24 januari 2022

Familie? Familie! – 23 Alexander

Zaterdag 24 september 2011
Tony Cetinski – Zvijezda

Alexander wil zijn telefoon niet opnemen. Hij heeft de laatste twee dagen al zo veel gebeld, dat hij er meer dan genoeg van heeft. De emotionele gesprekken beginnen hem uit te putten. Een volgend emotioneel gesprek verdraagt hij niet meer.

Terwijl zijn mobiel om aandacht blijft vragen, staat hij op van tafel om het apparaat te pakken. De naam op het scherm laat hem diep adem halen. Hij is allesbehalve voorbereid op een gesprek met deze beller en moet zichzelf dwingen het gesprek aan te nemen. De paniek in haar luide stem is overduidelijk.

„Alexander! Waar is hij?“
„Henriette, kun je even opnieuw beginnen? Ik begrijp je niet.“
„Hij is verdwenen.“
„Wie?“
„Wie denk je?“

Ze schreeuwt, waardoor hij de telefoon ver van zijn oor houdt.

„Henriette …“
„Ik heb Rudolf gebeld, ik heb de ouders van die jongen gebeld. Niemand heeft hem gezien!“
„Alsjeblieft …“
„Alexander, ik ben radeloos. Je vader is naar een voetbalwedstrijd met zijn vrienden en ik kan hem niet bereiken. Ik kan Wolfgang niet vinden. Ik ben bang. Hij gaat nooit weg, zonder dat hij het me vertelt.“
„Haal even adem …“

Haar razende stem vertelt hem, dat ze niet luistert.

„Ik heb zijn kamer gecontroleerd. Zijn voetbalshirt ligt nog in zijn kast, dus ik weet dat hij niet met je vader naar de wedstrijd is.“
„Als je …“
„Zijn tas is wel weg en sommige kleren ook.“

Alexander kan hier niet langer naar luisteren en houdt zijn mobiel op nog grotere afstand van zijn oor.

„Ik wil weten of hij niet op weg is naar jullie. Ik heb hem gezegd dat …“
„Henriette …“
„Hij weet, dat hij hoort weg te blijven uit …“
„Henriette!“

Hij moet wel schreeuwen om haar te onderbreken.

„Wat wil je …?“
„Hij is onderweg hier naar toe.“
„Ik heb het hem verboden!“
„Max zei, dat hij mocht komen.“
„Hij moet hier bij mij zijn want …“
„Ik haal hem straks af op het station.“
„Hij moet meteen weer naar huis!“
„Hij blijft hier vanavond slapen …“
„Alexander!“
„… en morgen breng ik hem weer terug naar het station.“
„Je zet hem direct op een trein terug ,zodra hij …“
„Zijn broer kan sterven!“
„Ik … ik … Hij mag daar niet zijn.“

Haar antwoord is vasthoudend. Woede bouwt zich in hem op. Henriette is de laatste persoon, die hij vandaag wil spreken.

„Als je er een probleem mee hebt, dat Wolfgang zijn stervende broer bezoekt, dan bespreek je dat met Max. Wolfgang heeft het recht om hier te zijn. Het gaat …“

Het lukt hem niet om zijn zin af te maken.

„Alexander …“
„Het spijt me, ik moet verder.“

Alexander beëindigt het gesprek en gaat huilend op de vloer zitten. Hij kan hier niet mee omgaan en heeft nu even tijd voor zichzelf nodig. De gebeurtenissen overkomen hem en hij wil er iets … hij wil zo graag er alles aan doen om het goed te laten aflopen.

Er is niets, dat hij kan doen.