemaal opgeven, nu ik een bypass heb gekregen. Het hangt er vanaf, hoe goed ik herstel en wat de artsen zeggen.“
„Mijn moeder was ook aan de drank. Daarom is ze gestorven. De drank heeft haar lever kapotgemaakt.“

Alexander reageert alert Wolfgang’s laconieke mededeling en onderbreekt hen.

„Wanneer ze alletwee een probleem met alcohol hadden, moet jij misschien van alle drank afblijven. Als jij het kan vermijden, dan hoef je niet hetzelfde mee te maken als zij.“

Robin knikt langzaam, eens als hij het is met Alexander’s verstandige advies, wanneer hij bedenkt hoeveel aandacht alle familieziektes vragen. Ziektes, die van de ene aan de volgende generatie worden doorgegeven. Wolfgang heeft een veel betere positie dan Robin ooit heeft gehad. De jongen weet wat te verwachten en kan zelf beslissen, hoe er mee om te gaan in zijn leven. Het hoeft hem niet te overkomen, als Wolfgang er zelf op let. Robin probeert weer terug te gaan naar wat hij wil vertellen.

„Sascha zegt, dat ik op mijn moeder lijk.“
„Dan was het een geweldige vrouw.“

De jongen glimlacht.

„Zo herinner ik mij haar … Nee, zo wil ik mij haar herinneren. Ze had ook problemen. Sascha denkt, dat onze moeder misschien ziek was.“

Vanuit zijn ooghoek ziet hij Alexander in zijn stoel onrustig bewegen met een vragende blik in zijn ogen. Blijkbaar heeft Sascha hem niets heeft verteld over hun andere gesprekken in het ziekenhuis. Robin voelt zich schuldig, omdat hij tot nu toe nog heeft gezwegen. In de afgelopen dagen heeft hij vooral nagedacht over alles, wat Sascha heeft verteld en geprobeerd zijn geheugen op te frissen, zijn verborgen herinneringen op te roepen. Hij moet nu eerst ademhalen om verder te gaan.

„Ik was nog te jong om iets te zien of te merken. Volgens Sascha hebben onze ouders vaak ruzie gehad. Ze ruzieden over zijn drankgebruik. Sascha zegt, dat mama ook dronk, maar ik weet het niet zeker. Ik twijfel ook nog een beetje aan haar … overlijden. Ik was nog geen vijf, toen ze stierf, toen ze … zelfmoord pleegde.“
„Wat?“

Het woord vliegt uit Alexander’s keel. Zijn schat hapt naar adem. Met een hand grijpt Alexander zijn pols vast bij wijze van steun, maar Robin schudt zich los. De gesprekken met Sascha over hun moeder hebben allerlei verborgen herinneringen losgemaakt bij hem en bij Sascha. Het gebaar van zijn vriend brengt nog meer herinneringen naar boven.

„Hoe?“

Als antwoord op Wolfgang’s vraag kan Robin alleen nog met zijn hoofd schudden. Vandaag wil hij er niet meer over praten. Het is op dit moment al erg genoeg om de film in zijn gedachten weer af te spelen.

Sascha heeft haar in bad gevonden met doorgesneden polsen. Zijn oudere broer was bijna negen jaar en wist niet wat hij kon doen om haar te helpen. Ze hadden geen werkende telefoon. Sascha is in zijn bebloede pyjama naar een buurman gegaan om een ambulance te bellen. Ze leefde nog, toen hij haar voor het laatst heeft gezien vanuit zijn slaapkamerdeur. Zij huilde. Hij huilde, maar begreep niet, wat er gebeurde. Ze lag op een brancard en werd naar buiten gebracht. Op weg naar het ziekenhuis is ze overleden.

Stil komen de tranen uit zijn ogen. Wolfgang haalt uit de keuken een glas water voor hem. Alexander staat ook op en slaat zijn armen om hem heen. De verdrongen herinneringen hebben hem opnieuw aan het huilen gekregen. Alexander wiegt hem zachtjes, terwijl hij zichzelf als kleine jongen ziet. Sascha heeft hem teruggestuurd naar zijn slaapkamer en de deur dichtgedaan. Hij ligt huilend op bed en begrijpt niet waarom mensen zo opgewonden praten en janken aan de andere kant van de deur. Na een lange stilte doet Wolfgang zijn mond opnieuw open.

„Je hoeft nu niet verder te vertellen over je familie. We kunnen een volgende keer weer verder gaan.“
„Nee.“

Robin wil niet de oudere broer zijn, die alles voor de jongere broer verbergt. Hij wil niet, dat Wolfgang over twintig jaar zichzelf afvraagt, wat er is gebeurd of zich schuldig voelt voor het veroorzaken van een hartaanval, waardoor zijn broer in het ziekenhuis is beland.

„Je moet weten, wat er met mij is gebeurd de laatste tijd. Wat ik heb gedaan.“

Wolfgang’s ogen gaan wijd open.

„Kun je dat?“

Alexander fluistert. Robin kijkt hem beslist aan.

„Ik wil het nu.“

Robin heeft nog wat tijd nodig om zichzelf bij elkaar te rapen. Wolfgang en Alexander gaan uiteindelijk weer zitten, Wolfgang heeft een nerveuze en tegelijk indringende blik in zijn ogen. Robin heeft geen idee, wat er door het hoofd van de jongen heengaat. Desondanks wil hij vertellen, wat er verteld moet worden.

„De artsen hebben mijn hart wel gerestaureerd, maar misschien ben ik nog steeds ziek.“
„Ik begrijp je niet. Ziek waarvan?“
„Misschien mijn hoofd.“
„Heb je nog een blessure van het basketballen?“

Robin schudt zijn hoofd. Hij heeft moeite om uit zijn woorden te komen en kijkt naar Alexander om daarna zijn hand te grijpen. Met zijn ogen vraagt hij zijn partner om hulp. Hun vingers verstrengelen zich. Alexander helpt hem over zijn emotionele drempel.

„Had je … moeder … dezelfde ziekte?“
„Volgens Sascha wel.“

Robin knikt, terwijl hij vecht tegen zichzelf. Het is nu het verkeerde moment om erg emotioneel te worden, hij wil zijn houding bewaren. Alexander legt het Wolfgang verder uit.

„Dagmar, Sascha en ik hebben Robin gevraagd om met zijn artsen over iets anders te praten. Het kan zijn, dat mijn schat op een andere manier ziek is. Een depressie.“
„Ik zou ook depressief worden, als ik zo lang in het ziekenhuis zou liggen. Je bent bijna gestorven. Sascha nog eerder dan jij, hij lag ook op sterven. Jij en Sascha moeten ophouden daar constant over na te denken, dan komt alles vanzelf weer goed.“
„Wolfgang, we bedoelen niet depressief, maar een echte depressie. Een aanhoudende stemming, waardoor je niet meer vrolijk naar de toekomst kunt kijken, waardoor je geen mogelijkheden meer ziet.“

Alexanders reactie laat Wolfgang nadenken.

„Maar het probleem is toch je hart, Robin?“
„Ik was bezig mijzelf te slopen … Ik heb een verkeerde beslissing genomen … Vlak voor de bruiloft van Sascha en Astrid ben ik weer ziek geworden … Op de een of andere manier ben ik gaan geloven, dat ik … nooit meer beter zou worden … dat ik zou sterven, omdat mijn hart het niet meer aankan … niet meer beter zou worden … Ik was van plan om het te laten gebeuren … hoe sneller hoe beter.“
„Wat wilde je laten gebeuren?“
„Sterven … Ik besloot te sterven.“
„Waarom zou je dat willen?“
„Ik was weer ziek … Ik was moe van het vechten … Ik kon niet meer vechten tegen mijn lichaam, tegen mijn hart … Ik heb de verkeerde beslissing genomen.“
„Wist je dit?“

Wolfgang kijkt dwingend naar Alexander, die met een verdrietig gezicht bevestigend knikt.

„Waarom heb je niets gedaan?“
„Wolfgang, het is niet Alexander’s schuld.“
„Nee, het is ook mijn schuld … we zijn alletwee net zo schuldig hieraan.“

Alexander protesteert. Robin fronst zijn wenkbrauwen. Alexander is niet verantwoordelijk voor zijn beslissingen.

„Ik heb wel gemerkt, dat er iets mis was. Robin was net zo moe als iedereen, die de bruiloft heeft voorbereid, maar hij heeft er anders op gereageerd. Hij was zichzelf niet meer. Robin vertelde me, dat hij weer pijn voelde op zijn borst, maar hij wilde niet naar het ziekenhuis. Hij wilde de bruiloft niet missen.“
„We hebben veel gepraat die avond. Ik was verdrietig.“

Robin praat weer tegen Wolfgang. Alexander corrigeert hem.

„Je was depressief.“
„Dat is hetzelfde.“
„Nee, het is niet hetzelfde!“

Alexander reageert kortaf. Robin moet even nadenken. Alexander is op dit punt zelfverzekerd, ook al heeft hij geen diagnose. Die avond ging inderdaad om meer dan alleen verdrietig zijn. Vandaag probeert Robin het te bagatelliseren. Hij knikt eerst aarzelend, daarna nog een keer duidelijker en kijkt tegelijk Alexander aan om hem gelijk te geven. Alexander beantwoordt zijn treurige blik door hem met zijn ogen toestemming te vragen om verder te vertellen. Robin gaat op dezelfde woordloze manier akkoord.

„Wanneer mijn schat eenmaal een idee in zijn hoofd heeft zitten, is het moeilijk om hem op andere gedachten te brengen. Ik dacht eerst, dat hij overdreef. Hij is bijvoorbeeld al meer dan teleurgesteld, dat hij niet meer mag sporten. Nu was Robin bang om mij, jou en Sascha teleur te stellen.“

Robin denkt na over Alexander’s woorden. Hij noemt hem nu al twee keer ‘mijn schat’ waar anderen bij zijn. Het vergroot zijn gevoel van schaamte, omdat hij Alexander allesbehalve als zijn schat heeft behandeld. Met zijn duim begint hij de houtnerf van de tafel te volgen, terwijl hij probeert weer verder te praten.

„Ik ben bang om invalide te worden. Ik wil niet de rest van mijn leven verzorgd worden. Ik wil niet wegkwijnen … Na Sascha’s ongeluk wilde ik, dat jij niet opnieuw zoiets meemaakt. Ik wist, dat het bij mij nog veel erger zou worden, omdat de gevolgen van myocarditis mij langzaam, maar zeker mijn leven zouden kosten … Ik wilde niet, dat jij mee zou maken, hoe ik zou sterven. Niet na Sascha en niet na je moeder …“
„Mijn moeder heeft hier niets mee te maken.“
„Ik dacht van wel.“
„Nee. De laatste maanden van mijn moeder heb ik niet meer meegemaakt. Ze wilde niet, dat ik haar zou zien sterven en meneer en mevrouw Kaiser … Je kent ze. Ik had haar heel graag in de laatste maanden willen zien, maar we hadden al afscheid van elkaar genomen en ergens is het goed zo.“

Robin denkt na en knikt begrijpend, terwijl Wolfgang achterover leunt, hem dwingend aankijkt en verder praat.

„Je … op de bruiloft was je anders. We hebben met elkaar gesproken en je hebt wat grappen gemaakt … maar je was anders.“

Robin heeft geen reactie. Gelukkig legt Alexander het verder uit.

„Robin wilde je op afstand houden. Hij had het idee, dat je gelukkiger zou zijn bij Max en Henriette.“

Wolfgang zwijgt even, zijn ogen getuigen van zijn verbazing.

„Je wilde mij … Op afstand brengen in plaats van mijn echte familie te …? Waarom heb jij eraan meegewerkt?“

Blank & Jones – Desire (Ambient Mix)

Alexander schiet in de verdediging.

„Alleen tot de bruiloft. Geloof me, alsjeblieft. Ik was van plan om met Sascha en Astrid te gaan praten, toen ik besefte hoe serieus Robin geloofde, dat hij zou sterven, ook om hem te vragen jou op te vangen. Maar niet voor de bruiloft. We wilden alletwee, dat ze van hun trouwdag zouden genieten. Maar Sascha was al vertrokken, voordat ik met hem kon praten.“
„Naar het vakantiehuis.“

Wolfgang fluistert, terwijl hij met een spijtig gezicht zijn handen voor zijn borst houdt. Alexander zucht.

„Ja … Ze zouden een week wegblijven. Ik heb Sascha geprobeerd te bellen … Elke dag … Ondertussen heb ik Robin alleen verzorgd.“

Robin kijkt naar Wolfgang en Alexander, terwijl Alexander vertelt over de maand na de bruiloft, over de telefoontjes, Dagmar, de pillen, de artsen. Wolfgang reageert, zoals ze allebei vooraf hadden verwacht. Hij is radeloos, verbijsterd en windt zich op over hun gedrag.

Het is niet eerlijk van hem zoveel kritiek op Alexander te hebben. Robin heeft zich geweldig dom gedragen, het waren zijn beslissingen. Hij heeft Alexander overtuigd er in mee te gaan en Alexander heeft alles geprobeerd om hem tegen zichzelf te beschermen. Robin voelt zich steeds meer gedwongen om Alexander te verdedigen, maar het lukt hem niet. Hij voelt zijn hart steeds sneller kloppen. Het bonkt en maakt hem angstig.

„Jongens, alsjeblieft.“

Hij weet het nog net, piepend te zeggen. Op dit moment is zijn zorg, dat het niet uit de hand loopt. Het kost hem moeite zijn hartslag te beheersen. Wolfgang’s luide stem helpt niet.

„Als je het mij vraagt, zijn jullie alletwee niet goed bij je hoofd!“
„Jongens, mag het wat rustiger?“

Robin hijgt. Alexander kijkt hem gealarmeerd aan.

„Ben je nog in orde?“

Robin pakt trillend het glas water en drinkt het slok voor slok leeg.

„Is het je hart? … Oh, het spijt me.“

Wolfgang stamelt.

„Langzaam en regelmatig ademen. Zeg het, als we naar het ziekenhuis moeten.“

Alexander wrijft over Robin’s hand en voelt hoe koud zijn hand is. Robin schudt zijn hoofd, terwijl hij zijn adem even inhoudt. Vandaag wil hij niet naar het ziekenhuis, niet vanwege een gesprek met Wolfgang. De jongen zou het zichzelf nooit vergeven. Hijgend weet hij toch te reageren.

„Het komt wel goed. We moeten alleen het rustig aan doen.“
„We kunnen wel even stoppen en straks verder gaan.“
„Dat is een goed idee.“

Alexander versterkt Wolfgang’s voorstel, waarop zijn jongere broer opstaat en mokkend begint af te ruimen.

„Ik ga even afwassen. Ik heb tijd nodig om na te denken.“

Alexander protesteert, waardoor Wolfgang de borden rinkelend op het aanrecht zet. Hij loopt naar de hal en zoekt in zijn jaszak.

„Ga alsjeblieft niet weg.“

Robin fluistert. Wolfgang hoort hem niet. Alexander roept naar de hal.

„Wat ga je doen?“

Wolfgang houdt zijn sigaretten omhoog.

„Je wilt niet dat ik de afwas doe, dan kan ik beter even naar buiten gaan.“
„De sleutels.“

Alexander gooit zijn sleutels naar Wolfgang, die ze net kan vangen. Daarna klinkt het geluid van een dichtslaande voordeur. Robin kan niet voluit spreken en fluistert.

„Hij gaat niet weg. Hij is wel boos, maar hij is bang geworden van wat er nu gebeurt. Hij gaat er niet vandoor.“

Alexander zwijgt en trekt zijn stoel dichter bij Robin om een arm om hem heen te slaan en met zijn hoofd tegen Robin’s hoofd aan te leunen. Daarna begint Alexander langzaam, gecontroleerd, diep te ademen, zodat Robin zijn tempo makkelijker kan overnemen. Zijn vriend heeft dit de laatste maanden thuis vaker gedaan, wanneer hij moeite had met traplopen, eigenlijk iedere keer, wanneer hij begon te hijgen.

„Ik meen het over het ziekenhuis. Als het nodig is, dan gaan we erheen.“

Robin heeft zijn ogen gesloten om zich te concentreren op zijn ademhaling en om zijn hartslag te vertragen. Ondertussen probeert hij de steken en pijnen, die hij overal voelt, te plaatsen. Zijn kuiten doen pijn, net zoals zijn borstspieren. Hij voelt zich niet verdoofd, ook geen licht gevoel in zijn hoofd of zelfs duizelig. Het is niet de normale pijn, wanneer zijn hart zelf protesteert.

„Zal ik je naar het ziekenhuis brengen?“

Ongerust herhaalt Alexander zijn vraag. Robin herkent de sceptische blik van zijn schat.

„Nee, deze keer niet. Het is een andere pijn, het is niet mijn hart. Ik zal het wel aangeven, als we een arts nodig hebben. We moeten het alleen rustig zien te houden. Misschien kun je dit op de lijst zetten voor de artsen?“
„Oh ja, dat is al op maandag. Goed idee.“

Alexander verdwijnt naar hun kamer. Ze moeten alles bijhouden, zijn dieet, zijn lichaamsbeweging en daarom zijn ze ook begonnen met een gedetailleerde lijst van de pijnscheuten, krampen en andere gebeurtenissen voor de artsen. Deze lijst is een goed idee van Alexander. Ze hebben afgesproken alles bij te houden, totdat de artsen genoeg informatie hebben en de lijst niet meer nodig hebben. Robin hoopt, dat dit al heel snel het geval is, ergens ervaart hij deze lijst als inbreuk op zijn persoonlijke leven. Wolfgang komt weer binnen, terwijl Alexander nog weg is. Hij loopt langs Robin naar de keuken en opent de koelkast. Robin hoopt dat de jongen Charlie’s wijn niet openmaakt.

„Waar is Alexander?“

Wolfgang schenkt drie glazen sap in.

„Hij komt zo weer terug.“
„Gaat het weer?“
„Ja hoor, zolang we het rustig weten te houden, gaat het goed. Dank je wel.“

Robin neemt een glas sap van Wolfgang aan en zet het met een bevende hand op tafel.

„Ik weet, dat het een schokkend verhaal voor je is en dat spijt me. Ik heb een paar hele domme dingen gedaan. Sascha kwam met dezelfde vragen als jij. Het enige, wat ik erover kan zeggen, dat het mij toen verstandig leek. Ik weet, dat iedereen het onzinnig vindt, maar voor mij klopte het allemaal … Daarom gaan we volgende week langs een andere arts. We zullen zien of Dagmar, Alexander en Sascha gelijk hebben met hun idee.“
„Denk je, dat ze gelijk hebben?“

Robin haalt zijn schouders op, voordat hij knikt met vochtige ogen.

„Het is mogelijk, maar we verwachten niet direct een antwoord.“
„Bestaan er onderzoeken om te zien of … je een depressie hebt?“
„Ik weet het niet. Er moet ergens een reden zijn voor, wat ik heb gedaan en waarom ik er zo over dacht.“

Alexander komt terug in de woonkamer. Wolfgang verontschuldigt zich.

„Sorry voor mijn uitval net.“
„Je hoeft je niet voor alles te verontschuldigen. Het is heel moeilijk om hier goed mee om te gaan en we hebben tot nu toe allemaal de verkeerde manier gekozen. Je doet het goed, Wolfgang.“

Robin vult Alexander aan.

„Daaroverheen wil ik dat je de waarheid kent. Ik weet, dat je denkt dat jij mijn hartaanval hebt veroorzaakt. We willen je alles vertellen, zodat je begrijpt dat het niet jouw schuld is en ook niet van Alexander.“
„Maar wanneer mevrouw Kaiser en ik niet zo tekeer waren gegaan in je appartement dan …“

Robin laat hem niet uitpraten.

„Het zou hoe dan ook gebeurd zijn. Ik heb niet goed voor mijzelf gezorgd. Je hebt er recht op om te weten, wat er is gebeurd.“
„Ik denk … Ik begrijp niet, hoe je weer ziek bent geworden. Op de bruiloft zag je er moe uit, maar je zei dat er problemen waren. Iedere keer daarvoor zag je er goed uit.“

Wolfgang denkt even na over wat hij zegt.

„Nee, dat is niet waar. Toen Sascha in het ziekenhuis lag, zag je er heel erg slecht uit.“
„Het is eigenlijk vorig jaar begonnen. Ik ben vorig jaar tijdelijk gestopt met sporten om bij Alexander in het ziekenhuis te zijn.“
„Je weet, dat ik in elkaar ben geslagen. Ik heb een paar maanden nergens last van gehad, totdat ik in Bohling’s in elkaar ben gezakt en daarna een bloedprop werd ontdekt. Die was eerder niet ontdekt. Ik heb het in elk geval overleefd.“

Alexander knipoogt, Wolfgang knikt begrijpend, terwijl Robin nu Alexander’s hand vastpakt, voordat hij weer verder vertelt.

„Ik ben ook gestopt, omdat ik bang was dat iemand anders Alexander nog een keer wat aan zou doen. Ik trainde niet meer zo veel als vroeger. Aan het begin van de zomer had ik de kans om als trainer aan het werk te komen. Daarvoor moest ik mijn conditie weer op peil brengen. Ik heb te hard getraind en toen ben ik ingestort. Het was de eerste aanval als gevolg van de myocarditis. Toen we elkaar voor het eerst spraken, vroeg je, waarom ik geen wedstrijden meer speel. Dit zijn de redenen.“
„Je kende me niet, je hoefde me niets te vertellen.“
„Daarom heb ik je niets verteld tot vandaag. Maar ons gesprek van die avond heeft wel indruk op mij gemaakt.“
„Echt waar?“

Robin knikt.

„Ik baalde van veel dingen. Het woord ‘homobasketballer’ bijvoorbeeld, ik wil gewoon bekend staan als een basketballer, die een competitie heeft gewonnen met zijn team. Toen we elkaar voor het eerst spraken, vond ik het nog steeds vervelend. Ik baalde er ook van, dat ik geen echte baan had. Het parkbeheer op het kasteel lag me niet echt en ik ben korte tijd later overgegaan naar de paarden daar. Ik wist niet eens of ik daar als paardentrainer aan het werk mocht. Ik heb daar geen enkele ervaring mee.“

Robin valt even stil om rustig adem te halen.

„Het was een jaar na het kampioenschap en ik ben geen stap verder gekomen in dat jaar. Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, was je gewoon een jongen, die wist, wie ik was. Voor jou was ik nog steeds de homobasketballer.“
„Ik wist niet, dat je het zelf niet leuk vindt.“

Wolfgang fluistert.

„Of ik het leuk vindt of niet, het is ook, wie ik ben. Je zei, dat veel mensen naar mij opkijken, dat het geweldig is om als homo te sporten en te winnen. Je was ook teleurgesteld, dat ik mijn bekendheid niet gebruik om een voorbeeld voor anderen te zijn. Daarmee heb je indruk op mij gemaakt, Wolfgang. Het was de droom van mijn vader om basketballer te worden, maar jij hebt iets gezegd om er een doel aan te geven.“
„Echt?“

Robin glimlacht.

„Waarom heb je me dat niet eerder verteld?“

Alexander’s vraag roept Robin’s verbazing op.

„Ik dacht, dat je het wist.“
„Ik wist, dat je weer begonnen was met trainen vanwege Wolfgang, maar ik dacht dat je het deed, omdat hij misschien je broer is.“
„Nee. Ik ben de volgende ochtend al langs de arts gegaan, nog voordat ik wist, wie hij was.“

Wolfgang gaat meer naar voren gaat zitten.

„Wacht even. Je was weer begonnen met trainen. Maar je was toch nog ziek?“
„Toen ik je tegenkwam in de sporthal, kwam ik net bij de arts vandaan. Ik wilde de jongens weer zien en nog helemaal niet trainen. De arts had me hele strikte regels gegeven om opnieuw te beginnen. Hij wilde me elke week zien om in de gaten te houden, hoe mijn hart zou reageren en om te voorkomen, dat ik te hard van stapel zou lopen.“
„Wat is er gebeurd?“
„Ik heb de richtlijnen van de arts gevolgd. Ik heb alles bijgehouden, het eten en niet te veel bewegen. Dat lukte niet meer na Sascha’s ongeluk.“
„Ben je gestopt met trainen?“
„Nee, ik ben juist meer gaan trainen. Ik was zo moe van de lange dagen op mijn werk en de lange nachten in het ziekenhuis, dat ik hoopte door meer te trainen ook meer energie zou hebben om de lange dagen vol te houden …“

Alexander’s dwingende blik zorgt ervoor dat Robin verder vertelt.

„… Af en toe glipte ik er tussenuit om naar de sporthal te gaan.“

Wolfgang vraagt door.

„Ben je toen ziek geworden? Zag je er daarom zo slecht uit in het ziekenhuis?“
„Nee. Ik kreeg meer energie van het trainen. Toen Sascha uit het ziekenhuis kwam, kon ik nog verder trainen. Ik was er zeker van, dat ik in orde was. Ik dacht, dat mijn lichaam het aankon. Alleen besloten Sascha en Astrid snel te trouwen. De hele voorbereiding zorgde opnieuw voor lange dagen … en ik ben niet minder gaan trainen.“

Wolfgang’s open mond laat de twijfels zien. Hij leunt achterover en denkt na over iets.

„Waar denk je aan?“
„Over mijn bezoek aan Sascha in het ziekenhuis. Je hebt nauwelijks iets tegen me gezegd.“

Robin’s blik gaat naar zijn handen. De vingers van zijn handen raken elkaar, terwijl hij zijn handen zenuwachtig heen en weer beweegt. Hij knikt. Wolfgang’s volgende vraag is onderweg.

„Was het met opzet?“
„Ik denk het niet. Ik voel me er wel schuldig over. Ik was bezorgd over Sascha. Ik was bang om hem te verliezen, om alleen achter te blijven.“
„Heb je niet …“
„Ik was alleen bezig met Sascha. We wisten toen niet, of hij zou bijkomen. Ik kon nauwelijks mijn eigen verdriet bijhouden.“
„Dan kom ik weer uit bij de ruzie in jullie appartement. Als je het weer moeilijk krijgt, ga je dan opnieuw van mij weglopen? Als je mij op afstand wilt houden, dan wil ik het nu weten. Ik wil weten, wat ik kan verwachten van jou. Als jullie geen tijd voor mij hebben, dan wil ik, dat je dat tegen mij zegt. Misschien kunnen we dan beter elkaar niet zo vaak zien of spreken, als ik had gedacht.“

Wolfgang praat nu met een lage, rustige stem en de teleurstelling op zijn jonge gezicht zorgt ervoor, dat Robin zich nog beroerder voelt. Wolfgang heeft gelijk. Zijn gedrag is niet voorspelbaar. Wolfgang heeft het volste recht zich af te vragen, hoe hij in de toekomst zal reageren. In dit opzicht is Robin niet anders, dan de gezinnen waar Wolfgang tijdelijk onderdak vond. De jongen verdient meer en vooral beter dan tot nu toe.

„We willen je regelmatig spreken en zien. We willen je niet op afstand houden, maar goed contact met je opbouwen. Ik wil je vertrouwen of je vertrouwen opnieuw waard zijn.“

Alexander ziet Robin’s ademhaling wat versnellen en maakt zijn antwoord af.

„Daarom ben je nu ook alleen hier. We willen je alles vertellen, zodat wij ons kunnen verontschuldigen bij jou.“
„We zijn niet perfect.“
„Ik wil niet, dat jullie perfect zijn.“

Wolfgang is niet overtuigd. Robin wil hem overtuigen.

„Ik wil het wel beter doen.“
„Je weet, dat ik niet echt plannen voor de toekomst maak. Ik ben te vaak teleurgesteld en dat wil ik niet meer.“
„We proberen het.“
„Dat beloven we ook.“

Alexander versterkt zijn woorden.

„Maar er is iets, dat je moet begrijpen.“

De laatste woorden van Robin laten Wolfgang weer onzeker naar de twee jongens kijken.

„Maak je geen zorgen. Het is niet zo erg als de dingen, die we tot nu toe hebben verteld. Ik denk, dat we allemaal wel de waarheid weten. Ik weet redelijk zeker dat we broers zijn, we hebben geen DNA-onderzoek nodig om het te weten. Zelfs als de resultaten ons allemaal gaan verrassen, zal ik je nog steeds als mijn broer zien. Omdat je gewoon mijn broer bent.“
„Jij ook.“
„Maar desondanks … eigenlijk hoef ik dit niet te vertellen, maar ik wil het hardop gezegd hebben … Mijn schat heeft meer gedaan voor mij dan wie dan ook en hij heeft mij nooit opgegeven. Hij heeft wel heel veel andere dingen voor mij opgegeven. Ik hou met heel mijn hart van hem, ook al lijkt het deze weken soms anders. Alexander komt voor mij altijd op de eerste plaats. Als jij daarmee kunt leven, dan is er altijd plaats voor jou.“
„Ik verwacht niets anders.“

Wolfgang bevestigt zijn vermoeden. Robin bedenkt zich, dat hij altijd op de gekste momenten en manieren Alexander laat weten, hoeveel hij van hem houdt. Alexander bloost een beetje, zijn mond is van verbazing een klein beetje opengegaan.

„Kun je onze fouten vergeven? Kunnen we verder?“
„Wil je weer op een gewone manier met ons omgaan? We willen het nu goed aanpakken.“

Hij versterkt nu Alexander’s woorden.

„Ik wil niets anders. Maar ik wil, dat jullie mij beloven vanaf nu eerlijk te zijn. Geen geheimen en geen cryptische berichten meer, Robin. Jij vindt het moeilijk om je uiten tegenover andere mensen. Voor mij is het moeilijk om andere mensen te vertrouwen, vooral als ze mij pijn doen.“

Wolfgang antwoordt rustig en op een besliste toon. Alexander reageert.

„We weten, dat we veel vragen.“
„We verwachten, dat je je mond opendoet, als we iets verkeerds doen.“

Robin vult hem aan. Wolfgang schudt zijn hoofd.

„Nee. Ik ga jullie niet vertellen, wat je goed of fout doet. Dat moeten jullie zelf kunnen. Jullie weten zelf, wanneer jullie iets goed of fout doen. Jullie zijn toch volwassen?“
„Ja. Jij bent bijna volwassen. We willen ook, dat jij eerlijk bent. We kennen je nog niet goed genoeg om te weten, wanneer je iets niet leuk vindt of juist wel. Daarom vragen we je je mond open te doen, wanneer we iets verkeerds doen in jouw ogen.“

Alexander reageert net zo rustig en beslist als Wolfgang net. Wolfgang staart naar het paar met onderzoekende ogen. Misschien is hij nu bezig om te bepalen of hij ze wel of niet wil vertrouwen.

„Zorg ervoor, dat ik geen spijt krijg.“
„Dat beloven we.“

Wolfgang blijft de twee indringend aankijken. Robin wordt er bijna nerveus van, totdat hij een mondhoek van de jongen ziet bewegen. Wolfgang speelt toneel, hij probeert een glimlach te verbergen.

„Jullie hebben nog veel te doen om weer bovenaan mijn lijst van favoriete broers te komen.“

Alexander kijkt net zo opgelucht, als hij zich voelt. Robin glimlacht naar Wolfgang en besluit zijn broer te plagen.

„Wolfgang, komen we sneller bovenaan je lijst als je bij Alexander of bij mij slaapt?

Ondertussen draait Robin zijn hoofd naar Alexander en glimlacht. Alexander begint te lachen.

„Hebben jullie geen apart bed?“

Wolfgang is echt geschrokken.

„We zijn hier bij Charlie te gast en alle bedden zijn in gebruik. Je hebt ons een keer zien slapen en dat is precies de reden, waarom we nu apart slapen. We zijn alletwee bang, dat de operatiewonden opengaan.“

Alexander vertelt het op een ontspannen toon.

„Dan maar bij jou.“

Wolfgang mokt.

Alexander zoekt zijn telefoon en begint te bellen.

„Charlie, hoe laat kom je thuis?“