19 februari 2021

Weekendje Wadden – 30

Nerveus parkeert Lea haar auto een stukje verderop in de straat en stapt uit. De afgelopen uren heeft ze flink nagedacht en uiteindelijk heeft ze een besluit genomen.
“Mam”, begroet Diede haar verbaasd nadat hij de deur geopend heeft. “Wat doe jij hier? Weet papa dit?” Hij fronst zijn wenkbrauwen.
“Diede,” zegt Lea zachtjes. “Mag ik even binnenkomen? Ik moet met jullie praten.”
“Eh…ja… ik weet niet”, aarzelt Diede stuurs. “D’r komt zo een vriend van Eddy. Ik weet niet of Eddy het wel zo fijn vindt als jij er dan bent.’
Lea knikt. “Remco zeker?” Ze kijkt haar zoon strak aan.
“Kom je controleren?”, reageert Diede, direct op zijn hoede. “Is papa er soms ook?” Snel steekt hij zijn hoofd om de deur en speurt de straat af.
Lea lacht flauwtjes “Maak je geen zorgen, papa is met het koor weg, optreden.”
“Oké dan, kom maar even. Maar als Eddy wil dat je weggaat…”
Lea knikt opnieuw. “Dan ga ik”, vult ze hem aan.

“Mama?” Geschrokken springt Eddy op als zijn moeder de kamer binnenkomt. “Wat doe jij hier?” In paniek kijkt hij zijn broer aan.
Diede haalt zijn schouders op en gaat naast Merel zitten.
“Rustig maar, jongen”, stelt Lea haar jongste zoon op zijn gemak. “Ik weet dat Remco zo komt en dan ga ik weer.”
“En dan ga je papa zeker vertellen dat hij hier is geweest?”, reageert Eddy boos. Verdorie, waarom heeft hij zich ook door zijn broer over laten halen Remco te bellen?
“Dat ga ik inderdaad”, antwoordt Lea resoluut. “En ik ga hem ook vertellen dat hij op moet houden”, voegt ze er strijdlustig aan toe.
Verwonderd schudt Diede zijn hoofd. “Ophouden? Waarmee?”
“Hiermee”, zegt Lea terwijl ze haar zoons om beurten aankijkt. “Ik heb veel te lang m’n mond gehouden”, zucht ze. “Jongens, ik heb vanmiddag lang nagedacht en een besluit genomen. Of papa dat nu leuk vindt of niet, ik vertik het nog langer de schijn op te houden.”
Met open mond staart Diede zijn moeder aan. “Bedoel je dat je…”
Vastberaden knikt Lea. “Ik bedoel dat ik m’n mond niet langer houd over hoe hij jullie behandelt, alleen maar omdat hij zonodig tegenover zijn familie moet bewijzen dat hij het zoveel beter voor elkaar heeft dan zij. Het is genoeg geweest!” Nerveus wrijft ze in haar handen.
Dan richt ze zich tot Eddy. “Sorry dat ik niet tegen papa in ging toen hij je verbood Remco te zien. Ik heb niks tegen Remco hoor, volgens mij is hij een hele aardige jongen”, glimlacht ze.
“Geeft niks, mam”, stamelt Eddy overdonderd. “Je kon er toch niks aan doen?” Hij twijfelt. Zal hij haar vertellen hoe het zit tussen Remco en hem? Remco staat zo op de stoep, dan zal hij het voor zijn moeder toch niet meer verborgen kunnen houden. Hulpzoekend kijkt hij zijn broer aan.
Diede knikt hem bemoedigend toe.
Hij haalt diep adem. “Mam,” begint hij aarzelend, “Remco en ik… nou ja… wij eh…”
“Zijn verliefd op elkaar”, vult Lea hem lachend aan. “Ja, dat had ik zelf ook al uitgevogeld, jongen.”
Eddy kleurt tot achter zijn oren. “Maar… Hoe dan?”, hakkelt hij verbaasd.
Voor Lea de kans krijgt zijn vraag te beantwoorden, gaat de bel.
“Daar zal je hem hebben”, grinnikt Diede. “Perfecte timing, die vriend van jou.”
“Wacht maar, ik doe wel open,” reageert Merel snel. Voor Diede er iets tegenin kan brengen, is Merel al onderweg naar de voordeur.
“Oké, dan kom ik een andere keer wel terug.” Lea kijkt haar jongste zoon aan. “Ik wil alleen maar dat je weet dat ik achter je sta. Praten doen we later wel, jongen.”
“Mama wacht!”, reageert Eddy als zijn moeder aanstalten maakt te vertrekken. “Blijf alsjeblieft, ik kan je steun goed gebruiken.” Smekend kijkt hij haar aan.
Verbaasd blijft Lea staan.
“Remco weet nog van niks”, verklaart hij terwijl er een traan over zijn wang biggelt. “Ik heb het uitgemaakt nadat…” Hij slikt een keer en wrijft zijn wang droog. “Papa was zo teleurgesteld en ik was zo bang…”
“Oh lieverd, kom hier…” Lea slaat haar armen om hem heen en wrijft troostend over zijn rug. “Het komt wel goed, jongen”, fluistert ze zachtjes.

***

“Hoi”, begroet Merel Remco als ze de deur voor hem open doet. Ze steekt haar hand uit. “Merel”, stelt ze zich voor. “Diede’s vriendin.” Nieuwsgierig kijkt ze hem aan.
“Waar is Eddy?”, Opgefokt en bezorgd negeert Remco Merel’s uitgestoken hand. “Hij zei dat hij hier is. Waar is hij? Ik moet hem echt spreken!”
“Rustig maar”, probeert Merel hem te kalmeren. “Eddy is hier, hij wacht op je. Kom maar”, wenkt ze hem terwijl ze terugloopt naar de kamer.
Ongeduldig loopt Remco haar achterna. “Eddy!”, roept hij zodra Merel de kamerdeur opent.
Snel maakt Eddy zich los van zijn moeder en draait zich om. “Remco”, piept hij benauwd. Zijn hart gaat als een razende tekeer. Hoe zal Remco reageren?
“Shit man… wat is er met jou?” Bezorgd wijst Remco naar Eddy’s ingegipste pols. “Heeft je vader dat gedaan? Wat is er gebeurd?” Dan ziet hij Eddy’s moeder staan.”Waarom bent u hier? Waarom zei u dat Eddy me niet wilde zien?”
“Huh? Heb jij mijn moeder gesproken?”, vraagt Eddy verbaasd.
Remco knikt. “Ik was bij je ouders thuis en jouw moeder heeft me er praktisch uitgesmeten. Waarom deed u dat?” Boos kijkt hij Eddy’s moeder aan. “Ik bedoel, u weet toch wat Eddy voor me betekent? Snapte u dan niet dat ik doodongerust was omdat ik maar niks van hem hoorde?”
“Rem…” Eddy legt zijn hand op Remco’s arm. “Ze wist van niks”, fluistert hij.
“Huh? Wat bedoel je? Wat wist ze niet?”
“Van ons…”
“Hoezo wist ze dat niet? Je zei toch dat…”
“Ga zitten, dan zal ik het je uitleggen”, zucht Eddy gelaten.

***

“U mag naar hem toe”, hoorde Alfons de dokter zeggen. “Hij ligt op kamer 214.”
Terwijl Lea nog stond te praten met de dokter, haastte Alfons zich naar Eddy’s kamer. Hij wilde hem beslist spreken voor zijn vrouw erbij zou zijn.

Vanaf het moment dat het telefoontje van het ziekenhuis kwam, wist hij wat er aan de hand was. Het kon niet anders, Eddy had zich door die jongen laten verleiden! Alfons was zich kapot geschrokken! Voortdurend moest hij terugdenken aan het telefoongesprek met Eddy gisteravond.
Tegenover Lea had hij wijselijk zijn mond gehouden over dat gesprek. Hij wist precies hoe ze zou reageren als hij haar zou hebben verteld wat hij met Eddy besproken had, ze zou de rest van de avond alleen maar hebben zitten huilen en daar had hij geen zin in…
Eddy had ontkend dat die Remco dingen met hem had gedaan die hij niet wilde en hij had hem geloofd. Maar sinds het telefoontje van het ziekenhuis, was de betekenis van Eddy’s verklaring keihard tot hem doorgedrongen. Op zich had Eddy niet echt gelogen, er was niks gebeurd wat hij niet wilde, simpelweg omdat hij zich ervan had laten overtuigen dat hij het wél wilde. Eddy had zich, in al zijn naïviteit, met mooie praatjes gewoon door die jongen laten verleiden. Dat kon niet anders!
Dus toen hij hem er gisteravond op wees dat hij niet zo was als die jongen, om de eenvoudige reden dat hij hem zo niet had opgevoed, was hij zich natuurlijk wezenloos geschrokken, bang dat ontdekt zou worden wat hij met die jongen had uitgespookt! Logisch dat hij niks wilde zeggen en hem niet onder ogen durfde te komen, hij schaamde zich natuurlijk kapot, want hij wist dondersgoed hoe hij over dit soort dingen dacht. Dus wat deed die lafaard? Aandacht afleiden en zielig doen om zijn straf te ontlopen… Nou, daar trapte hij mooi niet in!

Verbeten klemde Alfons zijn kaken op elkaar. Hij geneerde zich dood voor zijn jongste zoon! Liegen en bedriegen deed hij, en dat alleen maar om met die jongen te kunnen rotzooien! Wat een smeerlap! Waar had hij dit aan verdiend?
Hij hoopte maar dat hij er nog op tijd bij was om het tij te keren en Eddy in te laten zien dat dit echt niet kon, vóór het ziekenhuis hem met een psychiater zou laten praten. Want dan had je de poppen aan het dansen, daar kon je donder op zeggen! Als Eddy zo’n kwakzalver zou vertellen over zijn escapades met dat vriendje van hem, zou hij vast en zeker gestimuleerd worden ermee door te gaan. Zo ging dat tegenwoordig.
Maar dat kon hij niet laten gebeuren. Zo was Eddy niet, hij had zich alleen maar door die jongen laten meeslepen… Nee, zo’n psychiater zou beslist meer kwaad doen dan goed. Vuile was kon je maar beter binnenhouden, was zijn mening. Problemen losten ze zelf wel op. Zijn zoon had geen psychiater nodig, hij had gewoon zijn vader nodig om hem weer op het juiste pad te krijgen. Dat was alles…

***

“Eddy?” Alfons stak zijn hoofd om de deur. “Ben je wakker?”
“Papa?” Moeizaam kwam Eddy overeind.
“Waar ben je toch mee bezig, jongen?”, ging zijn vader hoofdschuddend op de stoel naast het bed zitten. “Ik ben me kapot geschrokken, Eddy!”
“Dat was niet m’n bedoeling”, fluisterde Eddy timide.
“Het was die jongen, hè?, sprak Alfons op zachte toon. “Hij heeft je ertoe aangezet, of niet?”
Apathisch staarde Eddy’s voor zich uit. Zijn hart bonkte in zijn keel, het koude zweet brak hem uit. Hij kreeg geen woord over zijn lippen. Tranen welden op in zijn ogen.
“Jongen, je hoeft het niet langer te ontkennen. Ik snap het wel. Je schaamde je natuurlijk zo, dat je me niet meer onder ogen durfde te komen, of niet?” Alfons legde zijn hand op Eddy’s schouder.
Met vochtige ogen keek Eddy zijn vader aan en schudde zachtjes zijn hoofd. “Het was een ongeluk, papa”, fluisterde hij “Ik was dronken en toen stootte ik een glas kapot…”
“Doe nou maar niet zo zielig”, reageerde Alfons geïrriteerd. “Ik heb je wel door, hoor.”
“Maar het was echt zo”, piepte Eddy angstig. “Ik was dro…”
“Wat denk jij nu, Eddy? Dat ik gek ben of zo?”, viel zijn vader hem ongeduldig in de rede. “Toen het ziekenhuis belde, wist ik meteen wat er aan de hand was! Ontken het maar niet, jij hebt met die jongen lopen vozen, of niet?” Triomfantelijk keek hij Eddy aan. “Wat dacht je? Als ik m’n polsen doorsnijd, krijgt die ouwe wel medelijden met me? Dan wordt hij niet boos? Nou, mooi niet! Schijterd!”, siste hij tussen zijn tanden.
Eddy kromp in elkaar. Wanhopig probeerde hij zijn tranen de baas te blijven maar hij kon niet voorkomen dat zijn wangen steeds natter werden.
“Ja, nu lig je te janken, hè? Mietje! Nee Eddy, ik spaar je niet omdat je jezelf het ziekenhuis in hebt geholpen. Dat is precies waar jij op gehoopt had, of niet?” Alfons keek hem indringend aan. “Weet je wat me nou zo tegenvalt van je?”, ging hij verder. “Dat je niet eens de ballen hebt me recht in m’n gezicht te zeggen dat je fout bent geweest en dat het je spijt! Een lafaard ben je, een achterbakse leugenaar!”

De woorden van zijn vader sneden door Eddy’s ziel. Hij wist dat zijn vader gelijk had, hij had gelogen en hij was laf. Zijn vader zou hem ongenadig aangepakt hebben als hij eerlijk was geweest, net zolang als nodig was om hem ‘sorry’ te laten zeggen en hem te laten beloven dat hij zoiets nooit meer zou doen. Hij wist dat hij het onderspit zou delven, dat zijn vader het onmogelijk zou maken Remco te blijven zien. En hij wist wat hem te wachten stond als hij dan toch tegen hem in zou blijven gaan. Bovendien was Remco duidelijk geweest, hij had geen zin in verstoppertje spelen… Als hij dan toch niet mocht zijn wie hij was, wat voor zin had het dan allemaal nog?
Hij had zich zo ellendig gevoeld gisteravond. Bang voor afwijzing door zijn vader, intens verdrietig omdat hij Remco miste en wist dat hij hem nooit meer zou zien.
Wat er precies gebeurd was, kon hij zich niet eens herinneren, daarvoor had hij teveel gedronken. Het enige wat hij nog wist, was dat hij zich kapot geschrokken was toen de vingers van zijn linkerhand er ineens helemaal slap bij hingen en alles onder het bloed zat.
Het was nooit zijn bedoeling geweest er zo’n zootje van te maken, hij wilde alleen maar overal vanaf zijn. Af van alle leugens waarin hij verstrikt was geraakt, af van alle verwachtingen waaraan hij niet kon voldoen en af van de teleurstelling die zijn vader zo overduidelijk liet merken. Hij wilde gewoon met rust gelaten worden, meer niet. En toen ineens was er bloed, heel veel bloed… In paniek had hij zijn arm afgebonden en 112 gebeld.

Schuldbewust keek Eddy zijn vader aan. “Papa, alsjeblieft…Het spijt me zo… ik… ik doe het… nooit meer… echt niet”, snikte hij zachtjes.
“Het is goed, jongen, je hebt je door die jongen gewoon laten verleiden tot dingen die je anders nooit zou doen. Je bent ook zo goedgelovig en naïef, net je moeder”, zei zijn vader, ineens vol begrip. “En dat ziet zo’n jongen, Eddy. Zo iemand als hij weet een jongen zoals jij er precies uit te pikken”, ging hij geruststellend verder. “Ik snap best dat je je kapot schaamde en me niet onder ogen durfde te komen. Maar om dan zo zielig te doen en je polsen door te snijden… Je had het toch kunnen vertellen? Ik had het echt wel begrepen.” Hoofdschuddend stond hij op.

“Niemand hoeft dit verder te weten, Eddy”, zei hij ineens op samenzweerderige toon. “We zeggen gewoon dat je teveel gedronken had, dat je je niks herinnert. En je houdt je mond verder over die Remco, begrepen? Ik moet er niet aan denken dat je moeder te weten komt wat je met die knul hebt uitgespookt, ze zal de schande niet te boven komen!”
Krijtwit zakte Eddy achterover, tranen stroomden ineens over zijn wangen. Zijn moeder… Daar had hij nog helemaal niet aan gedacht! Ze zou zich wel kapot geschrokken zijn van wat hij gedaan had! Als ze dan ook nog zou weten dat hij haar willens en weten had voorgelogen en haar in de waan had gelaten dat hij een vriendin had… Nee, dat kon hij haar niet aandoen.

“Rustig maar Eddy, het is goed zo, we hebben het er niet meer over”, probeerde zijn vader hem te kalmeren. “Je snapt nu in ieder geval dat het voor je eigen bestwil was toen ik je verbood met die jongen om te gaan, of niet? Moet je zien wat hij je heeft opgeleverd? Alleen maar problemen, toch?”
Eddy keek op. “Je hebt gelijk”, snikte hij. “Alleen maar problemen…”
Opgelucht keek zijn vader hem aan. “Ik ben blij dat je dat inziet, zoon!” Hij klopte hem bemoedigend op zijn schouder. “Het komt wel weer goed, jongen. De tijd heelt alle wonden. Je hebt me weliswaar vreselijk teleurgesteld en mijn respect voor jou heeft een flinke deuk opgelopen, ik kom er wel weer overheen. Het zal tijd nodig hebben en je zult mijn respect terug moeten verdienen, maar het komt goed, dat beloof ik je.”
Met die woorden stond hij op en liep naar de deur. “Ik ga je moeder halen”, zei hij terwijl hij de deur opende. “Fijn dat we zo’n goed gesprek hebben gehad”, voegde hij er tevreden aan toe.