Donderdag 24 november 2011
Alexis Jordan – Happiness (Dave Aude Club Mix)
Wolfgang is tevreden over de gang van zaken de laatste tijd. Met elke nieuwe dag voelt hij zich minder alleen op de wereld. Het is bijna elf maanden geleden, dat de Kaisers hem in hun huis hebben opgenomen. De gebeurtenissen van de laatste paar maanden hebben hem echt geholpen zijn onzekerheden, waar hij zelf jaren onder heeft geleden, te overwinnen. Het echtpaar heeft hem een langer een huis gegeven dan elk ander gezin, waar hij tot nu toe te gast is geweest.
Langzaam maar zeker is hun wankele relatie tot bloei gekomen. In het begin schreef hij hun aanbod toe aan overcompensatie. Ze hebben een ‘fatsoenlijke kast met kleren’ voor hem gekocht, zoals mevrouw Kaiser het aanvankelijk omschreef. Tegenwoordig zijn het gewoon zijn kleren. Hij schaamt zich nu een beetje voor de manier, waarop hij hun vrijgevigheid heeft gebruikt door elke keer iets meer te vragen in de wetenschap, dat ze het ook voor hem zouden kopen. Het is verleidelijk eenvoudig om de sympathie van het echtpaar te bespelen.
De zomervakantie heeft hij grotendeels doorgebracht in het vakantiehuis van het echtpaar, om bij zijn terugkomst te ontdekken, dat zijn moeder ondertussen was overleden. Het zal rond deze tijd geweest zijn, dat zijn respect voor het echtpaar begint toe te nemen. Ze zijn meer dan alleen een welgesteld echtpaar. Tijdens de week na hun thuiskomst hebben zij hem aangeboden een grafsteen op het graf van zijn moeder te plaatsen. Vooral meneer Kaiser lijkt zijn emotionele behoeftes te begrijpen. In dezelfde dagen lijkt mevrouw Kaiser meer een tweede moeder te worden. Ze heeft geleerd om ‘alsjeblieft’ en ‘dank je wel’ vriendelijker, minder bruusk uit te spreken.
Hij realiseert zich pas nu, dat het oude stel in die week meer voor hem heeft gedaan, dan hij zelf heeft verwacht. Ze hebben hem en zijn emoties in die week alleen gesteund zonder te vragen of te klagen. Het is waar, dat meneer Kaiser een boekenkastje voor hem heeft gekocht. Maar Wolfgang is direct langs de dure exemplaren naar een eenvoudige, goedkope en handgemaakte boekenkast gewandeld. Ook de marmeren grafsteen, die hij heeft uitgezocht voor zijn moeder is eenvoudig en zeker niet de duurste.
Achteraf gezien heeft hij zonder er bij na te denken gekozen voor vormen, die het beste weergeven, wie zijn moeder was. Gabriele Ewers was een dame met weinig eigen geld, maar ze hield van schoonheid in eenvoud. Haar aanvankelijk geheime drankgebruik vertelt misschien iets over haar ontevredenheid over haar leven, maar ze heeft altijd van haar zoon gehouden en geprobeerd hem alles te geven.
De laatste bezittingen van zijn moeder komen in dezelfde week aan in het huis van het echtpaar. Hij kan zich niet meer precies herinneren wanneer, hij weet alleen, dat de mysterieuze kartonnen doos een soort van katalysator blijkt te zijn. De inhoud lijkt zijn leven voorgoed te veranderen en in elk geval zijn verwachtingen positief te beïnvloeden.
Mevrouw Kaiser heeft uit de doos een envelop met zijn documenten gehaald. Ze begint een zoektocht naar zijn echte familie. Hij vraagt zich af, hoe ze werkelijk bij de familie Krone in Köln is uitgekomen. Alsze in goed humeur is, moet hij het haar nog eens vragen. Ze is in elk geval razendsnel te werk gegaan of het lot is hen gunstig gezind.
De uitkomst van het bloedonderzoek is een grote tegenslag, maar misschien komen de resultaten van het DNA-onderzoek binnenkort. Het is vervelend dat Robin’s monster is zoekgeraakt, het wachten zal nog langer duren. Het idee, dat de eerste vermoedens juist zijn groeit bij elk contact met één van de gebroeders Krone in Köln. Zijn angst voor een negatieve uitkomst van het DNA-onderzoek wordt bij elk contact kleiner. Hij is blij, dat zij hem hebben opgenomen in hun leven en gelooft in de belofte van Alexander en Robin, die de basketballer en zijn vriend tijdens zijn eerste dagen in Köln hebben gedaan. Hij voelt zich echt geaccepteerd door de twee vrienden. Zelfs het contact met Sascha en Astrid groeit. Die relatie heeft hij onbewust zelf een duw gegeven met zijn ziekenbezoek aan Sascha. De ongevraagde uitnodiging voor de bruiloft geeft hem weer een trots gevoel.
Apart genoeg valt hem nu op, dat alle veranderingen in het laatste jaar in gang gezet zijn door anderen. Het zijn allemaal acties van mensen, die niet altijd aan zichzelf denken, die doen, wat ze goed vinden om te doen, gewoon omdat ze het nodig vinden. Na de bruiloft, op de terugweg naar Lingen, krijgt hij een idee om Sascha en Astrid een beter geschenk, een geschenk met meer betekenis te geven, dan wat ze op het kasteel hebben overhandigd. Aarzelend begint hij te praten.
„Ik zit te denken … Ik hoorde Freya en Carmen praten op de bruiloft.“
Na een lange pauze reageert mevrouw Kaiser.
„Wat zeiden ze?“
Nu durft hij verder te praten.
„Sascha en Astrid gaan niet op huwelijksreis, omdat ze al hun geld hebben uitgegeven aan de bruiloft.“
Hij merkt dat mevrouw en meneer Kaiser even naar elkaar kijken, het maakt hem onzeker.
„Ik wil niet voorstellen, dat jullie een bijdrage geven voor een reis of zoiets, maar ik wil wel iets leuks doen voor hen als bedankje.“
„Waar denk je aan, zoon?“
Meneer Kaiser spreekt hem steeds vaker aan met dat woord. Wolfgang vindt het ergens lief, maar voelt zich er een beetje ongemakkelijk onder. Zijn verzorger komt dichterbij hem dan hij eigenlijk prettig vindt. Tot zijn eigen ergernis heeft hij nu moeite om de goede woorden te vinden.
„Waar ik aan denk … misschien, als we … excuses, ik bedoel jullie … Zouden jullie het goed vinden, wanneer ze jullie vakantiehuis bij het meer kunnen gebruiken voor een soort van huwelijksreis? Het kost niets, wanneer ze daar verblijven of niet vreselijk veel, denk ik. Ze zijn dan toch een tijdje weg en het is een mooi huis. Het weer is niet zo slecht de laatste tijd, erg koud zal het er niet zijn.“
Wolfgang valt stil, want hij heeft het gevoel, dat hij zijn idee te enthousiast verkoopt aan het sceptische paar. Ze zitten zwijgend voorin de auto. Hun reactie op zijn idee kan hij niet goed peilen, omdat hij alleen de achterkant van hun hoofden kan zien.
„Is het verstandig voor Sascha om hout te hakken voor de open haard? Hij is net uit het ziekenhuis en met zijn nieuwe verwonding? Ik geloof niet, dat Astrid goed met een bijl om kan gaan.“
Mevrouw Kaiser’s antwoord is verstandig en hij begint spijt te krijgen van zijn idee.
„Ik denk, dat ze het eens moet leren. Net als jij, Henny.“
De grap van meneer Kaiser maakt hem weer vrolijker.
„Ik zal leren om hout te hakken, wanneer jij leert hoe je moet koken.“
Hij moet hierom lachen, even later gevolgd door het vriendelijke echtpaar. Het is ongewoon om mevrouw Kaiser te horen lachen, maar hij vindt het een prettig geluid. De rest van de reis naar huis verloopt vrolijk. Hij kan zonder twijfel zeggen, dat deze reis naar Köln veruit de beste is van de drie tot nu toe. Misschien wordt het weer leuk om te reizen.
„Het is zo vreemd om hier te zijn.“
Peter haalt hem uit zijn mijmeringen. Wolfgang weet nog, dat ze uit school zijn vertrokken en nu zijn ze al bij de Kaisers. Hoe lang heeft hij Peter wel niet bij de voordeur laten staan? Te lang in elk geval, want Peter kijkt erg zenuwachtig. Ze lopen door naar de woonkamer. Peter strijkt nerveus met zijn vingers door zijn rode haren, alsof zijn vriend probeert ze te kammen. Tegelijk kijkt Peter onrustig rond in de mevrouw Kaiser’s overcompleet ingerichte woonkamer. Hij wil zijn klasgenoot aanmoedigen.
„Zet gewoon je spullen neer. Het is niet, alsof je niet hier eerder geweest.“
Dit nieuwe bezoek is op verschillende manieren een soort van weerzien. Ze gaan aan tafel zitten en hij buigt zich even voorover om door het rode haar van zijn vriend te woelen. Peter kijkt hem verbaasd aan.
„Wat is er met je aan de hand?“
„Ik heb een goed humeur.“
„Je bent anders dan anders … vreemd.“
Mevrouw Kaiser verschijnt in de kamerdeur.
„Wolfgang, ga jij je klasgenoot nog vragen of hij wat wil drinken?“
Wolfgang reageert met de ongemakkelijke, bescheiden glimlach zoals mevrouw Kaiser van hem verwacht. Tegelijk kijkt hij naar Peter, die verstijfd van angst bevroren op zijn stoel zit.
„Wil je wat warme chocolademelk, Peter?“
„Ja, alsjeblieft.“
Zijn klasgenoot kan alleen fluisteren. Hij glimlacht, nu oprecht en staat op uit zijn stoel. Zoals altijd, denkt hij eraan om zijn computer af te sluiten, zodat nieuwsgierige ogen geen vragen gaan stellen.
„Wil je ook, mevrouw Kaiser?“
„Dat zou erg fijn zijn, dank je.“
Wolfgang glipt door de deur naar de keuken en sluit hem achter zich, zodat hij aan de deur kan luisteren naar eventuele waarschuwingen of misstanden, die ze tegen zijn vriend zou vertellen.
„Bedankt, dat ik mocht komen om met Wolfgang huiswerk te maken.“
„Hij wil het beter doen op school en ik heb gehoord dat je hele goede cijfers haalt.“
„Ze zijn in orde, denk ik.“
„Je moeder zegt, dat je bij de beste van je klas hoort.“
„Je … je hebt met mijn moeder gesproken?“
Wolfgang wordt direct overvallen door angst.
„Ja, dat heb ik, Peter. Ik heb in het verleden enkele verkeerde dingen gezegd en mij verontschuldigd bij je moeder. Over sommige zaken denk ik nog steeds hetzelfde, maar daar hebben we het vandaag niet over. Je bent hier voor je huiswerk en om Wolfgang te helpen zijn cijfers te verbeteren.“
„Ja … ja, mevrouw Kaiser.“
Hij glimlacht bij de naam. Hij heeft Peter het twee-woorden-systeem van mevrouw Kaiser uitgelegd en Peter doet zijn best … voor hem. Tegelijk wil hij niet te lang bij de deur blijven. De koningin van de keuken weet precies, hoe lang het duurt om chocolademelk te maken. Wanneer hij er te lang over doet, dan weet ze, dat hij heeft afgeluisterd. Korte tijd later komt hij terug met drie bekers warme chocolademelk. Mevrouw Kaiser heeft een onverwacht vriendelijke gezichtsuitdrukking.
„Dank je, ik laat jullie aan je huiswerk.“
De jongens drinken langzaam hun chocolademelk. Geen van beiden wil iets zeggen over mevrouw Kaiser’s andere manier van omgaan met Peter. Dit is de eerste keer, dat Peter weer welkom is, sinds ze in zijn kamer zijn betrapt. Helaas zijn de regels erg strikt. Peter mag alleen naar binnen, wanneer mevrouw of meneer Kaiser thuis zijn en ze mogen niet alleen zijn. Hij ziet het als een goede start. Later zullen ze vast wel samen mogen zijn, ook achter gesloten deuren. Bovendien hebben ze het huis van de Kaisers niet nodig om te doen, wat ze samen willen doen, dat kan ook bij Karl en Marlene, de ouders van Peter. De jongens gaan rustig verder met hun huiswerk, totdat hij een bericht ontvangt. Hij opent het scherm en leest het korte bericht.
„Wat is er mis?“
„Niets. Een kleine verandering van de plannen, meer niet.“
Peter steekt zijn arm uit om Wolfgang’s hand vast te houden nadat zijn gezicht wat zorgen laat zien. Blijkbaar is Wolfgang deze dagen niet goed in het verbergen van zijn teleurstelling.
„Met wie heb je plannen gemaakt?“
„Mijn broer.“