De auto van Cas reed voor op de plaats waar normaal gesproken alleen maar ambulances mochten komen. Sjeng had zijn overhemd over het blauwe jurkje aangetrokken, maar – nadat Cas hem had gezegd dat het maar een kort ritje zou worden – ervoor gekozen om zijn jas uit te laten; te veel gedoe anders met die mitella. Die hij wel erg fijn vond trouwens. Het gaf veel steun. De patiëntenfolder had hij aan Trees gegeven. Later maar doorlezen en anders overlaten aan haar. Trees opende de deur voor hem en hij stapte in. Samen met Cas zorgde ze ervoor dat zijn riem vast kwam en met een “Tot straks!” sloot ze de deur. Cas trok op en reed weg. Sjeng had maar al te goed begrepen dat Trees het nog druk had. Ze zou Hugo ophalen en dan samen met hem de stad in gaan om onder andere kleren en toiletspullen voor hem te kopen. Hij had aangegeven dat hij geld had en haar alles zou terugbetalen. Zij had hem uitgelegd dat zij alles mocht declareren. Ze zou naar Jack&Jones gaan voor de kleren. Daar kwam hij vaak. Toiletspullen maakten hem niet zoveel uit. Een deo was voldoende. Doucheschuim en shampoo zou Cas ongetwijfeld in huis hebben. Scheren hoefde hij zich nog niet; scheelde het kopen van een scheermes, mesjes en scheergel. Hij was moe en leunde achterover in de stoel. Kreeg van Cas te horen dat die verder achterover kon, maar dat wilde hij liever niet. Dan zou hij vast en zeker in slaap vallen en dat wilde hij voorkomen. Hij wilde zijn ogen niet sluiten. Bijna iedere keer dat hij dat tot nu toe gedaan had – met uitzondering van die keer dat hij wakker was geworden, nadat Rob was weggegaan en dat eerste moment toen William met hem aan het oefenen was geweest – was dat beeld weer verschenen. Op zijn verzoek had Trees nog foto’s gemaakt van zijn kwetsuren. Het leek hem handig. Misschien als bewijsmateriaal. Hij wist het niet. Arjen, de baliemedewerker van de spoedeisende hulp die Marleen had vervangen inmiddels, had zijn medicijnen gebracht in een zakje. Trees had gevraagd of ze het mocht openen. Hij had het prima gevonden. Het was paracetamol en een slaapmiddel geweest. Dat laatste had hij liever niet, maar hij begreep dat hij moest rusten. Moest slapen. En dan maar liever met. Want zou hij het op eigen kracht moeten doen, dan zou hij zijn ogen moeten sluiten en dan … Cas vroeg hem niets. Reed zorgvuldig door het avondverkeer dat best druk was. Hij wist helemaal niet waar Cas woonde. Het maakte hem ook niet uit. Als hij straks maar een bed had. Niet meteen, zo wist hij. Hij had het met beiden gehad over zijn plannen voor die ochtend. Het was zijn bedoeling geweest om naar de kapper gegaan. De dag ervoor had hij een afspraak gemaakt. Maar … dat was er dus niet van gekomen. En dus had Trees de vraag gesteld of hij zijn haren nog geknipt wilde hebben voor de kerst. Ja. Eigenlijk wel. Het was al tijden veel en veel te lang, maar … dat was een uiting van rebellie geweest. Het moest er wel af. Trees had iemand geregeld. Dus straks … ergens, hij wist niet precies wanneer, zou er een kapper komen. En dan moest hij daarna snel douchen, want hij kon niet tegen het gekriebel van haar dat in zijn kleren zat. En dat terwijl hij zijn arm rechts niet boven schouderhoogte mocht bewegen. Het was een duidelijke waarschuwing geweest. Nu was hij gelukkig links. Maar … tijdens het douchen gebruikte hij – zeker voor het wassen van zijn haar – toch altijd wel beide handen. Lastig. Misschien kon iemand hem helpen. En … hij zou zich laten helpen. Niet moeilijk doen in elk geval. De richting waarin ze reden, kon hij niet volgen. Het maakte hem ook niet uit. Cas wist het en dat was het belangrijkste. Ze lieten Maastricht achter zich en na verloop van tijd opende Sjeng het gesprek. ‘Cas?’
‘Ja?’
‘Als er zakelijke dingen geregeld moeten worden of zo, mogen jij en Trees dat dan ook doen voor mij. Nu ik bij jullie ben?’
‘Denk het wel. Zal het overleggen met Trees.’
‘Mijn oma is niet thuis, dat weten jullie. Normaal regelen zij en Matthieu dat soort dingen.’
‘Oké.’ Waarom niet zijn vader?
‘Je zou dus met Matthieu kunnen bellen.’
‘Doen we als dat nodig is. Ik heb zijn nummer.’
‘Echt?’
‘Ja. Toen ik een advocaat nodig had adviseerde Trees mij om Matthieu te bellen. En jouw moeder gaf zijn nummer aan Trees toen die, jaren geleden alweer, ging scheiden. Hij is ons bekend dus.’
‘Dat maakt dingen alleen maar gemakkelijker.’
‘Zeker!’ Cas reed de oprit op en zag dat het hek openstond. Goed werk van Ben, zo concludeerde hij. In zijn eigen auto had hij een knopje op het dashboard om het hek te openen, maar in deze bedrijfswagen niet. Hij reed de auto tot vlak voor de garage. Later zou hij hem naar binnen rijden. Hij stapte uit en merkte dat Sjeng rustig bleef zitten. Verstandig. Hij opende het portier en gaf aan dat hij de veiligheidsriem los zou maken. Dat was lastig. Helemaal over hem heen leunen was geen optie, want de geblesseerde rechterarm zat in de weg en dus stapte hij weer in en maakte zittend vanaf de bestuurdersstoel de sluiting los. Daarna stapte hij weer uit. Sjeng was rustig blijven zitten. Het uitstappen ging goed en de eerste stappen ook. ‘Voel je je goed, nu je op je benen staat?’
‘Ja. Het eten heeft me goed gedaan.’ stelde hij.
‘Ja. Mij ook. Ik had echt iets nodig. Kom, we gaan naar binnen. Kijk, Ben heeft de deur al geopend.’
‘Hoi! Ik ben Ben,’ zo begroette de jongen Sjeng. Hij had zijn rechter hand uitgestoken, maar trok die snel terug toen hij de mitella zag. ‘Euhhh … linker of een boks met links?’
‘Dat laatste maar.’
Cas zag hoe de jongens dat uitvoerden en moest glimlachen. Best handig eigenlijk.
‘Ik ben Sjeng, en … ik kom een tijd… ik kom logeren bij jullie.’
‘Ja. Heb ik begrepen. De logeerkamer is klaar.’
‘Dank je.’
‘Kleine moeite hoor.’
Ben ging Sjeng voor naar binnen en vroeg of hij iets wilde eten of drinken.
Sjeng hoorde de vraag amper. Hij was afgeleid vanwege de kerstboom met de gekleurde lichtjes.
‘Het is je gelukt, Ben! Heel erg mooi geworden,’ was het eerste dat Cas zei toen hij binnenkwam.
‘Ja. Gelukt. Meestal,’ zo begon hij Sjeng uit te leggen, ‘versieren we de boom samen, maar vandaag lukte het niet. De oude, haast antieke, lampjes begaven het en dus moesten we nog de stad in om nieuwe te kopen. Ik heb gekozen voor gekleurde. Vind je dat mooi?’
‘Ja. Die heb ik thuis ook. Vind het mooier dan witte lampjes.’
‘Ik ook dus. Voor Cas maakte het niet uit.’
‘De boom is echt mooi, Ben.’
‘Dank je. Het is een “verzamelboom”. Er hangen dingen in van mij thuis, van Cas van vroeger en ook dingen van Trees en Hugo.’
‘Maakt het nog mooier, vind ik.’
‘Ja. Het heeft iets.’ Hij keek de jongen aan en glimlachte naar hem. ‘Cas? Wanneer gaan we eten?’
‘Eten doen we straks als Hugo en Trees er ook zijn.’
‘En wat eten we?’
‘Zullen we samen pasta maken?’ stelde Cas voor.
‘Altijd goed! Lust jij dat ook, Sjeng?’
‘Ja. Vind ik lekker. Hoe maken jullie dat klaar? Euh… met welke ingrediënten, bedoel ik?’ Sjeng hoorde de opsomming die Ben opnoemde en begon te watertanden. Iets anders dan hij gewend was, maar het zou zeker goed zijn. Cas wees hen erop dat de planning wel goed moest zijn. Het eten zou klaar moeten zijn, als Hugo en Trees er ook zouden zijn. Dat zou best nog eens lastig kunnen worden.
‘Zal ik je dan eerst laten zien waar je slaapt?’ stelde Ben voor.
‘Ja, is goed.’ Hij volgde Ben de kamer uit en in de hal een trap op. Op de overloop wachtte Ben tot ook hij boven was. Daarna werd hem de badkamer en het toilet aangewezen.
‘Cas slaapt daar en dat is mijn slaapkamer. Hugo slaapt bij mij.’
‘En Trees?’
‘Die heeft haar kamer op zolder. Wil je dat ook zien?’
‘Nee. Hoeft niet.’
‘En dit is jouw kamer,’ zei Ben nadat hij de deur had geopend.
‘Wauw! Slaap ik in jullie bibliotheek?’
‘Euh… zit iets anders.’ Ben vertelde dat Cas dit huis drie jaar geleden had gekocht. Tijdens de bezichtiging was het huis nog grotendeels ingericht geweest. De kinderen van de overleden eigenaar – een heel oude man – moesten het nog ontruimen. Deze kamer diende inderdaad als bibliotheek. ‘Cas en Trees vonden het prachtig dat de wanden van boven tot onder gevuld waren met boeken. De kinderen van die man, vonden het alleen maar lastig. Het moest allemaal weg, volgens hen. Zij vonden dat enorm zonde en stelden voor dat ze deze kamer zouden laten zoals hij was. En … dat is hij gebleven tot nu toe.’
‘Man! Prachtig! En doodzonde om alles zomaar weg te gooien!’
‘Het had hun interesse duidelijk niet.’
Sjeng liep langs de wand. ‘Kijk! Enorm veel boeken van Astrid Lindgren en Roald Dahl! En … ook andere jeugdboeken.’ Hij zag alle delen van de serie “De Grijze Jager”. ‘Wauw! Prachtige logeerkamer, Ben! Bedankt!’
‘Als het kussen niet goed is, moet je dat aangeven. Er zijn nog andere in huis.’
Sjeng duwde het kussen in met zijn linkerhand en toen hij het weghaalde, veerde het weer keurig in model. Niets mee mis.
‘Euhhh … ik heb een speciale voorziening aan je rechterkant gemaakt.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Om te voorkomen dat je vannacht probeert op je rechterzij te draaien. Dat kan niet vanwege je schouderblessure. Kijk!’ Hij sloeg de sprei weg en liet zien wat hij bedoelde. ‘Het zijn nekrollen op een rijtje, meer is het niet.’
‘Maar wel effectief!’ was Sjeng van mening.
‘Uit ervaring opgedaan. Hugo heeft een paar jaar geleden ook zijn schouder uit de kom gehad.’
‘Hoe kwam dat?’ Het bleek dat het ging om een valpartij bij voetbal. Een sport die Ben helemaal niet aansprak. Iets dat Sjeng niet met hem eens was. Hij vond voetbal leuk. Had het jaren gedaan en wilde het best wel weer oppakken als alles weer wat rustiger was. Ben tegenspreken – hij had hem ook niet gevraagd om een mening – deed hij echter niet.
‘Zullen we naar beneden gaan?’
‘Ja. Euhhh … nog één vraagje. Er komt een kapper, weet ik van Trees. Daarna wil ik douchen, maar … douchen kan wel eens een probleem worden met maar een arm beschikbaar.’
‘We helpen je daarbij. Geen probleem.’
‘Bedankt.’
‘Hé, zeg! Niet steeds bedanken hoor! Je bent hier bij ons en wij zijn gewend om goed voor elkaar en onze gasten te zorgen. Het lijkt haast een hotel hier. Nou ja … in een hotel zal je niet snel hulp krijgen bij het douchen, denk ik, maar … zie het maar als een zorghotel. Bestaat dat?’
Sjeng moest lachen. ‘Ik begrijp wat je bedoelt. Maar … ben wel heel blij dat ik hier kan zijn de … ‘ Hij had een tijd in willen vullen, maar slikte dat in. Hij wist het niet. Moest afwachten. Heb je verstand van telefoons, Ben?’
‘Een beetje, maar dat zal hetzelfde zijn als wat jij ervan weet, denk ik. Hugo weet er veel meer van. Wil je iets bijzonders weten.’
‘Mijn telefoon heb ik teruggezet in de fabrieksstand. Is dan echt alles eraf wat er op is gezet?’
‘Oh gut! Weet ik niet. Je zou denken van wel toch?’
‘Lijkt mij ook.’
‘Weet je, ik stuur Hugo zo een berichtje. Hij weet dat vast.’
‘Be … nee, dat mocht ik niet meer doen.’
‘Je bent een snelle leerling, Sjeng!’ Kom! We gaan naar beneden. Kleine rondleiding daar en dan kijken of we bezig kunnen met het eten. Maar je hoeft niet te helpen hoor, als je dat niet wil.’
‘Ik kan best helpen. Met één hand kan ik ook wel dingen doen, toch?’ De bezichtiging van de benedenverdieping ging snel. De voorkamer was met schuifdeuren – die volgens Ben altijd openstonden – afgescheiden van een achterkamer die werd gebruikt als eetkamer. Daarnaast was aan de ene kant de keuken en aan de andere kant een uitbouw. Daar stond een zwarte en glimmende vleugel. ‘Wauw!’
‘Vind je hem mooi?’
‘Ja. Wie speelt daar op?’
‘Ik.’
‘Knap hoor.’
‘Ach … heb les gehad en weet hoe het moet.’
Het klonk heel bescheiden en Sjeng had het idee dat dat een karaktereigenschap was van Ben. Het helpen met het voorbereiden van het eten ging prima. Terwijl Cas – die de auto inmiddels binnen had gezet – en Ben begonnen met het snijden van de diverse ingrediënten, dekte Sjeng de tafel. En dat moest heel erg rustig, want een stapel borden oppakken met één hand was een onmogelijkheid. En dus ging het van de kast naar de tafel met telkens één bord. Het beviel hem goed. Bracht een stukje rust. ‘Shit!’ Ineens was de rust weg. ‘Ik moet Ama bellen! Mag ik … ‘
‘In de hoek bij de boekenkast,’ wees Cas hem.
‘Ama?’ vroeg Ben aan Cas.
‘Oud Maastrichts dialect voor oma.’
‘Oh. Nooit geweten.’
Sjeng ging ernaar toe en zag het vaste telefoontoestel staan. Hij pakte hem niet op maar liep terug naar de keuken. ‘Euhhh… ik wil eigenlijk niet dat mijn oma weet wat er aan de hand is. En als ze een vreemd nummer ziet, dan gaat ze ongetwijfeld vragen stellen.’
‘Eens even kijken hoe we dat regelen,’ vroeg Cas zich hardop af.
‘Een eigen mobiele telefoon heb je niet?’ vroeg Ben.
‘Oh! Je telefoon en portemonnee heb ik nog,’ en dat gezegd hebbende haalde Cas ze beide tevoorschijn.
‘Maar die gebruik ik liever niet. Die heb ik dus in fabrieksstand teruggezet, zoals ik je net vertelde, Ben. En … ik moet eerst weten of die veilig is.’
‘Heb je het vermoeden dat er iets mee uitgehaald is?’ wilde Cas weten.
Ja. Dat was het. Maar hij wilde het eigenlijk niet vertellen. Hij had het vermoeden dat er een trackingapp of zoiets op had gezeten.
Het stilzwijgen van Sjeng had Ben de tijd gegeven om met een oplossing te komen. ‘Ik weet wel iets.’ En met dat schoot hij weg om even later terug te keren met een oud telefoontoestel van hemzelf. ‘Als we jouw kaartje hier in doen,’ en hij voerde het meteen uit toen hij het kleine kaartje op tafel zag liggen, ‘dan kun je bellen en ziet je oma jouw nummer.’
‘Dank je, Ben.’
Hé, kappen daarmee!’
‘Ik doe mijn best.’ Hij liep terug, ging in de fauteuil zitten, pakte de telefoon op en tikte het nummer van zijn oma in.
‘Wat leuk dat je belt, jungske!’
‘Hoi, Ama! Alles goed!’
‘Zeker wel! En met jou?’
‘Ja. Ook alles goed. Ik bel wat laat … ‘
‘Maar dat geeft toch helemaal niet! Ook als je een keertje zou overslaan niet hoor!’
‘Dat doe ik niet. Elke dag even contact met elkaar vind ik fijn, Ama!’
‘Ik ook, jungske, maar echt alles goed?’
Voelde zij iets aan? Hoorde ze aan zijn stem dat hij moe was? ‘Ja. Alleen een beetje moe. Druk bezig geweest,’ omzeilde hij de waarheid.
‘Dan straks maar op tijd gaan slapen.’
‘Zal ik doen. Maar hoe is het met je zus? Nog steeds zo mopperig?’ Zijn oma moest lachen en gaf een uitgebreide toelichting. Hij hoorde dat zijn oma en haar zus een kamer in het Van der Valk hotel bij Groningen hadden. Dat ze die avond naar een kerstshow zouden. Hij vond het fijn dat ze zo veel plezier had. En dus zou hij nu absoluut niet over zijn problemen gaan praten.
‘Hé, lieve Sjeng, lief jungske, ik moet zo afbreken. Martha staat op haar telefoon te tikken. Ze is bang dat we te laat komen voor het eten.’
‘Ga maar, Ama! Veel plezier en doe de groeten van mij aan je zus.’
‘Attent van je, Sjeng, zal ik doen!’
‘En ik zal echt niet vergeten te bellen hoor!
‘Dat is lief van je, Sjeng. We zijn maar met z’n tweeën. Dat hebben we heel vaak tegen elkaar gezegd . En … dan zijn we er voor elkaar. Toch?’
De herinnering deed hem pijn. ‘Ja!’
‘Jouw woorden, lieve Sjeng. We zijn er voor elkaar!”
‘Ama, ik ga nu ophangen. Ik bel je elke dag, zoals altijd. Als je mij wilt bellen mag dat ook natuurlijk!’
‘Hou je haaks, jungske!’
‘Doe ik, Ama! Jij ook toch?’
‘Ja! Dikke kussen, Sjeng!’
‘Allemaal weer terug! Doei, Ama!’
‘Doei, Sjeng!’ Hij drukte haar weg, snifte wat en veegde met de mouw van zijn shirt de tranen van zijn gezicht.
‘Alles goed, Sjeng?’
Hij schrok. Zag dat Cas in de hoek van de bank zat. ‘Mijn Ama. Vind het vreselijk om tegen haar te liegen, maar … als ik het vertel dan … dan bezorg ik haar vreselijk veel verdriet … en dat wil ik ook niet.’
‘Een duivels dilemma dus.’
‘Ja.’
‘Spreek je dialect met haar?’
‘Niet echt. Ik kan het niet goed spreken. Wel verstaan. Mijn moeder sprak vaak dialect met haar en tja … dan leer je het wel begrijpen. En ik ken nog wel wat woorden, maar niet genoeg om er een goede zin mee te maken. Maar ik blijf haar wel “Ama” noemen, omdat ik dat altijd zo gedaan heb.’
‘Ja. Logisch toch!’ Het leek hem toe dat Sjeng meer wilde zeggen, maar op dat moment zag hij autolichten op de ruit van de woonkamer en wist hij dat Trees en Hugo eraan kwamen. ‘Euhh … als je nog even rustig met me wilt praten, dan kunnen we beter even naar mijn werkkamer gaan. Trees en Hugo komen eraan en met twee personen extra kan het ineens heel druk zijn.’
‘Zeker met Hugo in de buurt,’ verzuchtte Ben.
‘Is hij ADHD dan?’
‘Bij testen er nooit uitgekomen, volgens mij, maar … hij kan hééééél erg druk zijn. Dus bereid je maar vast voor.’
‘En hoe doe ik dat?’
‘Euhhh … tja … daar zeg je zowat.’
Cas raadde hem aan om het maar gewoon over zich heen te laten komen en vooral niet op alle gemaakte opmerkingen te reageren. De deur vloog open en beladen met tassen kwamen Trees en haar zoon binnen. Het eerste dat Sjeng opviel was de overeenkomst van haarkleur tussen beiden. Meteen kwam er een gedachte bij hem op. Een idiote gedachte! Hoe kon hij daar nou aan denken! Daarna bleef hij eerst alleen maar staren. Hij had het gevoel dat hij dat met open mond deed. Hugo was enorm mooi! Echt … te wauw! En ja … Sjeng viel op jongens. Had dat zelf al jong doorgehad en zijn moeder gevraagd of het raar was dat hij jongens leuker en mooier vond dan meisjes. Zij had hem gerustgesteld en gezegd dat daar helemaal niets mis mee was. Later had hij haar verteld dat hij verliefd was op een jongen in zijn klas. Een verliefdheid die hij nooit had uitgesproken. En zo was het hem vaker gebeurd. Jongens vond hij leuk, mooi, lief. Maar … verder was het niet gegaan. Nog nooit.
‘Hé, makker! Alles goed?’ zei Hugo tegen Sjeng, nadat hij zijn hoodie had uitgetrokken omdat het volgens hem veel te warm was in huis.
Met uitgestrekte arm kwam de mooie jongen op hem af. Sjeng ging staan en stelde voor om er een boks met links van te maken, zoals hij eerder met Ben had gedaan.
‘Ach ja. Stom van me. Nooit aan gedacht. Prima oplossing.’ En vervolgens voerde hij de boks uit. ‘Deed het zeer?’
‘Euhhh … de boks? Nee hoor.’ Sjeng snapte er niets van. Ze hadden elkaar amper geraakt.
‘Sorry, dat bedoelde ik niet. Het herstel van je schouder uit de kom. Dat bedoel ik. Typisch ik … niet altijd even duidelijk.’
‘Geeft niets. Heb ik ook wel. Maar dat terugzetten … daar heb ik eigenlijk niets van gevo… ‘
‘Niets! Echt niet!’
Hij vertelde dat hij alleen maar gevoeld had hoe botgedeelten over elkaar hadden geschoven.
‘Gatver!’ kwam Ben er bij. ‘Dat moet toch enorm rot zijn.’
‘Nee. Niet echt. Gewoon raar. Een vreemd geluid en gevoel.’
‘Heb je mazzel gehad, dude. Bij mij deed het ontzettend pijn.’
‘Oké. Ben vertelde dat je dat had opgelopen met voetbal.’
Een uitvoerige beschrijving van een aanval van Hugo en de verdediging van een tegenstander volgde. Uiteindelijk gevolg was een keiharde tackle geweest, waardoor Hugo gelanceerd was en bij de landing verkeerd terecht was gekomen.
‘Vraag hem nooit meer naar voetbal, Sjeng, want dan krijg je dit soort uitvoerige verhalen, waarvan je je moet afvragen hoeveel procent er waar is. En verder heeft hij soms helemaal niets in te bre… ‘
‘Hé, rotjoch! Hou je daarmee op! Probeer ik een goede indruk te ma…’
‘Tja … wat zal ik zeggen.’
Trees onderbrak het gesteggel van de twee door te zeggen dat ze Sjeng eventjes wilde lenen en nam hem mee naar het gedeelte dat eetkamer werd genoemd. Ze zag een brede glimlach op het gezicht van Sjeng. Desondanks begon ze toch met een verontschuldiging en zei: ‘Je moet je niets aantrekken van het gekrakeel dat die twee soms maken hoor. Ze bedoelen het goed.’
‘Ja. Dat was me wel opgevallen.’
‘Hoe bedoel je?’
‘Nou ja … als mensen elkaar echt … euh … aanvallen is niet het goede woord, maar misschien begrijp je wat ik bedoel.’ Hij zag haar knikken. ‘Dan kijken ze er anders bij. Bij Hugo en Ben was duidelijk het plezier in hun ogen te zien. Daarom wist ik dat het bij hen een plagerijtje over en weer was.’
‘Scherp opgemerkt, Sjeng. Goed van je.’
‘Maar waarom dacht je dat ik dat niet doorhad?’ wilde Sjeng weten.
‘Een inschattingsfout van mijn kant. Maar ik zal het uitleggen. Je bent thuis alleen geweest altijd. En … ‘
‘Ohh, nou snap ik het. Bedankt. Je dacht dat ik dit soort gekrakeel, zoals jij het noemde, niet gewend ben.’
‘Ja. Dat idee had ik, maar ik zat er dus naast.’
‘Enerzijds wel, anderzijds niet. Mijn moeder en ik vonden het leuk om flink te ouwehoeren met elkaar. En daarbij spaarden we elkaar niet.’
Trees keek hem aan en zag een enorm mooie glimlach op zijn gezicht verschijnen. Het moest voor hem prachtig zijn om die herinnering met haar te delen, zo legde ze voor zichzelf uit.
‘De laatste jaren mis ik dat natuurlijk.’
‘En je vader dan?’ Heel bewust vroeg ze het. Wellicht zou ze bot vangen, maar … niet geschoten was altijd mis.
Sjeng voelde hoe de glimlach die er geweest was van zijn gezicht verdween. Hij slikte een keer. ‘Die is anders.’ En daar liet hij het bij.
Ze wist wanneer ze zich terug moest trekken. Dit keer zou ze niet verder komen. En daarom richtte ze zich op dat wat ze hem had willen vertellen. ‘Ik heb boodschappen gedaan, zoals je kunt zien.’
‘Dat was duidelijk. Jullie kwamen zwaar beladen binnenzetten.’
‘Was enorm blij dat ik Hugo mee had genomen als pakezel. We hebben je hele lijstje afgewerkt.’
‘Maa… ‘
‘Nee. Geen mitsen en maren. Ik heb alles kunnen krijgen in jouw maat en gewenste pasvorm. Ik wil echter, een gewoonte van mij, eerst alles wel even wassen. Nieuwe kleren kunnen soms zo vreemd ruiken.’
Sjeng kon het er alleen maar mee eens zijn. Ze drukte het nog eufemistisch uit, naar zijn mening.
‘En daarom zal ik Ben, hij heeft dezelfde maat als jij zo schat ik in, vragen of hij je straks spullen voor de nacht wil lenen. Een T-shirt met lange mouwen, een boxer, een pyjama- of joggingbroek en sokken. Vind je dat goed?’
‘Ja. Maar … ik kan het hem zelf ook wel vragen hoor.’
Ze kreeg het gevoel dat Sjeng totaal geen moeite had met de omgang met de andere jongens. En dat was alleen maar goed. ‘Ja. Nog beter, Sjeng.’
De bel bij de voordeur ging. Dit keer had niemand opgemerkt dat er autolichten op het erf verschenen waren. Hugo haastte zich naar de voordeur. Voor Sjeng het bewijs dat hij zich hier thuis voelde. Logisch ook natuurlijk, want ze hadden hem uitgelegd dat ze vaker met elkaar hier waren. En dan was er ook nog een oma: de oma van Ben. Ineens was er een herinnering aan iets dat Cas gezegd had. Maar die verdween ook heel snel weer. De kapster was gearriveerd en nadat ze even met Trees had gepraat begon ze haar spullen op tafel uit te stallen en trok ze één van de stoelen aan.
‘Wie ga ik knippen?’ vroeg ze.
‘Eerst ik maar,’ meldde Hugo zich.
‘Maar … waarom,’ hakkelde Trees.
‘Gewoon omdat ik het kort wil. Heel kort. Drie millimeter.’
‘Overal?’ werd hem gevraagd door de kapster.
‘Ja. Boven en aan de zijkanten zelfde lengte, alsjeblieft.’
‘Hugo!’ probeerde Trees nog een keer.
‘Mijn haren, Trees, mijn lijf, mijn keuze.’
Sjeng zag iets van verslagenheid op het gezicht van Trees en vond het rot voor haar. Maar … aan de andere kant kon hij zich de keuze van Hugo wel voorstellen. Hij was … ineens wist hij niet meer of ze een leeftijd van hem hadden genoemd. Hij was in elk geval ouder dat Ben en hij, meende Sjeng. En bovendien deed zijn leeftijd er niet toe. Hij mocht toch zeker wel zijn eigen keuzes maken! Wel vond hij het bijzonder dat hij Trees gewoon bij haar voornaam noemde.
‘Oké, ik zeg al niets meer,’ gaf Trees zich gewonnen. Wel vond ze het heel goed dat Hugo als eerste geknipt wilde worden. Had hij dat wat zij gezegd had over Sjeng en het kriebelen van zijn haren na een knipbeurt toch onthouden.
Toen Hugo klaar was, toonde de kapster – die Hilde heette – het resultaat aan iedereen. Trees had haar bedenkingen, Ben en Cas vonden het prima en Sjeng vond het verbijsterend goed staan. Niet dat hij dat zei. Hugo maakte dat hij zich soms vreemd voelde. De jongen was gewoon ontzettend mooi. En de strakke spijkerbroek die hij droeg, en die nooit zijn eigen keuze zou zijn, stond hem gewoon geweldig. Alle beenspieren waren goed te zien. En dat … ahum … Op uitnodiging van Hilde ging hij zitten. Hij gaf haar aan wat er veranderd moest worden.
‘Zelfde stijl, maar dan wel een stuk korter,’ zo concludeerde zij.
En dat was juist. Zijn haardracht was de laatste tijd thuis een regelmatig terugkerend punt van gesprek geweest. En omdat zijn vader erover begonnen was, had hij zich voorgenomen om een knipbeurt zo lang mogelijk uit te stellen. En dat alleen om zijn vader te laten zien dat hij zelf wel zou beslissen wanneer hij naar de kapper zou gaan. Al heel snel voelde hij de minuscule haartjes onder de boord van zijn shirt. Het kriebelde enorm. De kapster merkte het en vroeg of hij er erg last van had. ‘Ja. Ik kan daar absoluut niet tegen.’ Met de belofte op te schieten, ging ze vlot verder en was ze naar zijn idee heel snel klaar. De spiegel toonde hem zijn eigen gezicht en dat voelde na lange tijd weer goed.
‘Een stuk knapper! vond Trees.
Sjeng moest ervan blozen. En toen was het tijd om te douchen. Ben had aangeboden te helpen en daarbij gezegd “we helpen je” en dus keek hij er niet van op dat Hugo ook mee ging. Toen ze naar de hal liepen, werd hen achterna geroepen dat het snel moest gebeuren, want het eten zou over een kwartier op tafel staan en dat het krukje van oma gebruikt moest worden.
‘We doen ons best,’ antwoordde Hugo laconiek.
‘En Sjeng! Niet je rechter arm gebruiken! Laat je helpen!’
‘Ja, mam!’ gekscheerde Hugo, maar meteen begreep hij dat het niet op zijn plaats was. ‘Sorry, het spijt me, Sjeng!’
‘Geeft niet, kan gebeuren. Kan ik straks wat kleren voor de nacht van jou lenen, Ben?’ vroeg Sjeng aan Ben die achter hem liep.
‘Ja. Loop maar mee naar mijn kamer, dan laat ik je zien wat ik heb.’ Op zijn slaapkamer opende Ben de kastdeur en wees Sjeng waar wat lag. Hij vond het leuk om te zien dat de gast in huis hetzelfde koos als hij gewend was in de winter te dragen in bed: een boxer, pyjamabroek, T-shirt en sokken.’
‘Je twijfelt,’ zo merkte Ben op.
‘Ja. Dat T-shirt. Lijkt me lastig in elk geval om aan te trekken.’
‘Ik heb wel een pyjamajas die bij de broek past, hoor? Maar wil je daar ook nog iets onder dragen?’
Sjeng twijfelde opnieuw. Misschien beter van wel. Hij had het wat koud. ‘Doe maar.’
Ben stelde een cardigan voor en hij liet zijn collectie, keurig op een stapeltje liggend, zien.
‘Het zit onder die pyjamajas, dus de kleur maakt niet echt uit.’
‘Hé! Tuurlijk wel! Altijd zorgen dat je kleding goed zit.’
Er werd gelachen. Tenminste door twee van de drie. Hugo begreep er helemaal niets van. Sowieso niet dat Ben zo verschrikkelijk veel verschillende kleren wilde hebben. Nou ja, zo besloot hij zijn gedachten, hij was anders dan Ben. Maar dat ene wilde hij nog wel kwijt in de richting van Sjeng. ‘Draag jij ook sokken in bed?’
‘Ja. Alleen in de winter hoor. Nou ja … hangt er gewoon van af.’
‘Gadver! Het lijkt me dat je daar zweetvoeten van krijgt.’
‘Jij misschien,’ kaatste Ben terug. ‘Ik niet en Sjeng waarschijnlijk ook niet. Toch?’
‘Absoluut geen last van.’
Ze liepen gedrieën naar de badkamer en begonnen zich uit te kleden. Als eerste deed Sjeng de mitella af. Meteen voelde hij een druk op zijn arm die niet prettig was. Toen hij voorzichtig probeerde de knoopjes van zijn shirt met één hand los te krijgen, wees een inmiddels geheel blote Hugo hem terecht.
‘Hé, riep Trees niet dat jij je moest laten helpen!’
‘Ja. Ben niet doof hoor, maar … wel eigenwijs.’
‘Kom hier, makker, en laat mij dat doen.’
Sjeng wist niet waar hij moest kijken. Zijn hoofd voelde enorm warm aan en was waarschijnlijk vuurrood. Maar al heel snel besloot hij dat gewoon doen het beste zou zijn. Tijdens het douchen na het voetballen, had hij tenslotte ook altijd gewoon met jongens onder de douche gestaan. En op school na de gymles ook. Niets bijzonders dus. Maar … toch …
Hugo deed goed zijn best. Hielp de jongen uit zijn kleren en al snel stonden ze onder het stromende water. Met Ben maakte hij afspraken over wie welke taak op zich zou nemen. En hij gaf Sjeng de tip om zijn ellenboog te ondersteunen met de andere hand en gebruik te maken van het krukje dat in de hoek van de inloopdouche stond.
Hij vond het stom dat hij daar niet aan had gedacht. Cas had hem dat ook gezegd eerder. Toen was het meer nodig dan nu, maar meteen toen hij het deed, voelde het een stuk beter. De druk was eraf. Hij keek dan naar de een en dan naar de ander. Ze waren heel verschillend van lichaamsbouw, maar allebei mooi en … beiden niet helemaal slap. Op het moment dat hij dat opmerkte, keek hij naar beneden naar zijn eigen ding. Oké! Die was nog minder slap. Ineens schoot hij in de lach.
‘Wat heb je?’ wilde Hugo weten.
‘Nee, laat maar.’
‘Kom op, joh, gewoon zeggen! Knal het eruit!’
‘Nee. Nou ja … voel me gewoon wat stom hier, omdat ik overal bij geholpen moet worden.’
‘Service die snel genoeg ophoudt, hoor! Dus geniet er maar van.’
En dat deed hij. Het uitzicht was wondermooi. Bepaalde dingen wilde hij echter wel zelf doen en de jongens waren kies genoeg om hem voor de keuze te stellen om het zelf te doen of geholpen te worden.
Cas was door Trees naar boven gestuurd met de opdracht om de drie onder de douche vandaan te halen, want anders zou het eten verpieteren. Staand bij de deur hoorde hij het water nog stromen. ‘Hé! Duurt het nog lang?’
‘Nee!’ riep Hugo.
‘Zijn jullie bijna klaar?’
‘Jahhh!’ gaf de oudste van de drie als antwoord. Om daar vervolgens fluisterend aan toe te voegen: ‘Nog een paar rukjes.’ En het gebaar dat hij daarbij maakte was voor de twee anderen duidelijk genoeg. Ze schoten in de lach.
Cas had het antwoord gehoord en daarna het gelach. Pubers, hij begreep er soms helemaal niets van.