“Papa, papa! Kijk eens!” Opgewonden kwam Thomas naar binnen gestormd. “Opa en ik hebben kikkervisjes gevangen!” Trots hield hij een weckpot met water en wat plantjes voor m’n neus. “Kijk papa. Daar zwemt er één,” wees hij opgetogen.
Plotseling zag hij Nicolas zitten. Verlegen drukte hij zich tegen me aan en keek hem onderzoekend aan. Ik moest er een beetje om lachen.
“Dat is Nicolas, Thomas. Hij is papa’s vriend uit Frankrijk en hij is bij ons op bezoek,” verklaarde ik zijn aanwezigheid.
Mijn ouders stonden inmiddels in de deuropening en hoorden wat ik zei.
“Nicolas spreekt alleen maar Frans. Dat kan jij ook hè schat?” zei ik tegen Thomas.
Thomas knikte. Bij mijn ouders thuis had hij inmiddels spelenderwijs aardig wat Frans opgepikt en ook in de vakanties, die we steevast in Frankrijk doorbrachten, pikte hij de nodige Franse woordjes op.
“Geef hem maar een handje en zeg maar hoe je heet,” moedigde ik hem aan.
Een beetje verlegen, maar toch ook wel nieuwsgierig liep Thomas naar Nicolas toe. Hij gaf hem een handje en zei keurig: “Bonjour, je m’appelle Thomas.”
Nicolas lachte vrolijk naar hem en zei: “Bonjour Thomas, moi, je m’appelle Nicolas.”
Hij schudde Thomas’ hand heel overdreven, net zolang tot Thomas het uitgierde van het lachen. Het ijs tussen die twee was gebroken. Ik bekeek het tafereeltje vertederd en met een zekere opluchting. Zo te zien vonden ze elkaar wel aardig… Nicolas knipoogde even lachend naar me als wilde hij zeggen dat het wel goed zou komen.
M’n moeder nam alles vanuit de deuropening glimlachend in zich op. Haar ogen gingen van Nicolas naar mij en weer naar Nicolas. Ze stootte m’n vader kort aan, liep naar Nicolas toe en stelde zichzelf voor. Gespannen volgde ik hun kennismaking.
Mijn moeder verwelkomde Nicolas vriendelijk. “Bonjour, Nicolas. Ça va? Ik ben Nathalie, Michael’s moeder. Leuk je te leren kennen.”
“Insgelijks,” reageerde Nicolas lachend.
“Ken je Michael van de vakantie?” vroeg ze hem terwijl ze hem vriendelijk aankeek.
Nicolas knikte bevestigend.
“Aardig dat je hem op komt zoeken…”
“Ik heb jou helemaal niet over ene Nicolas gehoord, schat,” richtte ze zich ineens in het Nederlands tot mij. Ze keek me onderzoekend aan. “Volgens mij heb jij ons nog lang niet alles over die vakantie verteld.”
Ik verschoot acuut van kleur, ontweek snel haar blik. Gelukkig leidde m’n vader de aandacht een beetje af door zich ook aan Nicolas voor te stellen. Hij schudde hem stevig de hand. “Welkom,” zei hij. “Leuk dat jullie tijdens de vakantie bevriend zijn geraakt.”
Nicolas wist duidelijk niet zo goed wat hij moest zeggen. Hij hield zich maar een beetje op de vlakte en praatte wat met m’n vader over de reis. Hoe lang hij er over gedaan had, welke route hij had gereden, de drukte op de weg… Dat soort dingen.
“Kom jongens, laten we naar de kamer gaan,” maande ik iedereen om de keuken te verlaten.
Thomas dook, zo als altijd, meteen zijn speelhoek in en haalde zijn playmobil tevoorschijn. Als hij maar playmobil had, dan had je geen kind aan hem. Nicolas’ ogen volgden hem nieuwsgierig.
“Iedereen koffie?” vroeg ik, stijf van de zenuwen.
Opgelucht omdat ik een reden had me even terug te trekken, verdween ik naar de keuken om koffie te zetten. Tot nu toe ging het best goed. Hoewel… Die opmerking van m’n moeder… Zou ze er wat achter zoeken? Ik kneep hem toch wel een beetje, had niet zo’n zin in enorme toestanden waar Thomas bij was. Voor ik tijd had om me echt zorgen te maken, kwam m’n moeder de keuken binnen.
“Zal ik je even helpen, jongen?”
Zonder mijn antwoord af te wachten, trok ze de koffiemokken al uit de kast.
“Leuke man hoor,” zei ze ineens.
Ik kleurde tot achter m’n oren, ontweek opnieuw haar onderzoekende blik.
“Laat hem nou niet meer gaan hè?” voegde ze er knipogend aan toe.
“Huh? Wat bedoel je?” Met een kop als een boei keek ik haar aan.
“Kom op jongen. Die man komt jou toch niet helemaal voor niks een week nadat je weer terug bent van vakantie thuis opzoeken? Denk je nou echt dat papa en ik niet snappen wat er aan de hand is?” Een geamuseerd lachje verscheen rond haar mond.
Verbouwereerd staarde ik haar aan.
“Lieverd, als ik zie hoe je naar hem kijkt… Dat doet me denken aan toen die keer op vakantie, met Bart. Weet je nog? Papa en ik waren ervan overtuigd dat je verliefd op hem was. Ergens hadden we verwacht dat je er mee naar ons toe zou komen maar dat gebeurde niet. In plaats daarvan kreeg je een tijdje later verkering met Annemarie. Dus toen dachten we dat we ons wel vergist zouden hadden. Maar als ik jou en Nicolas nu zo samen zie…” Ze keek me doordringend aan.
Ik kreeg geen woord over m’n lippen. Klamme handen, bonkend hart, ik kreeg bijna geen lucht meer.
“Weet je nog dat ik je, toen je thuis kwam, vroeg of er iets was?” ging ze verder. “Je keek zo verdrietig, jongen. En dat terwijl je in je dagelijks telefoongesprekjes juist steeds zo vrolijk was… Ik wist bijna zeker dat je in Bretagne iemand had leren kennen waar je veel voor was gaan voelen.” Ze glimlachte. “Je houdt van hem hè?” zei ze ineens.
Stomverbaasd knikte ik. Ze wist het? Tranen schoten spontaan in m’n ogen.
“Hé jongen, daar hoef je toch niet om te huilen? Papa en ik zijn heel blij voor je hoor.”
Ik geloofde m’n oren niet! Door m’n tranen heen lachte ik naar haar. “Dat is het niet mam. ‘t Is meer dat ik bang was dat jullie me niet meer zouden willen zien. Net als toen bij Johan,” voegde ik er zachtjes aan toe.
Ineens snapte ze wat ik bedoelde. Natuurlijk kende ze het verhaal van Johan.
“Oh, jongen toch,” zei ze moederlijk. “Dacht je dat wij jou zouden laten vallen? Alleen maar omdat je van een man houdt?”
Ik knikte. Opgelucht. Langzaam verdween de enorme knoop in m’n maag. “Ik wist zeker dat jullie het niet goed zouden vinden. Het mocht toch niet? Van de Kerk, bedoel ik…” Ik snapte er even helemaal niks meer van. Mijn ouders hadden jaren geleden al vermoedens gehad dat ik op jongens viel en blijkbaar vonden ze dat geen enkel probleem. Hoe kon dat nou?
“Lieverd, papa en ik zijn het met wel meer dingen die de Kerk zegt niet eens. Wij waren het er toen al roerend over eens dat het voor ons het belangrijkste was dat jij gelukkig zou zijn en hadden ons toen al voorgenomen dat we jou zouden steunen als inderdaad zou blijken dat je op jongens viel. Jongen, we hebben maar één zoon. En dat heeft nog behoorlijk wat moeite gekost ook… Papa en ik willen niks liever dan dat jij gelukkig bent. Als jij gelukkig bent met een man, zijn wij dat ook.”
Ik staarde haar aan, haalde m’n neus op en veegde m’n tranen weg. Dit was wel het laatste wat ik had verwacht…
“Weet je mam, sinds dat met Johan gebeurde, ben ik bang geweest. Ik wist gewoon zeker dat jullie, net als Johan’s ouders, zouden willen dat ik m’n best zou doen het te onderdrukken. En dat als ik dat niet zou kunnen, jullie niks meer met me te maken zouden willen hebben.”
Tranen schoten opnieuw in m’n ogen. “Ik wilde niet zo zijn. En toen kreeg ik wat met Annemarie… En kwam Thomas… En toen ging ze dood… Ik dacht, als ik nou gewoon een hele goeie vader wordt, gaat het misschien wel over. Ik voelde me zo schuldig… Heb daarna alles gewoon weggestopt,” hakkelde ik.
Er schoot zoveel door m’n kop, ik wist gewoon niet waar ik moest beginnen. Als ik had geweten hoe mijn ouders erover dachten, was ik nooit wat met Annemarie begonnen. Dan was Thomas er ook niet geweest… Had ik dat liever gehad? Niet dus! Ondanks alle ellende, het enorme schuldgevoel, de voortdurende angst en alle stommiteiten die ik had begaan, was ik toch blij dat alles gelopen was zoals het gelopen was. Stel je voor dat Thomas er niet geweest zou zijn… Ik kon me mijn leven zonder hem echt niet meer voorstellen. Voor geen goud wilde ik dat knulletje nog kwijt!
Ineens realiseerde ik me dat mijn leven er zonder Thomas natuurlijk wel heel anders uitgezien zou hebben. Waarschijnlijk was ik dan redelijk onbezorgd door m’n studietijd gerold en was het contact met m’n vrienden niet verwaterd. Dan was ik nooit zo close geweest met m’n ouders omdat ik ze niet nodig had gehad om op Thomas te passen. Dan had ik me niet zo schuldig gevoeld…
Aan de andere kant… Dan hadden ze me ook nooit een vakantie cadeau gedaan om een beetje bij te komen. En dan had ik Nicolas nooit ontmoet. Een koude rilling trok door me heen. Het idee dat ik hem nooit ontmoet zou hebben… Ineens was ik blij dat het gegaan was zoals het gegaan was. Het leek wel alsof alles wat er vroeger was gebeurd, gebeurd was omdat hij en ik bij elkaar moesten komen! Alsof het voorbestemd was. God’s plan… Vanuit het niets stroomde ineens een waanzinnig warm gevoel door me heen. Een lach brak door op m’n gezicht. Ik pakte mijn moeder vast en knuffelde haar helemaal plat.
“Ik hou zoveel van hem mam, je hebt geen idee,” fluisterde ik in haar oor.
“Dat hoef je mij niet te vertellen jongen, jullie stralen! Zoals jullie naar elkaar kijken… Ik ben blij voor je.”
Blij en vooral opgelucht liep ik terug naar de kamer, op de voet gevolgd door mijn moeder met de koffie. Nicolas was bij Thomas in de speelhoek gekropen. Enthousiast liet Thomas hem zijn playmobil kasteel zien. Opgewonden vertelde hij hem over de leeuwenridders en de valkenridders en hoe ze met elkaar vochten. Mijn hart smolt toen ik Nicolas zo ontspannen en lief met Thomas bezig zag. Hij keek even op en knipoogde naar me toen hij me binnen hoorde komen. Ik lachte naar hem, stak m’n duim omhoog ten teken dat alles goed was. Mijn vader was ondertussen in een stoel neergeploft en had de TV aan gezet. Hij bekeek de samenvatting van de tour-etappe van Luik naar Seraing die de dag ervoor verreden was.
M’n vader was, net als ikzelf, een groot wielrenliefhebber. Meestal keken we de tour-etappes samen, maar de afgelopen week had ik daar, voor het eerst sinds ik me voor wielrennen was gaan interesseren, totaal geen belangstelling voor gehad. Nu ik er zo over nadacht, was het eigenlijk niet zo raar dat m’n ouders in de gaten hadden dat er iets aan de hand was. Het feit dat ik somber was, was op zich niks vreemds. Althans, niet voor hen, ze kenden me bijna niet anders. Maar dat ik niet eens belangstelling voor de Tour had, dat moesten ze wel heel vreemd hebben gevonden. Normaal gesproken waren dat soort dingen juist de dingen waar ik nog wat plezier uit haalde. Vreemd, ik had niet eens in de gaten gehad dat zelfs de kleine pleziertjes waar ik anders zo van kon genieten, de afgelopen week volkomen onbelangrijk waren geweest. D’r was maar één ding wat me de afgelopen week bezig had gehouden. Gelukkig was dat nu voorbij en was hij hier, bij mij! Hoe we het verder zouden rooien, dat zouden we wel zien, het belangrijkste was dat hij er was. Een kort moment sloot ik m’n ogen, haalde diep adem en liet even goed tot me doordringen wat er allemaal gebeurd was. In stilte dankte ik God. Voor Nicolas, voor Thomas en voor m’n ouders die gewoon blij voor me waren.
“Kom je koffie drinken, schat?” vroeg ik Nicolas met een, van emotie, trillende stem.
Verwonderd keek Nicolas me aan. Zijn ogen wezen waarschuwend richting mijn ouders. Mijn vader draaide zich verbaasd om. Hij keek Nicolas en mij even aan en richtte toen een vragende blik op m’n moeder. Ze lachte naar hem, knikte bevestigend. Ineens trok hij begrijpend zijn wenkbrauwen op en knikte lachend terug. Zonder dat er een woord gesproken werd, begrepen ze elkaar.
“Thomas, lust jij wat limonade?” vroeg ik mijn zoon.
“Ik pak het wel even,” reageerde mijn moeder. Ze liep terug naar de keuken, op de voet gevolgd door Thomas.
Ondertussen schonk ik de koffie in en trok Nicolas naast me op de bank. “Ze weten het schat. En ze zijn blij voor ons,” zei ik zachtjes.
“Gelukkig maar,” reageerde hij zichtbaar opgelucht. Nonchalant schoof hij zijn arm achter me op de rugleuning van de bank.
Hoewel hij me niet aanraakte, voelde ik zijn warmte. Eens te meer drong het tot me door dat hij echt van me hield. Hij wist alles van me en nog steeds hield hij van me. Ongelooflijk! Ik kreeg er een wee gevoel van in m’n buik… Met een grijns van oor tot oor kroop ik lekker tegen hem aan.
Mijn moeder en Thomas kwamen de kamer weer in. Thomas met een beker limonade, mijn moeder met de koektrommel. Thomas klom bij me op schoot, stak zijn duim in zijn mond en legde zijn hoofd tegen me aan. Ondertussen hield hij Nicolas goed in de gaten.
“En Nicolas,” begon mijn moeder belangstellend. “Wanneer ben je nou eigenlijk aangekomen?”
Hoewel mijn vader onafgebroken naar de TV keek, had ik de indruk dat hij zijn oren gespitst hield.
“Gisteravond,” antwoordde Nicolas.
“Zoooo,” lachte mijn moeder veelbetekenend richting mij. “Nou snap ik waarom Thomas ineens naar ons moest…” Ze had pretlichtjes in haar ogen.
“Ik wist echt niet dat hij zou komen hoor,” sputterde ik.
“Ja, ja,” reageerde mijn moeder plagend.
“Nee echt niet mam. Hij stond ineens voor m’n deur,” verklaarde ik lachend.
“Jongen, het maakt me echt niet uit hoor.”
“Mam… hou nou eens op. Ik wist het echt niet. Ik had met Nicolas afgesproken op Skype en ik wilde gewoon alleen zijn. Ik voelde me ellendig…”
“Dat hadden we in de gaten. We wilden je zo graag helpen maar je zei helemaal niks. Vond je het zo moeilijk hem achter te laten?” vroeg ze meelevend.
Ik zuchtte diep. Vooruit dan maar. Misschien was het ook maar beter dat mijn ouders wisten dat we ruzie hadden gehad. Nicolas streelde liefkozend m’n schouder. Zo’n klein gebaar… De tranen sprongen ervan in m’n ogen.
En toen, zoals ik zo vaak bij hem deed als hij verdrietig was, streek ineens Thomas’ kleine handje langs m’n wang. “Niet huilen papa,” zei hij. “Nu is alles toch weer goed?”
Overdonderd door zijn lieve reactie, knuffelde ik hem. “Ja Thomas, nu is alles weer goed,” bevestigde ik wat hij net gezegd had. “Papa is gewoon blij dat Nicolas bij ons is,” legde ik hem uit. “Want papa vindt Nicolas heel erg lief. En soms moet je ook wel eens huilen als je heel blij bent,” vervolgde ik geëmotioneerd.
Thomas knikte heel serieus.
Liefdevol trok ik hem even tegen me aan. Wat een knul! “Ga jij zo maar lekker in de tuin spelen,” stelde ik hem voor.
Wat ik mijn ouders wilde vertellen, was niet voor Thomas’ oren bedoeld. Daar vond ik hem nog te klein voor. Dat had te veel met zijn moeder te maken. Hoewel het gesprek in het Frans gevoerd werd, was ik toch bang dat Thomas er te veel van mee zou krijgen. Zijn Frans was best goed. Tja, wat wil je? Met een Franse oma en een berg familie in Frankrijk. Ik grinnikte. Hadden m’n vader en ik zomaar ineens iets gemeenschappelijks. Allebei een Franse geliefde… Zal wel in de genen zitten. Of gewoon allebei een goeie smaak.
“Misschien kun je wel taartjes voor ons bakken in de zandbak. Dan komen wij die straks lekker opeten,” stelde ik Thomas voor.
Op een idee gebracht, kroop Thomas van m’n schoot af en rende vrolijk naar buiten.
Ik richtte me weer tot m’n ouders. “Pap, mam, ik denk dat ik jullie wat uit te leggen heb,” begon ik. “Want er was meer aan de hand dan Nicolas alleen maar missen,” begon ik voorzichtig. “Het idee om zonder hem terug naar huis te moeten op zich was al erg. Maar wat het nog erger maakte, was dat we vreselijk ruzie hadden vlak voordat ik vertrok. Nicolas was zo boos op me dat hij me geen kans gaf het goed te maken.”
“Maar jongens toch,” reageerde m’n moeder geschrokken. Om beurten keek ze ons aan. “Jullie zijn toch twee volwassen kerels? Dan weet je toch onderhand wel dat je nooit met ruzie uit elkaar moet gaan?”
“Mam… Rustig. Ik zal je uitleggen wat er gebeurd is, dan snap je het denk ik wel,” onderbrak ik haar.
In het kort vertelde ik mijn ouders dat ik Nicolas pas de dag voor ik terug naar huis ging, over Thomas had verteld omdat ik er diep in mijn hart steeds vanuit was gegaan dat er voor ons toch geen toekomst weggelegd was.
“Ik vertelde hem van mijn worsteling met mijn geaardheid en hoe ik had bedacht dat ik het gewoon eens met een meisje moest proberen omdat mijn gevoelens voor jongens dan misschien wel zouden verdwijnen.”
“Nou begin ik het te begrijpen,” onderbrak mijn moeder me hoofdschuddend. “Papa en ik vonden het al zo raar dat Annemarie ineens zwanger van jou was. We snapten er niks van dat jij en Annemarie…”
Ik gaf haar de kans niet haar zin af te maken. “Met Annemarie was maar één keer,” zei ik snel. “We hebben een paar weken verkering gehad en toen zijn we één keer met elkaar naar bed geweest. De dag erna heb ik haar verteld dat het niks zou worden omdat ik niet verliefd op haar was. Dat kon ook helemaal niet, ik voel nou eenmaal niks voor meisjes…” Ik keek mijn ouders wat ongemakkelijk aan, was niet gewend over dit soort dingen zo openlijk met hen te praten.
“Och jongen toch. Dus toen bleek dat ze zwanger was en jullie moesten trouwen, besloot jij de rest van je leven je eigen gevoelens aan de kant te zetten om voor haar en Thomas te zorgen?” reageerde mijn moeder geschrokken.
Ik knikte.
“Jeetje Michael, als papa en ik dat hadden geweten,” zei ze zacht.
“Maar je zei dat je van haar hield,” mengde m’n vader zich ineens in het gesprek.
Ik knikte. “Wat moest ik anders? Ik kon haar toch moeilijk laten zitten met een kind? Ik was met haar naar bed geweest omdat ik dacht dat mijn gevoelens voor jongens dan weg zouden gaan, dan kon ik het toch niet maken haar daar in haar eentje de gevolgen van te laten dragen? Dus toen zei ik maar dat ik wel van haar hield anders hadden jullie ons nooit laten trouwen. Snap je?”
“Ik wist het wel,” reageerde mijn vader. “Die keer op vakantie, met Bart, toen was je verliefd,” merkte mijn vader op. Hij grinnikte even.
“Hoe wisten jullie dat dan pap?” vroeg ik nieuwsgierig. “Ik dacht dat niemand het in de gaten had.”
“Jongen, denk je nou echt dat ouders het niet zien als hun zoon verliefd is?” reageerde mijn vader glimlachend. “Wacht maar tot Thomas groot is, ik weet zeker dat je het weet als hij voor het eerst verliefd is.”
“Maar waarom zeiden jullie dan niks? Waarom lieten jullie niet merken dat jullie het niet erg vonden?”
“Mama en ik dachten dat het beter was om je tijd te geven eerst zelf uit te zoeken wat je wilde. We wilden je niks opdringen, je niet met iets overvallen waar je misschien zelf nog niet uit was.”
“Ik wist het allang,” reageerde ik. “Ik wilde het jullie alleen pas vertellen als ik een vriend had. Tot dat gedoe met Johan. Ik schrok me kapot pap, was ervan overtuigd dat jullie net zo zouden reageren als zijn ouders.”
Mijn vader schrok zichtbaar. “Jongen, we hebben dan misschien wel niet met zoveel woorden gezegd dat wij er anders over dachten, maar we hebben volgens mij toch ook wel laten merken dat we het niet eens waren met de manier waarop zijn ouders het aanpakten.”
Hij keek me nadenkend aan voor hij verder ging. “Voor mama en mij was het ook niet makkelijk. We wilden dat jij gelukkig werd maar we wisten natuurlijk ook wel dat de Kerk het af zou keuren. En toen kreeg jij ineens verkering met Annemarie. Dus toen dachten wij dat we het verkeerd hadden gezien.”
Ik knikte langzaam. Eigenlijk wel logisch dat ze dachten dat ze zich vergist hadden toen ik verkering kreeg met Annemarie. Dat was toch ook precies mijn bedoeling geweest?
Met een flinke brok in m’n keel vervolgde ik mijn verhaal en vertelde mijn ouders hoe Nicolas woedend de deur uit was gelopen zonder me uit te laten praten en me naar m’n hoofd had geslingerd dat ik een klootzak was die hem gewoon had bedonderd had toen ik hem vertelde dat Annemarie en ik moesten trouwen.
Opnieuw voelde ik de pijn die ik toen gevoeld had. Inmiddels wist ik waardoor hij zo extreem had gereageerd, toch bleef de herinnering aan dat moment moeilijk. Ik knipperde met m’n ogen in een verwoede poging mijn emoties in de hand houden.
Nicolas’ duim streelde zachtjes m’n schouder.
“Ik heb hem gezocht, geprobeerd te bellen, sms’jes gestuurd… Maar hij was onvindbaar en reageerde nergens op. En toen moest ik naar huis, in de wetenschap dat hij me een schoft vond en dacht dat ik hem bedrogen had. Ik was kapot, mam…”
“Jongens toch,” reageerde mijn moeder. “Wat moet dat zwaar voor jullie geweest zijn. Niet alleen voor jou jongen, maar ook voor jou Nicolas.”
“Ik dacht dat mijn wereld instortte,” reageerde hij met een brok in zijn keel. “Alle lucht werd in één klap uit m’n longen gezogen. Ik begreep er helemaal niks van. Hoe had hij me nou zo kunnen bedonderen? Hoe had hij nou tegen me kunnen zeggen dat hij van me hield? Hij was getrouwd en had een kind! Ik was zo ontzettend boos…”
“Achteraf had ik die dag nooit terug moeten rijden,” nam ik het gesprek weer over. “Het is een wonder dat er onderweg niks gebeurd is. Ik reed op de automatische piloot terug naar huis. Verdrietig, gekwetst, niet begrijpend… Ik snapte gewoon niet waarom hij dacht dat ik hem bedrogen had. Hoe kon hij dat nou van me denken? Kende hij me dan zo slecht? De hele weg terug naar huis spookten dezelfde vragen door m’n hoofd. Langzaam drong tot me door dat dat natuurlijk ook inderdaad zo was, we kenden elkaar pas twee weken…”
Ik lachte even. “En die twee weken… Afijn, jullie kunnen denk ik wel raden waar we ons toen mee bezig hielden. We leefden gewoon op een hele grote roze wolk,” glimlachte ik.
Mijn ouders knikten begripvol, keken elkaar kort aan en lachten naar elkaar.
“Nou, en zo kwam ik dus bij jullie aan,” ging ik verder.
“Dan had ik het toch goed gezien,” lachte mijn moeder. “D’r was wel degelijk iets waar je mee zat.”
“Inderdaad mam. Maar ik durfde het niet te vertellen.”
“Ik zag de pijn in je ogen, jongen. En ik wist wat dat betekende. Papa en ik hebben dat vroeger toch ook meegemaakt?”
Niet begrijpend keek ik haar aan.
“Toen wij elkaar leerden kennen, was het misschien nog wel lastiger dan nu voor jullie. In onze tijd had je nog geen internet en sms. Wij moesten het doen met brieven schrijven en stiekem bellen,” ging ze verder.
“Mama was pas zestien,” legde mijn vader uit. “Ik was achttien en zat een jaar lang als uitwisselingsstudent in Parijs. Mama’s broer Christian volgde dezelfde studie als ik en door hem leerde ik zijn jongere zusje kennen.” Glimlachend keek hij m’n moeder aan. “Na afloop van dat studiejaar moest ik terug naar huis. Beide vonden we het vreselijk. We misten elkaar enorm, schreven brieven en belden elkaar af en toe stiekem op. Goed een jaar later, je moeder was net klaar met school, kwam ze als au-pair naar Nederland. Dat hadden we samen bedacht.” Hij lachte even. “Af en toe zocht ik je moeder op zonder dat opa en oma ervan af wisten. Want die hadden het beslist niet goed gevonden als ze het hadden geweten. Je weet hoe opa en oma zijn, hè?”
Geboeid luisterde ik naar m’n vader. Ik had me eigenlijk nooit afgevraagd hoe zij elkaar hadden leren kennen. Ik wist wel dat m’n vader als student in Frankrijk had gewoond en verliefd op m’n moeder was geworden. Maar hoe dat allemaal precies gegaan was, daar had ik eigenlijk nooit zo over nagedacht. Op de één of andere manier was het gewoon een soort vanzelfsprekendheid dat mijn ouders bij elkaar waren.
“Maar ja, ook dat jaar als au-pair ging voorbij. En weer moesten we afscheid van elkaar nemen,” ging mijn vader verder. “Ik was inmiddels eenentwintig en had er geen zin meer in. Ik wist heel zeker dat ik met je moeder wilde trouwen en besloot dat opa en oma te vertellen.”
“En dat viel niet echt in goede aarde,” onderbrak mijn moeder m’n vader glimlachend.
“Nee, dat viel beslist niet in goede aarde,” beaamde mijn vader. “Opa was laaiend! Hoe haalde ik het in m’n hoofd te willen trouwen met een meisje dat katholiek was? Dat was ondenkbaar! In de ogen van opa en oma is iedereen die niet gereformeerd is, heiden. En vooral katholieken, daar moesten ze niks van weten. ‘Gij zult u geen gesneden beeld, noch enige gelijkenis maken, van hetgeen boven in den hemel is’, stond er in de Bijbel. En dat was precies wat katholieken wel deden. Zij aanbaden beeltenissen van Jezus Christus en dat was uit den boze volgens opa en oma.
“Maar mama is toch helemaal niet katholiek?” vroeg ik, mijn vader verbaasd aankijkend. Ik wist niet beter dan dat m’n ouders gewoon altijd samen naar de Kerk gingen. Onze Kerk, niet een katholieke…
“Nu niet meer, nee. Maar toen wel. De enige manier voor ons om bij elkaar te kunnen zijn, was als je moeder zich zou bekeren.”
“Jezus pap! Oeps, sorry… Wat belachelijk! Je kunt toch niet zomaar ineens iets anders geloven alleen maar omdat je op iemand verliefd wordt?” Ongelovig keek ik van m’n vader naar m’n moeder.
“Weet je jongen,” ging mijn moeder bedachtzaam verder.
“Ik was misschien op papier wel katholiek maar eigenlijk zei het me niet zo veel. Grand-père en grand-mère deden er niet zo veel aan. Ik wilde zo graag bij papa zijn, daarvoor wilde ik me met alle liefde en plezier in zijn geloof verdiepen. En het inspireerde me, ik vond er best veel goeds in. Jammer genoeg ook een hoop waar ik niet achter kon staan maar dat nam ik op de koop toe.”
Ik dacht even na over wat m’n ouders me zojuist verteld hadden. Mijn moeder was inderdaad altijd wel anders geweest dan de moeders van mijn vrienden. Ze werkte bijvoorbeeld. Geen van mijn vrienden had een werkende moeder. Hun moeders waren thuis, bij de kinderen. En mijn moeder droeg altijd spijkerbroeken, nooit jurken. Zelfs niet op zondag als we naar de Kerk gingen. Ineens herinnerde ik me de afkeurende blikken haar kant op. Plotseling snapte ik ook waarom mijn vrienden graag bij ons thuis kwamen. Ik had gewoon een TV op m’n kamer en internet, zonder restricties wel te verstaan. Geen filters, geen christelijke provider.
“Nou begrijp ik waarom ik altijd het gevoel had dat het bij ons thuis een stuk minder streng was dan bij m’n vrienden. Dat was mama’s invloed,” vatte ik mijn gedachten samen.
“Inderdaad. Mama nam niks van wat de dominee zei, zomaar aan. Ze zette me ertoe aan zelf na te denken en m’n eigen mening te vormen,” reageerde mijn vader.
“En papa vond het helemaal niet erg dat ik over sommige dingen anders dacht dan hij. Hij zei altijd dat het zijn leven verrijkte,” haakte m’n moeder daarop in. “Uiteindelijk heb ik wel belijdenis gedaan maar dat was meer om opa en oma tevreden te stellen zodat we eindelijk konden trouwen. Voor papa en mijzelf had het niet zonodig gehoeven. Maar ja, we hebben het wel over meer dan vijfendertig jaar geleden, hè,” voegde ze eraan toe.
“Voor we trouwden heeft mama nog een tijdje bij ons thuis gewoond. Het ging niet anders. Samenwonen, daar kon geen sprake van zijn. En trouwen kon niet totdat mama belijdenis had gedaan. Bij ons thuis konden opa en oma ons goed in de gaten houden zodat ze zeker wisten dat er niks zou gebeuren wat God verboden had. Dat vonden opa en oma een betere oplossing dan dat je moeder op zichzelf ging wonen en ik haar ging bezoeken. Want dat zou de kat op het spek binden zijn geweest,” voegde mijn vader er glimlachend aan toe.
“Lastig zeg,” reageerde ik op het verhaal van m’n vader.
“Ach,” zei m’n moeder, “het viel wel mee hoor. Het duurde niet zo heel lang en we wisten waar we het voor deden.” Glimlachend keek ze m’n vader aan.
“Ik vond het anders knap lastig om bij Annemarie’s ouders in te wonen nadat we getrouwd waren,” reageerde ik op het verhaal van mijn ouders.
Ik zag een duidelijke gelijkenis in de beide situaties. Ook haar ouders hielden ons met argusogen in de gaten. En wij waren zelfs nog wel getrouwd! Ik kon me heel goed voorstellen dat mijn ouders in die tijd helemaal geen ruimte kregen. Daarvoor kende ik opa en oma goed genoeg!
“Weet je jongen… Ik heb altijd gedacht dat jij de situatie bij haar thuis wel aan kon omdat je, net als ik, wist waarvoor je het deed. Omdat het een tijdelijke situatie was die zich vanzelf op zou lossen als jij klaar was met je studie, dat het even niet anders kon maar dat jullie je er samen wel doorheen zouden slaan. Omdat jullie van elkaar hielden… Pas vandaag is me duidelijk geworden dat dat niet zo was. Jij hield helemaal niet van Annemarie, je voelde je gewoon verplicht. Daar kwam nog bij dat je op jongens viel. Dan snap ik wel dat je het bij haar thuis vreselijk vond. Dat had niks meer te maken met het een tijdje vol houden voor het goede doel. Dat was gewoon een soort gevangenis voor je, of niet?”
Ik knikte.
Ineens was het stil.