21 januari 2022

Familie? Familie! – 20 Astrid

Dinsdag 6 september 2011
Francis Cabrel – Je t’aimais, je t’aime, je t’aimerai

„Dat was weer een andere avond.“

Sascha gromt. Astrid heeft zich omgekleed en gooit nu haar vuile kleren door de kamer in de wasmand. Ze kijkt even naar haar stille verloofde.

„Ik hoop, dat je alles hebt kunnen zeggen, wat je wilde zeggen.“

Zijn heldere, blauwe ogen ontmoeten haar bruine ogen. Ze pakt een borstel van de tafel en begint haar lange, bruine haren door te kammen.

„Natuurlijk is niet alles gezegd, Sascha. Ik mag Alexander en Robin, ze zijn een fijn stel, maar jij verdwijnt naar de achtergrond, als zij er zijn.“
„Echt?“
„In belangrijke situaties als deze wel. Het ging helemaal om hen of niet?“
„Ik denk eigenlijk van niet.“
„Waarom?“
„Alexander probeerde ons er aan te herinneren dat het meer om Wolfgang gaat dan om ons.“
„Bedoel je nu dat Wolfgang belangrijker is dan zij en zij zijn belangrijker dan wij?“

Sascha gaat op bed liggen met zijn handen over zijn gezicht.

„Sascha?“
„Ik wilde alleen maar een Wolfgangvrije avond.“

Achteraf gezien verlangt ze ook naar zo’n avond. Het veranderde niets aan het feit, dat haar vastberaden aanstaande zwager hen allemaal naar hun gevoel bij de ontwikkelingen heeft gevraagd. Het was een redelijk onthullende avond voor haar. De meningen zijn openlijk uitgesproken.

„Afgelopen week was chaotisch. Voor iedereen is het emotioneel, want hij verandert ons leven. Nu is hij weer in Lingen en we hebben allemaal wat ontspanning nodig … en tijd om na te denken. Ik wilde vanavond gewoon ontspannen, een beetje lachen en bijkomen van de emotionele achtbaan, waar we in zitten, sinds Henriette hier naar toe is gekomen.“

Sascha kijkt haar veelzeggend aan. Ze is niet boos maar geërgerd over het verloop van de avond. Normaal zijn de twee paren gelijkgestemd, vanavond hebben ze met stemverheffing tegen elkaar gesproken. Hun gebruikelijke harmonie is verstoord en ze heeft een deel van die ergernis meegenomen naar hun eigen slaapkamer. Ze zit op het voeteneinde van het bed en kan alleen naar de borstel in haar hand kijken, terwijl haar duim zenuwachtig door haar haren glijdt. Haar stem is zacht.

„Misschien was je idee toch beter.“
„Daarvoor is het nu te laat.“

Sascha zucht. Ondertussen schopt hij zijn schoenen uit om ze met zijn voet van het bed te duwen. Alleen het geluid van schoenen, die de vloer raken, klinkt door de slaapkamer, terwijl het paar nadenkt.

„Je weet dat ik je steun?“
„Ja, mijn liefste.“
„Ik zou graag iets weten. Wat had je vanavond willen vragen? Of zijn er ook dingen, waar je nu aan denkt, maar die je later wilt vragen?“
„Bij wat er nog meer is gezegd, zijn mijn vragen … niet zo belangrijk.“

Hij haalt zijn schouders op. Ze legt haar hand op zijn been en knijpt erin.

„Nee! … Je gedachten zijn niet onbelangrijk. Denk dat nooit.“
„Ze lijken mij nu niet meer belangrijk.“
„Spreek ze uit. Je hebt een mening. Je hebt vragen. Je moet ze kwijt. Ik wil ze horen van jou.“

Zijn gezicht verraadt een gevoel van verlies, misschien zelfs berusting. Op een onhandige manier rolt hij over het bed, voordat haar liefste naast haar gaat zitten.

„Het is niet zo belangrijk. Het zijn gewoon logistieke dingen, simpele vragen.“

Ze fronst vragend haar wenkbrauwen bij zijn onzekerheid. Sascha gromt.

„In vergelijking met de grotere kwesties is het bijna gênant om hardop te zeggen. Ik wilde je vragen, waar hij slaapt. Als hij ons bezoekt, blijft hij dan bij aan de andere kant van de hal of hier slapen?“
„Freya logeert nu in de andere kamer. Maar als het serieuzer wordt tussen haar en Carmen, kan ze verhuizen naar het kasteel. Hij kan hier slapen als hij wil.“
„Als hij wil. Komen de Kaisers mee, als hij op bezoek komt? Willen ze, dat hij in hun hotel slaapt, zodat ze een oogje op hem kunnen houden?“
„Goede vraag. Misschien in het begin wel, zodat ze hun tijd kunnen besteden aan het terugkrijgen van Alexander’s vertrouwen.“

Sascha trekt een wenkbrauw vragend op. Ze geeft hem een voorzichtige glimlach. Ze is erg gesteld op Alexander, maar durft wel mild commentaar te geven. Vooral wanneer ze vindt, dat Alexander zich kinderachtig gedraagt.

„Dit hangt allemaal ervan af of ze hier komen. Als wij naar Lingen gaan, dan lost het slaapprobleem zichzelf op. Maar zelfs dan, gaan wij het eerste weekend en Alexander en Robin het tweede weekend of gaan we met zijn vieren? Het lijkt op een bezoekregeling. Het is te praktisch en ik hou er niet van om op deze manier te denken.“
„Praktische dingen doen er ook toe, Sascha. Het is geen geheim, dat Wolfgang momenteel aan Robin hangt, maar je moet ook een kans krijgen met hem. Je hebt tijd alleen met hem nodig, zonder Robin. Misschien niet de hele tijd, maar wel een deel.“
„Ik weet het. Toen hij weg liep, ging hij naar Robin. Hij heeft hier tegenover geslapen. Het was leuk, wanneer wij daarbij waren geweest. Ik ben blij, dat ik in het ziekenhuis wat tijd alleen met hem heb doorgebracht. We hebben samen gegeten en zelfs een paar keer gelachen, nadat het ijs was gebroken en hij zich kon ontspannen.“
„Vindt hij je nog steeds leuk?“

Ze glimlacht wanneer hij zijn ogen sluit en tegelijk zijn hoofd schudt.

„We kunnen dat hoofdstuk vergeten, alsjeblieft.“
„Ik vind het wel grappig. Je jongste broer denkt precies zo over jou als ik.“

Ze lacht, maar hij lacht niet mee met haar. Dat is een signaal om te stoppen. Hij vraagt verder.

„Astrid, wat zegt jouw gevoel over vanavond?“
„Eerlijk? Ik denk, dat Henriette de schuld krijgt van een heleboel dingen, waar ze niet verantwoordelijk voor is. Als vrouw vraag ik me af of het niet een beetje onredelijk is.“
„De vorige keer dacht je, dat ze veinst. Net als die mensen, die vroeger probeerden dichtbij je vader te komen.“
„Ja, ik denk nog steeds, dat ze een beetje veinst. Gisteren heb ik wat tijd aan haar besteed, ik denk wel dat er meer achter zit. Ze laat zeker niet alles van zichzelf zien. Ik weet niet wat precies, maar ze is slim genoeg om te weten wanneer ze een stap achteruit moet doen en iemand anders in het middelpunt van de belangstelling laat staan. Gisteren zag ik haar vaak oprecht glimlachen.“
„Hoe zie je dat?“
„Sascha, ook in Gondelsheim ben ik beschermvrouwe van een groot aantal instellingen in de regio. Mijn professionele leven bestaat ook uit het schudden van veel handen. Ik gebruik vaker een professionele glimlach dan ik eigenlijk wil. Ik schud handen met alle mogelijke functionarissen en ondernemers, die vals glimlachen. Ik kan je het verschil vertellen. De Henriette van gisteren was grotendeels echt.“

Haar verloofde fronst zijn voorhoofd.

„Interessant, niet om je vrouwelijke intuïtie te beledigen, maar je hebt wel een groot optreden van haar in Bohling’s gemist. Ik heb geen angst voor haar en denk niet, dat ze ons wil hinderen zoals je ex-verloofde dat doet, maar ik heb wel mijn reserves bij haar.“

Ze denkt na. Ze vraagt hem niet om Henriette volledig te vertrouwen, maar ze voelt zich niet comfortabel bij de impressies van Henriette, die de anderen meebrengen. Ze is zelf een jongedame met een beschermde opvoeding. Ze heeft al veel incidenten meegemaakt, waar mannen op haar neerkijken, ondanks haar bevoorrechte positie.

Sascha zet Henriette op een oneerlijke manier opzij. Ze vindt de manier waarop Alexander hetzelfde doet, niet prettig maar ze wil er niet in betrokken raken. Ze stelt zich voor, dat Robin het wel doet vanwege zijn liefde voor Alexander. Hoewel ze geen kinderen heeft, voelt ze een zekere empathie voor Henriette, die apart wordt behandeld en bespot.

„Wat is je mening over Max?“

Ze denkt even na en haalt haar schouders op.

„Ik kan niets negatiefs over hem zeggen. Hij is gekomen om met zijn familie mee te vieren. Naar mijn idee heeft hij een Alexander een cadeau met een goede bedoeling gegeven. Hij heeft mij geen reden tot wantrouwen gegeven.“
„Dat klopt. Ik heb wel een beter gevoel over Max dan over zijn vrouw.“

Sascha knikt snel en ze fronst haar wenkbrauwen.

„Stop, alsjeblieft. Alexander heeft gelijk met zijn opmerking dat Henriette en Max nu Wolfgang’s ouders zijn.“

Nu is het Sascha’s beurt om verbaasd te zijn.

„Ze verzorgen hem, ze proberen hem verder op te voeden. Ze hebben het grootste deel van het afgelopen jaar besteed aan hem. Beiden. Henriette speelt een rol in zijn leven, en haar gevoelens en inbreng kun je niet negeren.“
„Ik zei niet, dat ik haar ga negeren. Je vroeg om mijn mening en die geef ik je.“
„Goed. Ik wil ervoor oppassen, dat we alle slechte dingen, die over de Kaisers worden verteld, blindelings voor waar aannemen en onze relatie met hen daardoor laten vertroebelen.“

Sascha leunt geïnteresseerd voorover.

„Ik sta er neutraal tegenover. Alexander heeft eigenlijk geen relatie meer met hen. We hebben nog geen relatie met hen. We kunnen niet toestaan, dat Alexander ons verhalen over zijn ouders vertelt en ons daarmee voorschrijft wat we van zijn ouders moeten vinden. Misschien was er een reden, dat ze streng met hem zijn omgegaan. Misschien heeft hij zich misdragen.“

Sascha steekt zijn handen op om haar te onderbreken.

„Max en Henriette hebben verschrikkelijke dingen gezegd tegen Alexander vanwege zijn relaties. Alexander kan de woorden nog steeds letterlijk herhalen en dat zegt al genoeg.“
„Daar hou ik rekening mee. Wanneer hebben ze er voor het laatst over gesproken? Wat heeft Alexander gedaan om hun houding te veranderen? Hij heeft ze jarenlang ontweken. Heeft dat Max en Henriette geholpen het licht te zien? Ik ben er zeker van, dat ze het bekijken vanuit hun gelovige achtergrond, maar hij moet zelf iets doen om hun vastgeroeste meningen los te wrikken. Zelfs Rudolf behandelt Robin en hem met respect. Hij schrijft ze niets voor, geeft ze geen preek, hij laat ze niet links liggen. Als de pastoor van de Kaisers dat kan doen, dan kunnen ze het misschien zelf ook. Alexander moet hen de kans daarvoor geven.“
„Je denkt zo logisch. Je weet dat Alexander jarenlang niet welkom was bij zijn ouders?“
„Nee, dat is nieuw voor mij … Ik wil alleen zeggen, dat Alexander deze kar niet kan trekken. Alexander kan ons niet vertellen, hoe met ze om te gaan. We moeten onze eigen relatie met Max en Henriette opbouwen en we moeten ervoor zorgen dat Alexander’s koppige beslissing om in het verleden te blijven hangen geen invloed heeft en er een wig tussen drijft. We hebben een goede verstandhouding met hen nodig, zodat jij kunt bouwen aan een relatie met Wolfgang.“
„We zijn een team. Jij en ik?“
„Ja. Ik zeg niet, dat we tegen Alexander en Robin of zelfs tegen Alexander’s ouders zijn. Je hebt een recht om Wolfgang beter te leren kennen en ik wil je daarbij steunen. We moeten samenwerken om dat voor elkaar te krijgen.“
„Dat zullen we doen, jij en ik.“

De lachende man naast haar houdt haar gezicht vast en kust haar met verliefde ogen.

„Het helpt trouwens dat je een mooie, erg mooie gravin bent. Ik denk dat Henriette je achternaam wel interessant vindt. Als het ons helpt om dichterbij de Kaisers te komen, zal het op de lange termijn goed voor ons allemaal zijn.“

Ze glimlacht na deze woorden van haar verloofde. Een valse glimlach. Het is geen spel voor haar, het gaat om het opbouwen van een familie. Ze heeft niet de intentie als pion in een schaakspel mee te doen. Het zal wat tijd kosten, maar ze wil dit Sascha meer dan duidelijk maken, voordat ze verder gaan met Wolfgang welkom heten in hun leven.