Dinsdag 6 september 2011
Westlife – Close Your Eyes
Robin zit rechtop in bed en kijkt met een serieuze blik naar zijn schat, die net het lange verhaal van zijn broer heeft verteld. Hij is bedroefd en woedend tegelijk. Het is geen verrassing om te horen, dat Henriette zo bekrompen en onverschillig is – het past in de verhalen, die Alexander eerder heeft verteld over de legendarische heks.
Op een bepaalde manier is hij ongevoelig voor deze verrassingen. Zijn eigen leven is een aaneenschakeling van ouderlijke teleurstellingen en dat heeft hij met zijn schat gemeen. Het verhaalt bevestigt zijn onwrikbare voornemen zelf een beter leven te leiden, dan dat van zijn ouders. Hij wil eventuele kinderen de hel besparen. Ze hoeven niet mee te maken, wat hijzelf heeft doorleefd. Hij wil ze niet op een te jonge leeftijd al beslissingen laten nemen, die een leven lang op een pijnlijke manier terugkomen.
De laatste jaren probeert hij een goed en eerzaam leven te leiden, al weet hij niet zeker of dat zo blijft, wanneer hij meer op zijn vader gaat lijken, dan hij zelf wil. Van binnen hoopt hij vaak, dat hij meer van de persoonlijkheid van zijn moeder heeft geërfd, hoewel het grootste deel van zijn herinneringen aan haar in de loop van de jaren zijn vervaagd. Astrid Krone is een geïdealiseerd persoon in vergelijking met Wolfgang Krone.
Tijdens sombere buien wenst hij soms, dat zijn vader eerder was overleden dan zijn moeder, zodat hij haar tenminste echt had gekend. Hij beseft al te goed, dat deze gedachte onzin is, zijn moeder zou menselijk zijn en hij zou zijn vader nog veel meer idealiseren. Inclusief alle gebreken houdt hij van zijn vader. In de loop van de tijd is hij ook begonnen zijn vader te idealiseren, ondanks alle teleurstellingen met de man.
Hij geniet van de herinneringen aan de reizen, de dagen in de bossen en de nuttige vaardigheden, die zijn vader hem heeft geleerd. Het harde leven met zijn vader heeft hem gevormd tot wie hij nu is. In zekere zin heeft dat leven hem ook naar Alexander gebracht en Alexander wil hij niet inruilen voor wie dan ook.
Hij kijkt opnieuw naar zijn schat, die tegenover hem op bed zit. Opeens realiseert hij zich dat zijn mijmeringen volslagen onzin zijn en moet erom lachen. Alexander reageert met een trillende stem.
„Wat is er zo grappig?“
„Sorry, je verhaal maakt herinneringen bij mij los. Ik bedenk me net, dat jij je ouders niet zo idealiseert, zoals ik dat doe.“
„Wat?“
„Het is raar, het kan vreemd overkomen voor jou. Ik heb er nooit goed over nagedacht tot nu toe en het slaat ook nergens op.“
„Ik heb geen idee waar je het over hebt.“
„Als het gaat om jouw ouders, dan ben je net als ik. Als het gaat om mijn ouders, dan ben ik net als jij.“
„Robin, kun je mij vertellen, waar in hemelsnaam je het over hebt?“
„Vergeven.“
Met een beetje verbazing merkt hij dat Alexander zijn hoofd schudt, hem helemaal niet meer kan volgen. Hij weet niet, hoe hij dit over kan brengen, zonder dat zijn vriend boos wordt. Alexander heeft sinds gisteravond een vreemde stemming. Hij zoekt naar een manier om Alexander uit te leggen, wat hij denkt. Eindelijk een woord, een naam, duikt op in zijn hoofd. Hij glimlacht bij de gedachte, dat dit een veilige manier is om zijn punt te maken.
„Silke.“
„Wat heeft Silke hiermee te maken?“
„Gelukkig niets. Als ze hier was, zou ze beslist alles verpesten door zich ermee te bemoeien.“
„Hou toch op, dat weet je niet.“
„Bedankt dat je mijn gedachte bewijst.“
Hij lacht vriendelijk naar Alexander.
„Robin, je praat nu alleen onzin, vertel me alsjeblieft wat je bedoelt.“
„Het is nog maar een maand geleden, dat Silke geld van je heeft gestolen en is vertrokken. Na de laatste keer, dat je haar hebt gezien, zei je dat ze dood is voor jou en nu verdedig je haar alweer.“
Alexander kreunt.
„Wat is je punt?“
„Silke is mijn punt! Het maakt niet uit, wat ze heeft gedaan, hoe ze je leven overhoop heeft gehaald, hoe ze je teleurstelde, je hebt haar altijd vergeven. Jouw ouders zijn de enige mensen, die je niet kan of wil vergeven. Dat is apart, want het is de manier, waarop ik met hen zou omgaan.“
„Mijn nicht is een heel ander verhaal. Als ze al een stunt uithaalt, dan heeft ze bij zeker de helft van haar prestaties niet het doel mij te kwetsen. Ik ben meestal bij toeval slachtoffer van haar spelletjes. Het is bijna, alsof ze niet beter weet.“
„Mijn excuses, Alexander.“
„Max en Henriette weten precies wat ze doen, vroeger en nu. Waarom verdedig jij die twee?“
„Ik verdedig ze niet, geloof me. Ik probeer je alleen te begrijpen. Je gedraagt je niet als de Alexander, die ik ken. Wat hebben ze je aangedaan?“
„Henriette en Max zijn ooit gestopt er voor mij te zijn. Henriette dwong mij te kiezen tussen steun en liefde van hen of de liefde en steun van de jongen, waar ik toen verliefd op was. Ik heb gelukkig de juiste keuze gemaakt … met de consequentie, dat ik niet meer welkom was bij mijn ouders omdat ik haar … idee over … hoe je fatsoenlijk leeft, beledig.“
„Hoe denk je er nu over?“
„Ik denk niet, dat ze is veranderd. Niet echt. Als ze Daniela op die manier heeft behandeld omdat … weet je, ik kan het niet meer opbrengen om op die manier behandeld te worden. Ik ben al veel verder.“
„Denk je echt dat Bastian de waarheid heeft verteld?“
„Het is niet geen sprookje, wat iemand verzint.“
„Silke kan huilen, wanneer ze zelf wil. Ze kan heel creatief liegen. Ergens lijkt ze op je moeder.“
„Dit gaat niet over Silke!“
Alexander roept het veel luider dan hij verwacht.
„Kalm aan, Alexander.“
„Silke speelt hier geen rol in. We gaan niet opnieuw over haar praten. Als je dat doet, ga ik weg.“
Robin voelt dat hij zijn schat nu kan bereiken met uitdagen.
„Echt? … Silke vergeef je altijd, hoe hard ze je ook raakt. Je ouders hebben je geraakt en je vergeeft ze niet. Heeft je broer je niet geraakt? Is Bastian niet op dezelfde manier met je omgegaan als je ouders? Waarom ben je dan wel bereid om met hem te praten of samen te werken? Kun je hem misschien nu gebruiken tegen je ouders, zodat zij zich schuldig voelen over wat ze hebben gedaan?“
„Je weet niet waar je het over hebt.“
„Je hebt gelijk, dat weet ik niet helemaal. Ik probeer het alleen te begrijpen. Het is bovendien iets, waar jij verder moet achterkomen, voor jezelf op een rij moet zetten.“
„Wat je moet begrijpen … Silke is alleen mijn nicht. Ze is soms een zus, maar vaker wel dan niet een goede vriendin van mij. Daarom kan ik haar vergeven.“
„Goed. Je broer?“
„Ik weet niet, wat het echte verhaal is. Ik heb je alleen verteld, wat hij me aan de telefoon heeft verteld. Ik heb hem nog niet gezien en ik weet niet of hij liegt om mij aan zijn zijde te trekken of om mij een streek te leveren.“
„Je bent erg eerlijk over je twijfels.“
Alexander staat op het punt om verder te gaan met de waslijst, maar hij onderbreekt zijn schat.
„Sinds vrijdag heb je mij gewaarschuwd. Je bent bang, dat ik teveel verwacht over Wolfgang.“
„Maar je neemt nog steeds mijn waarschuwing niet serieus. Vanavond kwam je terug op de gelijkenis tussen Wolfgang en jou. Dat vertelt me, hoe graag jij wilt geloven, dat Wolfgang je broer is.“
„Ja, je hebt gelijk. Er zijn gewoon nog te veel vragen, Alexander. Maar met je broer … de manier, waarop jij zijn verhaal vertelt … ik ga je dezelfde waarschuwing geven, die jij mij hebt gegeven. Zijn verhaal maakt je boos. Je gelooft hem of je wilt hem geloven.“
„Alleen omdat het past bij iets wat Henriette zou doen.“
Robin haalt diep adem. Er zit meer achter de gewoonte van Alexander om zijn ouders consequent met hun voornaam aan te duiden en aan te spreken.
„Alexander, ik wil haar niet verdedigen. Het was … Nee, allebei je ouders hebben het verkeerd gedaan, toen ze niet bij je op bezoek kwamen in het ziekenhuis vorig jaar. Het is een fout van hen beiden om je uit hun leven te houden.“
„Ik ben blij dat iemand het met me eens is.“
Hij stelt het sarcasme niet op prijs, laat staan de suggestie dat hij Alexander onvoldoende steunt, en probeert kalm te reageren.
„Je hebt ook gelijk, dat we hun spel meespelen.“
„Juist dat maakt me woedend!“
„Maar …“
„Maar wat, Robin?“
„Ik heb een goed gevoel bij je vader. Het boek is een geweldig geschenk. Je tekeningen. De foto, Alexander.“
„Op mij komt het iets te gemakkelijk over.“
„Hij heeft de foto uit de krant gehaald. Hij moet hem vorig jaar gezien hebben en in het boek hebben gedaan. Dat kan niet anders.“
„Er is iets bij dit alles, wat ik niet vertrouw.“
„Wat is het? Als je het mij kan vertellen, kan ik er ook op letten.“
„Ik weet het niet. De avond was bijna te perfect … Alsof ze wisten, waar het op uitdraaide, zodat mijn vader het boek kon meenemen en de hele familie zich vriendelijk presenteert. Alsof ze alles in de goede volgorde doen om …“
„Willen we niet, dat ze de alles in de goede volgorde doen?“
„Nee, ik bedoel de goede volgorde om te kunnen beïnvloeden of te controleren.“
„Hoe verklaar je Wolfgang dan? Hij lijkt echt op mij, Alexander. We hebben de foto van mijn vader en zijn documenten gezien. Waarom zou je dat willen vervalsen? Ik geloof niet, dat de jongen meespeelt in een bedrieglijk spel. Eerlijk gezegd heb ik hier al vaker aan gedacht. Ik kan niet bedenken met welk doel een spel wordt gespeeld. Ik heb even gedacht, dat die idiote ex-verloofde Xavier erachter zit om Astrid of Sascha in verlegenheid te brengen, maar dat klopt niet. Dan blijven jij en ik over. Waarom zou iemand zo’n ingewikkeld spel met ons willen spelen?“
„Ik weet het niet, Robin. Ik heb een gevoel, dat er iets anders aan de hand is. Misschien zie ik het verkeerd.“
Robin krijgt een ingeving en begint te lachen.
„Wat is er nu zo grappig?“
„Het grote geheime complot. Ze gebruiken je om Bastian terug te krijgen in hun leven.“
Hij zegt het met een samenzweerdige blik in zijn ogen en stem. Alexander reageert met spot.
„Heel grappig.“
„Niet … Kun je hem vergeven?“
Hij kijkt zijn schat scherp aan. Alexander sluit zijn ogen en schudt zijn hoofd.
„Het is niet zo makkelijk als bij Silke.“
„Je hebt hem gebeld en dat is goed zo. Wie weet … misschien krijgt iedereen er een extra broer bij. Voor jou één, die je jaren niet hebt gezien.“
„Zoals jij en Sascha elkaar jaren niet hebben gezien?“
Alexander’s ogen hebben nu een scherpe en tegelijk spottende blik. Hij wil eerlijk blijven en moet even nadenken, voordat hij antwoord geeft.
„Het heeft mij ook moeite gekost om Sascha te vergeven.“
„Is dat de reden, waarom je Sascha niet vraagt naar de bekentenis van je vader?“
„Waar heb je het nu over?“
„Jij hebt je vader geprobeerd te beschermen en het heeft je een strafblad opgeleverd. Sascha heeft een handgeschreven bekentenis van je vader. Tot nu toe heeft Sascha er niets mee gedaan.“
„Daar weet ik niets van. Hoe weet je dat?“
„Sascha. Wij hadden nog geen relatie en jij was woedend op mij, omdat ik je geheim kende. Sascha heeft mij alles verteld en mij overtuigd van je onschuld … mij ervan overtuigd, dat je het voor je vader hebt gedaan. Ik vind het nog steeds een moedige en nobele daad van jou.“
Alexander glimlacht. Een oprechte, warme glimlach vol liefde. De eerste glimlach in uren. Robin vindt het vervelend, dat zijn schat nu hierover is begonnen en zwijgt. Hij praat liever niet over zijn eigen familie en wil nog liever zijn verleden met rust laten. Bij wijze van antwoord geeft hij zijn schat een kus en glimlacht terug.
„Wil je testen of je ouders ook nobel en moedig zijn?“
„Je maakt me bang.“
„We gaan op bezoek.“
„Waarom?“
„De test is de slaapkamer.“
De glimlach op het gezicht van Alexander groeit.
„Ik hou van je ideeën, Robin. Het is subtiel.“
„Klopt. Je vraagt, of we ze kunnen bezoeken. Als we mogen komen, is het geweldig. We beginnen niet over waar we slapen om te zien waar ze zelf mee komen.“
„Je weet, dat Wolfgang hen zal vertellen om één kamer voor ons klaar te maken.“
„Ik weet hoe teleurgesteld je bent, wanneer seks is toegestaan in het huis van je ouders.“
„Het zou niet de eerste keer zijn. Alhoewel, het zou de eerste keer zijn, dat ze er vanaf weten.“
„Als ze het doen, weten we bijna zeker, dat ze jou en mij als stel accepteren.“
„Het is een stap in de goede richting. Meer zal ik ze niet geven.“
Hij voelt intuïtief aan dat Alexander een grens heeft getrokken hoever Max en Henriette welkom zijn in hun leven en besluit van onderwerp te veranderen.
„Over stappen gesproken. Op het kasteel is een plek vrijgekomen bij de paarden en ze hebben mij gevraagd. Ik heb vorige week met de stalmeester de meest eigenwijze hengst uit de stal uitgereden en hij was verbaasd dat de hengst direct naar me luisterde. Ik heb ja gezegd.“
„Mooi … of heeft die hengst soms groene ogen, dat hij naar je luistert?“
Hij gooit een kussen naar Alexander als antwoord.
„Ik ga je leren paardrijden, dan heb je een excuus om langs te komen, als ik de bomen te paard inspecteer.“
Robin is even verbaasd over zijn eigen idee en probeert het te onthouden. Thore, de personeelschef op het kasteel Ellerhorst, staat wel open voor zijn ideeën. Alexander gooit het kussen terug en gaat op zijn buik voor hem liggen. Hij buigt zich voorover en neemt Alexander’s gezicht tussen zijn handen om recht in zijn mooie groene ogen te kijken, voordat hij begint te grijnzen.
„Heb jij nog in de koelkast gekeken? Ik dacht dat er verse aardbeien stonden … en chocoladeslagroom.“