3 december 2021

Een Bijzondere Kerst – 7

“Verdomme!” vloekte Jacob.

“Houd je aandacht erbij, Jacob! Of zet anders de auto aan de kant!”

“Nee, niet nodig. Sorry. Ik denk dat ik nu wel weet waar je heen gaat. Je gaat naar hem, hè?”

“Ja. Ik ga hier vanavond nog een eind aan maken. Het is mijn taak om mijn kind te beschermen en dat ga ik doen.”

Jacob liet haar antwoord even op zich inwerken. “Wat ben je precies van plan?”

Tinie gaf hem een uitgebreid antwoord waarin ze hem precies vertelde wat ze van plan was. Ze wist dat haar broer een aandachtig luisteraar was.

“En nu?” vroeg Jacob toen hij zijn auto langs de rand van de stoep had geparkeerd uit het zicht van het huis zoals Tinie hem gevraagd had.

“Nu ga ik naar hem toe en confronteer ik hem ermee natuurlijk.”

“En wat hoop je te bereiken?”

“Dat Jem niet meer naar hem toe hoeft eenmaal per maand.”

“Ik denk dat zoiets wel wettelijk, via een procedure, geregeld moet worden.”

“Ja. Zeker. En daarin zal hij dan mee moeten gaan en dat ga ik voor elkaar maken.”

Jacob had het idee dat ze het laatste werkwoord dat ze gebruikte van plan was te vervangen door een ander. Maar toch bleef hij voorzichtig toen hij zijn vermoeden onder woorden bracht met: “Vergeef het me als ik het fout heb, zus, maar ik heb het idee dat je hem op z’n bek gaat slaan.”

Tinie schoot in de lach. Ze kon het niet helpen. Het klonk zo raar uit de mond van haar broer. “Ja, lieve broer, dat ben ik van plan.”

“Is het dan niet beter dat ik met je mee ga. Mijn vuisten zijn groter dan die van jou en du… ”

“Heel lief van je, Jacob, maar met dit,” ze haalde iets uit haar tas en liet het staafje metaal dat precies in haar handpalm paste zien, “heb ik, zo denk ik, behoorlijk wat slagkracht. Hij gaat geheid onderuit.”

“Maak het niet al te gek, hè?”

“Eén slag. Meer niet. Dat beloof ik je.”

Jacob zag hoe zijn zus de auto uitstapte, het portier zachtjes achter zich sloot, de stoep opstapte en in de richting van het hem bekende huis liep. Hij had het koud. Hij schoof zijn stoel wat naar achteren en stak zijn handen in de zakken van zijn jas. “Hè, wat is dat?” sprak hij hardop en haalde iets uit zijn rechter jaszak tevoorschijn. Hij bekeek het en er brak een glimlach op zijn gezicht door.

Bij het tuinpad aangekomen bleef Tinie even staan. Ze haalde even diep adem en liep daarna de laatste meters naar het huis van Andrew en zijn nieuwe vriendin. Volgens Jem was Elisia een heel leuke vrouw. Vanaf het moment dat Elisia bij Andrew was ging Jem er in elk geval met meer plezier naar toe dan voorheen. Jem vond het ook leuk, zo had hij haar verteld, dat Elisia een zoon had. Een jongen die vijf jaar jonger was dan hij en die een enorme bewondering had voor hem. Jem voelde zich een grote broer. Ze stapte het kleine stoepje op, zuchtte diep en drukte op de knop van de bel. Het geluid ervan weerklonk in de hal en daarna waren er voetstappen te horen. De deur werd opengedaan door een kleine vrouw. Tinie was zelf 1.65 meter maar de vrouw die voor haar de deur opendeed was zeker tien centimeter kleiner.

“Goedenavond of beter gezegd goedenacht. Wat kan ik voor u doen?”

Ja, realiseerde Tinie zich: het was eerste kerstdag inmiddels. “Sorry dat ik u zo laat nog stoor maar ik kom voor Andrew. Is hij thuis?”

“Ja. Ik zal hem even voor u halen.” En meteen draaide ze zich om en liep weg van de deur.

“Euh … sorry maar ik wil u ook nog wat zeggen.” Tinie zag hoe de vrouw op haar schreden terugkeerde.

“Wilt u niet liever binnenkomen?”

“Nee. Beter van niet. Ik ben de moeder van Jem en dus de ex van Andrew.”

“Oh. Wilt u echt niet binnenkomen? Het is nogal koud.”

“Sorry, maar doet u maar niet. Ik wil u waarschuwen.” Het onbegrip was duidelijk zichtbaar op het gezicht van de vrouw en Tinie ging meteen verder. “Toen ik met Andrew getrouwd was, bedroog hij mij. Eigenlijk al vanaf het begin. Ik zag de tekenen niet. Wilde ze niet zien omdat ik verliefd op hem was. Te verliefd. Anderen wisten het maar hebben me nooit iets gezegd. Achteraf gezien had ik graag gezien dat ze dat wel hadden gedaan. Dan … dan had ik hem in elk geval waarschijnlijk niet met de een of ander aangetroffen in mijn eigen bed.”

“Ik begrijp het niet helemaal, geloof ik.”

“Sorry. Ik weet geen leuke manier om het te zeggen.” Ze twijfelde enorm maar ze wist dat ze de eerste stap gezet had en dat ze nu ook verder moest gaan. Omwille van de vrouw, omwille van haar zoon. “Andrew bedriegt u. Jem heeft hem een tijd geleden in ons dorp gezien.” Ze gaf precies weer wat Jem haar had verteld. Het bleef een tijdje stil en vanuit de woonkamer werd iets geroepen dat Tinie niet goed kon verstaan.

Elisia had het geroep van Andrew wel verstaan. “Eventjes nog! Ik ben zo terug!” riep ze over haar schouder in de richting van haar vriend. “Waarom vertelt u mij dit?”

“Omdat ik vind dat vrouwen elkaar horen te steunen. Zoals ik al zei, anderen wisten het en lieten mij in onwetendheid over het gedrag van Andrew en … dat voelde enorm rot.”

“Ja. Ik snap het.” Elisia zuchtte. Het was dus toch waar. Ze had iets gemerkt. Andrew kwam tegenwoordig vaker met vergaderingen aanzetten dan ooit tevoren en als ze er dan nadien naar vroeg was er altijd het zelfde, vage antwoord: ‘och, niets bijzonder.’ Terwijl die vergaderingen soms ineens opkwamen. “Oké. Dan moet ik nu iets doen.”

“Hoe bedoelt u?”

“Denk je dat ik nog één minuut langer bij hem wil blijven? Ik ga meteen weg. Maar het is wel mijn huis. Hij krijgt een paar dagen om zijn boeltje te pakken maar voor nu ga ik naar mijn ouders.”

“Kan ik wat voor je doen?” Het vormelijke ‘u’ dat ze gevoerd hadden was ineens verdwenen. Ze waren lotgenoten, zo voelde Tinie.

“Ja. Ik moet Jens wakker maken en wat spullen voor ons beiden pakken. Je wilde met Andrew spreken, toch? Als je hem een tijdje bezighoudt, dan heb ik tijd om dingen te regelen.”

“Wonen je ouders in de buurt? ”

“Shit! De auto is van Andrew. Die neem ik dus liever niet mee.”

Tinie wist een oplossing. Ze bood Elisia aan dat Jacob en zij hen beiden wel weg konden brengen. “De auto staat een eindje verderop in de straat.” Ze noemde het kenteken.

“Dank je. Ik … ik zal dit nooit vergeten. En … alsjeblieft, laten we samen nog eens praten. Jij en ik. En … ik zou het heel fijn vinden als Jens contact zou kunnen houden met Jem. Die twee kunnen echt heel erg goed met elkaar opschieten, weet je.”

“Ja. Jem praat vaak over Jens en jou. Sinds … nee, laat maar. Als jij Andrew haalt, dan zorg ik dat jij voldoende tijd hebt om wat dingen te pakken en samen met Jens weg te komen naar de auto van mijn broer.”

“Dank je.” Elisia liep weg en het duurde even maar toen kwam Andrew de hal in gelopen.

“Jij hier? En dat zo midden in de nacht? Kom je niet liever binnen?”

“Nee.”

“Wat had je te bespreken met Elisia?”

“Vrouwenzaken, Andrew. Niets wat jou aangaat.” Inwendig moest ze vreselijk lachen. Hij moest eens weten.

“Lekker vaag. Maar waarom ben je hier. Vast niet om mij een prettige kerst te wensen.”

“Daar heb je gelijk in. Ik ben hier vanwege Jem.”

“Verdomme! Onze zoon heet James! Noem hem dan ook zo!”

“Hij wordt liever Jem genoemd, Andrew. En … ik kan me heel goed voorstellen dat hij niet de naam James wil dragen. We noemden hem toch naar jouw overleden vader, nietwaar?”

“Ja! Wat is dat nou voor een stomme vraag. Ben je daarvoor helemaal hier naar toegekomen midden in de nacht?”

“Er is meer.” Ze speelde toneel. Nam even de tijd alsof ze bij zichzelf te rade ging om zodoende Elisia wat speelruimte te geven.

“Nou?”

“Dingen uitleggen is soms best moeilijk.”

“Typisch iets vrouwelijks waarschijnlijk want ik heb daar nooit last van.”

“Nee, jij niet. Natuurlijk niet. Jij bent ook perfect, toch? ”

“Het vraagteken mag je gerust weglaten hoor maar als je me nou niet vertelt wat je hier komt doen dan doe ik echt de deur dicht en laat ik je hier op de stoep staan.”

De scherpe opmerking van Andrew was reden genoeg voor Tinie om ter zake te komen. “Ik kom hier voor dit.” Ze zette haar grote handtas op de grond neer, ritste hem open en haalde er een grote, goed gevulde enveloppe uit en overhandigde die aan haar ex.

“Oh. Kerstkaarten?” zei Andrew terwijl hij de inhoud van het couvert betastte. “Nee. Dat niet. Je memoires?”

“Open de enveloppe, Andrew, dan weet je vast wel wat het is.”

Andrews geduld raakte op. Hij raakte geagiteerd. Hij scheurde de enveloppe open en haalde de stapel A4-tjes er uit.

Meteen toen hij ze bekeek, zo zag Tinie, was er herkenning. Hij keek echter niet naar haar op maar bladerde de stapel door.

“Hoe kom jij … ”

Verder kwam hij niet want op het moment dat hij zijn gezicht ophief van zijn leeswerk raakte Tinie hem met haar vuist hard op zijn onderkaak. Hij ging meteen onderuit. De papieren lagen verspreid door de gang en boven op hem. Toen Tinie zag dat hij een poging ondernam om rechtop te komen, kreeg hij een waarschuwing. “Rustig blijven liggen, Andrew. Lijkt me een stuk beter. Als je het waagt om te gaan staan, dan ben ik staat je nogmaals te raken. Dus … rustig blijven liggen. De papieren die ik je heb laten zien zijn afdrukken van bestanden die Jem een aantal jaren geleden op jouw computer aantrof. Vanwege de een of andere reden had je hem alleen thuisgelaten. Hij verveelde zich en ging je studeerkamer binnen. Natuurlijk mocht dat niet! Je studeerkamer was altijd al heilig, toch? Maar … voor een puber is dat natuurlijk reuze spannend! Je wachtwoorden om je account en je bestanden te openen schrijf je op in je agenda en dus had Jem ze zo gevonden. Niet slim, Andrew. Toen hij wat rond ging kijken op je harde schijf, kwam hij op een gegeven moment zijn initialen en geboortedatum tegen op een map. Die bevatte allerlei documenten die als naam een datum hadden. Hij begon met de meest recente en ontdekte … ”

“Ik weet genoeg! Stop maar!”

“Nee! Je zult het van mij horen, lul!” Tinie was woedend. Ze had gedacht dat ze zichzelf goed onder controle had maar … nee dus. “Je hebt hem gebruikt als proefpersoon. Je hebt Jem in heel veel van de weekenden dat hij bij je was, en eventjes geen relatie met wie je samenwoonde, niet gezien als je zoon maar als een van je cliënten. Hem uitvoerig geobserveerd. Hem bevraagd over zijn gevoelsleven. En van dat alles heb je een uitvoerig rapport geschreven iedere keer. Bovendien sloot je elk document af met je bevindingen. Je schreef over je eigen zoon, zak! Wat denk je dat zoiets met Jem heeft gedaan. En stom genoeg … stom genoeg heb ik hem nooit de werkelijke reden van onze scheiding verteld en daarom … daarom was hij in de veronderstelling dat ik nog steeds verliefd op je was en durfde hij het mij niet te vertellen. Niet te vertellen wat jij gedaan had!”

Andrew wilde iets zeggen maar liet het toen hij de gloeiende ogen van zijn ex-echtgenote zag.

“En … James … je hebt hem niet genoemd naar je overleden vader. Jij bepaalde de naam voor onze zoon en omdat jij het graag wilde gaf ik jou je zin toen je hem naar je overleden vader wilde noemen. Ik vond dat prima. Bovendien is James de Engelse equivalent van Jacob en dus … was hij ook een klein beetje naar mijn broer vernoemd. Een win-win situatie. Toch? Maar nee. Je loog ook toen al tegen me. Je vader heette geen James. Lionel George, waren zijn voornamen. Jem heeft het met wat hulp van een leraar Engels op zijn school uitgezocht. De man wees hem op Engelse sites waar families hun stambomen bijhouden en met veel gezoek lukte het hem om die van de familie van zijn vader te vinden. Maar waar kwam zijn naam dan vandaan?”

“Verdomme! Stop maar met je tirade! Ik weet genoeg!” Andrew kwam in de benen maar bedacht zich toen Tinie haar vuist ophief. Verder dan een zittende positie durfde hij niet te gaan.

“Je noemde onze zoon James omdat jij de psycholoog James Braid, de psycholoog die genoemd wordt als vader van de naam hypnose, verafgoodt. Hypnose. Jouw specialiteit nietwaar? Hypnose die je volgens je verslagen ook op Jem hebt toegepast. Hoe kon je, Andrew! Hoe kon je je eigen vlees en bloed vernoemen naar iets dat te maken heeft met je werk! Maar … ik vraag het je niet. Ik zet er een uitroepteken achter omdat ik geen antwoord van je wil.” Tinie nam even de tijd om goed adem te halen. “Dit is wat ik wil. De bezoekregeling is van de baan. Jem zul je nooit meer zien.” Toen ze zag dat Andrew wilde reageren snoerde ze hem de mond. “Kop dicht! Luisteren! Het gaat precies zoals ik wil. Jem zul je nooit meer zien. Na de kerst ga ik naar mijn advocaat met het verzoek om de bezoekregeling op te zeggen. Jij stemt daarmee in en als je dat niet doet, dan gaan alle bestanden die Jem heeft gekopieerd naar je werkgever. Als je er niet mee instemt, dan zorg ik ervoor dat je nooit meer je functie zult uitoefenen. Begrepen!”

“Dus als ik instem … dan laat je het erbij zitten?”

“Jem is voor mij veel belangrijker dan de een of andere vorm van wraak op jou. Maar … ik kan niet spreken voor Jem. Als hij achttien is, is hij volwassen en kan hij zijn eigen beslissingen nemen. Dus …ik weet niet wat hij dan gaat doen.” De laatste drie zinnen had ze niet ingestudeerd. Het was een plotse ingeving geweest en eentje die hard aankwam bij Andrew, zo was goed te zien. “Ben ik duidelijk?”

“Ja.”

Tinie liep weg van de deur. Halverwege het pad draaide ze zich om en zag hoe Andrew inmiddels overeind was gekomen. “Prettige kerst, Andrew!” Ze wachtte niet op zijn reactie maar draaide zich om en liep snel verder het pad af. De straat op en in de richting van Jacobs auto. Toen ze Elisia en Jens achterin zag zitten, wist ze dat ze haar taak goed had volbracht.