Een tijdje werd er nog gepraat over het nieuwe geluk voor Cas en Trees. Hugo had zich hardop afgevraagd of Cas nu zijn nieuwe vader zou zijn. Het antwoord van Cas was duidelijk geweest: “Als je me maar niet, pa, of pap, of paps of zo gaat noemen!” Het gezicht dat hij daarbij had getrokken, had bij Trees op de lachspieren gewerkt, en … zoals vaker gebeurt … als er één begint te lachen, dan volgen er meer.
Suus vroeg of zij deze bijzondere kerstnacht mocht afsluiten. Ze keek rond en zag nergens iemand die bezwaar had. Dat had ze ook niet verwacht. Iedereen had hier in de groep zijn zegje kunnen doen. Hoewel zij en Truu niet echt iets uit hun eigen leven hadden gedeeld, waren er momenten geweest waarop zij zich hadden laten horen. En zo was het goed. ‘Ik … wil benadrukken dat ik heel erg blij ben met zoveel ontzettend mooie mensen die bij mij horen. Ik zou graag willen dat we allemaal gaan staan.’ Ze wachtte tot iedereen in de benen was gekomen. Hugo was naar Sjeng toegegaan om hem te helpen, maar ze zag dat hij maar weinig hoefde te doen. ‘Het is mijn bedoeling om een grote kring te maken. Dus laten we daarvoor straks de ruimte opzoeken. Ergens … ‘ en ze wees het aan ‘… daar tussen de woonkamer en de eettafel. Voor de kerstboom. Als we daar dan zijn geven we elkaar een hand. Die grote kring is bedoeld om aan te geven dat we zoveel mogelijk van deze prachtige aarde willen omvatten en insluiten. Maar … overdrijf het niet! Zorg ervoor dat er niet te veel spanning op je armen komt te staan, want anders bezorg ik je spierpijn en dat wil ik niet op mijn geweten hebben. En … iemand moet even heel dicht bij Sjeng aan zijn rechterkant gaan staan.’ Ze zag dat Hugo zich meteen aanbood door zijn hand op te steken. ‘Prima, Hugo, dan zorg jij voor de verbinding met Sjeng.’ Als een echte dirigent verwees ze haar kudde naar de ruimte die ze eerder aangewezen had. ‘Ja. En geef elkaar nu een hand.’
Hugo legde zijn linkerarm om de middel van Sjeng, keek hem even aan en knipoogde.
Sjeng glimlachte naar hem.
‘We zijn verbonden met elkaar. Samen zijn we deze kerstnacht ingegaan. Ben heeft in de tuin bij Sjeng het kerstvuur ontstoken: zijn licht laten schijnen, zijn verhaal verteld. Truu weet er inmiddels van. Ik heb het haar uitgelegd. Terug in huis deed Sjeng zijn verhaal en vervolgens namen er meer mensen het woord, lieten ze het licht schijnen op hun werkelijkheid, heden en verleden. De verhalen regen zich aaneen, als het ware. Het waren verslagen van diepe duisternis soms. Echte ellende die het leven van jullie zo donker heeft gekleurd op bepaalde momenten. En … en toch … was er ook licht. En dat brengt me dan naar de kerstnacht zoveel jaren geleden. Ik ga eraan voorbij of het echt gebeurd is of niet, maar in die donkere nacht is het vast niet zo romantisch geweest als vaak wordt verbeeld. Als vrouwen vroeger een kind kregen, dan was er altijd hulp aanwezig. In die tijd waren dat vrouwen die je kende: vriendinnen, buurvrouwen. Maria stond er echter alleen voor. Natuurlijk was Jozef er … maar hij was een man en … niets ten nadele van dat geslacht … maar voor sommige taken zijn ze niet zo goed toegerust. En bovendien … ik heb menig aanstaande vader later vaak horen zeggen dat ze zich enorm onmachtig hadden gevoeld op het moment van de bevalling, omdat ze helemaal niets konden doen. Dat er verdriet, vertwijfeling was, omdat ze zagen hoe hun vrouw, vriendin, pijn leed en zij … konden niets doen. De os en de ezel dienden meer voor de decoratie dan dat Maria er steun van kon verwachten. Een kind baren, helemaal alleen in je eentje moet vreselijk zijn geweest. Donker. Duister. De herders lagen in het veld. Ze hadden een zwaar beroep. Het waren geen “de herdertjes lagen bij nachte”. We hebben het teveel geromantiseerd. Ze sliepen buiten bij hun schapen. Hielden ongetwijfeld om beurten de wacht, omdat er gevaar dreigde in het donker. In het duister. En ineens … nou ja … ik heb zelf een kind gekregen en dat ging bepaald niet gemakkelijk … maar … het kind in de stal werd geboren. De duisternis bij Maria verdween, want zo werkt het vaak. Als het kind er eenmaal is, dan voel je als vrouw vooral vreugde. Maar niet alleen maar dat hoor! Er zijn ook nog de ongemakken die zich laten gelden. Maar bovenal is er die vreugde. Ineens … de zorgen bij Jozef die het zo donker voor hem maakten, want hij was natuurlijk vreselijk bezorgd om Maria, verdwenen. En ineens … werd die donkere nacht, in het veld bij de herders, doorbroken door het licht en het lied van een engelenkoor. En … zo voelde het voor mij ook, toen ik jullie verhalen hoorde. Er was soms ineens licht. Het werd al lichter voor sommigen toen ze besloten om dat te delen waarop ze geen licht hadden laten schijnen. Waarmee ze het zo ontzettend moeilijk hadden. En ja … ik weet het … het blijft soms nog enorm moeilijk.’ Ze keek haar naar haar kleinzoon. Moest zich even verbijten, toen ze zijn brede glimlach zag. Ze keek naar Sjeng en zag ook bij hem een glimlach. ‘Voor niet alles is er een oplossing gekomen. Maar … jullie hebben, met elkaar, wel licht gebracht in het donker. En dat … dat is onze taak in het leven, tenminste … zo zie ik het. Het is onze opdracht om licht te brengen in het donker. En … als je een leuke groep om je heen hebt, zoals wij dat hier met elkaar hebben, dan … als jij licht brengt in jouw donker, dan schijnt dat licht ook voor anderen. Hier zag ik dat deze kerstnacht gebeuren. Ben stak het lichtje aan. Gaf het door aan Sjeng. Die zorgde ervoor dat Hugo op de praatstoel wilde gaan zitten. Hij vroeg Trees om het licht verder te dragen. En daarna was het de beurt aan Cas om zijn licht te richten op een gedeelte van zijn leven.’ Ze zuchtte. ‘Liefde, dat is wat ik ontzettend veel heb gevoeld deze nacht. We waren er voor elkaar. We huilden samen. Boden troost aan elkaar. Hebben gelachen met elkaar. Samen … dat is zo goed! Voelt zo … heilzaam! Dank jullie allemaal voor dat wat jullie hebben verteld. Dat jullie je licht hebben laten schijnen. En ja … onzekerheid zal er nog zijn. Maar … met elkaar kunnen we ook dat aan! Daar ben ik van overtuigd! Zolang we maar niet vergeten, dat we er nooit alleen voor staan. Wij vormen met elkaar een gezin, een familie en daar … daar komt helemaal niemand tussen! Bedankt dat jullie naar mij hebben willen luisteren.’