16 februari 2021

Weekendje Wadden – 27

“Heeft Eddy jou iets verteld over ons weekend op Terschelling?”, vraagt Hannah.
“Weekend op Terschelling?”, reageert Diede. “Nee, daar heeft hij niks over gezegd. Wat heeft dat weekend ermee te maken?”
“Misschien niks, misschien alles”, reageert Hannah voorzichtig. “Eddy heeft tijdens dat weekend een jongen leren kennen die volgens jouw vader een slechte invloed op hem heeft.”
“Oh nee, hè?”, valt Diede haar in de rede. “Heeft mijn brave broertje een foute vriend opgeduikeld? Waar ken ik dat toch van?” Hij lacht schamper.
“Jouw vader denkt dat hij door die jongen in de problemen is gekomen, dat hij drugs is gaan gebruiken en is gaan drinken en zo”, gaat Hannah onverstoorbaar verder.
“Kom op Hannah!”, roept Diede uit. “Dat geloof je toch zelf niet? Als ik vroeger één biertje had gedronken, was ik in zijn ogen al stomdronken en als ik één keer een jointje rookte, was ik meteen zwaar verslaafd! En dat kwam volgens hem allemaal door mijn zogenaamd verkeerde vrienden!”
“Hé man! Doe es kalm”, maant Merel. “Laat haar eens uitpraten.”
Hannah schudt haar hoofd. “Nee, dat geloof ik ook niet, zo stom is Eddy niet. Maar ik denk wel dat die jongen er iets mee te maken heeft.”
“Hoe bedoel je?”, vraagt Diede niet begrijpend.
“Misschien moet je hem dat zelf maar vragen”, antwoordt Hannah terwijl ze een beetje ongemakkelijk heen en weer draait.
“Kom op Hannah! Je kan toch wel gewoon zeggen wat je denkt?”, reageert Diede verontwaardigd.
“Toe Hannah, zeg het nou maar”, moedigt André haar aan.
“Nee, Eddy moet zelf maar beslissen of hij het je wil vertellen of niet.” Vastberaden schudt Hannah haar hoofd. “Misschien heb ik het wel helemaal fout en dan is hij straks boos op mij omdat ik het tegen jou heb gezegd.”
“Ze heeft wel een beetje gelijk, Diede”, mengt Merel zich in het gesprek. “Zo’n goeie band hebben jij en Eddy natuurlijk niet.”
“Maar hij zit nou wel hier”, voert Diede ter verdediging aan. “Dat zegt toch wel iets over hoe hij nu tegen mij aankijkt, of niet?”
“Dat zegt iets over hoe erg hij in de knel zit”, zegt Merel resoluut. “Ik snap Hannah wel. Vermoedens kunnen iemand vreselijk in verlegenheid brengen als ze niet blijken te kloppen.”
“Oké,” zucht Diede gelaten, “dan zal ik hem zelf wel naar die jongen vragen.”
Hannah knikt opgelucht. “Zeg hem maar dat je van mij gehoord hebt dat jullie moeder mijn moeder heeft verteld dat hij in de problemen is gekomen door die jongen. Als ik gelijk heb, is dat vast genoeg om hem aan het praten te krijgen.”

***

“Eddy? Word eens wakker, ik moet met je praten.” Diede zit op de rand van het bed en schudt zachtjes aan Eddy’s schouder.
“Huh? Wat is er?” Slaperig kijkt Eddy zijn broer aan.
“Hannah en André waren hier”, begint Diede.
“Fuck!” In paniek schiet Eddy overeind. “Hoe weten die dat ik hier ben? Wat heb je gezegd?”
“Rustig maar”, stelt Diede hem op zijn gemak. “Hannah heeft van haar moeder gehoord wat er is gebeurd en maakt zich zorgen over je. Dat is toch niet zo gek?”
“Oh Shit! Heeft mama alles doorverteld? Dat wil ik niet! Waarom kan ze haar mond nou nooit eens houden?” Tranen schieten in zijn ogen.
“Hé! Dat is toch niet zo erg?” Geruststellend pakt Diede zijn rechterhand vast. “Mama moest haar verhaal kwijt, denk ik. Bij papa kan ze dat niet, dat weet jij net zo goed als ik.”
Wanhopig kijkt Eddy zijn broer aan. “Verdomme, waarom laat niemand me met rust? Ik doe toch niks verkeerd?”
“Nou, ik noem dat toch niet echt niks verkeerds”, knikt Diede richting Eddy’s linkerhand.
“Het was een ongelukje, echt waar… Ik had gewoon teveel gedronken…”
“Waarom vertel je nou niet wat er is gebeurd Eddy? Je maakt mij niet wijs dat je zomaar je polsen doorsneed omdat je dronken was. Denk je dat ik me nooit wanhopig heb gevoeld vroeger?”
Zwijgend staart Eddy voor zich uit, een traan rolt over zijn wang.
“Eddy?” Diede kijkt hem indringend aan. “Zeg eens wat. Waarom was jij dronken? Klopt het wat papa denkt? Of is er iets anders aan de hand?”, voegt hij er voorzichtig aan toe.
Verschrikt kijkt Eddy op. “Fuck! Wat heeft die klootzak gezegd? Hij had nog zo beloofd er met niemand over te praten!” Boos laat hij zich achterover zakken en draait zich met zijn rug naar zijn broer toe.
“Papa heeft niks gezegd.” Geruststellend streelt Diede Eddy’s rug. “Hannah vertelde dat mama haar moeder verteld heeft dat papa denkt dat jij bent gaan drinken en drugs bent gaan gebruiken door een jongen die je op Terschelling hebt leren kennen, maar zij gelooft dat niet…”
“Oh nee”, kreunt Eddy. Razendsnel denkt hij na. Wat heeft Hannah zijn broer nog meer verteld? Zou ze gezegd hebben dat ze gezien heeft dat hij die jongen kuste? Als dat zo is, weet Diede wat er aan de hand is. Diede zal hem voor gek verklaren, tenzij… “Wat Hannah gezien heeft, was een vergissing. Ik heb niks met hem, echt niet”, gooit hij er uit terwijl hij zich omdraait.
Verbaasd kijkt Diede hem aan. “Wat bedoel je?”
“Nou gewoon, die kus was alleen maar om hem te bedanken.” Eddy knippert met zijn ogen om zijn tranen de baas te blijven.
“Kus? Welke kus?”

***

“Eddy gaat dit weekend thuis vertellen dat hij homo is.” Remco prikte een frietje aan zijn vork en stak het in zijn mond.
“Echt waar?” Vera draaide zich naar Eddy. “Goed van je!”, lachte ze terwijl ze Eddy goedkeurend op zijn schouder klopte. “Fijn dat jullie dan tegenover jouw ouders niet langer verstoppertje hoeven te spelen”, voegde ze eraan toe.
“Nou,” reageerde Remco, “zover is het nog niet hoor. Hij gaat nog niet meteen zeggen dat ik zijn vriend ben.”
“Waarom niet?”, wilde zijn moeder weten.
“Ik wil mijn vader eerst een beetje aan het idee laten wennen”, verklaarde Eddy. “Hij moet echt helemaal niks van homo’s hebben en ik ben bang dat hij ontploft als ik hem vertel dat Remco en ik al een tijdje wat hebben.”
“Denk je niet dat hij dat zelf wel zal bedenken?”, mengde Thijs zich in het gesprek. “Jullie trekken zoveel met elkaar op…”
Eddy beet op zijn lip. Remco’s ouders hadden er natuurlijk geen idee van dat zijn ouders niet wisten dat Remco en hij elkaar überhaupt zagen. Hoe zou zijn vader dan op het idee moeten komen dat Remco zijn vriend was? Maar ja, dat kon hij natuurlijk niet tegen Remco en zijn ouders zeggen.
“Misschien kun je maar beter alles in één keer vertellen, Eddy”, opperde Vera. “Even door de zure appel heen bijten, dan heb je het maar gehad.”
“Dat zei ik ook al”, mompelde Remco met volle mond.
“Nee…” Eddy schudde zijn hoofd. “Geloof me, het is beter als ik het in etappes doe. Ik ken m’n vader.”
“Ach jongen, ik denk dat het allemaal zo’n vaart niet zal lopen”, stelde Vera hem gerust. “Maar goed, je moet het doen zoals jij het wilt.” Glimlachend keek ze Eddy aan. “Ik vind het in ieder geval heel goed dat je de eerste stap gaat zetten.”
Remco’s vader knikte instemmend. “Ik ook”, lachte hij. “Het komt wel goed, jongen, let maar op!”
“En je moeder weet het immers al?”, deed Remco een poging zijn vriend op te monteren. “Zij zal je heus wel helpen, hoor.”
“Oh ja, dat is waar ook”, riep Vera uit. “Jouw moeder weet het al! Dan zou ik me maar helemaal niet zo druk maken. Nergens voor nodig, lijkt me…”

Eddy keek een beetje benauwd. Hulp van zijn moeder? Zelfs al zou het zo zijn dat ze het wist, dan nog hoefde hij niet op haar steun te rekenen. Ze had nog nooit de kant van haar kinderen gekozen. Hoe vaak had hij haar niet tegen Diede horen zeggen dat hij niet zo dwars moest zijn en moest doen wat zijn vader wilde?
Maar ja, Diede maakte het ook wel erg bont… Wat had zijn moeder dan moeten zeggen? Dat het het niet erg was dat hij drugs gebruikte? En dat het niet erg was dat hij er op school een zootje van maakte? Nee, zoals Diede zich gedroeg, dat kon echt niet door de beugel, dat snapte hij zelf ook wel.
Toch had hij er een hard hoofd in dat zijn moeder zijn kant zou kiezen, daarvoor was ze veel te bang voor zijn vader. Remco’s ouders konden dan wel denken dat het zo’n vaart niet zou lopen, hij wist wel beter! Zijn vader zou beslist uit zijn vel springen! En zijn moeder? Zij zou er waarschijnlijk alleen maar huilend bij staan en zeggen hoe erg ze het allemaal vond…
Maar ja, Remco had wel gelijk, hij kon moeilijk zijn hele leven in de kast blijven zitten…

“En wat zei Remco nou?”, ging Thijs ineens over op een ander onderwerp. “Ga jij morgen een dagje meelopen in de praktijk van Sanne’s vader?”
“Hmm hmm”, knikte Eddy.
“Wat leuk”, ging Remco’s vader verder. “Voor de lol of wil je d’r wat mee?”, informeerde hij belangstellend.
“Weet niet”, antwoordde Eddy zonder al te veel interesse. “Misschien…” In gedachten nog steeds bij zijn vader, prikte hij lusteloos in zijn friet.
Thijs keek Remco vragend aan.
Remco haalde zijn schouders op. “Ik dacht dat jij zei dat het je heel erg leuk leek om in een dierenartsenpraktijk te werken?”, richtte hij zich tot Eddy. “Je was er zo enthousiast over…”
“Ben ik ook,” reageerde Eddy, ineens weer vrolijk. “Het lijkt me echt kei leuk!”
“Nou, dan heb jij je ouders aankomend weekend misschien nog wel meer te vertellen”, lachte Remco’s vader.
“Eerst maar eens kijken of het echt zo leuk is als ik denk”, merkte Eddy op. Het idee om zijn vader ook nog te moeten vertellen dat hij een andere opleiding wilde gaan doen, trok hem niet echt aan. Nee, als hij al besloot van opleiding te switchen, dan kon zijn vader dat maar beter niet weten! Verdorie, hij was zich behoorlijk in de nesten aan het werken… Hoe moest hij dit oplossen? Hij zuchtte diep. Waarom maakte zijn vader het hem ook zo moeilijk? Waarom mocht hij niet gewoon doen wat hij zelf wilde? Zo erg was dat toch niet?

***

“En? Hoe was het?”, wilde Remco weten toen Eddy naast hem op de passagiersstoel neerplofte.
Vanochtend had hij Eddy, voor hij naar zijn werk ging, bij de praktijk van Sanne’s vader afgezet en nu kwam hij hem weer ophalen.
“Kei leuk man!”, begon Eddy enthousiast. “Eerst mocht ik helpen bij het spreekuur. Mensen binnenlaten en dingen aangeven die Sanne’s vader nodig had. Er was een poes met een ontstoken oog, die moest ik vasthouden en later werd er door de dierenambulance een hond met een gebroken pootje gebracht… Zo zielig, hij was aangereden en ik mocht zijn chip uitlezen zodat Jessica, de assistente van Sanne’s vader, zijn baasje kon bellen. En ’s middags, toen de dieren die geopereerd waren weer opgehaald waren, heb ik de dierenverblijven schoongemaakt”, ratelde Eddy aan één stuk door.
“Kalm, kalm,” grinnikte Remco, “haal eerst eens even adem!”
“Oh sorry,” grijnsde Eddy. “Het was ook zo leuk!”
“Dat heb ik in de gaten, ja”, lachte Remco terwijl hij zijn auto de weg opdraaide.
“Sanne’s vader zei dat als ik wil, ik morgen nog wel een dagje mag komen”, glunderde Eddy. “Hij vond dat ik het heel goed heb gedaan.”
“En? Doe je dat?”, wilde Remco weten.
Eddy knikte. “Zeker weten! Hij zei ook dat hij me graag in de praktijk wil hebben als ik besluit om de opleiding voor dierenartsassistent te gaan doen.”
“Wow Eddy, gaaf man! Ga je dat doen”
“Het was wel erg leuk…” Er klonk een lichte aarzeling door in zijn stem.
“Maar?”, vroeg Remco terwijl hij opzij keek.
“Mijn vader”, zuchtte Eddy. “Die vindt het vast niet goed.”
“Ja maar Eddy, het gaat er toch niet om wat hij vindt? Het is jouw leven, jij moet toch doen wat jij leuk vindt?”
“Ik weet het niet, Rem”, aarzelt Eddy. “Ik hoor het hem nu al zeggen… Jij hebt meer in je mars, jongen. Dierenartsassistent is ver beneden jouw niveau”, deed hij zijn vader na.
Remco schoot in de lach.
“Ja, lach maar jij, jouw ouders zijn een stuk makkelijker. Mijn vader meent het hoor, hij zal me beslist inwrijven dat ik lui ben omdat ik een opleiding wil doen die beneden mijn niveau ligt.”
“Nou en? Laat hem denken, dat is toch zijn probleem? Je bent achttien, dan mag je toch zeker wel zelf beslissen wat je met de rest van je leven gaat doen?”
Eddy zuchtte. “Ergens heb je wel gelijk. Ach, eerst morgen nog een dagje meelopen, dan kan ik altijd nog beslissen.” Hij lachte alweer.