22 december 2021

Breng Licht In Het Donker – 18

Het wassen of douchen werd door iedereen overgeslagen. De tanden werden wel gepoetst, maar toen dook toch echt iedereen zijn bed in. De jongens lagen met z’n drieën op een kamer. Drie matrassen op de grond, omdat niemand boven in het stapelbed had willen liggen. Dicht bij elkaar was gezelliger. In bed gelegen, werd er nog wat gepraat. Maar Hugo merkte dat zijn gesprekspartners al snel verdwenen waren. Logisch ook. Hij draaide zich op zijn zij en was weg.

***

De oma’s deelden ook een kamer. Ook daar werd nog gepraat. Nog even haalden ze dingen op aan de nacht die al spoedig zou veranderen in ochtend.

***

Trees en Cas sliepen voor het eerst samen in één bed. Ook als de aanzoek van Trees er niet was geweest, zouden ze dat hebben gedaan. Een vierde slaapkamer was namelijk niet aanwezig en deze had nou eenmaal een tweepersoonsbed. Voor het eerst sliepen ze hand in hand in.

* * *

‘Jah … jah … ‘ bromde Cas toen hij zijn telefoon hoorde zoemen. ‘Shit!’ Meteen was hij klaarwakker, pakte het toestel op en keek naar het scherm. Wie belde er nou om … 06:48 … hij tikte op de groene toets en fluisterde dat degene aan de andere kant even moest wachten. Hij stapte uit bed, liep naar de stoel in de hoek van de kamer, pakte zijn kleren op en liep daarmee de slaapkamer uit en de trap af naar beneden. Pas in de hal liet hij weer van zich horen. ‘Matthieu? Waarom bel je op zo’n … ‘

‘Sorry hoor, maar ik dacht dat jullie wel wat goed nieuws konden gebruiken. En ja … ik ben nou eenmaal vroeg op altijd. Het is prachtig hier in de dal. Nog heel donker. De sterren staan te flonkeren aan de lucht. De ochtendster is bijna te zien.’

‘Tja … prachtig hoor, maar … ‘

‘Hoe is het weer bij jullie?’ Hij keek raar op zijn neus toen hij een flink bonk hoorde. ‘Wat doe je!’

‘Iets stoms. Ik viel ondersteboven. Probeerde m’n broek aan te trekken, maar was wat onhandig.’

‘Wel goed wakker zeker nu!’

‘Ja. Euhh … ik loop even de woonkamer in.’ Nog niet helemaal aangekleed ging hij naar binnen en schrok. De oma’s zaten bij de open haard te eten. Hij wilde zich verontschuldigen, maar Truu kapte dat meteen af.

‘Ach, jongen! Beiden hebben we wel vaker een man in niet geheel geklede staat gezien, hoor! Dus kom gewoon binnen en doe wat je wilt doen.’

Hij wees op zijn telefoon en liep naar de raam aan de kant van de tuin. ‘Wat is er aan de hand, Matthieu?’

De oma’s waren er meteen met de aandacht volledig bij.

‘Goed nieuws. Ik liep zo-even het huis uit en trof bij de weg een koerier op een motor. Hij overhandigde mij een enveloppe, nadat ik hem mijn identiteitskaart had laten zien. Ik zal je een korte samenvatting geven.’ Omdat er geen reactie kwam, vroeg Matthieu of er nog geluisterd werd.

‘Ja. Ben er nog, alleen even wat onthutst. Een koerier op eerste kerstdag? Zo vroeg?’

‘Alles kan, waarde vriend. Dit is wat er in het kort staat.’

Cas luisterde en des te verder Matthieu kwam, des te breder zijn glimlach werd. Dit was prachtig nieuws! ‘Wauw! Dit is een doorbraak, Matthieu!’

‘Ja. Een heel goed uitgangspunt om het goed voor elkaar te krijgen. Ik ga ermee verder straks en neem zo snel mogelijk weer contact met je op. Mocht je iets leuks gaan doen, vergeet dan in elk geval je telefoon niet mee te nemen. En ik heb ook nog goed nieuws voor Ben en jou. Heb veel gelezen. Bij veel collega’s rondgevraagd en allen zijn het erover eens: geen enkele rechter zou de wensen van jouw broer met betrekking tot Bens verhuizing naar de Verenigde Staten in de komende zomervakantie goedkeuren. Ben is dan zeventien en voor dat ene jaar, want een jaar later is hij al meerderjarig, zal niemand dat doen. Kijk … tweemaal goed nieuws voor jullie! En dat al zo vroeg op de dag!’ Een reactie bleef uit. ‘Ben je er nog?

‘Ja. Ben even helemaal sprakeloos. Compleet van m’n stuk gebracht.’

‘Met dat eerste ga ik verder als mijn ochtendwandeling erop zit.’

‘Maar … heb jij geen kerstverplichtingen vandaag?’

‘Echt wel, maar … ik kan niet de hele dag alleen maar eten en gezellig zijn, hoor! Dat lukt me niet. Af en toe trek ik me gewoon even terug, en in die rustige momenten ga ik dingen uitzoeken. Doe je de groeten aan alle anderen?’

‘Ja. Maar … er is nog iets dat je mag weten.’

‘Wauw! Dat is mooi, man!’ reageerde Matthieu verrast, nadat Cas uitgesproken was. ‘Geeft mij ook weer nieuwe … euhh … ik ga het uitwerken. En … nee laat maar. Eerst moet ik het uitwerken. Veel plezier vandaag. Doe je de groeten aan iedereen?’

Cas beloofde het hem en verbrak de verbinding. Hij legde de telefoon neer en werd meteen bestookt met vragen. ‘Ho, dames! Ik ga me eerst even aankleden. Dan ga ik wat te eten maken en dan kom ik bij jullie zitten.’

* * *

Eén voor één werden de jongens wakker. Ben het eerst. Eerst bleef hij rustig liggen. Het leek alsof het nog steeds donker was buiten. Kwam het door de gordijnen, of zou het nog steeds sneeuwen. Hij kroop onder het dikke dekbed vandaan, liep naar het raam en deed het gordijn iets opzij. Aan het sneeuwen was nog steeds geen eind gekomen. Er lag al een behoorlijk pak.

‘Sneeuwt het nog steeds?’ klonk het slaperig en krakerig uit de mond van Sjeng.

‘Ja. Als dat zo doorgaat, raken we ingesneeuwd hier.’

‘Echt?’

‘Nee, joh! Ik maak maar een grapje.’

‘Zo vroeg op de morgen al!’ werd de derde wakker.

‘Ja. En ik ben nog wel degene met het ochtendhumeur! Maar vandaag niet. Vandaag … ach … ik weet het niet … ‘ verzuchtte Ben. ‘Als je zo naar buiten kijkt … dan lijkt het alsof er helemaal geen problemen zijn. Alles is zo … zo mooi wit. Zo … ‘

Als het zo mooi was, en het er zelfs voor zorgde dat Ben geen ochtendhumeur had, dan wilde Sjeng het zelf ook zien. Heel voorzichtig, bang dat de spierpijn zich weer flink zou laten gelden na een periode van slaap, kwam hij in beweging. En … verrek … het ging goed! Het lukte hem om helemaal alleen in de benen te komen.

‘Dat ging goed, zeg!’ prees Ben hem.

‘Ja. Gelukkig wel.’ Hij voegde zich bij hem en ja … hij kon zich … tja … hoe zeg je zoiets … het welbehagen? … kon het beter op kerst? Hij kon zich Bens stemming helemaal voorstellen. Het was buiten ontzettend mooi. ‘Is dat Cas!’

‘Ja! Hij is aan het wandelen geweest.’

Ook Hugo stond inmiddels bij het raam. ‘Ja! Malloot! Wie doet nou zoiets!’

‘Hij! Prima toch!’ meende Ben.

‘Het moet hartstikke koud zijn, man! Hier bij het raam is het al koud!’

‘Trek dan ook eens gewoon een pyjama aan in bed! Dan heb je het ook niet koud!’

‘In bed had ik het niet koud, rotjoch!’

‘Hé, ophouden jullie!’ wees Sjeng zijn kamergenoten terecht. ‘Het is kerst en dan hoor je je te gedragen!’

‘Twee hele dagen per jaar?’ grapte Hugo.

‘Geloof me, Sjeng, met hem is soms geen land te bezeilen.’

‘Geloof me, Sjeng,’ aapte Hugo zijn vriend na, ‘met Ben is vandaag wel een land te bezeilen.’

‘Niet grappig, Hugo. Slaat ook nergens op, trouwens.’

‘Kom laten we gaan zitten! Ik wil mijn dekbed ver over me heentrekken voor ik bevries.’

‘Waarom?’ wilde Sjeng weten.

‘Omdat ik het koud heb!’

‘Nee! Dat niet! Waarom moeten we gaan zitten? Waarom kunnen we niet naar beneden gaan?’

‘Omdat we nog wat te bepraten hebben. En dat in klein gezelschap, zonder de anderen erbij.’

‘Oh ja,’ bromde Ben.

Sjeng had ook een idee waar het over zou kunnen gaan. Maar hij vond het niet echt een leuk gespreksonderwerp. Het voelde voor hem vreemd. Bovendien … hij kon het fout hebben. Toch liep hij achter Ben aan terug naar hun matrassen.

Hugo zat inmiddels helemaal ingepakt op dat van hem. Toen de andere twee waren gaan zitten, opende hij met: ‘Vannacht hebben we gepraat. Ook ik.’

‘Eindelijk.’

‘Me niet steeds onderbreken, Ben, want anders komen we nergens. En ik weet dat oma Suus zei dat dat misschien ook niet nodig is, maar … met dit … weet ik dat zo net niet.’

‘Moet je duidelijk worden,’ vond Ben.

‘Ja. Weet het. Maar … dat is best lastig.’

Sjeng voelde zich iets beter ineens. Als Hugo het ook niet makkelijk vond, dan … ja … dan voelde dat beter. Hij keek naar het gezicht van Ben en probeerde hem te peilen. Hmmm … lastig …

‘Laat ik dan maar beginnen,’ sprak Ben. ‘Jij had het erover dat je verliefd was op mij. Ik ben dat nog steeds op jou. Heel mooi. Maar jij gaf aan dat er een nieuw probleem was ontstaan en dat het voor mij ook zo was.’

Ineens wist Sjeng het weer. Die rare keuze die Hugo Ben geboden had: “Ja of ja.”

‘Het gaat om jou, knakker!’ kwam Hugo ineens uit de hoek.

‘Oh!’ Dat had Sjeng niet aan zien komen. Maar uit het veld geslagen was hij evenmin. ‘Moet je me wel uitleggen hoe je dat bedoelt, want ik snap het nog niet echt.’

Hugo zuchtte. Tja … hoe begin je zoiets.

Ben was meer kordaat. ‘Wij bedoelen dat … we jou allebei heel erg leuk vinden. Toen ik je voor het eerst zag en ik je een hand wilde geven, voelde het voor mij meteen heel erg goed.’

‘Oww.’

‘Mij verging het precies zo,’ vulde Hugo aan. ‘Je maakte indruk op me. Enorme indruk en … als zoiets gebeurt, dan … wordt ik vaak druk. Verlies ik even het evenwicht, laat ik het maar zo zeggen, en moet ik mijn best doen dat weer te herstellen.

‘Oké. Nou … voor mij was het ook zo. Ik … was twee keer echt van mijn stuk.’ Hij begon te lachen. ‘En nu zitten we met z’n drieën te schutteren hier.’

‘Ja. Omdat het toch wel vreemd is, nietwaar?’ gaf Ben aan. ‘Zeker toen je die laatste vraag stelde voor we naar binnen gingen.’

Sjeng wist die vraag nog maar al te goed en het antwoord des te beter. ‘Ja … ik … wilde die gewoon stellen. Wilde weten of … nou ja … ‘

‘Je daagde me uit. Toch?’

‘Ja.’

‘En ik was eerlijk.’

‘En achter de deur hoorde ik zowel vraag als antwoord.’

‘Als je het al wel wist, waarom begin je daar dan niet mee!’ reageerde Ben heftig.

‘Een gesprek afluisteren is niet netjes.’

‘Deed je het expres dan?’ wilde Sjeng weten.

‘Nee. Het kwam toevallig zo uit dat jullie … nou ja … jullie kwamen net terug en ik wilde jullie ophalen. Toeval.’

‘Bestaat niet volgens je moeder.’

‘Ik weet het. Maar wat is het dan wel?’

‘Don’t know.’

‘Wat bedoel je daar nou mee, Sjeng!’

‘Iets wat mijn moeder vroeger vaak zei als ik met een vraag kwam en zij het antwoord niet wist.’

‘In het Engels nog wel?’

‘Ja. Het was een uitspraak van een zenmeester. Leerlingen vanuit de hele wereld kwamen naar hem toe met hun vragen en vaak kregen zij dit antwoord van hem.’

‘Maar daar schiet je dan toch niets mee op!’ merkte Hugo gepikeerd op.

‘Nee.’

‘Maar dat is ook de bedoeling. Of niet, Sjeng?’

‘Ja. Dat is de bedoeling. Ik denk dat hij wilde zeggen, ga niet af op mijn mening, op mijn antwoord, maar …zoek het zelf op, zoek het zelf uit.’

‘Wauw … en dan is zo’n stom antwoord ineens heel erg wijs.”

‘Ja, Hugo, en dus is het niet een stom antwoord,’ meende Ben te moeten zeggen.

‘Je begrijpt wel wat ik bedoel!’

‘Ja … en ik ook inmiddels wat jullie beiden bedoelen,’ was er Sjeng een licht opgegaan, ‘En als jullie het niet gewoon gaan zeggen, dan doe ik dat wel. Natuurlijk praat ik vanuit mezelf. Iets anders kan ik niet. Ik ben in die heel korte tijd dat ik jullie nu ken verliefd geworden. Niet op de één, niet op de ander, maar op jullie beiden. Dat voelt ontzettend raar. En tegelijkertijd weet ik absoluut niet wat dat is: verliefdheid. Wat is het? Hoe voelt het om verliefd te zijn? Ik heb het nog nooit eerder gehad. Geen vergelijkingsmateriaal. Totaal nieuw. En … hoe kan ik nou van twee tegelijkertijd houden? Dat maakt dingen ontzettend … moeilijk. Dus … ja goed idee, Hugo, om daar met elkaar over te praten … tenminste,’ toch ineens die twijfel weer, ‘als ik het bij het rechte eind heb, dat dit ook voor jullie geldt.’

‘Voor mij wel.’

‘Idem dito.’

‘Kun je dat niet gewoon zeggen!’

‘Kop dicht, Hugo! Probeer nou eens een keer serieus te zijn en niet overal op in te hakken meteen.’

‘Zeg! Allebei ophouden, want anders ga ik er een scheidsrechter bijhalen! De oma’s bijvoorbeeld.’

‘Nee!’

‘Nee!’

‘Dus … redden jullie het met mij, zonder elkaar steeds aan te vallen?’

‘Een gewoonte.’

‘Ja. Niet meer dan dat.’

‘Maar wel vervelend! Soms dan.’ Hij kon niet anders dan glimlachen. Soms was dat gekibbel gewoon heel erg leuk.

‘Je vind het best leuk, dus?’

‘Ja, dat valt mij nu ook op!’

‘Ach … jongens … ja, ik vind het leuk … maar … nu even niet. Ik weet niet wat ik aan moet met dat gevoel van mij en … vraag jullie om hulp. En bovendien hebben jullie nog steeds niet op mijn verklaring gereageerd.’

‘Wat had je ook alweer gezegd?’ vroeg Hugo, waarna hij in lachen uitbarstte.

‘Nondedju! Stop nou met die onmogelijke act, stelletje clowns!’

‘Ja, Hugo, stoppen nu.’ Ben wist wanneer het genoeg was. ‘Tijdens dat praten van Hugo vannacht stelde hij mij een vraag die voor iedereen als onmogelijk moet hebben geklonken. Dat “Ja of ja” als antwoordmogelijkheden van hem, was voor mij niet onduidelijk. Bij de deur, vlak voor we naar binnen wilden gaan, heb ik je iets gezegd. Misschien niet in deze precieze woorden, maar … als die hopeloze verliefdheid er niet was, dan zou ik verliefd op jou kunnen worden. Toch?’

Zijn stemvermogen werkte even niet en daarom knikte Sjeng alleen maar.

‘Die hopeloze liefde is er niet meer. Hugo vertelde dat hij verliefd op mij is. En … ik ben het ook op jou.’

‘Maar … is dat dan niet hopeloos te noemen?’

‘Nee,’ begon Hugo zijn mening te verwoorden. ‘Het is alleen maar een enorme uitdaging. Eentje die niet gemakkelijk zal zijn, maar ik loop er niet voor weg. Ik ben Hugo, ik ben homo, en verliefd op twee heel mooie jongens tegelijkertijd.’

Ben was onder de indruk van dat wat zijn vriend had gezegd. Het was simplistisch, maar juist daarom misschien ook zo ontzettend indrukwekkend. En daarom kopieerde hij diens tekst bijna volledig, door te zeggen: ‘Ik ben Ben, ik ben homo, en verliefd op Hugo en Sjeng tegelijkertijd.’

Het eerste wat in Sjeng opkwam om te antwoorden was: Ik ben Sjeng en ik snap helemaal niets van verliefdheid. Want … zo voelde het nog steeds voor hem. Het was verwarrend. Nog steeds niet duidelijk. En daarom bedacht hij zich ook niet, maar gooide zijn eerste ingeving er ook zo uit, om af te sluiten met: ‘En nu? Wat komt er nu?’

‘Tja … ‘ Hugo had willen beginnen, maar viel stil.

Ben was nog in gedachten. Hij probeerde dingen op een rijtje te krijgen. Zou een poging wagen om het hopelijk duidelijker te maken voor Sjeng. ‘Voor mij … en ook ik kan alleen maar uit mezelf spreken, meer is niet mogelijk, voor mij is verliefdheid een machtig mooie manifestatie.’

Hugo vond het laatste woord onduidelijk. Precies zoals Ben soms was, maar hij was verstandig genoeg om dit keer zijn mond te houden.

‘Een … overweldigend … gevoel. Laat ik het daar op houden. Het … gaat niet alleen maar om het seksuele. Dat speelt natuurlijk ook een rol, maar … als ik honderd mag worden, zal ik nog steeds verliefd zijn op jou,’ waarna hij eerst op Sjeng en toen op Hugo wees. ‘Of we dan nog in staat zijn om seks te hebben is afwachten. Misschien zijn we dan allemaal wel zo verrekte stram van de … nou ja … wat je allemaal kunt krijgen als je ouder wordt … dat seks helemaal niet meer leuk is. Dat het zoveel energie kost, dat … we dat gewoon niet meer kunnen opbrengen. Maar … die verliefdheid … dat verliefd zijn … dat wil ik erin houden! Dat enorme … dat zal blijven. Ben ik duidelijk voor jou, Sjeng, of … of heb ik het alleen maar nog moeilijker gemaakt?’

Sjeng zuchtte. Verliefdheid was dus een gevoel. Een manifestatie, zoals Ben had aangegeven. Hij had het heel mooi gezegd. ‘Maar … kan het zijn dat die verliefdheid voor de één anders is dan voor de ander?’

‘Wil je het uitleggen?’ vroeg Hugo heel rustig en kalm.

‘Toen ik Ben zag vond ik hem meteen heel erg mooi. Toen hij me rondleidde in het huis, kreeg ik een inkijkje in wat zijn interesses waren. Hij zei het niet met zoveel woorden, maar ik zag zijn ogen stralen in de bibliotheek – mijn slaapkamer. En ook beneden toen ik een opmerking maakte over zijn vleugel. Interesses die ik deel. Het lezen helemaal. De muziek deels. Ik vind het prachtig om ernaar te luisteren. Gisteravond … ‘ even was hij in de war met de tijd. ‘Ja … dat is juist … Gisteravond ook toen jij je oma begeleidde. Het was zo mooi om jouw vingers over de toetsen te zien gaan. Zo … geen woorden voor.’

‘En bij mij?’ wilde Hugo, enorm nieuwsgierig geworden, toch wel weten.

‘Bij jou was het anders. Was er meteen … sorry dat ik het gewoon zeg … meteen dat lijfelijke. Meteen die seksuele opwinding. Het zorgde ervoor dat ik … ‘

Hugo reikte met zijn hand naar die van Sjeng en pakte hem beet. ‘Zeg het gewoon, Sjeng. Kies jouw woorden.’

‘Ik kreeg meteen een erectie. En … vroeg me af … ‘ hij voelde dat hij begon te kleuren, ‘… ik vroeg me af of jouw schaamhaar ook rood was. Stom hè?’

‘Nee, zo was het voor jou. Op dat moment,’ gaf Ben aan. ‘En daar is helemaal niets mis mee. Gevoelens kunnen inderdaad verschillen, zoals jij omschrijft. Maar … ik denk dat je ook zult merken dat ze in de loop van tijd, als we elkaar beter en beter en nog beter leren kennen, ook kunnen veranderen.’

Hugo dacht terug aan iets dat zijn moeder over Cas gezegd had: dat mensen mochten veranderen. Hij vertelde het de anderen.

‘Ja. Dat is ook zo. Gebeurde vannacht al. Ineens merkte ik dat Hugo veel meer was dan alleen maar … die prachtige mooie jongeman die bij mij opwinding veroorzaakte. Je was … ineens ook anders voor mij, Hugo.’

‘Laten we dat erin houden!’

‘Ja,’ verzuchtte Ben, ‘je zei het me eerder al, Sjeng. We zijn meer dan één facet.’

‘Hé, dat heb ik niet mee gekregen.’

Ben gaf Hugo een korte weergave van dat gesprek met Sjeng aan de keukentafel.

‘Ja, mooi gezegd, man! En ik haak daarop in. Diamanten. We zijn als diamanten. Die hebben veel facetten. Iedere keer als je erin kijkt, zul je zien dat de reflectie net iets anders is dan bij het eerdere gedeelte dat je bekeek.’

‘Ja. Zo is het helemaal. Bedankt. Het brengt me duidelijkheid. Onze liefde, hoe bijzonder ook, mag er zijn. Ook voor mij.’

‘Maar … ik zit nog wel met de praktische kant,’ zei Hugo. ‘Bijvoorbeeld … hoe leggen we dit uit aan de anderen?’

Er werd zachtjes op de deur geklopt. “Zijn jullie al wakker?” was er te horen.

‘Ja, kom maar binnen, Mam!’

‘Goedemorgen, jongens!’ zei Trees toen ze de kamer binnengekomen was. ‘Euhh … hebben jullie tijd om iets te eten? Met elkaar? Euhh … er is goed nieuws.’

‘Wat dan?’ wilde Ben weten.

‘Kom maar naar beneden. Cas kan het beter vertellen dan ik.’