10 februari 2021

Weekendje Wadden – 21

Peinzend kijkt Marieke de jongen, die terneergeslagen naar zijn auto terugloopt, na. Lea zegt dan wel dat Eddy hem niet meer wil zien, maar zij weet dat het niet waar is. Alfons wil niet dat Eddy hem nog ziet… Maar Eddy is toch oud en wijs genoeg om zijn eigen vrienden uit te zoeken?
Voor de jongen instapt, draait hij zich om en kijkt omhoog naar het grote raam op de bovenverdieping. Eddy’s oude kamer… Marieke neemt hem goed in zich op. Rood haar, allemaal sproeten, licht gebogen rug, afhangende schouders, trieste blik in zijn ogen… Er loopt een rilling langs haar rug. Dit is geen jongen die slechte bedoelingen heeft, dit is een jonge die verdriet heeft.
Plotseling schiet er een opmerking van haar buurvrouw door het hoofd: ‘Hij was juist zo vrolijk in de vakantie, ik zou zweren dat hij een meisje had leren kennen’. Ze bekijkt de jongen nog een keer goed. Zou het misschien kunnen dat… Verbaasd schudt ze haar hoofd. Ach, waarom ook eigenlijk niet?
Heel even overweegt ze naar hem toe te gaan en hem te vertellen dat Eddy bij zijn broer is, maar dan bedenkt ze zich. Wat als Alfons gelijk heeft? Wat als die jongen wel degelijk een slechte invloed op Eddy heeft? Dan heeft zij het straks gedaan…
Hoofdschuddend gaat ze naar binnen. Nee, ze kan zich er maar beter niet mee bemoeien. Laat Hannah maar met Eddy praten…

***

Na ruim anderhalf uur poetsen, kijkt Diede tevreden rond. Behalve de spetters op de muur, die er niet echt af willen, ziet alles er weer netjes uit. Morgen maar even een pot verf halen om die muur opnieuw te sauzen en dan zie je er niks meer van. Snel gaat hij op zoek naar wat kleren en Eddy’s telefoon.

Hoeveel berichtjes? Verbaasd kijkt hij naar het schermpje. Drieëntwintig??? En allemaal van Ton? Wie is Ton? Blijkbaar iemand die Eddy goed kent, waarom zou hij hem anders zo veel berichtjes sturen?
‘Eddy, bel me alsjeblieft, ik ben ongerust’, leest hij het laatste berichtje dat als preview op de display prijkt. Het is van nog geen kwartier geleden…
Shit, natuurlijk! Eddy’s vrienden… Die hebben al een paar dagen niks van hem gehoord! Weet die Ton misschien iets van Eddy’s problemen? Dat moet haast wel, waarom zou hij anders zo ongerust zijn? Zo gek is het toch niet als iemand een paar dagen niks van zich laat horen?
Eddy moet hem straks maar even bellen… Die jongen zal wel schrikken als hij hoort wat er gebeurd is. Aan de andere kant, het is goed afgelopen, Eddy is er nog…
Diede schrikt op uit zijn gedachten als Eddy’s telefoon overgaat. Weer Ton… Zal hij opnemen? Hij twijfelt, wat moet hij tegen die jongen zeggen?

“Hallo?”, zegt Diede aarzelend.
Het blijft even stil aan de andere kant van de lijn. “Eddy?”, klinkt het dan verbaasd. Is alles goed met je? Ik was bij je thuis, je moeder zei…”
“Ik ben Eddy niet”, onderbreekt Diede hem. “Ik ben Diede, Eddy’s broer.”
Opnieuw is het stil aan de andere kant.
“Waar is Eddy?”, hoort hij ineens. “Waarom neem jij zijn telefoon op? Waarom zegt niemand me wat er is?” Er klinkt paniek in zijn stem.
“Rustig… rustig”, maant Diede hem tot kalmte. “Eddy is bij mij thuis, alles is goed met hem, maak je niet zo druk.”
“Mag ik hem even dan?” vraagt de jongen, nu iets rustiger.
“Eh… dat gaat niet”, reageert Diede.
“Hoezo, dat gaat niet?” Opnieuw die paniek. “Waarom doen jullie zo achterlijk? Eddy doet toch niks verkeerd? Heb jij je ermee bemoeid soms? Is je moeder daarom zo pissig?”
Diede snapt er geen bal van. Waar heeft hij het over? “Ik vraag wel of Eddy je straks even belt, oké?”, zegt hij uiteindelijk maar en hangt op.
Verbaasd staart hij naar Eddy’s telefoon. Wat een raar gesprek! Zijn moeder pissig op een vriend van Eddy? Waarom? En wat bedoelt hij met dat ze niet zo achterlijk moeten doen?
Eddy moet hem zo maar snel bellen, die jongen is echt ongerust.

***

“Weet je nou wel zeker dat het verstandig was om Eddy alleen thuis te laten?” Alfons parkeerde zijn auto achteraan in de rij.
“Eddy redt zich echt wel, hoor”, antwoordde Lea sussend. “Over een paar weken gaat hij op kamers, dan moet hij ook voor zichzelf zorgen. Het komt echt wel goed.”
“Als hij maar geen stomme dingen doet, net als zijn broer”, ging haar man onverstoorbaar verder. “Je hoort tegenwoordig zulke rare verhalen.”

Peinzend keek Lea haar man aan. Ze begreep best dat Alfons bezorgd was. Eddy was, behalve één keer samen met zijn broer, nog nooit alleen thuis geweest. En die ene keer met zijn broer, dat was niet helemaal goed gegaan.
Diede had Eddy meegenomen naar de snackbar voor een frietje. Maar in plaats van het daar op te eten, waren ze, met het bakje frietje in de hand, terug naar huis gefietst. Onderweg waren ze met hun sturen in elkaar gekomen en gevallen. Diede’s nieuwe fiets was flink beschadigd en hij had zijn duim gebroken. Laaiend was Alfons op Diede geweest toen ze weer thuiskwamen!
Lea had Alfons’ reactie zwaar overdreven gevonden. De jongens hadden de hele situatie uiteindelijk prima opgelost door naar de buren te gaan en te vragen of Marieke met Diede naar het ziekenhuis wilde gaan. Maar Alfons zag alleen maar Diede’s onverantwoordelijkheid. Diede had verstandiger moeten zijn, vond hij. Hij had moeten weten dat het gevaarlijk was om met één hand aan het stuur te fietsen. Ze hadden dat frietje gewoon bij de snackbar op moeten eten, dan was er niks aan de hand geweest…

Zo was het eigenlijk altijd gegaan met Diede. In de ogen van Alfons kon de jongen niks goed doen, altijd zat hij hem op zijn huid. Vooral met schoolzaken…
Alfons vond het belangrijk dat zijn kinderen een goeie opleiding kregen en stond erop dat Diede elke dag twee uur op zijn kamer zat om huiswerk te maken. In het begin zat Diede inderdaad op zijn kamer, alleen maakte hij geen huiswerk, hij speelde liever computerspelletjes. Toen Alfons dat ontdekte, pakte hij zijn spelletjes af. Het hielp niks, want Diede ging gewoon verder met spelen, maar nu online. Dus ging ook het internet eraf als Diede naar boven ging. Langzamerhand perkte Alfons Diede’s vrijheid steeds verder in. Tot het moment dat Diede er genoeg van kreeg.
Lea herinnerde het zich nog goed. Veertien was Diede geweest toen hij voor het eerst verdween. Hij was uit het raam van zijn kamer geklommen en naar het crossveldje achter de jachthaven gegaan.

Nog even los van het feit dat Alfons dat rondscheuren op oude brommers geen geschikte hobby voor zijn oudste zoon vond, was hij van mening dat de jongens waar Diede mee omging een slechte invloed op hem hadden. In plaats van hun best te doen op school, hingen ze maar wat rond. Alfons had het Diede zo vaak verboden met die jongens om te gaan, maar hij trok zich er niks van aan.

Die eerste keer dat hij verdween, was Alfons volkomen door het lint gegaan. Hij ontdekte dat Diede weg was toen hij naar boven ging om zijn huiswerk te overhoren. Tot diep in de nacht had hij, in het donker, op zijn kamer gewacht. Toen hij eindelijk thuis was gekomen, had Alfons zijn opgekropte woede op de jongen afgereageerd en hem alle hoeken van zijn kamer laten zien.
Lea wist het, ze had Alfons boven tekeer horen gaan, maar ze durfde er niks tegen te doen, uit angst dat zijzelf de volgende was die het moest ontgelden. Alfons was niet de gemakkelijkste man, hij kon soms zo’n kort lontje hebben, daar wist ze alles van…
Zelf had ze in de loop der jaren geleerd hem niet in het vaarwater te zitten, maar Diede vertikte het rekening te houden met zijn vader. En dus had hij voortdurend problemen.

Lea zuchtte. Gelukkig ging het met Eddy een stuk beter. Hij deed zijn best op school, veroorzaakte geen problemen en zijn vrienden kwamen allemaal uit keurige gezinnen.

“Ach, Eddy loopt niet in zeven sloten tegelijkertijd”, reageerde Lea op haar man. “Hij heeft veel meer verantwoordelijkheidsgevoel dan zijn broer.”
“Hij kwam vorige week anders wel bijna een uur te laat thuis”, bromde Alfons.
“Zo erg is dat toch niet voor een keer? Eddy is geen kind meer… Laat hem maar, hij is oud en wijs genoeg”, stelde Lea haar man gerust.
Ze glimlachte, dacht terug aan het gesprekje dat ze, vlak voor hun vertrek, met Eddy had gevoerd. Had ze het toch goed geraden toen ze dacht dat hij een vriendinnetje had!

Het was een behoorlijke gok geweest om die condooms voor hem te kopen. Voor hetzelfde geld had ze de plank faliekant misgeslagen en had hij haar voor gek verklaard. Toch vond ze dat ze het moest doen. Ze kon zich namelijk heel goed voorstellen dat Eddy er niet op zat te wachten zijn vriendin thuis voor te stellen en ze wilde dat hij wist dat hij er met haar over kon praten, dat zij het geen probleem vond.
Ze vond het lastig want ze wist waarom Alfons het zo moeilijk vond zijn kinderen hun eigen leven te laten leiden. Ze had alleen gehoopt dat hij, na alle toestanden met Diede, wat milder was geworden. Dat dat niet zo was, was wel gebleken toen Eddy met die jongen van Terschelling op de proppen was gekomen. Alfons was onmiddellijk achterdochtig geworden. Hij kon niet begrijpen waarom twee jongens, die zo ver bij elkaar vandaan woonden, met elkaar om wilden gaan en wilde die jongen eerst wel eens ontmoeten. Nou, het was snel duidelijk geweest, Alfons vond die jongen niet geschikt voor zijn zoon en dus had hij Eddy verboden met hem om te gaan.
Eddy voelde waarschijnlijk wel aankomen dat het met zijn vriendin precies zo zou gaan dus hield hij haar liever uit de buurt van zijn vader, dat begreep ze heel goed.

“Zal ik hem anders zo even bellen?”, opperde Lea. “Dan hoef je je niet langer ongerust te maken.” Zonder zijn antwoord af te wachten, haalde ze haar telefoon uit haar tas.

***

“Shit.” Eddy schoot overeind. Hij duwde Remco van zich af en graaide naar zijn broek, die op een hoopje naast de bank lag.
“Ja, ja… ik kom al”, mopperde hij.
“Laat gaan, man”, mompelde Remco. “Als het dringend is, bellen ze wel terug.” Hij kuste Eddy’s schouder.
“M’n moeder”, verklaarde Eddy toen hij zijn moeder’s naam op de display zag staan. “Even wachten, Rem. Misschien is er wat gebeurd onderweg… Momentje.”
Remco kroop tegen hem aan en sloeg een arm om hem heen.
“Mam?” Gespannen nam Eddy op. Dat zijn moeder nu al belde, terwijl ze nog maar een paar uur weg waren, was vast geen goed teken.
“Hoi Eddy. Alles goed, jongen?”, hoorde hij zijn moeder opgewekt zeggen.
Opgelucht haalde Eddy adem, zijn moeder klonk vrolijk, niks aan de hand dus.
“Kan niet beter, mam”, antwoordde hij naar waarheid. Hij voelde Remco’s vingers zachtjes langs zijn zij strelen.
“Verveel je je niet in je eentje?”, vroeg zijn moeder met een geamuseerde ondertoon in haar stem.
Eddy grinnikte. Ze wist dondersgoed dat hij niet alleen was! Was ze nieuwsgierig? Belde ze daarom?
“Nee hoor,” antwoordde hij vrolijk, “we vermaken ons prima.” Verliefd keek hij Remco aan.
“Doe je moeder de groeten”, fluisterde Remco.
“Je krijgt de groeten”, bracht Eddy Remco’s groeten over.
“Mooi zo, jongen”, reageerde zijn moeder lachend. “Geniet er maar van… Kwam mijn cadeautje nog van pas?”
“Mam!”, riep Eddy verontwaardigd. “Ik ga jou toch niet vertellen wat wij gedaan hebben?”
Aan de andere kant van de lijn hoorde hij zijn moeder lachen. “Sorry Eddy, ik wilde gewoon even weten of alles goed ging.”
“Maak je niet ongerust, mam. Wij redden ons wel”, grinnikte Eddy. “Waar zijn jullie nou?”, veranderde hij tactisch van onderwerp.
Remco’s hand was inmiddels afgedwaald naar zijn buik en kriebelde hem zachtjes.
“Fuck man, wat doe je nou?”, fluisterde Eddy verschrikt. “Hoe kan ik nou zo met m’n moeder praten?” Lachend duwde hij Remco’s hand weg.
“Calais”, antwoordde ze. “We staan in de rij te wachten.”
Remco liet zich niet zomaar afschepen. Plagend streelde hij Eddy langs de binnenkant van zijn been. Eddy hapte naar adem en slikte.
“Owh”, bracht hij met een hoog stemmetje uit. Zijn vrije hand woelde door Remco’s haar.
“Ik bel morgenavond wel weer”, hoorde Eddy zijn moeder tot zijn grote opluchting zeggen. “Dag jongen, enne…veel plezier, hè?” Ze lachte opnieuw.
“Doeg mam”, wist hij er nog net uit te persen voor zijn moeder ophing.

“Idioot!”, grinnikte Eddy terwijl hij zijn telefoon op de grond legde. “Kom hier jij!” Hij trok Remco over zich heen en kuste hem.