8 januari 2021

Geloof, hoop & liefde – 7 Opheldering

De deurbel trok me terug naar de werkelijkheid. Wie haalde het in Godsnaam in zijn hoofd om uitgerekend nu bij mij aan te bellen? In de veronderstelling dat het wel één of andere collectante zou zijn, pakte ik alvast mijn portemonnee. Lichtelijk geïrriteerd deed ik de deur open. Mijn hart miste minstens twee slagen, mijn adem stokte in m’n keel…
“Wat doe jij…. Mijn God… Nicolas!” Stomverbaasd staarde ik hem aan. Overal had ik rekening mee gehouden maar dit! Hoe kon hij nou ineens hier op de stoep staan? M’n hart ging als een razende te keer, ik stond te trillen als een rietje.
“Michael,” bracht hij met moeite uit. “Ik heb je zo gemist…” Hij keek me aan, er kon geen lachje vanaf. “Hoe heb ik in hemelsnaam zo stom kunnen zijn?” stamelde hij volkomen van de kaart.
Spontaan schoot ik vol. Hier stond hij dan, de man van mijn dromen. Helemaal hier naartoe gekomen… voor mij! De man voor wie ik zo graag alles op wilde geven. Als ik het lef maar had…
“Nicolas…” hakkelde ik overdonderd.
We grepen elkaar vast.
“Kun je me alsjeblieft vergeven,” mompelde hij gesmoord terwijl hij zijn hoofd in mijn nek drukte.
“Oh jongen… ik ben zo blij dat je er bent. Natuurlijk vergeef ik je. Ik kan toch niet zonder je,” antwoordde ik door een waas van tranen.
Zonder nadenken floepte het eruit. En het was waar. Ik kon niet zonder hem… Ik wilde niet zonder hem. Nu hij zomaar ineens voor me stond, was me dat glashelder. Ik sleurde hem naar binnen en trok hem dicht tegen me aan. Mijn God, wat had ik hem gemist… En wat had ik hem nodig! Minuten lang bleven we zo staan. Verstrengeld in een innige omhelzing. Zijn hart ging net zo te keer als het mijne. Zachtjes voelde ik zijn vingers over m’n rug. Rillingen. Hoe had ik dit op het spel kunnen zetten? Genietend van zijn aanwezigheid hield ik hem in mijn armen, snoof zijn geur op, streelde zachtjes zijn nek. Ik wist het heel zeker nu, dit was veel te sterk om zomaar op te geven!
“Michael, ik…” begon hij toen hij me eindelijk losliet.
“Stil maar, jongen, het is goed. Ik hou van je.”
“Ik had je moeten vertrouwen,” stamelde hij met tranen in z’n ogen. “Ik ben gewoon zo stom geweest…”
“Jij stom? Ik, bedoel je! Ik kan me wel voor m’n kop slaan dat ik je niks verteld heb!”
Nicolas werd een beetje rustiger, wreef de tranen uit zijn ogen en keek me met een waterig lachje aan. Prompt voelde ik me weer helemaal week worden. Die ogen van hem… Elke keer weer was het alsof hij dwars door me heen keek, recht in m’n ziel.
“Kom eerst maar eens verder. Of wil je hier in de hal blijven staan?” vroeg ik zenuwachtig.
Nicolas pakte me opnieuw vast en drukte me nog een keer dicht tegen zich aan. “Mijn God, wat heb ik dit gemist,” zuchtte hij toen hij me weer losliet. “Ik dacht echt dat het voorbij was. Sterker nog, ik dacht dat jij nooit voor mij gevoeld had wat ik voor jou voelde. Ik voelde me zo vreselijk gepakt. Gebruikt. Hoe je het maar wilt noemen. En ik kon het niet geloven. Al die heerlijke momenten die we samen hadden gehad… Eén grote leugen. Ik snapte gewoon niet dat je zo kon zijn. Jij, met je verhalen over God, dat je je door Hem liet leiden… Weet je dat ik in het begin nog niet eens verdrietig was? Ik was gewoon zo boos… Ik wilde je gewoon nooit meer zien en al helemaal niet met je praten. Sorry,” ratelde hij nu aan één stuk door.
“Kom nou eerst maar eens verder…” reageerde ik ongeduldig. “Man wat ben ik blij dat je er bent!”

Lachend liep ik voor hem uit naar de kamer. Alle angst was verdwenen. In plaats daarvan voelde ik me opgelucht. Het zou goed komen, ik wist het zeker! Hoe, dat zouden we samen wel uitzoeken. Samen… Een grote grijns verscheen op m’n gezicht. “Ga zitten jongen. En vertel. Ik dacht dat je op Skype zou komen, begon al ongerust te worden waar je bleef. Wat een verrassing man!”
“Ik moest naar je toe. Michael. Ik heb me echt hufterig gedragen. Ik had moeten weten dat jij mij nooit zoveel pijn zou doen. Dat jij me nooit willens en wetens zou besodemieteren alleen maar om je eigen behoeftes te bevredigen.” Berouwvol keek hij me aan.
“Nou… dat weet ik nog niet zo zeker, hoor,” reageerde ik aarzelend. “Eerlijk zijn,” flitste het door m’n hoofd. “Ik weet niet wat ik gedaan zou hebben als Annemarie nog geleefd had. Ik ben zo vreselijk verliefd op jou, ik weet echt niet of ik dat had kunnen weerstaan. En of ik je dan gezegd zou hebben dat ik getrouwd was… Ik durf het niet te zeggen,” ging ik voorzichtig verder.
“Ik wel, jongen,” onderbrak hij me. “Ik ken jou. Ik weet dat je je vreselijk had gevoeld als je dat zou hebben gedaan. Je had me niet recht in m’n ogen kunnen kijken. Jij bent recht door zee. Oké, misschien heb je het wel eens moeilijk gehad en heb je daardoor stomme dingen gedaan, maar jij zou nooit willens en wetens iemand bedonderen.”
Ik dacht even na over wat hij zei. Het klopte wel. Zodra ik me realiseerde dat ik fout bezig was, was ik er ook altijd mee gestopt. Oké, het kon even duren voor ik het door had, maar hij had gelijk. Het zat niet in mijn aard om mijn eigen behoeftes te bevredigen ten koste van anderen. Daar zou ik me veel te schuldig over voelen…
“Je hebt wel gelijk. Ik zou het je verteld hebben. Of er niks mee gedaan hebben en me doodongelukkig hebben gevoeld. Ben toch blij dat het zo niet gelopen is,” lachte ik.
“Dus…,” ging hij verder. “Ik heb me gewoon enorm hufterig gedragen. Ik heb je vreselijke dingen naar je kop geslingerd. Uit onmacht, uit woede. Ik voelde me bedrogen en dacht niet meer helder. Het spijt me zo Michael… ”
“‘t Is al goed jongen. Ik ben al lang blij dat je hier nu bent. Ik wilde je zo graag spreken, je vertellen dat je een verkeerde conclusie had getrokken. Maar je reageerde nergens op. Heb je m’n mail niet gelezen?”
Schuldbewust keek hij me aan en schudde zijn hoofd.
“Waarom niet man? In die mail stond alles… Ik hoopte zo dat je contact zou opnemen als je die gelezen had maar er gebeurde niks. Helemaal niks… De enige conclusie die ik kon trekken, was dat het te laat was. Dat je niks meer van me wilde weten…”
“Sorry jongen… Ik was zo kwaad op je, ik wilde gewoon helemaal niks meer met je te maken hebben. Ik had absoluut geen zin in eindeloze excuses, mooie praatjes en smoesjes. Ik wilde met jou verder. Jij en ik. Niet jij en je vrouw en af en toe ik. Maar ja, ik was ervan overtuigd dat dat er niet in zat. Dus wat voor zin had het dan om je mail te lezen?”
“Maar nu ben je hier. Bij mij. Shit man, wat ben ik daar blij om… ” Grijnzend keek ik hem aan. “Als je nou weer eens zo boos bent en er vandoor wilt gaan, bind ik je gewoon vast, plak je mond af met tape en praat net zo lang tegen je tot je me gelooft.”
“Wow, kinky!” grinnikte hij.
We schoten in de lach. De spanning was doorbroken.

“Heb je honger? Wil je wat drinken?” vroeg ik, me plotseling realiserend dat hij een lange reis achter de rug had.
“Nou je het zegt… Ik heb onderweg vrijwel niks gehad. Geen tijd om te stoppen. Ik moest gewoon zo snel mogelijk naar je toe.” Hij lachte.
Ik knikte, zou precies hetzelfde hebben gedaan. “Wil je een bak koffie of heb je behoefte aan wat sterkers?”
“Doe eerst maar koffie. Ik moet m’n hoofd helder houden want ik heb je nog een hoop uit te leggen.”

Ik liep naar de keuken om koffie te zetten, op de voet gevolgd door Nicolas.
“Wow! Lieve hemel… Mooie keuken heb jij!” Onder de indruk keek hij rond.
“Had ik je toch verteld? Ik kook graag. Zal ik snel even wat broodjes smeren?”
“Is goed, daar red ik het wel even mee.” Nicolas was achter me gaan staan, sloeg zijn armen om me heen en legde zijn hoofd tegen mijn rug. “Ik hou van je Michael,” zuchtte hij. “Ik hou gewoon waanzinnig veel van je… En dat werd me pas echt goed duidelijk toen je er niet meer was.”
Ontroerd draaide ik me om en kuste hem. Als vanouds openden we onze lippen voor elkaar en gaven ons over aan een heerlijke tongzoen. Ik zweefde. Traag wreven we tegen elkaar aan.
“Het is er nog steeds…” fluisterde ik toen we elkaar minuten later loslieten.
“Gelukkig maar… Ik was zo bang dat ik alles kapot had gemaakt,” antwoordde hij zachtjes.
Opnieuw vonden onze lippen elkaar en voor het eerst sinds meer dan een week kreeg ik weer datzelfde gevoel als in Bretagne. Dat gevoel dat de rest wereld ineens verplaatst was naar Pluto…

“Nu eerst wat eten,” lachte ik toen we elkaar eindelijk loslieten.
Samen smeerden we broodjes. Zelf had ik ook best trek want door de spanning had ik de hele dag nog geen hap door m’n keel kunnen krijgen. Ik zette twee bakken koffie en even later zaten we, genietend van de broodjes en de koffie, maar vooral van het feit dat we weer samen waren, op de bank.
“Ik ben je wel een verklaring schuldig,” begon Nicolas.
“Je reageerde wel erg overdreven ja, had meteen je conclusie getrokken.”
“Klopt. En dat had ik natuurlijk nooit moeten doen. Nogmaals… sorry.”
“Hé! Hou eens op met dat ‘sorry’ zeggen.” Ik gaf hem een por tegen zijn schouder. “Dat weet ik nou wel.”
“Oké, oké, ik zal het niet meer doen,” grinnikte hij. “Maar laat me je vertellen waarom ik zo debiel reageerde”
“Ik luister.”

“Weet je nog dat ik je vertelde dat ik twee keer eerder een vriend heb gehad?” Hij wachtte mijn antwoord niet af, maar ging meteen verder. “Ik heb er toen nogal luchtig over gedaan omdat we elkaar toen nog maar net kenden en later kwam het gewoon niet meer ter sprake. Maar zo simpel als ik het je toen voorstelde, was het niet helemaal. Beide keren was er wel degelijk meer aan de hand. Zie je, mijn eerste vriend, Alain leerde ik kennen op de middelbare school. Drie jaar lang hebben we verkering gehad zonder dat er een vuiltje aan de lucht was. We hadden plannen om na ons eindexamen samen te gaan studeren en wilden dan ook samen woonruimte zoeken. Maar dat liep anders doordat mijn vader ziek werd. Hij kon het werk op het vakantiepark in z’n eentje niet meer aan. Ik wilde hem niet in de steek laten en besloot mijn studie een jaar uit te stellen zodat ik hem kon helpen. Alain en ik hadden het samen besproken en afgesproken dat hij in de weekenden bij mij zou komen. Zo konden we elkaar toch nog regelmatig zien. Ik zou dan een jaar later alsnog gaan studeren en dan zouden we weer bij elkaar zijn. In het begin ging dat ook goed. Maar na een tijdje sloeg Alain steeds vaker een weekend over. Hij zei dat hij het te druk had met zijn studie en geen tijd had om elk weekend langs te komen. Natuurlijk geloofde ik hem. Ik wist dat hij zijn studie serieus nam en ik vertrouwde hem volkomen. We kenden elkaar per slot van rekening al bijna vier jaar toen. Naïef natuurlijk, maar goed. Ik miste hem vreselijk en dus besloot ik hem op een dag als verrassing onverwacht te bezoeken.”
Ergens voelde ik al aankomen waar dit heen ging, maar ik zei niks, liet hem rustig uitpraten.

“Toen ik bij hem aanbelde, ontdekte ik al snel dat hij niet alleen was. Om een lang verhaal kort te maken, Alain bleek op de universiteit een jongen ontmoet te hebben waar hij verliefd op was geworden. Hij verklaarde dat hij mij nog niks had willen vertellen omdat hij nog niet zeker wist of het wel serieus was…”
“Oh shit, Nicolas, wat een lul!” flapte ik er spontaan uit.
“Inderdaad ja,” reageerde hij droog. “Een slappe…” Hij grinnikte even en ging toen verder. “Ik voelde me tweede keus. Een soort vangnet voor het geval zijn nieuwe vriendje hem de bons zou geven. Je snapt natuurlijk wel dat ik daar niet op ging zitten wachten.”
Ik knikte begrijpend.
“Overstuur en zonder nog wat tegen hem te zeggen, ben ik terug gegaan naar huis,” ging hij verder. “Hij belde niet veel later huilend op en beweerde bij hoog en bij laag dat hij nog steeds van me hield. Ik geloofde er geen zak meer van en wenste hem veel geluk met zijn nieuwe vriend. Ik zat er goed doorheen toen. Mijn vader was ernstig ziek, mijn vriend had me bedrogen.”
“Jeetje Nicolas,” fluisterde ik.
“Gelukkig kon ik bij Valerie, m’n zus uithuilen. Ze troostte me en verzekerde me dat er ergens op de wereld iemand rondliep die mijn liefde wel waard was.” Glimlachend keek hij me aan. “Ze had gelijk natuurlijk. Ik moest je alleen nog even vinden…”
Liefdevol streek ik even met mijn hand over zijn arm. Mijn God, wat was ik blij dat hier was! Bij mij…

“De eerste tijd na Alain wilde ik niks meer van relaties weten. Kon ook niet want mijn vader had me nodig. Hij moest geopereerd worden. Tijdens die operatie werd een flink stuk van zijn darmen verwijderd en een stoma geplaatst. Mijn vader was altijd een sterke man geweest en dat was hij nu ineens niet meer. Ik runde het vakantiepark in die tijd ondertussen praktisch in m’n eentje. En hoe langer ik dat deed, hoe fijner ik het vond. Veel buiten, over het algemeen vrolijke en tevreden gasten, lekker eigen baas zijn. Het beviel me wel. Eigenlijk had ik helemaal geen zin meer om te gaan studeren. Ik had mijn draai op het park wel gevonden en besloot te blijven. Maar nog geen jaar later kwam de kanker terug. En deze keer was er niks meer aan te doen. Het enige dat de doktoren nog voor hem konden doen, was pijnmedicatie toedienen. Langzaam kwijnde hij weg. Mijn zus Valerie en ik hebben hem tot het laatste moment thuis verzorgd. We vonden het belangrijk dat hij in zijn eigen omgeving kon sterven en niet in een onpersoonlijk ziekenhuis.”

Ik slikte even. Mijn gedachten dwaalden terug naar die laatste keer dat ik Annemarie in leven had gezien. Angstig had ze me aangekeken terwijl ze met spoed de operatiekamer binnen gereden werd. Er was niet eens tijd geweest om fatsoenlijk afscheid te nemen. Nog geen vijftien minuten later was ze dood…

“Een paar dagen voor hij overleed, zei hij tegen me dat hij graag wilde dat ik zijn droom, om een groot vakantiepark te bouwen op het land van zijn ouders, verder vorm zou geven. Hij zei me ook dat hij hoopte dat ik iemand tegen zou komen om oud mee te worden. Hij wees me erop dat liefde de sleutel tot succes is. Zonder liefde leef je maar half, zei hij. Toen begreep ik de betekenis van zijn woorden nog niet. Maar nu… nu weet ik precies wat hij toen bedoelde.” Hij keek me verliefd aan. “Ik wou dat hij je gekend had schat…”
“Jouw vader weet het jongen. Hij weet dat we elkaar gevonden hebben. Ik voel het gewoon,” reageerde ik met een brok in m’n keel.

“Op een avond in maart sloot hij zijn ogen voor de laatste keer,” vervolgde Nicolas zijn verhaal. Ondanks dat ik al heel lang wist dat dit ging gebeuren, was ik er kapot van. Ik heb altijd een hele speciale band met hem gehad. Sinds het overlijden van mijn moeder toen ik zes was, is hij zowel vader als moeder voor me geweest. Bij hem kon ik terecht toen ik op m’n veertiende merkte dat ik jongens leuker vond dan meisjes. Hij was het die m’n angsten en onzekerheden daarover wegnam door meteen te zeggen dat hij blij voor me was. Kun je je voorstellen? Mijn vader was blij voor me omdat ik ontdekt had dat ik homo was!”
Nee, dat kon ik me absoluut niet voorstellen! Sterker nog, ik was ervan overtuigd dat mijn eigen vader me de deur zou wijzen! Alleen de gedachte al bezorgde me weer een knoop in m’n maag. Peinzend keek ik hem aan, maar ik zei niks…

Nicolas ging verder. “Na verloop van tijd begon ik weer wat meer vertrouwen in de toekomst te krijgen. Ik was wel weer eens aan een nieuwe relatie toe. Maar homo’s zijn nu eenmaal dun gezaaid op het Bretonse platteland, die trekken naar de stad, dus zocht ik mijn heil online. En zo leerde ik op een dag Sébastian kennen. Ik had hem verteld over Alain, hoe hij me bedonderd had nadat ik had besloten mijn vader te helpen toen hij ziek werd. Ik vertelde hem dat mijn vader inmiddels overleden was en dat ik daar veel verdriet van had. Hij leefde erg met me mee. Hij begreep mijn verdriet en luisterde naar me als ik behoefte had om erover te praten. Op een dag zei hij dat hij me heel graag een keer in het echt wilde ontmoeten om te kijken of de klik die we op de chat hadden er dan ook was. Ik voelde daar wel wat voor, dus spraken we op een neutrale plek af. Vanaf het moment dat we elkaar voor het eerst in het echt zagen, was ik verkocht. Hij was weliswaar negen jaar ouder dan ik maar dat kon me niks schelen. Hij was mooi, hij was lief en hij wilde mij…”

Nicolas keek me glimlachend aan. “Vanaf dat moment spraken we regelmatig af. Geen verplichtingen, gewoon lekkere seks. In het begin dan… Langzamerhand werd ik verliefd op hem. Ik wilde meer tijd samen met hem doorbrengen en ook af en toe samen dingen ondernemen. Maar Sébastian’s baan als vertegenwoordiger maakte dat lastig. Altijd moest hij weer weg. Nooit bleef hij lekker bij me slapen, nooit eens samen naar de film, ergens lekker eten, samen langs het strand lopen, gewoon lekker verliefd zijn. Ik kreeg daar steeds meer behoefte aan. Toen ik het op een dag even helemaal gehad had, had ik het er met m’n zus over. Ze waarschuwde me, zei dat ik ook aan mezelf moest denken. Ik kon toch niet m’n hele leven mijn eigen behoeftes aan de kant zetten voor hem? Ze had natuurlijk gelijk. Sébastian’s baan maakte het dan wel onmogelijk om vaker bij me te zijn, dat wilde nog niet zeggen dat ik er mee kon leven, toch?”
Vragend keek hij me aan. Ik knikte, vond dat hij wel een punt had.
“Dus besloot ik hem te vertellen dat ik dit zo niet langer wilde en dat hij moest kiezen. Of echt meer tijd voor mij vrijmaken of er een punt achter zetten. Uiteraard wilde ik niks liever dan dat hij voor mij zou kiezen. Misschien kon hij wel een andere baan zoeken zodat hij meer thuis kon zijn. Ik had het wel geweten… Ik zou er nog geen seconde over nagedacht hebben… Zeg nou zelf? Wat is er nou belangrijker? Je baan of degene van wie je van houdt?”
Ik lachte, wist dat hij, zonder nadenken, alles zou laten vallen… Daarom was hij hier, bij mij. Een warm gloed stroomde door m’n lijf.

“Sébastian dacht daar toch anders over. Hij beweerde geïrriteerd dat het hem niet eenvoudig zou lukken een andere baan te vinden en dat hij niks op wilde geven voor hij er iets nieuws voor terug had. Dat kon ik op zich nog wel begrijpen. Toch stak het. Ik wilde het belangrijkste zijn in zijn leven en dat was ik blijkbaar niet. Dat was het moment waarop ik voor het eerst begon te twijfelen. Het voelde alsof hij me niet volledig in zijn leven toeliet. Maar goed, Sébastian zei dat hij op zoek zou gaan naar een andere baan dus…”
“…gaf je hem tijd,” vulde ik aan.
“Inderdaad. Voor ik het wist waren we weer een paar maanden verder en was er nog steeds niks veranderd. Ik begon ongeduldig te worden, wilde aan een gezamenlijke toekomst werken. Misschien egoïstisch van me, maar ik vond dat ik hem ondertussen wel genoeg tijd had gegeven. Ik vroeg hem op de man af wat nou belangrijker voor hem was. Eerst draaide hij er omheen maar toen ik vol hield, begon hij ineens te huilen. Hij snotterde dat hij het zo niet meer volhield. Ik zette teveel druk op hem maar hij wilde me ook niet kwijt. Hij zei dat hij het gevoel had met de rug tegen de muur te staan. Ik snapte er werkelijk geen hout van.”
“En toen?” wilde ik nieuwsgierig weten.
“Hij bleef een tijdje met z’n hoofd in in z’n handen zitten. Ik wist me er totaal geen raad mee. Wat ging er in die man om? Wat wilde hij nou? Ineens keek hij me aan. ‘Misschien moet ik je maar gewoon vertellen wat er aan de hand is,’ zei hij timide. Hij klonk heel serieus. Ik schrok me wezenloos. Op de één of andere manier was ik ervan overtuigd dat hij me ging vertellen dat hij een ander had…”
“Oh nee, hè… Was dat zo?”
“Ja en nee… Sébastian draaide er eerst nog even omheen door te zeggen dat hij mij hier niet mee had willen belasten omdat ik al zo’n moeilijke tijd achter de rug had door het overlijden van mijn vader. Hij had dit alleen willen doen, had niet verwacht dat het zo lang zou duren… Ik snapte er helemaal niks van.”
“Kan ik me voorstellen, hij bleef ook wel lekker vaag. Maar vertel nou wat er was dan…”
“Oké.” Nicolas haalde diep adem. Het kostte hem duidelijk veel moeite me dit te vertellen.

“Sébastian vertelde me dat hij helemaal niet op zoek was naar een andere baan omdat hij helemaal niet als vertegenwoordiger werkte. Dat had hij mij verteld zodat hij een goed excuus had als hij niet bij me kon zijn. Steeds sterker werd mijn vermoeden dat hij een ander had. En toen vertelde hij me ineens dat hij getrouwd was. De grond zakte onder m’n voeten weg. ”
“Oh shit…” fluisterde ik. Ineens begon ik te vermoeden waarom hij zo boos op me was geworden toen ik vertelde dat ik met Annemarie getrouwd was…
“Alsof ik een klap voor m’n kop kreeg! Hij vertelde me dat hij al een tijdje via chat-sites afsprak met mannen. Tot hij mij leerde kennen en verliefd werd. Hij zei dat hij had besloten van zijn vrouw te scheiden omdat hij met mij verder wilde. Maar vlak voordat hij haar dat had willen zeggen, was ze ziek geworden. Hij had haar gevonden op de grond in de keuken. Stuiptrekkend en wild met haar ogen draaiend. Het leek een epileptische aanval te zijn. In het ziekenhuis bleek helaas dat er meer aan de hand was. Ze had een hersentumor. De artsen hadden Sébastian verteld dat ze niks meer voor haar konden doen en dat ze misschien nog een jaar te leven had. Sébastian had zich voorgenomen bij haar te blijven tot het eind. Hij wilde het haar niet aandoen de scheiding door te zetten, wetende dat ze binnenkort zou overlijden.”
“Jeetje, Nicolas…” Geschrokken keek ik hem aan. “Dat is geen kattenpis!”
“Ik voelde me een lul, dat kan ik je wel zeggen… Een grote egoïst,” reageerde Nicolas. “Zijn vrouw lag dood te gaan en ik zeurde maar aan zijn kop dat ik wilde dat hij vaker bij me was. Ik begreep heel goed waarom Sébastian me dit niet had willen vertellen. Hij kende mijn verhalen over het ziekbed en sterven van mijn vader. Hij wilde de dingen niet nog moeilijker voor me maken dan ze al waren en had besloten het sterven van zijn vrouw in z’n eentje door te maken. Ik vond het vreselijk lief en zorgzaam van hem dat hij mij had willen ontzien maar nam het hem aan de andere kant ook kwalijk. Dacht hij nou werkelijk dat ik er niet voor hem had willen zijn? Dat stak…”
“Dat snap ik. Natuurlijk wil je iemand waar je van houdt, steunen. En die kans gaf hij je niet. Maar goed, nu wist je wel hoe het in elkaar stak,” merkte ik op.
“Inderdaad. Ik nam hem in mijn armen en troostte hem. Zei hem dat ik er altijd voor hem zou zijn en dat hij bij me terecht kon als hij het niet meer zag zitten. Maar toch… Hij had tegen me gelogen. Had net gedaan alsof hij het hele land doorreisde. Alsof hij op zoek was naar een andere baan. Diep van binnen begon het te knagen. Iets zat er verkeerd. Mijn onvoorwaardelijke vertrouwen in hem was weg. Hij had het dan wel gedaan om mij te sparen, toch bleef het liegen.”
“Twijfelde je aan zijn verhaal?”
“Nee, dat niet. Vanaf dat moment praatte hij namelijk heel openlijk over zijn vrouw. Hij vertelde het me gewoon als hij niet kon komen omdat het slecht met haar ging of omdat ze weer in het ziekenhuis lag. Ik leefde met hem mee, ving hem op als hij het moeilijk had.”
Ik knikte begrijpend.
“Tegelijkertijd werd ik ook steeds ongeduldiger,” ging hij verder, “bijna jaloers. Raar hè? Jaloers op een vrouw die er binnenkort niet meer zou zijn. Maar ondertussen ging wel mooi al zijn tijd en aandacht naar haar. Ik werd er een beetje moedeloos van.”
“Kan ik me iets bij voorstellen. Je zat emotioneel in de klem. Wilde haar geen verdriet doen maar deed jezelf daarmee tegelijkertijd wel verdriet.”
“Zoiets ja. Ik verlangde zo naar een leven samen. Valerie was de enige met wie ik erover kon praten. Sébastian wilde ik er niet mee lastig te vallen, hij had het al moeilijk genoeg. Valerie waarschuwde me opnieuw. Ze snapte Sébastian ergens wel maar vond tegelijkertijd ook dat het niet fair van hem was. Hij had niks met mij moeten beginnen in plaats van liegen over de situatie, vond ze. Ik verdedigde hem, zei dat hij er toch ook niks aan kon doen dat hij verliefd was geworden.”
“Ze had wel een punt hoor. Was niet echt netjes van hem om het zo te doen. Hij hield totaal geen rekening met jouw gevoelens. Bovendien bedroog hij zijn vrouw.”

Op het moment dat ik het mezelf hoorde zeggen, drong in één klap tot me door dat ik precies hetzelfde had gedaan. Ik had niks met hem moeten beginnen voor hij alles wist… Voor ik voor mezelf duidelijk had wat ik nou eigenlijk wilde. Ik had helemaal geen rekening gehouden met zijn gevoelens, was met m’n straalverliefde kop helemaal opgegaan in mijn eigen gevoelens… Was dat feitelijk niet precies hetzelfde?

“Dat begon ook tot mij door te dringen,” antwoordde Nicolas. “Ik begon me af te vragen of Sébastian wel was zoals ik dacht dat hij was. Wat zou hij doen als er iets met mij aan de hand zou zijn? Zou hij mij dan ook achter m’n rug om bedriegen? Het voelde niet goed meer. Was ik al een hele tijd niet echt tevreden met onze relatie, nu begon ik me serieus zorgen te maken. Toch bleef ik doorgaan. Ik kon niet anders. Ik hield van hem en hij had het al zo moeilijk, moest ik hem dan nu nog meer onder druk zetten? Ik vond dat ik blij moest zijn met de momenten die we wel samen hadden. Onze tijd samen zou nog wel komen. En Sébastian deed zijn best, hij verwende me tot op het bot. En ik liet me verleiden. Door zijn lieve woorden, zijn dure cadeau’s en vooral ook door zijn heerlijke lijf. Ik kon hem gewoon niet weerstaan…”
“Pas op hè, zometeen wordt ik nog jaloers!”
Nicolas grijnsde naar me. “Jongen, jij hoeft op Sébastian echt niet jaloers te zijn. Hij haalt het niet bij jou…”
Ik lachte naar hem, streek even door zijn haar.
“Naarmate de tijd verstreek, werd ik steeds jaloerser op haar. Zij had hem altijd, ik moest het doen met een paar stiekeme momenten. Zodra ze zich niet goed voelde, vloog hij naar haar toe, nooit had ik hem voor mezelf. Ik verlangde naar hem maar werd keer op keer aan de kant geschoven. Nooit was er tijd om uitgebreid van elkaar te genieten of samen dingen te doen. Het vrat aan me. Ondanks dat ik het vreselijk voor haar vond, begon ik er op aan te dringen dat hij een keuze moest maken, ik hield dit zo niet langer vol. We kenden elkaar toen inmiddels zo’n twee jaar. Met tranen in zijn ogen smeekte Sébastian me om geduld te hebben. Hij zei dat het niet veel langer meer zou duren. Hij kon het echt niet over zijn hart verkrijgen haar nu te verlaten. Het zou haar hart breken. Ik wilde hem niet kwijt dus gaf ik toe, beloofde hem geduld te hebben en op hem te wachten.”
“Mijn God Nicolas. Hoe lang heb je dit volgehouden?”
“Tot de dag dat ik voor inkopen naar de stad moest en Sébastian ineens hand in hand met een vrouw zag lopen. Onmiddellijk stak mijn wantrouwen de kop weer op. Had hij dan toch een ander? Was zijn vrouw niet de enige reden waarom ik hem zo weinig zag? Wie was deze vrouw? Ik moest het weten en volgde ze een tijdje. Ze hadden het overduidelijk heel gezellig samen. Hij sloeg zijn arm om haar heen, ze kusten elkaar af en toe en lachten. Jaloers besloot ik hem te confronteren, deed of ik hem net had gezien en liep op hem af. ‘Hè Sébastian,’ riep ik alsof er niks aan de hand was. ‘Hoe is het met je vrouw?’ Deze vraag stelde ik heel bewust met het doel om de vrouw naast hem duidelijk te maken dat ze bedrogen werd, dat Sébastian getrouwd was. Zo van, ik hem niet, dan jij ook niet… Kinderachtig, maar goed… Meteen toen hij me hoorde, liet hij de vrouw los, draaide zich om en keek me aan. Ik zag de paniek in zijn ogen. Hij voelde zich duidelijk betrapt. Voor Sébastian mijn vraag kon beantwoorden, antwoordde de vrouw naast hem. ‘Prima hoor,’ zei ze. ‘Kijk, twintig weken…’ Trots liet ze me een echo zien. Vol ongeloof staarde ik Sébastian aan. Hij zei helemaal niks, ontweek mijn blik en liet haar het woord doen. Ik hoorde absoluut niet wat ze tegen me zei, m’n hoofd zat ineens vol met natte watten leek het wel… Langzaam drong de waarheid tot me door. Zijn vrouw was helemaal niet ziek. Sterker nog, ze was zwanger van hem… Hij was nooit van plan geweest haar voor mij te verlaten, had me dat alleen maar op de mouw gespeld om mij aan het lijntje te houden… Uiteindelijk had hij waarschijnlijk gezegd dat ze op onverklaarbare wijze genezen was, of zoiets. En dan had hij wel weer wat anders verzonnen… Niks liefde, althans niet van zijn kant. Hij had me gewoon gebruikt. Ik kon wel door de grond zakken.“
“Oh mijn God, Nicolas… Dat meen je niet!” Verbijsterd keek ik hem aan.
Zijn ogen glinsterden verdacht. “Dat meen ik wel,” zuchtte hij.
“Wat een hufter!” stootte ik verontwaardigd uit.