Zaterdag 26 november 2011
Michelle – Ich Schicke Dir Jetzt Einen Engel
Max is moe. Vanmorgen hebben Sascha en Astrid hem beziggehouden. Daarna heeft hij de lijst met kleine huishoudelijke karweitjes van zijn vrouw afgewerkt. De middag is begonnen met een grote ruzie met Henriette en Wolfgang, gevolgd door een rit naar Köln, zodat de jongen eindelijk de antwoorden op zijn vragen krijgt. Hij wil niets liever dan een vreedzame oplossing voor zijn familie.
Vanavond wil hij ontspannen en uitrusten. Hij heeft grote moeite gehad om de weg door Köln te vinden door onverwacht afgesloten wegen en is daardoor een beetje chagrijning. De auto staat geparkeerd op bijna een kilometer afstand van de zaak van zijn zoon. Eindelijk ziet hij het bord ‘SansFrontière’ aan de gevel van het gebouw.
Misschien kunnen zijn vermoeide voeten daar wat rust krijgen en kan hij zelf ontspannen. Wanneer hij even naar het gebouw kijkt, wordt hij omver gelopen door een jongen, die zelf ook valt. Hij vloekt en roept tegen de hardloper om uit te kijken waar hij loopt. De hardloper praat terug.
„Begin niet zo tegen mij, meneer Kaiser!“
„Wolfgang?“
„We gaan weg.“
„Wat is er gebeurd?“
Een zucht ontsnapt hem, terwijl hij zijn hand uitsteekt naar de jongen om hem overeind te helpen. Wanneer Wolfgang rechtop staat, ziet hij aan Wolfgang’s gezicht dat de jongen heeft gehuild.
„Ach, Wolfgang.“
„Ik kom hier nooit meer.“
„Dat meen je niet.“
„Nooit! Ik meen het!“
Max probeert zijn hand op de schouder van Wolfgang te leggen om hem te kalmeren, maar de jongen ontwijkt hem.
„Wolfgang?“
De mannen kijken om bij de klank van de bekende stem en het geluid van lage hakken op het trottoir. Henriette komt op hen af. Max kijkt ze alletwee aan.
„Ik wil precies weten, wat er is gebeurd!“
Hij gebruikt zijn strenge, gebiedende toon.
„Onze onbeschofte zoon heeft me uit zijn appartement gezet, dat is er gebeurd!“
„Wat?“
Wolfgang’s verraste reactie verbluft hem. Henriette haalt adem.
„Het is erg emotioneel daarbinnen. Ik wilde niet weggaan en iedereen boos achterlaten. Daarom heb ik … vriendelijk … gevraagd of wij ons zorgen moeten maken over hun gezondheid.“
„Henny.“
Hij kreunt.
„Max, je hebt ze niet gezien. Alexander heeft enorme wallen onder zijn ogen. Ze zien er alletwee oververmoeid, mager, bleek en ongezond uit. Ik maak me zorgen over de gezondheid van mijn zoon!“
„Alsof ze jou dat gaan vertellen.“
Wolfgang bijt de woorden naar zijn verzorgster.
„Ik ben kalm gebleven. Beleefd, Max. Ik weet, dat het gevoelig ligt. Ik heb hem verteld, dat ik iets wilde ophelderen, waar ik mij zorgen over maak. Ik heb hem verteld, dat we weten dat Sascha’s broer deze zomer bij een arts is geweest.“
Hij voelt de spanning op zijn maag en vreest voor wat zijn vrouw nog meer zal vertellen.
„Ik heb het netjes gevraagd. Echt beleefd. Ik heb hem gevraagd om me te verzekeren, dat ze goed gezond zijn en dat ze geen Aids hebben.“
„Wat zeiden ze?“
„Dat weet ik niet meer precies. Ze hebben allebei zo hard geschreeuwd, dat ik bijna doof ben. Ik heb geprobeerd uit te leggen, waarom ik het wil weten, maar ik kreeg de kans niet. Onze waardeloze zoon duwde me … hij me duwde, Max! … me naar buiten. Ik ben nog nooit zo slecht behandeld in mijn leven, en zeker niet door hem! Dat wil wat zeggen! Al die tijd, dat we moeite doen voor hem en proberen toleranter te zijn, besluit hij om alles weg te gooien!“
Hij slaat een arm om Henriette terwijl ze haar tranen de vrije loop laat en nog net kan fluisteren.
„Ik wil alleen maar weten, of mijn kind ziek is.“
„Het is goed.“
Hij wrijft over haar rug. Ze zucht en kijkt haar man met een serieus gezicht aan.
„Voordat hij de deur voor mijn neus dichtgooide, zei hij, dat er niets is, wat wij moeten weten.“
Henriette Kaiser kijkt trots naar haar man. Hij kent deze blik. Zijn vrouw is niet alleen gekrenkt door wat er is gebeurd in het appartement, maar haar hoop om haar familie weer om zich heen te hebben, is de grond ingeslagen.
„Als jij nog contact met Alexander wil, zal ik je alle ruimte geven. Ik heb de afgelopen maanden oprecht geprobeerd … om het goed te doen, een betere moeder voor hem te zijn. Hij heeft vandaag Wolfgang laatdunkend behandeld en mij … diep beledigd, om maar te zwijgen van dat Speeltuig van hem. Wat mij betreft, hoeven we hier niet meer terug te komen.“
Henriette heeft een reputatie om zaken groter te maken, dan ze zijn en hij weet precies, wanneer ze dat doet. Maar nadat Wolfgang eerst over zijn toeren naar buiten is gerend, gevolgd door Henriette, vermoedt hij dat er meer waarheid dan overdrijving of leugen zit in het verhaal van zijn vrouw. Hij zucht en kijkt omhoog naar de ramen van het appartement van zijn zoon, terwijl ook zijn hoop verdwijnt. Misschien over een paar jaar …
„Laten we naar huis gaan.“
Max spreekt zacht en slaat zijn armen om Henriette en Wolfgang. De lange wandeling naar de auto zal ze goed doen, denkt hij, en hoe sneller ze weg zijn uit deze opgebroken straten, hoe sneller ze thuis zijn.