30 januari 2022

Familie? Familie! – 29 Wolfgang

Zaterdag 29 oktober 2011
Lady GaGa – Boys Boys Boys

„Wacht nog even met uitstappen.“

Wolfgang kijkt naar mevrouw Kaiser en begrijpt haar niet. Ze vraagt iets met een glimlach op een vriendelijke toon. Wat heeft hij verkeerd gedaan?

„Henny!“

Meneer Kaiser zucht zonder het te menen. Wolfgang begrijpt pas, wat ze bedoelt, wanneer de autodeuren van buitenaf worden geopend en ze op het grit staan. Ze wil duidelijk genieten van alle comfort en gastvrijheid op kasteel Ellerhorst. Eigenlijk vindt hij het leuk. Mensen openen zelden deuren voor hem en nog minder vaak wordt hij bediend. Misschien is het goed om ervan te genieten. Hij kan een enorme glimlach nauwelijks tegenhouden, wanneer hij de lange rode loper ontdekt, die van de parkeerplaats naar de voorkant van het grote gebouw voor hem leidt. Het lijkt, alsof hij te vroeg op een filmpremière is aangekomen, lang voordat de echte sterren opdagen. Meneer Kaiser ziet zijn glimlach en grinnikt over zijn onervarenheid met deze ontvangst.

„Kom hier.“

Mevrouw Kaiser fluistert tegen hem. Of sist ze nu? Zijn glimlach verdwijnt van zijn gezicht en hij gaat direct tegenover haar staan. Ze herhaalt haar eerdere aanwijzingen.

„Vergeet niet wat ik je heb gezegd. Het is een eer voor ons ,dat we hier zijn uitgenodigd, dus we moeten goede manieren tonen. Vandaag gaat het niet om jou of ons, het gaat om Sascha en Astrid. Er zijn vandaag beslist meer mensen, die dichterbij het bruidspaar staan. Net zoals jij het vervelend vindt, wanneer mensen op school negatief over je praten, vinden die mensen dat ook vervelend.“

Wolfgang is verrast door de nieuwe toevoeging aan haar eerdere toespraak.

„Ik beloof, dat ik weet, hoe het bestek te gebruiken, dat hebben we al geoefend. Als mensen onzin over mij vertellen, dan glimlach ik mij er wel doorheen.“

Meneer Kaiser beweegt zijn ogen om ze bij een nieuwe gedachte samen te knijpen.

„Sinds wanneer kom jij voor het proletariaat op en maak je je zorgen over snobisme?“

Meneer Kaiser lacht hardop. Mevrouw Kaiser tuit haar lippen en trekt Wolfgang’s das recht.

„Ik zal je niet in verlegenheid te brengen.“

Hij fluistert tegen haar. Ze lacht, maar reageert op strenge toon.

„Ik heb het niet over mij. Ik wil niet, dat je Sascha of Astrid in verlegenheid brengt. Het is hun dag.“
„Dat gebeurt niet.“
„Het gaat wel goed, Henny. Hij is een goede jongen en als hij zich kan ontspannen, zal hij vandaag ook genieten van alles, wat er gebeurt.“

Meneer Kaiser steekt zijn arm uit naar zijn vrouw om gearmd verder te lopen. Hij volgt hen, terwijl hij het kasteel in zich opneemt.

„Meneer en mevrouw Kaiser en meneer Ewers.“

Wolfgang kijkt op en ziet Freya aan het begin van een rij fraai geklede mensen staan. Ze is vandaag ceremoniemeester en kondigt alle bezoekers aan bij de kasteelbewoners. Hij glimlacht naar Freya en ze beantwoordt hem met een knipoog om zich daarna om te draaien naar de slanke, oudere dame, die naast haar staat.

„Dit zijn Alexander’s vader en moeder.“
„Welkom op Ellerhorst.“

De dame glimlacht beleefd. Freya stelt haar voor.

„Dit is Gravin Von Andenberg.“
„Je zus Charlie is een van mijn beste vriendinnen, voor jullie ben ik gewoon Johanna. Ik ken je zoon Alexander al een paar jaar. Hij is een prettige, echte man.“

Het echtpaar begroet de dame vriendelijk en meneer Kaiser bedankt haar voor het compliment over zijn zoon met een hartelijke lach. Hij merkt, dat mevrouw Kaiser zich geen raad weet met de verwijzing naar Alexander en vraagt zich af of er een soort van samenzwering achter het compliment schuilgaat. Zo beleefd mogelijk schudt hij handen met iedereen in de rij. Johanna komt oprecht op hem over. Freya’s vriendin Carmen is net zo vriendelijk als de laatste keer, dat hij haar heeft ontmoet. Een andere, oudere dame met zwart haar op het einde van de rij komt vreemd op hem over. Ze lijkt enorm nerveus met naast haar een onvriendelijke, geblondeerde dame met grote tanden.

Een beetje teleurgesteld vraagt hij zich af hoeveel Gravinnen Von Andenberg er zijn. Het grote aantal vrouwen in de rij brengt hem in verwarring. Zou er misschien een aantrekkelijke man zijn om mee te praten? Tot nu toe heeft hij alleen kennis gemaakt met de dames, die blijkbaar allemaal op het kasteel wonen. Zouden er ook graven achter de vele ramen een kamer hebben? Zou een man met zo’n achtergrond net zo vriendelijk zijn als Astrid of zich meer gedragen als de onhandige en onbeleefde dames op het einde van de rij?

Hij volgt meneer en mevrouw Kaiser, die de trappen van het bordes voor de ingang van het kasteel beklimmen. Ze gaan naar binnen. Hij gaat vanzelf fluisteren, wanneer hij de ontvangsthal in zich opneemt. Een enorme kroonluchter maakt hem wat angstig, hij hoopt dat de lamp niet omlaag valt. Hij telt snel vijf deuren, drie grote schilderijen, een ridderharnas en een enorme trap, die omhoog leidt.

„Mooi hier.“
„Dat klopt.“

Meneer Kaiser glimlacht weer en klopt hem even op zijn schouder. Mevrouw Kaiser fluistert.

„Daar zijn ze.“

Wolfgang volgt haar blik, terwijl hij besluit zijn kasteelonderzoek voor later te bewaren. Alexander en Robin staan aan de andere kant van de hal en praten met mensen, die Wolfgang niet kent. Ze zien er netjes, maar een tikje vermoeid uit. Robin kijkt voortdurend op zijn horloge en verder zenuwachtig rond. De kleine familie loopt naar hen toe om ze te begroeten. Wolfgang besluit om de anderen eerst te laten praten, zodat hij geen slechte indruk achter kan laten. Alexander reageert hartelijk.

„Hallo. Ik ben blij dat jullie zijn gekomen.“
„Het is aardig van Astrid en Sascha om ons uit te nodigen.“

Het antwoord van mevrouw Kaiser klinkt een beetje weifelend. De begroeting verloopt ontspannen, concludert hij met een beetje opluchting. Misschien is hij niet de enige, die vandaag beleefde omgangsvormen voorrang geeft. Een bediende komt langsgelopen en fluistert iets tegen Robin. Hij staat nu naast Robin en hoort alleen zijn antwoord.

„Bedankt Thore, ik vind ze wel.“
„Waarom kijk je zo nerveus?“
„Sascha probeert weg te glippen om Astrid te zien.“

Wolfgang ziet Sascha inderdaad niet in de hal staan, wel veel andere genodigden.

„Heb je hem niet tegen kunnen houden?“
„Het brengt ongeluk.“

Mevrouw Kaiser doet ook aan bijgeloof, denkt hij. Een mooi meisje onderbreekt het gesprek.

„De kapel is open, we kunnen er alvast naar toe gaan.“
„Bedankt, Dagmar.“

Alexander geeft haar antwoord terwijl Robin eerst iets tegen Alexander fluistert en daarna hem kort aankijkt.

„Ik wil je even voorstellen. Dit is onze oud-huisgenote Dagmar.“
„Dagmar Von Heselberger. Jij bent …?“
„Ik ben Wolfgang Ewers. Jij bent degene, die naar London is verhuisd?“
„Ja. Wat vind je van Robin en Alexander?“

Hij probeert zo beleefd mogelijk te klinken en ziet vanuit zijn ooghoek aan het gezicht van mevrouw Kaiser, dat haar interesse is aangewakkerd door Dagmar’s vraag. Voorzichtig geeft hij antwoord.

„Ze zijn heel aardig voor mij.“
„Alexander, willen jij en Dagmar ze naar de kapel begeleiden? Ik ga mijn broer ophalen, zodat we op tijd kunnen beginnen.“

Robin glimlacht kort naar hen, voordat hij de grote trap oprent.

„Ik denk, dat Sascha niet kan wachten om Astrid te zien?“

De grap van meneer Kaiser laat Alexander zuchten.

„Hij is de hele dag al hopeloos. Ik wil gewoon, dat het allemaal goed gaat, zodat Robin en ik eindelijk wat slaap kunnen inhalen.“

Alexander wenkt de anderen om langzaam met hem mee te lopen naar de kapel. Hij lacht, wanneer hij Dagmar’s heimelijke blik ziet en Alexander’s reactie.

„Jullie zien er erg goed uit vandaag. Je ziet er knap uit in dat pak, Wolfgang.“

Alexander complimenteert hem! Hij glimlacht bij zoveel waardering. Hij heeft nog nooit zo’n fijn of duur pak gedragen en vindt het bovendien erg prettig om het te dragen. Het pak accentueert zijn lichaam. Als hier al een prins op een wit paard voor hem is, dan maakt hij zeker een goede indruk.

De wandeling naar de kapel is leuk. Dagmar is charmant, lief gezelschap en Alexander lijkt ook een vrolijk gesprek met meneer en mevrouw Kaiser te voeren. Hij is gelukkig met de uitnodiging voor deze dag. Het is een bevestiging, dat Sascha hem als familie ziet en dat Sascha en Astrid hem in de toekomst vaker willen zien.

Zijn avond uit met het paar was Robin’s idee, maar de kaart met de uitnodiging lijkt een meer persoonlijk gebaar van het bruidspaar. Of het nu komt omdat Wolfgang in het ziekenhuis bij Sascha op bezoek is geweest of het toch gewoon uit beleefdheid is, de uitnodiging verhoogt zijn verwachtingen om Robin en Sascha vaker te zien, echt welkom te zijn in deze familie … als het DNA-onderzoek goede resultaten oplevert.