Zaterdag 26 november 2011
Peter Fox – Haus am See
Zaterdagmiddag is altijd rustig. Laura noemt het graag de stilte voor de storm. De meeste gasten zijn mensen die boodschappen hebben gedaan, beladen met tassen van de nabijgelegen winkels. In het algemeen bestellen ze iets makkelijks, koffie of thee, en het gebeurt zelden, dat ze een van Alexander’s specialiteiten mixt.
Na een drukke ochtend en begin van de middag vindt ze deze klanten prettig. Met slechts een paar gasten in de zaak kan ze rustig door een tijdschrift bladeren en bedenken, wat ze vanavond allemaal misloopt. Bij het overzicht van de populaire groepen, die optreden in de stad, verschijnt een melancholische glimach op haar gezicht. Het zijn optredens, die ze zal missen, omdat ze hier nog een hectische avond doorwerkt.
Ze zucht en probeert zich te herinneren, wanneer haar laatste vrije zaterdagavond was. Beslist lang geleden. Al haar vrienden kunnen uitgaan en zich uitleven, iedereen behalve zij. Ze geniet van wat ze momenteel extra verdient bij SansFrontière, maar wil graag iets anders doen voor de verandering. De manier, waarop alles de laatste tijd gaat, vindt ze uitzichtloos. De signalen, die een verbetering aankondigen, kan ze niet vinden.
Ze legt het tijdschrift op het werkblad, wanneer ze iemand hoort stommelen op de trap, begeleidt door een luide reeks vloeken. De meeste gasten lezen of praten rustig door. Sommigen kijken naar de trap, voordat ze verwachtingsvol naar haar kijken voor een verklaring. Haar reactie bestaat uit een geruststellende glimlach voor de gasten en ze haalt haar schouders in de hoop, dat het vanzelf rustig wordt. De stem is overduidelijk. Het is Alexander. Het andere, hardere geluid klinkt, alsof hij bijna valt. Zijn voetstappen klinken zwaar, terwijl hij de laatste treden omlaag stommelt.
Haar baas verschijnt onderaan de trap. Hij sluit zijn ogen en haalt diep adem, alsof hij zich voorbereidt om een indrukwekkende sprong van een hoge duikplank te maken. Wanneer hij zijn ogen weer opent, kan hij alleen vaag glimlachen. Ze probeert hem vriendelijk en bemoedigend aan te kijken, maar haar glimlach verdwijnt weer, wanneer ze de donkere kringen ziet rond zijn gezwollen, rode ogen. Hij heeft niet de slaap gekregen, waarvoor ze hem naar boven heeft gestuurd. Ze loopt naar hem toe. Hij probeert zijn tranen tegen te houden.
„Wil je dat ik blijf?“
Hij kan nauwelijks spreken.
„Nee, ik heb even een paar minuten alleen nodig.“
„Blijft zo lang in het kantoor als je wilt.“
Laura fluistert met medelijden op haar gezicht. Hoe vreselijk Alexander er ook uitziet, ze hoopt, dat hij niet te lang in het kantoor blijft. Ze wil vanavond uit eten met een leuke man. Ze wil naar huis gaan, een douche nemen en zich omkleden. Ze wil er vanavond goed uitzien … voor hem. Het heeft maanden geduurd om hem zover te krijgen met haar mee uit te gaan. Ze wil deze kans niet voorbij laten gaan door op het laatste moment af te zeggen.
Met Alexander veilig uit het zicht van de gasten, loopt ze nog een ronde. In plaats van nog iets te bestellen, lijken de gasten het als uitnodiging te zien om weg te gaan. Ze rekenen af en laten haar alleen achter.
Ze maakt gebruik van de tijdelijke rust om Alexander in het kantoor een kop thee te brengen. Misschien knapt hij er een beetje van op, zodat ze op tijd weg kan uit SansFrontière. Ze klopt zacht op de deur van het kantoortje en gaat naar binnen. Alexander snikt en kijkt vertwijfeld. Ze zet de thee op het bureau. Hij probeert zijn gezicht voor haar te verbergen. Ze pakt hem bij zijn schouders en gaat op een knie voor hem zitten.
„Rustig maar. Kun je vertellen wat er aan de hand is?“
„Sascha is … zo’n egoïstische hufter! Hij geeft … niets meer om SansFrontière.“
Gesnik en tranen begeleiden Alexander’s woorden. Ze weet dat Alexander helemaal gelijk heeft, maar wil geen olie op het vuur gooien en houdt zich in.
„Wat heeft hij gedaan?“
„Hij heeft gezegd … dat hij pas … over een paar dagen … weer aan het werk … gaat.“
„Hij is net thuisgekomen met Astrid?“
Laura merkt opnieuw, hoe ver Alexander er doorheen zit. Hij heeft niet meer de energie om boos te zijn. De tranen biggelen over zijn gezicht.
„Hoe moet ik … hier …?“
Hij komt niet meer uit zijn woorden. Ze staat op en pakt haar baas met beide armen beet om hem overeind te trekken, zodat ze hem kan omarmen. Haar handen wrijven geruststellend over zijn rug. Laura is zich bewust van de kans, die ze nu laat lopen.
„Ga terug naar boven. Ga terug naar bed. Je moet slapen. Misschien kan Robin hier helpen. Ik zorg er wel voor, dat Robin niet dronken wordt en vervelend gaat doen, zoals van de zomer. Of zal ik je tante bellen?“
Haar baas laat wat onverstaanbare klanken horen, terwijl zijn huilbui nog lang niet voorbij is.
„Alexander, ik probeer je te helpen!“
Hij huivert, terwijl hij zijn tranen probeert tegen te houden. Ze kijkt naar hem op, letterlijk en figuurlijk. Als werkgever is hij beter dan elke andere baas, voor wie ze ooit heeft gewerkt. Hij is ook een vriend van haar geworden en op dit moment belangrijker dan haar avond uit.
„Je gaat … vanavond uit met … die leuke man. Ik wil, dat je … gewoon wat plezier … Ik wil niet, … dat je het afzegt.“
Hij is een engel. Ze voelt zich verlegen worden, terwijl ze glimlacht en hem een zoen geeft.
„Ik wil voor de verandering weer goed nieuws horen.“
Ze lacht en weet welk soort goed nieuws hij bedoelt. Maar ze blijft vasthoudend.
„Nee, Alexander. Als je nu niet gaat slapen, dan wordt je ziek of je stort in. Dat wil ik niet op mijn geweten hebben, dus ik blijf nog wel wat langer.“
Hij droogt zijn gezicht met zijn mouw. Nu pas slaat hij zijn armen om haar heen en blijft zonder steun staan.
„Ik red het wel. Anna komt zo. Als je vanavond nog even langs wilt komen, dan vind ik dat fijn.“
„Alexander …“
„Je gaat nu weg. Opdracht van je baas.“
Hij kust haar op haar voorhoofd. Tegelijk neemt hij de bedrijfsportefeuille met haar dagomzet over van haar.
„Nee, Alexander.“
„Denk aan die leuke man.“
Hij schuift haar door de hele zaak, terwijl ze blijft protesteren. Bij de deur aangekomen krijgt ze nog een zoen en gaat hij midden in de opening staan om haar zo naar buiten te sturen. Met een glimlach, die haar doet denken aan een lachend skelet, zwaait hij haar uit. Ze loopt weg, terwijl ze zich toch schuldig voelt. Laura kan naar haar afspraak, maar ze heeft het gevoel, dat Alexander beter niet alleen kan zijn en pakt haar mobiel.