5 maart 2022

Familie? Familie! – 63 Charlie

Donderdag 1 december 2011
Jonathan Fritzen featuring Laila Adele – You’ll Be Mine

Het is vroeg in de middag, wanneer Charlie thuiskomt uit Bohling’s. Haar restaurant is vandaag gesloten in verband met het slechte weer en een calamiteit waardoor delen van de Altstadt zijn afgesloten. Ze vindt het heerlijk om even alleen in haar restaurant te zijn geweest. De laatste dagen is ze vaak en lang in het ziekenhuis geweest. Ze houdt niet van ziekenhuizen. De gebouwen zijn te steriel en de stoelen ongemakkelijk. Alleen de koffie is beter geworden in vergelijking met de bezoeken aan Alexander vorig jaar.

Vanmorgen heeft ze genoten van de rust in haar restaurant, terwijl ze zich bezighield met de administratie, de menukaart voor de komende weken en het nabellen van speciale gasten, die sinds zaterdagavond in haar restaurant zijn geweest. Deze vorm van persoonlijke aandacht gebruikt ze om haar omzet op peil te houden en om haar personeel en de kwaliteit van het eten te beoordelen. De aangename geur van vers voedsel prikkelt haar zintuigen, als ze over de drempel van haar huis stapt. Van alle logees is er maar één met voldoende culinaire kwaliteiten, die zo’n heerlijke geur kan veroorzaken.

„Henny?“
„Dag, Charlotte. Ik hoop. dat je je eetlust hebt meegenomen. Max zit al vol. Hij kan de komende paar uur niets meer proeven.“

Haar oudere zus antwoordt haar vanuit de open keuken. Charlie wordt achterdochtig. wanneer ze een stapel lege plastic dozen op haar eettafel ziet staan.

„Waar is hij?“
„Hij is in je werkkamer gaan zitten, zodat hij nog wat kan werken. Ik hoop, dat je het niet erg vindt.“
„Helemaal niet.“

Ze loopt de keuken in om de voorraad eten rond Henriette in zich op te nemen en tenslotte met grote ogen haar oudere zus aan te kijken.

„Ik heb je keuken een beetje overgenomen.“

Dat is een uitdrukking om te onthouden. Een beetje overnemen. Elk vrij hoekje van haar keuken is nu in gebruik, constateert ze met een grote glimlach. Ondertussen schept Henriette een klein bord met gestoomde groente en wat wild voor haar op.

„Gelukkig heb je niet veel in je koelkast staan. Ik heb hem vanmorgen gevuld. We kunnen de jongens later vragen een deel van het eten naar Alexander’s appartement te brengen.“

Charlie pakt een kruk en gaat naast het aanrecht zitten, zodat ze met haar zus kan praten, terwijl Henriette door kan gaan met haar voedselproductie.

„Wat heb je gedaan?“

Haar zus zet het bord voor haar neer als een professional.

„Eet smakelijk. Ik had vanmorgen niet zoveel te doen. Ik dacht, dat ik je wel kon helpen met je huishouden, maar je huis is onberispelijk schoon. Ik weet niet, waar je de tijd vandaan haalt daarvoor. Hoe smaakt het?“
„Mmm.“

Charlie is te druk met het uitproberen van de culinaire perfectie van haar zus om haar te vertellen over de schoonmaakster.

„Ik weet niet zeker, of het al helemaal goed is, maar ik kan het recept nog altijd wat veranderen, denk ik.“

Charlie ziet hoe haar oudere zus een potlood ergens vandaan haalt en wat schrijft in de kantlijn van een kookboek. Ze ontdekt nu tussen het voedsel een stapel van ongeveer twintig kookboeken, die ze niet eerder heeft gezien. Of is ze vergeten, dat ze die had?

„Ik ben even buiten gaan wandelen.“
„In dit weer?“

Charlie schrikt.

„Het is alleen een beetje wind en sneeuw. Thuis waait het iets harder dan hier in het centrum.“
„Ik ben deze week te vaak op bezoek in het ziekenhuis geweest. Ik wil je daar niet met een longontsteking bezoeken.“
„Charlotte, alsjeblieft. Er gaat niets boven een stevige wandeling op een koude dag om je hoofd leeg te maken en je krijgt een beetje beweging, zeg ik altijd. Onderweg struikelde ik over een boekhandel een paar straten verderop. Een geweldige winkel. Het is maar goed, dat ik mijn tas had meegenomen. Ik denk, dat ik een goed uur daar binnen ben geweest. Een groot deel van de kookboeken daar zijn vooral fotoboeken met nauwelijks goede recepten erin. Deze hier waren de beste uit de collectie. Je weet, dat Lingen niet een klein dorpje in nergensland is, maar hier hebben ze een hele sectie met kookboeken op basis van een dieet.“

Haar zus wijst ondertussen met een vleesvork naar een tweede stapel boeken. Charlie grijnst bij zoveel doelgerichte voedselbereiding.

„Een charmante jongen van de boekhandel heeft ze hier afgeleverd, zodat ik naar de groentewinkel kon. Ik hoop dat je daar niet komt. Het is de winkel op de hoek bij de eerste straat rechts. Ik vind de kwaliteit niet bijzonder. Een deel is overrijp of slap geworden. Ik heb de goede groenten er tussen uit gezocht.“
„Ik doe niet vaak boodschappen. Ik weet zeker, dat je dat hebt gezien.“

Charlie moet één van haar zwaktes wel toegeven. Meestal eet ze in haar restaurant en inkopen doet ze bij de groothandel. Haar zus merkt de bekentenis niet op.

„Ik vind het niet erg. Verse groente en fruit zijn toch beter. Ik heb een jongen van de winkel gevraagd de tassen hier te brengen, zodat ik kon beginnen met koken.“

Charlie is verbaasd, dat haar zus wandelt, winkelt en daarna uitgebreid kan koken.

„De kookboeken zijn goed, voor het grootste deel goed te volgen. Weet je, de vijf recepten, die ik tot nu heb geprobeerd vallen tegen. Wanneer Alexander ze volgt, zal zijn vriend gaan protesteren. Het zijn wel dieet recepten maar de auteur heeft werkelijk geen idee van wat smaak.“
„Robin waardeert een goede maaltijd.“

Charlie geeft neutraal antwoord, terwijl ze blaast op een gloeiend heet stuk courgette.

„Tot nu toe heb ik nog geen fatsoenlijk recept voor een gezonde jus gevonden, maar ik zal er zelf een maken. Hoe dan ook, deze boeken zijn een vroeg kerstcadeau voor hen. Dit is een nuttig geschenk, net als vroeger toen de jongens sokken en ondergoed kregen. Misschien hebben ze hier niet zo’n hekel aan. Heb je ze nog gesproken?

Henriette grinnikt.

„Heel even. Bastian en Wolfgang zijn naar Robin, zodat Alexander en Sascha wat kunnen uitrusten. Ik wist niet dat Wolfgang en Bastian gisteren elkaar voor het eerst hebben ontmoet.“

Henriette staat met haar rug naar Charlie en vult de plastic dozen met het eten.

„Je kent Bastian. Hij is een succesvolle fysiotherapeut. Hij heeft het meestal erg druk.“
„Bastian heeft geholpen om Robin’s leven te redden.“

Charlie merkt de verstikte emoties van haar zus op, bij het noemen van de namen.

„Hij is een goede jongen.“
„Bastian heeft de afgelopen dagen voor Alexander gezorgd.“

Charlie praat met nadruk.

„Begrijp me niet verkeerd, Charlotte. Ik bedoel het goed. Ik weet ,dat ze elkaar een tijdlang niet hebben gesproken en hoop, dat ze met elkaar kunnen praten. Als ik iets geleerd heb in de laatste paar maanden, dan is het wel, dat goede bedoelingen geen garantie zijn voor een gelukkige familie.“
„Ik denk, dat ze wel met elkaar praten. Ze hebben genoeg tijd daarvoor.“
„Goed. Misschien vindt Bastian ook de tijd om met mij te praten. Ik weet, dat hij boos op mij is. Heeft hij je misschien verteld waarom?“
„Ik heb geen details gehoord.“

Charlie liegt. Henriette vraagt stug door.

„Wat heeft hij gezegd? Ik heb geen idee, wat er is gebeurd.“
„Henny, als ik je zou kunnen helpen, dan zou ik het doen. Maar ik weet niet alles, daarom wil ik me er niet mee bemoeien. Als ik nu iets zeg, dan maak ik het alleen maar erger. Ga naar hem toe en praat met hem. Jij en Max kunnen met hem lunchen, voordat hij teruggaat naar Berlijn. Jullie kunnen ook op bezoek gaan in Berlijn.“
„Dat kunnen we doen. Denk je dat we een kans hebben, net zoals met Alexander?“

Charlie verbergt een boosaardige glimlach.

„Ben je van plan een volgende wees op te nemen? Een broer voor Wolfgang? Misschien heeft de volgende een mysterieuze relatie met Bastian’s schoonfamilie of zijn voetbalclub.“
„O, nee!“

Henriette giechelt. De opgewekte klank laat Charlie lachen. Wanneer ze elkaar even aankijken, beginnen ze opnieuw te lachen. Het voelt goed om te lachen na de lange, zware dagen, die ze achter de rug hebben.

Het is goed om haar zus te zien te lachen. Het is alweer lang geleden, misschien voor het eerst, sinds ze jong waren, dat ze met zijn tweeën vrolijk bij elkaar kunnen zijn. Henriette dept haar ogen met de hoek van een theedoek. Het blijft even stil.

Dave Koz & Vanessa Williams – The way we were

„God is erg goed voor ons dit jaar. Ik wil gewoon een kans om anders met hem om te gaan, als dat moet.“
„Misschien vraagt het meer dan goede bedoelingen alleen.“
„Denk je?“

Charlie knikt terwijl ze een stukje vlees proeft.

„Dit is heerlijk!“
„Echt?“
„Mmm hmm.“
„Mooi. Ik heb het recept in het boek al wat veranderd. Ik denk, dat de rode wijn precies de goede smaak eraan geeft.“

Ze zoekt naar een andere gemarkeerde pagina in het boek en schrijft een korte notitie in de kantlijn met haar potlood.

„Ik schrijf alles erbij zodat ik alle verbeteringen kan onthouden. Het is ook een ander geschenk voor Alexander en zijn vriend, dan kunnen ze lachen om mijn speciale manier van koken. Of het zelf proberen.“
„Oh, Henny! Ze waarderen je persoonlijke aanpak wel. Robin zal van de smaak genieten. Heb je ooit er over nagedacht om een eigen restaurant te openen? Of een cateringbedrijf? Zo te zien kun jij prima grote hoeveelheden tegelijk koken en het smaakt allemaal goed.“

Charlie drijft de spot met haar zus. Haar zus antwoordt met een verlegen glimlach.

„Nee. Mijn plaats is thuis. Zo zit in nu eenmaal in elkaar, een goed huis voor mijn familie komt voor mij op de eerste plaats. Max heeft me wel aangemoedigd om te gaan werken, maar ik ben tevreden met wat ik doe. Bovendien ken je mij, ik ben niet altijd even makkelijk om mee te werken. Trouwens, koken is leuk en ik vind het ontspannend. Als ik ervan moet leven, ben ik bang dat ik er geen plezier meer in heb.“
„Ik begrijp het.“
„Wanneer God de komende tijd goed voor ons blijft, dan kan ik af en toe weer grote maaltijden op tafel zetten zoals vroeger. Dat is mij meer waard dan een goede chef-kok te zijn.“

Afgezien van haar familie is koken Henriette’s grootste trots. Charlie waardeert de toegankelijkheid van haar zus vandaag en krijgt iets meer respect voor de oudste van de kinderen Bohling.

„Ik zou graag willen, dat koken voor Thomas en Christel leuker is. Christel eet bijna niets en Thomas schrokt zijn bord leeg.“

Charlie lacht. Thomas is zijn hele leven lang al een snelle eter. Ze werken samen een tijdje door in de keuken, terwijl ze praten over eten en familie. Charlie weet, dat praten met Henriette ook betekent, dat Henriette je aan het werk zet, maar ze vindt dat vandaag prima. Ze wacht al een tijdje op een onvermijdelijke vraag van Henriette.

„Wil je ooit nog trouwen?“

In Henriette’s stem klinkt nieuwsgierigheid door in plaats van een gemene trots, zoals vroeger.

„Voorlopig niet. Ik heb Bohling’s en daar zit mijn geluk. Ik weet niet goed, wat ik nog verder wil. “

Charlie zucht heel even, terwijl ze besluit Henriette ook deze keer niets te vertellen over haar liefdesleven.

„Voel je je niet eenzaam?“
„Eigenlijk niet. Af en toe komt er wel iemand voorbij, waar je meer mee zou willen, maar ik wil niet gelijk gaan samenwonen en meer. Mannen zijn leuk, maar ook onhandig. Afgelopen zomer vond ik het een compliment dat een vrouw verliefd op mij was.“

Charlie vertelt het zonder na te denken, hoe haar zus zal reageren op haar laatste woorden. Henriette begint opnieuw te giechelen.

„En?“
„Wat?“
„Charlotte, ik ken je al je leven lang. Jij hebt altijd meer interesse in gespierde jongens met strakke billen gehad. Ik denk, dat je onbewust ook je personeel daarop aanneemt.“

Charlie begint te blozen. Tegelijk vraagt ze zich af of hoeveel wijn Henriette al heeft geproefd. Henriette kijkt haar met een onduidelijk gezicht aan, met een mengeling van plezier, belangstelling en een herinnering aan Charlie’s eerste vriendje in Lingen.

„Ik ga ervan uit, dat je niet bent gaan experimenteren.“
„Ze was erg begripvol. Maar je hebt gelijk, er is niets gebeurd, mannen hebben toch meer.“

Henriette houdt de pan, die ze wil afwassen, vast in haar hand en kijkt Charlie lang aan. Charlie kan niet vertellen, wat er door het hoofd van haar zus gaat.

„Misschien wil je wat advies van je oudere zus. Je kunt getrouwd zijn en nog steeds spannende en romantische avonden hebben. Je moet alleen het vuur brandend houden.“

Charlie is geschokt door Henriette’s sluwe glimlach. Ze kan zich haar zus moeilijk voorstellen als iemand met een actief liefdesleven. Heeft ze haar zus verkeerd ingeschat?

„Max heeft nog net zoveel passie, als toen we net getrouwd waren.“
„Zal ik nog een paar glazen wijn inschenken? Dit kan een interessant gesprek worden.“

Charlie’s grap ontlokt Henriette een glimlach.

„Een andere keer.“

De weemoed in het antwoord van haar zus ontroert Charlie. De ontmoetingen begin september was vooral formeel en getekend door bitterheid, aannames en meningsverschillen. Ze moet haar zus nu complimenteren met haar inspanningen. Fatsoen en oude omgangsvormen kenmerken Henriette’s persoonlijkheid, tegelijk is ze trots op haar familie. Haar zus lijkt daarvoor nu veel oude vooroordelen en opvattingen opzij te willen zetten. Het is ook een bewijs, dat ze van haar kinderen, broers en zussen houdt.

„Het spijt me.“

Charlie zucht.

„Hoe bedoel je?“
„Mijn trots heeft mij tegengehouden beter met je om te gaan.“
„Stil.“

Henriette protesteert.

„Ik meen het.“
„Ik ook. Ik heb fouten gemaakt in mijn leven. Meer dan ik zelf weet. We kunnen beter genieten van wat de dag ons brengt. Op dit moment is mijn doel om het mijn zoon wat makkelijker te maken, zodat hij en zijn vriend gezond blijven. Wanneer zijn vriend weer herstelt, is Wolfgang ook makkelijker en gelukkiger. Daar hebben we allemaal plezier van.“
„Zelfs dan spijt het mij, dat ik af en toe hard ben geweest tegen je.“
„Ik denk, dat je het voor een deel hebt gedaan, omdat je meer van mijn oudste houdt, dan ik zelf kan opbrengen. Ik ben nu eenmaal ouderwets. Ik wilde je al eerder bedanken voor alles, wat je voor hem hebt gedaan. Bedankt, dat je hem verder hebt opgevoed. Alexander is een goede man geworden.“
„Ik heb hem niet opgevoed. Dat hebben jij en Max gedaan. Hij lijkt meer op jou, dan je zelf denkt.“

Charlie spreekt opnieuw met nadruk, met overtuiging in haar stem.

„Ik hoop, dat hij vooral mijn goede kanten heeft.“

Charlie glimlacht oprecht en wil deze kans gebruiken.

„Heb jij trouwens nog spullen van Alexander thuis in Lingen?“
„Nee, we hebben indertijd alles opgeruimd. Het spijt me.“

Charlie weet nu, dat ze niets meer dan excuses hoeft te verwachten van haar oudere zus. Later helpt Charlie met het inpakken van de maaltijden die Henriette heeft bereid. Het is ongewoon om haar koelkast vol met eten te zien.

„Kan ik je een gunst vragen, alsjeblieft?“
„Wat voor gunst?“

Henriette legt ondertussen de volgende lading groenten op de snijplank klaar.

„Zou je mij met Charlie kunnen aanspreken? Je bent de enige, die mij Charlotte noemt en ik denk iedere keer, dat je het over iemand anders hebt.“
„Oude gewoontes zijn moeilijk om los te laten. Ik zal mijn best doen, … Charlie.“

Henriette laat de naam klinken, alsof ze een nieuw woord in een vreemde taal uitprobeert. De deurbel onderbreekt hun samenzijn in de keuken.

„Misschien zijn de jongens hier.“

Charlie veegt snel haar handen af.

„Het is wellicht één van de jongens van de groentewinkel. Ze hebben alles hier afgeleverd en ik heb daarna ze weer gebeld voor extra kruiden. Mijn portemonnee ligt in mijn tas bij mijn jas.“

De mannen aan de deur zijn noch haar neven noch één van de jongens uit de groentewinkel.

„Bent u Charlotte Bohling?“
„Ja, dat ben ik.“
„Mogen we binnen komen?“
„Ja, graag.“

Charlie wil de voordeur snel sluiten, zodat niemand de bezoekers ziet.

„Wie is het, Charlotte … Charlie?“
„Momentje“

Charlie kijkt de mannen in uniform met een beleefde glimlach aan.

„Wat kan ik voor u doen?“
„We hopen, dat u ons kan helpen. Door het weer zijn gisteravond een paar leidingen gebroken hier verderop.“
„Ik heb het gehoord, daarom is mijn restaurant vandaag ook gesloten. Is er iets gebeurd in Bohling’s?“
„We hebben geen melding gezien over Bohling’s, mevrouw.“

Charlie herkent ze nu als vaste bezoekers aan haar restaurant.

„De aannemer heeft iets ontdekt tijdens het herstellen van de leidingen.“
„Wat heeft dat met mij te maken?“

De collega haalt een doorzichtige plastic zak uit zijn jas en laat hem Charlie zien.

„We hopen, dat u deze persoon kent?“
„Wie zijn er?“

Henriette’s vraag klinkt vanuit de keuken. Charlie bekijkt de inhoud van de zak. Henriette draait zich om en ziet de bezoekers door de open haldeur.

„Waarom is de politie hier? Wat is er gebeurd? Max!“

Charlie begint te trillen, wanneer ze het gezicht op de identiteitskaart herkent.

„Wat is er?“

Max kijkt eerst naar Henriette, terwijl hij uit de werkkamer komt. Charlie beeft.

„Waar komt deze kaart vandaan?“
„De mannen van de aannemer hebben dit gevonden, terwijl ze bezig waren de leidingen uit te graven. Dit zat in de tas van het slachtoffer.“
„Slachtoffer?“

Henriette is geschrokken. Charlie draait zich om naar Henriette met een traan op haar gezicht. Daarna gaat ze op de bank zitten.

„Charlotte, wat is er? Zeg alsjeblieft iets!“
„We moeten Thomas bellen.“

Henriette snakt naar adem.