14 januari 2021

Geloof, hoop & liefde – 13 Homo zijn valt niet mee

In de stromende regen reden we niet veel later opnieuw richting Valerie. Scheen eerder die dag nog een waterig zonnetje waardoor ook de temperatuur nog redelijk aangenaam was, nu was het grijs, nat en flink koud. Bovendien was de wind behoorlijk toegenomen. Al met al leek het meer herfst dan hartje zomer. Voor de kinderen was het slechte weer geen reden om zich te vervelen. Weliswaar speelden ze, toen we bij Valerie aankwamen, niet meer in de tuin, ook binnen vermaakten ze zich prima. Thomas keek me glunderend aan toen we, voor de tweede keer die dag, bij Valerie de kamer binnenkwamen.
“Papa!” brulde hij vrolijk.
“Hé knul,” begroette ik hem. “Heb je het naar je zin gehad?”
Thomas had geen tijd, of geen zin, om me antwoord te geven. Hij had het veel te druk… Ik zag inmiddels nog een jongetje. Iets ouder dan Thomas en de tweeling. Van Nicolas had ik begrepen dat Valerie in totaal vier kinderen had. Dit zou haar oudste dan wel zijn. Valerie kwam op ons afgelopen en kuste ons hartelijk ter begroeting.
“Jean zal zo wel thuiskomen. Koffie?”
We knikten. Valerie verdween naar de keuken.
“Zo te zien vermaakt Thomas zich wel,” merkte Nicolas vrolijk op terwijl we naar de spelende kinderen stonden te kijken. “Zie je wel dat je je nergens druk om hoeft te maken?” Hij lachte naar me.
“Dat weet ik ergens ook wel hoor, maar ik ben nou eenmaal een piekeraar. Ik zie meteen overal beren op de weg. Je kent me toch?”
“Dat leer ik je nog wel af,” grinnikte hij, “Is nergens voor nodig,” voegde hij eraan toe. “Je zou eens moeten proberen gewoon te ontspannen, je niet overal zo druk om maken maar gewoon genieten. Kom om te beginnen maar eens hier…”
Voor ik me kon verzetten, trok hij me naar zich toe, sloeg zijn armen om me heen en kuste me. Precies op dat moment kwam Valerie de kamer weer ingelopen. Prompt kreeg ik een kop als een boei, verbrak onze kus en wendde m’n ogen af. Nicolas daarentegen keek zijn zus met een grote grijns aan… en hij liet me niet los… Ik voelde me opgelaten, wist me geen houding te geven. De afgelopen dagen bij mijn ouders had ik dit gevoel ook al een paar keer gehad hoewel het, door de manier waarop ze op ons reageerden, langzamerhand wel wat minder was geworden. Toch zat ergens diep van binnen voortdurend die angst dat mensen het af zouden keuren, dat ze het raar of misschien zelfs wel smerig zouden vinden dat wij zo verliefd waren. En vooral, dat ze er niet mee geconfronteerd wilden worden ons elkaar te zien aanraken en kussen. Twee mannen… Getver… Want zo dachten de meeste mensen er toch over?

Valerie lachte naar haar broer. “Ik ben blij voor jullie, jongens,” zei ze. “Jullie zien er gelukkig uit samen.”
“Heeft Thomas zich een beetje gedragen?” vroeg ik haar terwijl ik me uit Nicolas’ armen los wurmde. Haar woorden hadden me weliswaar wat gerustgesteld, toch voelde ik me niet helemaal op m’n gemak.
“Die zoon van jou is een voorbeeldig kind. Ik wou dat die van mij zo makkelijk waren. Wat mij betreft mag hij vaker komen spelen. Luc en Lisette hebben hem al helemaal geaccepteerd en zelfs André, die zich normaal gesproken toch echt te groot voelt om nog met de tweeling te spelen, was zo nieuwsgierig dat hij met ze mee speelde.”
Ik voelde een zekere trots opkomen. Trots omdat Valerie Thomas een voorbeeldig kind vond. Dat kwam toch zeker deels door de manier waarop ik hem opgevoed had! Had ik toch nog iets goed gedaan…
“Ga zitten, jongens,” ging ze verder. “Pak wat lekkers,” bood ze aan, wijzend op de schaal met verschillende taartjes die ze op tafel had gezet. Ze wierp een blik op de klok. “Jean is laat,” merkte ze op. “Zal wel druk op de weg zijn.”
“Is hij nog steeds bezig met dat project in de stad?” reageerde Nicolas belangstellend. Hij was ondertussen gaan zitten en had me naast zich op de bank getrokken.
“Gelukkig wel. Het werk ligt op het moment niet echt voor het oprapen. Mensen houden de hand op de knip. Ik ben al lang blij dat hij deze klus heeft. ‘t Zijn wel lange dagen maar ‘t is beter dan niks,” voegde ze eraan toe.
“Jean heeft een eigen bedrijf,” legde Nicolas mij uit. “Hij renoveert oude gebouwen, heeft destijds ook mijn boerderij gedaan.”
“Gaaf man,” antwoordde ik onder de indruk.
Nicolas’ boerderij was een plaatje. Aan de buitenkant zag het huis er nog steeds volledig authentiek uit. Grote, oude granieten stenen, blauwe luiken en deuren… Echt een traditioneel Bretons huis. En ondanks dat het huis van alle moderne gemakken was voorzien, was ook binnen de oorspronkelijke sfeer in tact gebleven. Het hele huis ademde een landelijke en rustgevende sfeer uit. Jean wist overduidelijk hoe hij zoiets aan moest pakken.

Een klein kwartier later kwam Jean binnen. “Nicolas! Ça va?” begroette hij zijn zwager joviaal. “En dan moet jij Michael zijn,” lachte hij. “Ik heb al een hoop over je gehoord. Welkom!” Hij kuste me hartelijk. “Ik ben blij dat je d’r bent, man. Valerie en ik werden zo langzamerhand knettergek van die vriend van je. Wil jij hem nooit meer in de steek laten? Dat kun je ons niet nog een keer aandoen hoor…” Grijnzend keek hij me aan.
Ik werd er een beetje verlegen van.
“En ik hoorde van Valerie dat je ook nog een zoon hebt,” ging hij verder.
Ik knikte, wees naar Thomas.
“Man,” zei hij glunderend tegen Nicolas. “Wordt je misschien toch nog vader!” Hij gaf hem een stomp tegen zijn schouder.
Nicolas grijnsde.

Rond een uur of acht riep Valerie ons aan tafel. Ik had aangeboden haar te helpen in de keuken maar daar wilde ze niks van weten. Onder het eten vertelde Jean over zijn werk. Ondanks dat hij behoorlijk mopperde op een leverancier die te laat was geweest, sprak uit zijn woorden duidelijk liefde voor zijn vak. Enthousiast vertelde hij hoe ze druk bezig waren met de restauratie van één van de beide kathedralen in de stad. De kerk stamde oorspronkelijk uit de zestiende eeuw en was zwaar aangetast door regen en wind. Het was een grote klus die ze met meerdere bedrijven samen uitvoerden. Jean was er nog niet zo heel lang bij betrokken maar hij vond het geweldig. Hij hoopte dat hij er de komende jaren werk van zou blijven houden. Dat bood financiële zekerheid en bovendien kreeg hij er naamsbekendheid door. Het sprak me aan wat hij deed. Ik was altijd al enorm geïnteresseerd geweest in geschiedenis en zag die terug in oude gebouwen. Vooral kerken, maar ook kastelen, vestingen of gewoon oude huizen. Diep in m’n hart vond ik het geweldig wat Jean deed. Zoiets zou ik ook wel willen. Maar ja, ik had nou eenmaal twee linkerhanden. Geef mij een hamer en ik sla er mee op m’n duim…

Geïnteresseerd stelde ik Jean de ene na de andere vraag over de renovatie klus. Jean vond het duidelijk leuk dat ik zoveel belangstelling voor zijn werk had. Nicolas vond het blijkbaar allemaal wel grappig. Tijdens het hele gesprek met Jean zat hij me alleen maar breed lachend aan te kijken.

“Wordt het niet eens tijd dat wij naar huis gaan?” vroeg ik tegen half tien. Het was dan weliswaar vakantie, ik vond dat het voor Thomas langzamerhand wel eens tijd werd om naar bed te gaan.
Nicolas keek naar de klok en toen naar mij. Een glimlach verscheen rond zijn mond. “Bedtijd?” vroeg hij met pretlichtjes in z’n ogen.
Ik knikte grijnzend.
“We gaan Valerie. Thomas moet naar bed en wij willen nog graag wat tijd samen doorbrengen,” reageerde Nicolas prompt.
Ik verschoot acuut van kleur. Nicolas zag m’n rooie kop en knipoogde naar me. Ik voelde me opgelaten omdat hij zijn zus zo duidelijk liet merken dat we alleen wilden zijn. Zo gemakkelijk als hij daarover praatte, het leek wel alsof hij er trots op was! Zo ver was ik nog lang niet, ik voelde me er behoorlijk ongemakkelijk onder om in bijzijn van anderen mijn gevoelens voor hem te laten merken. Bang om wat ze van me zouden denken.
“Relax schat,” fluisterde Nicolas in m’n oor toen hij me omhoog trok. Hij voelde wel aan dat ik me niet op m’n gemak voelde.“Het zijn m’n zus en m’n zwager maar hoor. Die snappen echt wel dat wij samen willen zijn.”
Ik ontweek zijn blik. Hij tilde m’n kin op en dwong me hem aan te kijken. “Schat, ik hou gewoon van jou en dat mag iedereen weten. Daar hoef jij je echt niet ongemakkelijk onder te voelen, hoor.”
Ik zuchtte. “Dat weet ik wel, maar ik kan d’r niks aan doen, het gebeurt gewoon. ‘t Is gewoon allemaal nog zo nieuw,” fluisterde ik terug.
Nicolas keek me verliefd aan, trok me tegen zich aan en kuste me. Hij hield me stevig vast, gaf me geen kans onder zijn liefkozing uit te komen. Ik wilde niks liever dan hem laten merken dat ik ook van hem hield, maar ik kon het niet. Niet op dat moment tenminste, ik geneerde me gewoon dood. Dit voelde heel anders dan tijdens mijn vakantie. Toen zaten we met z’n tweeën op een eilandje. Alleen hij en ik…
“Kom Thomas,” zei Nicolas terwijl hij me losliet. Hij had mijn weerstand wel gevoeld.
Ongemakkelijk keek ik Valerie aan. Ze legde haar hand op m’n arm en glimlachte. “Het komt allemaal wel goed, jongen. Laat het maar gewoon gebeuren,” zei ze.
Niet begrijpend keek ik haar aan. Waar had ze het in hemelsnaam over?

“Vage zus heb jij…” Ik gespte Thomas in het kinderzitje vast en stapte in de auto.
“Hoezo?” vroeg Nicolas alsof hij geen flauw idee had waar ik het over had. Onzin natuurlijk. Hij had best gehoord wat zijn zus tegen me gezegd had.
“Snapte jij dan wat ze bedoelde? Vlak voor we weggingen, bedoel ik?” Ik keek hem vragend aan.
“Ik denk, jongen,” begon hij, “dat ze bedoelde dat je je niet zo druk moet maken. Doe gewoon wat je hart je ingeeft, sta niet stil bij wat anderen ervan vinden. Wees je zelf en geniet ervan. En als ik me niet vergis was dat ongeveer hetzelfde als wat jouw moeder zei voor we vertrokken.”
Ik zuchtte. Iedereen had makkelijk praten. Ik wilde niks liever dan er net zo makkelijk mee om kunnen gaan als Nicolas. Hij had er totaal geen moeite mee, hem kon het geen bal schelen wat anderen van ons dachten. Hadden ze er moeite mee? Hun probleem, niet het zijne. Hij uitte wat hij voor me voelde. Gewoon overal, als hij er zin in had…

Een kwartiertje later parkeerde Nicolas zijn auto vlak naast de achterdeur. Het goot nog steeds van de regen.
“Het lijkt potverdorie wel herfst,” mopperde Nicolas.
Snel pakte ik Thomas uit de auto, hield hem dicht tegen me aan en rende naar binnen, op de voet gevolgd door Nicolas. Binnen was het gelukkig behaaglijk warm. Nicolas’ huis had vloerverwarming, althans, beneden. Dat was ook wel nodig, het kon flink fris zijn in Bretagne en dan was zo’n stenen vloer behoorlijk koud.
Zodra ik Thom s op de grond zette, trok hij aan m’n arm.
“Wat is er jongen?” vroeg ik.
Hij wees naar de muur waartegen de boekenkast stond. Ach natuurlijk, hij had het speelhoekje gezien!
“Dat heeft Nicolas voor jou gemaakt Thomas,” verklaarde ik. “Heb jij hier ook een eigen plekje, net als thuis. Mooi hè?”
Nieuwsgierig liep Thomas er naartoe. Hij ging op één van beide stoeltjes zitten en keek vergenoegd om zich heen. Ondanks dat hij moe was, glinsterden zijn ogen van opwinding.
Nicolas liep naar hem toe en propte zichzelf op het andere stoeltje. “Kijk Thomas, hier kun je mooi je playmobil in stoppen.” Hij liet hem de grote speelgoedkist zien. “En hier, allemaal boekjes.” Hij wees naar het kastje. “Daar ga ik jou elke avond uit voorlezen. Goed?”
Thomas keek hem aan en knikte. “Nu ook?” vroeg hij gapend.
“Nu ook,” antwoordde Nicolas beslist. Hij pakte een willekeurig boekje uit de kast. “Zullen we lekker op de bank gaan zitten?”
Thomas knikte weer. Hij liet zich door Nicolas optillen en sloeg zijn armpjes stijf om zijn nek. Ik slikte een brok in m’n keel weg toen ik zag hoe vanzelfsprekend mijn zoon en mijn vriend met elkaar omgingen. Ze kenden elkaar nog maar vier dagen maar het leek wel alsof het nooit anders was geweest.

Nicolas zette Thomas op zijn schoot en sloeg het boekje open. Mijn zoon kroop dicht tegen hem aan en stak zijn duim in zijn mond, precies zoals hij ook altijd deed als hij bij mij op schoot zat. Hij voelde zich volkomen op zijn gemak bij Nicolas. Ik werd er zo blij van…
Over Thomas hoofd heen keken Nicolas en ik elkaar even aan. En weer smolt ik… Het liefste was ik, net als Thomas, lekker dicht tegen hem aangekropen. Maar dat kon straks wel, nu eerst Thomas naar bed zien te krijgen.
“Als jij Thomas een verhaaltje voorleest, maak ik zijn bed even op,” dwong ik mezelf tot de orde van de dag.
Nicolas knikte instemmend terwijl hij het boekje opensloeg en begon te lezen. Glimlachend liep ik de trap op naar boven. Ik voelde me gelukkig, onvoorstelbaar gelukkig…

Terwijl ik Thomas’ bed opmaakte, dacht ik terug aan wat er de afgelopen weken allemaal was gebeurd. Ik voelde me zo vreselijk dankbaar. Dankbaar dat God Nicolas in m’n leven had gebracht, dat alles weer goed was tussen ons en dat mijn ouders en zijn zus en zwager blij voor ons waren. En misschien nog wel het meest dankbaar dat hij mijn zoon met open armen had ontvangen. Dat voelde gewoon zo enorm goed! Waar ik alleen van baalde, was dat ik me zo ongemakkelijk voelde als er anderen bij waren. Ik voelde me geremd, durfde niet echt te laten merken wat Nicolas voor me betekende. En dat terwijl hij daar zelf geen enkel probleem mee had. Elke keer als hij me aanraakte of gewoon zei dat hij van me hield, voelde ik me opgelaten. Het voelde bijna als schaamte… Waarom? Ik voelde toch precies hetzelfde voor hem? Waarom schaamde ik me dan voor mijn gevoelens voor hem? Ik zuchtte diep, zakte op Thomas’ bed neer en sloot mijn ogen.

“Waarom vind ik dit zo moeilijk, Heer? U heeft mij Nicolas’ liefde geschonken. Waarom voel ik me er dan zo ongemakkelijk bij in bijzijn van anderen? Ik ben zo blij met hem, ben U zo dankbaar dat U ons bij elkaar heeft gebracht. Tegelijkertijd vind ik het moeilijk. Ik weet gewoon dat er veel mensen zijn die het afkeuren. Die het gewoon niet willen weten en er niet mee geconfronteerd willen worden. Heer, ik zou zo graag willen dat ik er net zo makkelijk mee om kon gaan als Nicolas. Hij uit gewoon wat hij voelt en trekt zich niks aan van anderen. Waarom maak ik me er dan zo druk om? Waarom kan ik niet gewoon trots zijn op wie ik ben? Op wat ik voel? Heer, help mij alstublieft…”

Die laatste woorden fluisterde ik bijna. Terwijl ik ze uitsprak, drong tot me door dat daar inderdaad het probleem zat. Een paar dagen geleden had Nicolas me al eens een spiegel voorgehouden toen hij concludeerde dat ik niet van mezelf hield en dacht dat ik hem niet waard was. Hij had gelijk, ik vond mezelf slecht, absoluut niet de moeite waard. En nu begon tot me door te dringen dat ik mezelf eigenlijk helemaal niet accepteerde zoals ik was. Een gevoel van onrust nam bezit van me. Als ik met Nicolas verder wilde, en dat wilde ik absoluut, dan zou ik toch echt moeten leren trots op mezelf te zijn. Op het feit dat ik homo was en een kind had. Op het feit dat ik tot over m’n oren verliefd was op de meest fantastische man die ik kende. Van God mocht ik toch gewoon zijn wie ik was? Papa, homo, smoorverliefd… Gewoon een mens, met al m’n sterke en zwakke kanten. Niks om me voor te schamen, niks om me schuldig over te voelen.
Het besef dat God het goed vond, luchtte een beetje op. God zou me niet laten vallen, hij zou me helpen. En Nicolas ook… Een stuk rustiger stond ik even later op en ging weer naar beneden, Nicolas was net klaar met zijn verhaaltje.

“Breng jij hem even naar bed?” vroeg hij toen ik de kamer inliep.
Thomas zat te knikkebollen bij Nicolas op schoot. Het was ook wel erg laat geworden! Ik tilde hem op en droeg hem naar boven.
“Vanavond slaap je in je eigen bedje,” zei ik terwijl ik hem lekker instopte. “Morgenochtend mag je weer bij ons komen, goed?”
Thomas stak zijn duim in z’n mond, pakte z’n knuffelkonijn en knikte.
“Welterusten, schat,” fluisterde ik toen ik het licht uit deed en hem nog een kus gaf.

“Zo, en nou wij.” Nicolas klopte met zijn hand op de plek naast zich. “Nou wil ik wel eens weten waarom jij je zo ongemakkelijk voelde toen ik je vastpakte bij Valerie thuis.”
Ik had het kunnen weten. Nicolas maakte van zijn hart geen moordkuil. Ik zuchtte. Had eigenlijk meer zin om lekker tegen hem aan te hangen. Maar goed, ik wilde ook dat hij begreep wat er in me om ging. Dus raapte ik mezelf bij elkaar…
“Goed dan. Ik zal proberen het uit te leggen,” begon ik aarzelend.
“Doe eens een poging,” reageerde hij met een licht spottende ondertoon in zijn stem.
“Ik vind dit lastig om onder woorden te brengen, het heeft vooral met een gevoel te maken en dat gevoel is er gewoon. Ik begin wel langzaam te begrijpen waar het vandaan komt, maar ik blijf het lastig vinden.”
Hij knikte me bemoedigend toe.
“Het is net of ik dichtklap,” ging ik verder. “Alsof ik er automatisch van uitga dat iedereen het raar vinden. Ik bedoel, als ze twee mannen elkaar zien aanraken. Dat ze het vies vinden en afkeuren. En ik wil niet dat mensen zo over me denken.”
“Lieve jongen, waarom maak jij je zo druk om wat anderen van je denken? Dat is toch niet belangrijk? Het gaat er toch om wat je er zelf van vindt?”
Ik dacht even na. Hij had natuurlijk gelijk. “Ik denk dat het met mijn schuldgevoel te maken heeft. Doordat ik me schuldig voelde over Annemarie’s zwangerschap en misschien nog wel meer over haar dood, trok ik me alles wat over me gezegd werd heel erg aan. Iedereen liet me vallen, niemand vond me de moeite waard, behalve m’n ouders. Gelukkig maar, want zonder hen had ik helemaal niet meer geweten wat ik had gemoeten. Er werd over me gepraat, ik had moeten trouwen omdat ik een meisje zwanger had gemaakt. En God had me gestraft door me alleen met een kind achter te laten. Daar kwam nog bij dat ik als enige wist dat dit allemaal nooit gebeurd zou zijn als ik geen homo was geweest en daardoor voelde ik me nog schuldiger. Ik had gewoon voortdurend het gevoel dat ik in de gaten gehouden werd. Dat ik op alles wat ik deed, afgerekend werd.”
Opnieuw kwam alles terug. Ik slikte een keer flink en ging verder. “Daarom was het denk ik ook zo belangrijk voor me om goed voor Thomas te zorgen. Ik wilde de mensen gewoon niet nog meer reden geven om slecht over me te denken.” Ik keek hem aan. knipperde met m’n ogen om m’n tranen de baas te blijven. “Want het deed pijn, schat… Verschrikkelijk pijn… Ik voelde me zo slecht, zo schuldig, je hebt echt geen idee…”
Nicolas knikte begripvol.
“Ik wilde gewoon zo graag dat ze me zouden accepteren,” ging ik verder. “Dat ze me zouden respecteren. Maar dat deden ze niet, niemand. En dan wisten ze nog niet eens dat ik op mannen viel! Als bekend zou worden dat ik homo was, vooral als ze zouden weten dat Annemarie daardoor zwanger was geworden, zou er helemaal schande over me worden gesproken. Dus hield ik het voor me. Nog meer schuldgevoel. Want wat ik wilde, dat mocht niet van de Kerk.”
Tranen biggelden over m’n wangen, ik deed maar geen moeite meer om ze tegen te houden. Nicolas trok me naar zich toe, sloeg zijn armen om me heen en streelde me zachtjes over m’n rug.
“Weet je, ik kan me geloof ik helemaal niet voorstellen dat er mensen zijn die het niet afkeuren,” snotterde ik terwijl ik m’n hoofd tegen zijn schouder aanlegde.
Een kort moment gaf ik me over aan zijn warmte, het voelde goed hem tegen me aan te voelen. Langzaam kalmeerde ik weer een beetje. Ik snoot m’n neus, ging weer rechtop zitten op en ging verder.
“Jij zegt wel steeds dat de mensen hier jou kennen en totaal geen moeite hebben met het feit dat je homo bent. Maar betekent dat ook dat ze er mee geconfronteerd willen worden? Dat ze het niet raar vinden als wij hand in hand lopen of elkaar kussen?” vroeg ik hem. “Ik kan me dat gewoon niet voorstellen. Volgens mij heb ik daar de grootste moeite mee. M’n gevoel voor jou laten zien in de wetenschap dat er mensen zijn die daarvan walgen. Dat ze het mooiste wat me ooit overkomen is, weerzinwekkend vinden. Dat kan ik gewoon niet hanteren, dat maakt dat ik mezelf smerig voel omdat ik zo waanzinnig naar je verlang… En dus hou ik het liever voor mezelf. Of in dit geval, tussen ons. Niet waar anderen bij zijn.” Ik keek hem aan. “Kun je dat een beetje snappen?”

“Vertel jij mij nou dat je het eigenlijk zelf maar niks vindt dat je homo bent?” Ongelovig staarde hij me aan. “Dat je dat voor de rest van de wereld liever verborgen houdt? Dat je voor de buitenwereld liever doet alsof wij gewoon bevriend zijn?”
“Nee, nee, dat is het niet, schat… Geloof ik… Of misschien ook wel… Ik weet het niet,” zuchtte ik. “Ik hou gewoon van je. Onvoorstelbaar veel… En daar voel ik me vreselijk gelukkig bij, behalve als er andere mensen bij zijn. Dan komt die twijfel, de angst hoe ze zullen reageren en vooral de angst dat ze me niet zullen accepteren en het maar niks vinden wat wij doen,” probeerde ik mezelf te verduidelijken. “Ik dacht echt dat ik, als m’n ouders het eenmaal zouden weten, gewoon als homo zou kunnen leven. Maar dat is geloof ik toch niet helemaal waar,” kwam er zachtjes achteraan.
Nicolas schrok. “Je wilt toch nog wel verder, hè?” vroeg hij ongerust.
“Tuurlijk, gekkie,” lachte ik. “Ik bedoel er niet mee te zeggen dat ik nu ineens besloten heb dat ik toch maar niet uit wil komen voor mijn geaardheid. ‘t Is meer dat ik nu pas ontdek hoeveel moeite me dat kost. Tenminste, als er anderen bij zijn dan. Want als we met z’n tweeën zijn, heb ik er totaal geen moeite mee. Dan voelt het alleen maar goed, alsof het zo moet zijn.”
Ik keek hem lang aan. “Het voelt allemaal heel dubbel. Aan de ene kant kan ik wel van de daken schreeuwen dat ik van je hou, zo blij ben ik ermee. Aan de andere kant ben ik gewoon nog steeds heel bang voor die afwijzing. Snap je? Ik heb gewoon tijd nodig. Tijd, om te wennen aan het idee dat ik mag zijn wie ik ben, dat het goed is zoals ik ben. Ik ben geloof ik nog lang niet zover dat ik voor mezelf accepteer dat wij een relatie hebben en dat ik daar ook trots op kan zijn. En tot ik zover ben, blijft het moeilijk, snap je?,” zuchtte ik tenslotte.
Nicolas knikte nadenkend. “Ik denk het wel. Maar het is nergens voor nodig dat je je zo druk maakt. Schat, iedereen hier kent mij al jaren als homo. Ik heb nooit moeite gedaan om mijn gevoelens te verbergen. Alain en ik stonden gewoon te zoenen achter het fietsenhok op school, net als andere stelletjes. Alleen waren die hetero… Ik heb er nooit een negatief woord over gehoord, van niemand. Echt niet. Ik weet zeker dat iedereen hier gewoon hartstikke blij voor ons is omdat we het samen zo fijn hebben.”
Ik zuchtte. “Dat geloof ik ook wel jongen, maar het voelt zo vreemd. Ik ben gewoon altijd bang geweest voor de reacties van anderen als ze zouden weten dat ik homo ben. Mensen kunnen zo meedogenloos hard zijn, dat heb ik zo al zo vaak meegemaakt. Ik moet gewoon leren me daar niks van aan te trekken. Maar daarvoor moet ik eerst wel leren om trots op mezelf te zijn. Trots op ons… En dat kan ik denk ik pas als ik mezelf kan vergeven voor wat er vroeger allemaal gebeurd is.”
“Ik begrijp het geloof ik wel,” merkte Nicolas bedachtzaam op. “Als je maar weet dat ik altijd achter je sta, wat er ook gebeurd. Jij hebt echt niks verkeerd gedaan in je leven, jongen. Je hebt alleen maar gereageerd op wat er op je af kwam en dat kan niemand je toch kwalijk nemen? Ik weet zeker dat je heel andere keuzes had gemaakt als mensen in je omgeving zich niet zo negatief over homoseksualiteit hadden uitgelaten.”
Ik knikte. Hij had gelijk, dat wist ik heel goed.
“Wat ik maar wil zeggen schat, is dat ik wel begrijp dat je bang bent voor de reacties van mensen die zo duidelijk lieten merken hoe ze over jou en over homoseksualiteit dachten. Maar dat waren mensen bij jou thuis, jongen, niet hier. Dat waren de mensen die er voor gezorgd hebben dat jij dacht dat je je geaardheid moest onderdrukken, die je er indirect toe hebben aangezet wat met Annemarie te beginnen, met alle gevolgen van dien… Diezelfde mensen die je met de nek aankeken omdat jullie moesten trouwen en die jou haar dood misschien wel verweten. Maar die mensen wonen hier niet, lieverd. Waarom maak jij je zo druk om hoe mijn vrienden en mijn familie zullen reageren? Zij verwijten jou echt niks hoor.”
Ik dacht even na over wat hij gezegd had. Hij had natuurlijk wel een punt…
“Misschien moet jij niet leren jezelf te vergeven, misschien moet je leren om al die mensen die het jou zo moeilijk gemaakt hebben te vergeven,” merkte hij bedachtzaam op. “Misschien dat je het dan los kan laten.”
Stomverbaasd keek ik hem aan. Hij draaide de boel gewoon om! En hij had nog gelijk ook… God vond het toch prima dat ik van Nicolas hield en mijn leven met hem wilde delen? Als dat zo was, en daar ging ik vanuit, dan hadden toch al die mensen die zeiden dat homoseksualiteit van God niet mocht, het hartstikke fout? Waarom trok ik me hun menig dan zo aan? ‘Oordeelt niet opdat gij niet geoordeeld zult worden,’ stond er in de Bijbel. Wie waren zij eigenlijk om te oordelen over iedereen die homo was? Dat was aan God, niet aan mensen… En ik kon m’n leven toch verantwoorden tegenover God? Daar ging het toch om? Wat moest ik mezelf dan vergeven?

Ik voelde een enorme boosheid opkomen. Boosheid op die arrogante Christenen die zo overtuigd waren van hun eigen waarheid, die waarheid waarmee ze het me zo moeilijk gemaakt hadden. Onverwacht fel viel ik ineens uit.
“Hypocriete klootzakken zijn het, allemaal! Elke zondag vroom in de Kerk zitten en ondertussen levens kapot maken! Voor alles en iedereen de schijn ophouden… Zo overtuigd van hun eigen gelijk… Zelf doen ze nooit iets verkeerd… Nee… Zij weten hoe het hoort! Ja, ja… En maar praten over anderen. Overal kritiek op hebben, nooit een positief woord. Behalve als je precies doet wat ze je zeggen…. Wat moet ik dan? Net zo gaan leven als zij? Alles stiekem doen? Want dat doen ze hoor! Je wil niet weten wat er achter die gesloten deuren allemaal gebeurd. Neem maar van mij aan dat dat dingen zijn die God echt niet goedkeurt! Tranen van woede stonden in m’n ogen.
Nicolas trok me opnieuw tegen zich aan. “Hé! Kalmeer eens een beetje, schat, maak je eens niet zo druk. Ze zijn het niet waard jongen. Laat ze lekker doen wat ze willen, trek het je niet aan. Wij houden van elkaar en dat is goed zo. Maakt niet uit wat anderen vinden. Laat ze maar denken…” Liefdevol streelde hij m’n haar.
Langzaam bedaarde ik weer een beetje.
“Ik heb geduld hoor,” suste hij me. “Als ik maar zeker weet dat het goed komt. Want ik wil je echt niet meer kwijt.”
“Wees daar maar niet bang voor, jongen. Ik ga nooit meer bij je weg,” zuchtte ik terwijl ik heerlijk in zijn armen wegkroop.
“Het liefste zou ik iedereen willen laten weten hoe stapelgek ik op je ben,” fluisterde Nicolas in m’n oor.
Kriebel in m’n buik… Een glimlach gleed over m’n gezicht.
“Maar als jij dat nog te moeilijk vindt, hou ik het nog wel even voor me.”
“Doe maar niet,” zei ik gesmoord. “Het voelt best fijn. Dat is wat ik bedoel met dat dubbele… Aan de ene kant geniet ik ervan als jij zo duidelijk laat merken dat je van me houdt. Juist als je dat doet als er anderen bij zijn. Dat geeft me het gevoel dat ik belangrijk voor je ben. Diep in m’n hart vind ik het heerlijk… Maar tegelijkertijd is het moeilijk, voel ik me ongemakkelijk.” Ik zuchtte. Wat was dit toch vreselijk lastig…
“Dus dan mag ik je wel aan iedereen voorstellen als mijn vriend? En Thomas als jouw zoon?”
“Tuurlijk…”
“En mag ik dan ook zeggen dat ik zielsveel van je hou?”
Ik aarzelde.
“En dat ik jou vreselijk lekker vind en niet van je af kan blijven? En mag ik je dan ook kussen, je dicht tegen me aanhouden?” ging hij verder.
“Ik moet er gewoon aan wennen jongen,” zuchtte ik. “Maar het komt wel goed, schat. Geduld…”

“Ga je mee naar bed?” vroeg hij ineens. “Ik voel een enorme behoefte om je te laten merken dat ik van je hou. En we zijn helemaal alleen, dus…” voegde hij er grinnikend aan toe.
Verdorie, hij zat me gewoon te stangen! Ik zag de pretlichtjes in zijn ogen! Hij snapte me dondersgoed… Ik gaf hem een por in zijn zij. “Idioot!” lachte ik.