9 maart 2021

Dubbelleven – 9 Alles op z’n kop

Ongerust keek Sjors me aan.
“Schat, wat is er? Je maakt me bang…”
Ik zuchtte. Vanaf het moment dat de naam Hein Krabbedijke was gevallen, wist ik absoluut zeker dat hij Sjors’ vader was. Dat kon niet anders. Het was te toevallig… Alles maalde door m’n kop. Ik deed m’n uiterste best een beetje grip op m’n gedachten te krijgen maar dat lukte van geen meter. Want dit ging veel verder dan Sjors’ biologische moeder opsporen… Dit zette alles op z’n kop…

Ik reed de eerste de beste parkeerplaats op en zette de motor uit. Ik staarde Sjors aan, wist niet goed waar ik moest beginnen.
“Bas, zeg eens wat… Heeft het met die pianist te maken?”
Ik keek hem aan en knikte.
“Heb je hem wel eens horen spelen of zo?” vroeg hij. “Raar dat ik hem niet ken dan…”
“Niet in het echt. Maar mijn moeder heeft een paar CD’s van hem. En het is niet zo raar dat jij nooit van hem gehoord hebt hoor. Die man is eenennegentig nu. Hij woont al meer dan vijftig jaar ergens in Amerika.”
“Hoe kan dat nou?” vroeg Sjors verbaasd. “Hoe kan hij dan in de tijd dat ik geboren werd in Gent zijn geweest?”
“Dat vraag ik me dus ook af…”

In de stilte die viel raasden allerlei gedachten door m’n hoofd. Nog steeds kon ik er geen lijn in krijgen. Conclusies riepen direct nieuwe vragen op en zo bleef ik maar in een kringetje ronddraaien.

“Ik wil die CD’s die jouw moeder heeft wel eens horen,” begon Sjors ineens over iets anders. “Ik ben wel benieuwd hoe hij speelt. Of ik er wat van mijn eigen stijl in herken…”
“Dat kan ik je zo wel vertellen,” reageerde ik prompt. “Toen zijn naam in me opkwam, wist ik het meteen. Het kan gewoon niet anders dan dat hij jouw vader is,” zuchtte ik.
Onderzoekend keek Sjors me aan.
“Je klinkt alsof je er niet echt blij mee bent,” merkte hij bedachtzaam op.
Ik zuchtte nog maar een keer.
“Dat klopt wel ja… Ik ben bang dat het heel wat commotie gaat geven als we verder gaan graven jongen,” antwoordde ik aarzelend.
“Bas! Hou eens op met die vage antwoorden… Zeg nou eens gewoon wat er is man. Waarom denk jij dat?”
Gespannen keek hij me aan. Ik haalde diep adem…

“Niet alleen jouw spel lijkt op dat van hem. Ook je ogen… En je neus… Eigenlijk lijk je heel veel op hem…”
“Hoe weet je dat? Heb je foto’s van hem gezien?”
Eén foto kwam me meteen voor de geest. Hein Krabbedijke was op die foto zo’n tien jaar jonger dan Sjors nu. Als twee druppels water… Het was zo absurd! Als ik die foto vorig jaar onder ogen had gekregen, zou het nog niet eens in me opgekomen zijn dat hij Sjors’ vader zou kunnen zijn! Ik zou er simpelweg nooit aan gedacht hebben… Maar nu… Nu was het zo klaar als een klontje… M’n moeder zei altijd dat ik op hem leek. Maar vergeleken bij Sjors…

“Ik weet niet goed hoe ik je dit moet vertellen schat,” begon ik voorzichtig.
“Gooi het er maar uit jongen. Kom op, ik wil het weten,” reageerde hij ongeduldig.
“Ok dan… Maar ik wil je wel vragen heel goed na te denken wat je gaat doen met wat ik je ga vertellen. Want dit gaat geheid een hoop gedonder geven.”
“Ja, ja, vertel nou maar,” drong hij aan.

“Die Hein Krabbedijke,” begon ik, “dat is mijn opa.”
Sjors sperde zijn ogen open.
“Hoezo jouw opa? Ik ken jouw beide opa’s toch? Die van je moeder woont in Groningen en die van je vader bij ons in het dorp.”
Ik zei maar even niks. Liet hem denken…
“Of wil je beweren dat één van jouw opa’s niet de echte vader van je vader of moeder is?”
Ongelovig keek hij me aan. Ik knikte langzaam.
“Hein Krabbedijke is de vader van mijn moeder,” beantwoordde ik zijn vraag.
“Wat vertel je me nou?”
Zijn mond zakte open van verbazing.
“Mijn oma is voor ze opa leerde kennen met hem getrouwd geweest,” verklaarde ik.
“Jezus Bas… Shit man,” was het enige wat Sjors uitbracht.
Ik zag hem nadenken…
“Maar dat betekent… Dat betekent dat jouw moeder… Oh shit man,” bracht hij met moeite uit.
“Ja jongen… Dat betekent dat mijn moeder jouw halfzus is…”
Sprakeloos keken we elkaar aan. Ik slikte een keer. Wachtte gespannen af tot het tot hem door zou dringen wat dat nog meer betekende.
“Maar dan…,” begon hij in een poging zijn gedachten onder woorden te brengen. “Dan ben ik jouw oom…”
Ontstelt keek hij me aan.
“Oh fuck, Bas… Kan dat wel? Ik bedoel… Wij zijn getrouwd! Mag dat?”
“Ik weet het niet jongen. Ik weet het werkelijk niet,” fluisterde ik.
“Snap je nou waarom ik daar weg wilde?” piepte ik met een klein stemmetje.
Hij knikte.

Zonder iets te zeggen, staarden we voor ons uit. Ik kreeg het niet meer voor elkaar mijn gedachten te ordenen, laat staan ze onder woorden te brengen. Sjors kreeg niks anders over zijn lippen dan ‘Shit man…’. Hij bleef het maar herhalen.

“Maar niemand weet dit Bas,” zei hij ineens. “Alleen wij… We hoeven het toch aan niemand te vertellen?”
Hij keek me bijna smekend aan.
“Wil je dan niet meer weten wie je moeder is?” vroeg ik verbaasd.
“Ik weet het allemaal niet meer,” zuchtte hij. “Ik weet alleen maar dat ik niet het risico wil lopen om jou kwijt te raken…”
Geruststellend legde ik mijn hand op zijn been.
“Laten we er eerst maar eens proberen achter te komen of het überhaupt wel mag. Ik bedoeld, getrouwd zijn als je oom en neef bent. Want ik vertel je één ding… Als het niet blijkt te mogen en mijn ouders komen erachter… Ze vinden het sowieso al niks dat we getrouwd zijn. Die zullen alles aangrijpen om ons uit elkaar te krijgen als het wettelijk gezien niet mag,” zuchtte ik vertwijfeld.
“Wat moeten we nou man? Kut jongen, ik wil je niet kwijt… Dat kan echt niet.”
Tranen schoten in zijn ogen.
“Internet…” zei ik ineens in een helder ogenblik. “Eerst uitzoeken of het wel mag. Daarna kunnen we wel bepalen wat we verder gaan doen.”

Ik startte de motor en wilde wegrijden.
“Wacht even,” fluisterde Sjors. “Kom alsjeblieft even bij me jongen. Ik moet je even tegen me aan voelen.”
Geëmotioneerd stapten we uit. Ik liep om de auto heen en trok hem stevig tegen me aan.
“Wij gaan dit samen redden jongen,” fluisterde ik gesmoord in zijn nek. “Ik hou veel te veel van je om dit tussen ons te laten komen. Kan me niet schelen wat er gebeurt…”

Stil vervolgden we onze weg naar het hotel.
“Wil je die DNA test nog op de post doen?” vroeg ik ineens.
“Heeft dat nog zin? ik weet toch al zeker wat de uitslag zal zijn.”
“Ik zou het maar wel doen schat. Al was het maar om Vera te laten zien dat ze echt jouw moeder niet is.”
“Daar heb je wel gelijk aan. Stel je voor dat ik die ook nog de rest van m’n leven achter me aan heb omdat ze ervan overtuigd is dat ik haar zoon ben… Ik moet er niet aan denken,” zuchtte Sjors.
Weer viel er een stilte.

“We gaan er nou wel steeds van uit dat die opa van jou mijn vader is… Maar eigenlijk weten we dat natuurlijk helemaal niet zeker,” begon Sjors ineens.
Ik glimlachte. Hij deed hetzelfde als wat ik al vanaf het moment dat de naam van mijn opa in me opgekomen was, deed. Proberen dat wat overduidelijk was te ontkennen. Redenen bedenken waarom het niet zo zou zijn…
“Lieve schat… Het zou wel heel erg toevallig zijn dat mijn opa op het moment dat jouw moeder in het moederhuis in Gent verbleef, daar ook was maar dat hij niks met jou of je moeder te maken had. Vooral als je bedenkt dat jij echt sprekend op hem lijkt en net zo muzikaal bent. Dat geloof je toch zelf niet?”
Hij schudde zijn hoofd. En weer viel er een stilte.

Een half uur later liepen we zwijgend de lobby van het hotel in. Sjors gaf de envelop met de DNA monsters bij de receptie af met het verzoek deze aangetekend voor hem te versturen.

Eenmaal op onze kamer, startte ik snel m’n laptop op. Eerst uitzoeken hoe het zat met huwelijken tussen ooms, tantes, neven en nichten. Voor we verder gingen, moesten we dit weten. Want beide wilden we ons huwelijk niet op het spel zetten. Als zou blijken dat het wettelijk gezien niet mocht, was de keuze snel gemaakt. Stoppen met onze speurtocht en niemand iets vertellen. Direct. Ik wilde Sjors voor geen goud kwijt. En het interesseerde me geen biet als het volgens de wet eigenlijk niet mocht. Ik hield van hem. Onvoorwaardelijk. Het kon me geen snars schelen dat we ineens familie bleken te zijn… Dat Sjors daar net zo over dacht, stond als een paal boven water. Hij had me niet voor niks gezegd dat hij me niet kwijt wilde.

Opnieuw maakten we gebruik van de magie van Google. Binnen een paar seconden vonden we wat we zochten en haalden we opgelucht adem… Het mocht gewoon. Een huwelijk tussen een oom en een nicht en tussen een tante en een neef was volgens de Nederlandse wet gewoon toegestaan. Ok, er stond niks over een huwelijk tussen een oom en een neef maar dat was natuurlijk niet zo vreemd. Want deze wetgeving dateerde uit 1970 en toen konden homo’s nog niet eens trouwen. Opgelucht kropen we tegen elkaar aan.

“Misschien kunnen we mijn moeder vragen of zij weet waar haar vader op dit moment woont,” opperde ik.
“Denk je niet dat ze dat vreemd zal vinden? Jij kent haar vader niet eens…”
“Nee, maar hij is wel, net als wij, pianist. We kunnen toch gewoon zeggen dat ik je over hem verteld heb en dat jij nieuwsgierig bent geworden? Ik denk niet dat ze er iets achter zal zoeken.”
“Tja, als je het zo brengt… Hij is natuurlijk wel de enige die ons kan vertellen wie mijn moeder is.”
“Als hij dat al wil,” merkte ik peinzend op. “Want hij was toen jij geboren werd al jaren getrouwd met zijn tweede vrouw. Het lijkt erop dat hij een affaire heeft gehad… En gezien het feit dat jouw moeder anoniem is bevallen, wilde hij overduidelijk niet dat dat bekend werd.”
“We zullen zien. In ieder geval hebben we weer een spoor…”