Donderdag 1 december 2011
Snow Patrol – What If The Storm Ends?
Is het een voorteken, dat de koude wind het raam naast hem laat rammelen? Sascha wil weten, wat er is gebeurd met Robin. Het is gelukt om een geciviliseerd gesprek over hun bedrijf te hebben. Het was een strategische zet van de andere kant om ervoor te zorgen, dat ze niet abrupt middenin het moeilijke onderwerp terechtkomen. Hij hoopt, dat deze aanpak niet op zichzelf terugslaat, zoals zijn eerdere pogingen met humor en charme.
Het is een poging om zichzelf te ontspannen en Alexander op zijn gemak te stellen, voordat ze het emotionele mijnenveld betreden. Heimelijk ziet hij hoe Dagmar de hand van Alexander vastpakt. Haar blik is vol medeleven, Alexander kijkt gespannen. Hun gedrag van signalen afgeven, maar niets vertellen is meer dan raadselachtig, het maakt Sascha nerveus.
„Wat is er met mijn broer gebeurd? Wat heb ik fout gedaan?“
Zijn vraag lijkt uit het niets op tafel te landen. Desondanks is zijn toon oprecht en klinken al zijn zorgen erin door. Alexander’s zucht klinkt als het langzame gesis van een leeglopende ballon. De vriend van zijn broer schuift zijn bord opzij, legt een onderarm op tafel en leunt voorover. Alexander wil iets zeggen, maar blijft lang zwijgen om tenslotte weer zijn stem te gebruiken.
„Ik weet niet, waar ik moet beginnen.“
Alexander is oprecht, de ogen van zijn zakenpartner vertellen hem eerlijk, dat het ingewikkeld wordt. Sascha wil vriendelijk blijven en probeert Alexander op weg te helpen.
„We moeten ergens beginnen. Charlie heeft Astrid verteld over het laatste bezoek van Wolfgang en Henriette hier, wat meer dan onvriendelijk is verlopen. Ik heb zondag alle zevenentwintig berichten afgeluisterd die iedereen op mijn mobiel heeft achtergelaten. Het enige wat ik eruit begrijp, dat jij en Robin met mij wilden praten. Maar ik heb nog geen idee wat er werkelijk aan de hand is.“
„Robin wilde sterven.“
Alexander reageert met drie eenduidige woorden. Sascha heeft zich wel voorbereid op slecht nieuws, maar niet op deze verschrikkelijke mededeling.
„Wat?“
„Ik begrijp het zelf niet, maar het is, wat hij heeft besloten om te doen. Ik ken hem inmiddels beter dan wie dan ook, maar ik kan het nog steeds niet begrijpen. Hij is bang dat zijn hart zo snel achteruit gaat, dat hij alleen nog maar wegkwijnt in een ziekenhuisbed. Je was hier nodig om hem er vanaf te praten, om hem te vertellen niet op te geven.“
„Nee … zo zit Robin niet in elkaar … Nee!“
„Het is waar! Waarom denk je dat ik zo ver ben gegaan om maar te proberen voor hem te zorgen? Ik heb elk vrij moment voor hem gezorgd, ook tussendoor, terwijl ik beneden aan het werk was, ook midden in de nacht. Ik heb alles geprobeerd om hem op andere gedachten te brengen … Hij heeft iets vaags verteld over een wedstrijd die eraan zou komen waar hij hulpeloos op het veld blijft liggen en het lot wint. Wat hij ook zou doen, hij zou nog steeds dood gaan, hij zou altijd verliezen van de dood. Het was morbide. Het was beangstigend … Hij wilde niet meer.“
„Ik geloof dit niet, het is krankzinnig, Alexander.“
Sascha’s hersenen werken nu op volle snelheid. Een deel van hem wil Alexander aanvallen, vanwege wat hij vertelt over zijn broer. Robin is een vechter. Dat was hij al als kleine jongen en die eigenschap is alleen maar sterker geworden. In de drie jaar dat Robin nu bij hem woont, heeft Sascha zijn broer niet anders meegemaakt. Robin is een enorme doorzetter, die nooit opgeeft. Sascha weigert te geloven, dat zijn broer ooit de dood als een optie zou zien. Daar hoeft hij geen seconde over na te denken. Dagmar reageert beslist en serieus.
„Sascha, het is waar. Alexander was ten einde raad. Toen hij je niet te pakken kreeg, heeft hij mij gebeld. Ik heb zelf met Robin gesproken. Hij was zichzelf niet. We zijn meer dan hele goede vrienden, Sascha, maar het was niet meer de Robin, die ik heb leren kennen, toen ik hier kwam wonen. Uit zichzelf wilde hij sporadisch met mij praten. Meestal lukte het me nog om hem een klein beetje moed in te praten, maar ik kreeg niet het gevoel, dat hij echt wilde luisteren naar mij. Ik heb net als Alexander alles geprobeerd om hem wat verstand bij te brengen, maar zijn besluit stond vast.“
Sascha kan dit niet begrijpen, laat staan accepteren. Dagmar reageert op zijn afwijzende ogen.
„Hij was anders, hij klonk anders. Hij was vooral verdrietig. Ik had niet het gevoel, dat ik met Robin sprak.“
Dagmar praat met een klagende intonatie en treurige ogen. Ze kijkt naar Sascha, terwijl ze Alexander’s hand nog steeds troostend vasthoudt. Sascha probeert bij te komen van uitspraken, die niet waar kunnen zijn en blijkbaar toch waar zijn. Tenslotte zit hij tegenover de andere twee mensen, die zijn broer het beste kennen. Op dit moment is hij jaloers, dat naast Alexander iemand zit, maar zijn Astrid is nu niet hier om hem te steunen. Hij weet niet, hoe hij zijn vrouw dit kan vertellen.
„Ben je bij zijn arts geweest?“
Sascha heeft een indringende blik in zijn ogen. Alexander knikt kort als bevestiging.
„Wat heeft hij gezegd? Heeft hij Robin kunnen helpen? Heeft hij dit kunnen voorkomen?“
Alexander reciteert de aanwijzingen en opdrachten van de arts.
„Medicijnen. Beperkt dieet. Bedrust.“
„Dat zou toch voldoende moeten zijn?“
„Waarschijnlijk. Ik heb elke ochtend zijn pillen klaargezet.“
„Waarschijnlijk?“
„Je moet weten, dat hij al een maand niet meer heeft gewerkt. Hij is nauwelijks naar buiten gegaan.“
„Wat doet dat er toe? Als de medicijnen niet aanslaan, dan had hij in het ziekenhuis moeten worden opgenomen.“
„Ik kon hem niet dwingen, Sascha! Robin wilde niet. Als ik ook maar ergens een mogelijkheid had gehad, dan had ik hem laten opnemen.“
Alexander spreekt met een beheerste stem. Sascha voelt zich uitgedaagd.
„Je had met zijn arts kunnen spreken!“
„Ik ben niet de patiënt en ik ben geen familie van de patiënt, niet officieel tenminste. Hij is alleen naar zijn arts gegaan, omdat ik hem heb gebracht. Ik hem hem gedwongen de afspraken met zijn arts na te komen. Het was al erg genoeg, toen ik ontdekte, dat hij zijn pillen door het toilet spoelde.“
„Wat?“
Alexander kijkt hem koppig aan met borende ogen, die hem geen moment ruimte lijken te geven. Sascha kijkt vragend naar Dagmar. Misschien kan zij zijn broer verdedigen tegen deze absurde beschuldigingen. Haar droevige, meelevende gezicht vertelt hem het tegenovergestelde. Alexander vertelt verder.
„Hij slikte zijn pillen niet door, hij spoelde zijn pillen door. Ik wilde hem aanvliegen, toen ik het zag. Je broer wilde sterven, Sascha, en hij heeft alles eraan gedaan om het zo snel mogelijk te laten gebeuren.“
Sascha zit verdoofd met zijn hand voor zijn mond, zijn ogen laten al zijn emoties zien. Dagmar en Alexander blijven rustig naar hem kijken in afwachting van een reactie. Hij kan niets uitbrengen en is een moment dankbaar voor hun geduld. Dagmar probeert hem na een lange stilte verder te overtuigen.
„Het is de reden, waarom Alexander probeerde je te pakken te krijgen en waarom hij je hier nodig had. We hoopten dat jij kon doordringen tot Robin. Alexander heeft het geprobeerd. Ik heb het geprobeerd. Het is ons niet gelukt. We denken dat het jou wel lukt.“
„Dagmar, waarom zou hij … ?“
„Ik begrijp het ook niet. Net als Alexander begrijp ik het nog steeds niet goed. Robin was buiten zichzelf.“
„Wolfgang?“
Hij merkt dat Alexander eerst even moet slikken.
„Hij wilde dit Wolfgang niet aandoen. Hij wilde dat Wolfgang niets hiervan te weten zou komen.“
Alexander’s stem trilt.
„Dat is onzin, Alexander! Robin geeft echt om die jongen. Je hebt mij zelf nog verteld over de eerste keer, dat Wolfgang hier bij jullie was. Jij was zo trots op Robin omdat hij Wolfgang heeft verdedigd tegenover je moeder.“
„Daarom juist. Ik heb zelfs geprobeerd om jullie vader te gebruiken om hem te overtuigen, dat opgeven ergens betekent, dat hij zijn verleden ontkent.“
„Onze vader kon niemand opvoeden, hij maakte misbruik van iedereen en alles.Hij dronk, hij gokte. Geen wonder, dat hij niet naar je wilde luisteren. zo’n verleden wil je het liefst vergeten.“
Zodra Sascha over hun vader begint, verandert zijn stem. Hij klinkt nu brommerig. Dagmar kijkt hem berispend aan.
„Sascha?“
„Hij was onze vader, Dagmar. Ik heb de man beter gekend dan één van jullie.“
„Echt? Kun je dan uitleggen, waarom je broer van hem heeft gehouden?“
Dagmar heeft een kordate, besliste toon. Sascha moet heel even nadenken of hij hier wel op wil doorgaan. Hij wil nu niet toegeven aan al zijn veilig opgeborgen jeugdherinneringen, maar het kort en vooral duidelijk houden.
„Robin lijkt op onze moeder.“
Dagmar kijkt hem indringend en vragend aan. Sascha ziet, dat hij meer moet vertellen.
„Hij heeft altijd van onze vader gehouden. Hij heeft altijd alle ellende opgevangen, ik bedoel de ellende, die onze vader mee naar huis nam. Het maakte Robin niet uit, wat de man deed. Robin liep altijd achter hem aan, ruimde de rotzooi zo goed mogelijk op en probeerde de allerbeste zoon voor onze vader te zijn. Hij heeft meer van onze vader gehouden dan onze vader van hem!“
Hij houdt zijn handen voor zijn gezicht en zucht. De andere twee blijven stil zitten en kijken elkaar even aan. Dagmar moedigt Alexander aan door hem heel even in zijn hand te knijpen. Alexander strekt zijn arm over de tafel uit om een hand op Sascha’s schouder te leggen, voordat Alexander verder gaat met hun gesprek.
„Hij loopt nog steeds achter je aan.“
„Wat bedoel je?“
„Robin jaagt nog steeds achter je aan. Op een bepaalde manier doet hij hetzelfde bij jou als bij jullie vader.“
„Nee, dat doet hij niet!“
Dagmar onderbreekt hem met een felle blik. Wat een kracht zit er in haar ogen, schiet het door hem heen. Haar toon is rustig, maar nog steeds bezorgd.
„Hij kijkt naar je op, Sascha.“
Alexander gaat direct verder.
„Hij doet het niet doorlopend. Maar jij bent de reden, waarom hij tot de zomer het heeft volgehouden om hier beneden te werken. Hij vindt het werk niet zo leuk, hij vindt het leuk om met jou te werken. Jij bent de reden, waarom hij niet wil verhuizen. Hij wil je niet nog een keer kwijtraken. Hij wil je in de buurt hebben. Daarom heb ik de afgelopen maand zo lang geprobeerd je te bereiken. Jij bent de enige persoon, die hem op andere gedachten kan brengen.“
„Hij heeft jou!“
Alexander moet opnieuw even slikken en blijft daarna wat langer stil om aarzelend weer verder te praten.
„Je bent familie … ik niet. Op sommige momenten … lijkt het, alsof hij jou belangrijker vindt dan mij … Voordat dit gebeurde, vond ik dat prima. Ik heb het nooit goed begrepen, omdat ik mijn famile liever op afstand heb, afgezien van Charlie en misschien Bastian. Voordat Wolfgang opdook, was je zijn enige echte directe familie. Toen je in het ziekenhuis lag, heeft hij daar net zoveel tijd doorgebracht als Astrid.“
Indertijd vond Sascha het vanzelfsprekend om dat te horen. Hij heeft de afgelopen dagen hetzelfde gedaan voor Robin.
„Goed. Wanneer hij Wolfgang en mij zo belangrijk vindt, kun je me dan vertellen, waarom Wolfgang niets mag weten?“
Hij ziet hoe Alexander weer slikt en vochtige ogen krijgt. Het kost Alexander moeite om de controle over zijn stem te houden.
„Hij wilde Wolfgang op afstand hebben om hem verdriet te besparen. Hij wilde Wolfgang dichter bij Max en Henriette hebben, zodat hij een familie zou hebben, wanneer hij er niet meer zou zijn.“
Sascha ziet nu de tranen bij Alexander opkomen en realiseert zich, dat de vriend van zijn broer nu dezelfde trillende stem heeft als in een van de laatste berichten op zijn mobiel. Hij kan alles, wat Alexander en Dagmar hem vertellen, nog steeds nauwelijks geloven. Zwijgend wacht hij, totdat Alexander zichzelf weer iets beter onder controle heeft.
„Hij was ervan overtuigd, dat hij zou sterven. Hij wilde niet, dat zijn dood op die van Wolfgang’s moeder zou lijken. Robin wilde niet, dat Wolfgang hem zou zien wegkwijnen.“
„Dat is … ik begrijp het niet!“
„Wij ook niet goed … Ik wist niet, dat je bijna een maand zou wegblijven. Ik heb hem verteld, dat ik het goed vond, zodat hij niet overstuur zou raken. Dat was een vergissing … Mijn vergissing. Maar begrijp me, alsjeblieft, na elke ruzie kon Robin minder doen dan de dag ervoor … Sascha, het was heftig. Ik heb overal voor gezorgd … echt alles. Dat hij zijn medicijnen zelf heeft ingeslikt, dat hij in een stuk door heeft geslapen, dat hij bij de arts is geweest, dat hij heeft gegeten en gedronken, dat hij … bleef leven. Elke dag heb ik gezocht naar iets, wat hem op andere gedachten zou brengen. Maar hij bleef bij zijn beslissing en hij ging steeds sneller achteruit … Sascha, we hadden je hier nodig.“
Alexander’s stem is gebroken. Zijn verhaal klinkt als een snikkend pleidooi. Sascha kan zijn tranen niet bedwingen, terwijl hij luistert, ontroerd door Alexander’s woorden en geschokt door het idee dat Robin het leven van zijn vriend tot een hel zou hebben gemaakt. Dagmar vult Alexander aan.
„Ik heb Robin de laatste weken bijna elke dag gebeld. Soms zelfs ’s avonds laat of midden in de nacht. Ik heb geprobeerd om hem op te vrolijken, om hem te laten beseffen, dat hij dingen had om voor te leven.“
Sascha knikt begrijpend terwijl hem nog iets te binnenschiet.
„Maar waarom … waarom heb je Charlie niet gebeld? Waarom heb je Max of Henriette niet gevraagd om Astrid en mij op te halen uit hun vakantiehuis?“
„Dat had allemaal gekund, dat weet ik. Ik heb er spijt van, dat ik niemand heb gebeld. Robin was al giftig, dat ik Dagmar heb gebeld. Je weet, dat wij en Dagmar meer dan hele goede vrienden zijn. Daarom kon ik Charlie ook niet bellen, ze zou hier direct langs zijn gekomen om te helpen en mij met een boze Robin hebben achtergelaten. Hij wilde niet, dat Wolfgang iets zou weten. Wanneer ik Max zou hebben gebeld, dan had Wolfgang het direct geweten, nog voordat Max jullie had opgehaald uit het vakantiehuis. Ik was zo bang dat het een enorme ruzie zou veroorzaken. Ik was bang voor wat de heks zou doen. Ik weet, dat het nu nergens op slaat, maar ik was bang. Weet je, hoe het is, als je met doodsangst leeft, als je bang bent, dat je vriend zichzelf iets aandoet?“
Zijn ongeloof is zichtbaar, waardoor Alexander probeert hem verder te overtuigen.
„Sascha, hij heeft zijn medicijnen door het toilet gespoeld. Hij heeft zichzelf dag na dag verder beschadigd. Hij heeft zich helemaal anders, dom gedragen … en ik ben er in meegegaan.“
Het is goed dat Alexander de laatste woorden hardop heeft uitgesproken. Zijn redenen zijn zinloos. Alexander heeft zijn broer geholpen om te sterven. Alexander haalt adem.
„Het enige, wat hij hoefde te doen, was naar buiten gaan en gaan hardlopen. Dan zou hij misschien op straat zijn ingestort … Ik heb geprobeerd hem in leven te houden. Ik heb geprobeerd om hem rustig te houden met zo min mogelijk opwinding of spanningen. Ik wist niet, wat ik anders kon doen.“
„Je had iemand moeten bellen.“
„Ik heb jou elke dag gebeld … Max en Henriette zouden een vaste telefoon in het vakantiehuis moeten hebben. Jij zou na een week thuis moeten komen, zoals je had beloofd … Jij zou je niet in je huwelijk moeten hebben gestort, binnen een paar weken nadat je uit het ziekenhuis kwam. Ik heb sinds afgelopen zomer nauwelijks rust gehad, Sascha!“
„Alexander!“
Dagmar onderbreekt Alexander op een waarschuwende toon.
„Sorry, Dagmar, maar ik wil het echt kwijt. Het is te pijnlijk om te horen, wat ik allemaal zou moeten doen van iemand, die een maand lang vakantie heeft gehad en er niet bij was.“
Dagmar’s ogen vertellen hem, dat Alexander zich nog inhoudt. Verbijsterd merkt Sascha op, dat Alexander’s hand wat zweterig is en verbaasd ziet hij de diepe ademhaling van de vriend van zijn broer. Geen hijgen, maar bewust doorademen. Nog is niet alles gezegd.
„Sascha, probeer je voor te stellen, dat je maandenlang door moet gaan zonder fatsoenlijk te kunnen slapen, elke dag moet werken van vroeg tot laat en ook voor Astrid moet zorgen. Als jij zou doen, hoe scherp ben je dan nog? Hoe helder kun jij dan nog nadenken?“
Alexander’s kalme maar venijnige woorden raken hem, treffen hun doel en hij weet het. Hij ontploft nu.
„Je hebt mijn broer bijna vermoord!“
De volgende paar seconden gaan in flits voorbij. Stoelen raken de vloer. Sascha wil bijna op tafel springen. Dagmar trekt Alexander weg en wil ze alletwee kalmeren.
„Ga zitten!“
Dagmar commandeert hem terwijl ze Alexander achter zich vasthoudt.
„Waar zijn jullie mee bezig? Sascha, Alexander heeft ook twee nachten in het ziekenhuis gelegen!“
Sascha gaat niet zitten maar draait zich om.
„Het is zinloos. Het klopt niet. Het past gewoon niet. Het kan niet.“
Hij blijft stilstaan en denkt na. Het laatste bericht van Robin schiet hem opeens te binnen.
‘Sascha … ik denk niet, dat we elkaar nog zien … ik wil je het beste toewensen voor jou en Astrid … zorg ervoor, dat jullie gelukkig worden … hou contact met Alexander, als jullie in Gondelsheim gaan wonen … Dag.’
Dagmar en Alexander hebben gelijk. Zijn broer had al afscheid genomen. Hij wil het niet weten en pakt zijn stoel van de vloer om erop neer te ploffen. Hij kijkt uit het raam en ziet hoe de wind door de straat jaagt, hoe de storm over de stad raast. De wind is niets vergeleken bij de storm van emoties, die in hem woedt.