20 januari 2022

Familie? Familie! – 19 Sascha

Dinsdag 6 september 2011
Nolwenn Leroy – Inévitablement (Radio Edit)

In het appartement van Alexander en Robin doet een aangeschoten Astrid onbewust haar best om Sascha’s plannen te bederven. Ze giechelt en kijkt gelukkig.

„Ik wil jullie allemaal vertellen wat een eer het is om in jullie familie te worden opgenomen. Ik ben heel anders opgegroeid. Het is voor het eerst, dat ik het gevoel heb echt bij een familie te horen.“
„Astrid, we weten het.“

Sascha houdt het gezicht van zijn knappe verloofde tussen zijn handen en kust haar voorhoofd. Een zucht ontsnapt hem. Ze heeft dit dankbare refrein de afgelopen dagen herhaaldelijk uitgesproken. De mededeling begint hem te ergeren.

„Het maakt me vrolijk. Ik begrijp, hoe Wolfgang zich voelt.“

Sascha trekt haar in zijn armen, zodat haar mond zijn borstkas raakt en hij haar voor even het zwijgen oplegt. De mening van zijn schoonheid stelt hij meestal op prijs, maar hij wil deze avond graag met Robin, Alexander en haar doorbrengen zonder dat Wolfgang ter sprake komt.

Sascha wil een normale avond met hen, zoals het vroeger was. Een avond waarin de twee koppels genieten van elkaars gezelschap, van elkaars gedachtenloze grappen en alle andere dingen in hun leven van zich af kunnen zetten.

Helaas is het normale verdwenen en schijnt niet meer terug te komen. Wolfgang is in hun leven en daarmee is hun onderlinge omgang voorgoed veranderd. Het weerhoudt hem er niet van om een avond te wensen zonder vragen over vaderschap, over het dubbelleven van zijn vader en over Wolfgang.

Astrid praat gedempt verder tegen zijn borst. Zijn frons verandert langzaam in een glimlach. Alexander en Robin pakken hun bier en ruilen het tafelvoetbalspel in voor de bank. Robin kijkt hem even aan.

„Ik denk, dat we wel uitgespeeld zijn.“

Hij gokt erop, dat de jongens hier eigenlijk wel vrolijk over zijn. Tot nu toe hebben hij en Astrid vrijwel elke wedstrijd gewonnen. Robin haalt meer bier uit de koelkast. Sascha tilt zijn verloofde op en draagt haar naar de bank. In stilte hoopt hij, dat het lukt om de rest van de avond de gesprekken weg te leiden van de jongen, die vanmorgen is vertrokken. Robin roept vanuit de keuken naar hem.

„Hoe denk je, dat het nu verder gaat?“
„Appollonia wordt volgende week gekeurd. Over drie weken wil ik de wagen zo goed kennen, dat jullie mee kunnen.“
„Dat bedoel ik niet, Sascha, alhoewel ik wel een keer met je mee wil.“
„Wat bedoel je, Robin?“
„Nu Wolfgang, Max en Henriette weg zijn, hoe zal het verder gaan?“
„We moeten nog steeds wachten op de resultaten van het DNA-onderzoek. Tot dan kunnen we weinig beslissingen nemen.“
„Dat gaat maanden duren, Sascha.“
„Ik weet het.“
„We kunnen hem niet vertellen, dat we wachten op de uitslag van het onderzoek, voordat we verder gaan met hem.“
„Dat heb ik ook niet gezegd, Robin.“
„Hij moet daar een leven opbouwen. Hij zit daar op school. Zijn vriend Peter woont in Lingen. Daar moet hij zich op concentreren.“

Alexander vat de belangrijkste punten samen. Sascha is het tot op zekere hoogte eens met zijn zakenpartner. Hoewel hij eigenlijk het onderwerp vanavond met rust wil laten, is hij niet van plan om er helemaal niet over te praten.

„Precies! We hebben tijd nodig om alles op de rij te zetten. Vanavond hoeven we niets te beslissen.“
„Sascha, ik wil erover praten.“

Zijn vastberaden broer ontlokt hem een glimlach. Een normale avond zit er niet meer in. Alle vier gaan ze hier verder over praten. Astrid en hij zetten het gesprek dan nog voort in bed, voordat ze in slaap vallen. Misschien wordt morgenavond weer normaal. Met een vleugje sarcasme gaat hij erop in.

„Kunnen we niet beter nu naar Charlie’s restaurant gaan? Het is deze week ons tweede huis geworden, de plek waar de meeste gesprekken afdwalen naar de toekomst van Wolfgang. Misschien kunnen de Kaisers terugkomen en meepraten.“
„Sascha, stop nu. Hij meent het!“

Astrid geeft hem een zachte tik op zijn bovenbeen. Ze weet ook precies, waar zijn spieren het gevoeligst zijn.

„Ik meen het ook. Vanavond wil ik er niet over praten. Ik vind de jongen leuk, het is een goede jongen, maar vanavond wil ik ontspannen met mijn verloofde, mijn hardwerkende partner en mijn broer.“
„Dat begrijp ik, maar ik wil praten over een jongen, die misschien onze broer is. Het nieuws van gisteren heeft ons allemaal geraakt, maar ik wil hem niet opgeven. Ik wil hem bezoeken. Ik wil, dat hij ons bezoekt. Ik wil hem verder leren kennen.“

Robin blaft meer dan hij normaal praat. Alexander probeert hem te kalmeren.

„Dat zal ook gebeuren, Robin, maar hij heeft ook tijd nodig om weer te wennen aan zijn leven daar.“

Sascha moet Alexander wel aanvullen.

„We moeten eerst met Max en Henriette praten. Ze zijn nu Wolfgang’s ouders.“
„Dat weet ik, maar vanavond is het de eerste keer, dat wij met zijn vieren er onderling over kunnen praten. Misschien verwacht je dit niet van mij, maar ik wil graag weten, hoe jullie erover denken, hoe jullie je hierbij voelen.“

Robin is volhardend vanavond, zijn stem kraakt. Alexander draait zich om naar zijn vriend en is net zo verbaasd als hijzelf. Voor de zekerheid kijkt Sascha naar zijn liefste, die blijkbaar net zo verrast als hij is om zijn normaal zwijgzame en beheerste broer over emoties te horen praten. Onbedoeld geeft hij hierdoor Astrid de kans als eerste te reageren.

„Als je mij vraagt, komt alles wel goed. Alexander’s ouders moedigen het erg aan, dat hij jullie allebei leert kennen. Dat lijkt mij makkelijk te doen. Het was beslist lastig voor hen om deze stap te zetten, of niet, Alexander?“
„Ik ben de laatste, die Max en Henriette van ons wil overtuigen.“

Alexander is nuchter en tegelijk zakelijk over zijn relatie met zijn ouders.

„De avond gisteren met je ouders heeft toch goede vooruitzichten opgeleverd? Ze willen het contact met je verbeteren. Ze willen deel zijn van je leven, net zoals Wolfgang. Iedereen wil het anders, beter doen.“
„Het was een avond over de toekomst.“

Alexander reageert wel heel glad op Astrid. Sascha trekt een wenkbrauw op. De vriend van zijn broer is al de hele dag ongewoon gesloten en teruggetrokken. Zelfs bij het ontbijt met zijn familie was Alexander stiller dan anders. Astrid kijkt Sascha even aan. Ze heeft moeite om Alexander te begrijpen. Sascha ziet haar vragende gezicht en pakt de hint op.

„Er zit veel onbegrip en pijn in de relatie tussen Alexander en zijn ouders. Dat is al jaren het geval. Het kost tijd.“
„Ze zullen eerst mijn vertrouwen moeten verdienen.“

Alexander maakt duidelijk waar de schoen wringt. Astrid glimlacht vriendelijk.

„Mag ik hier meer over vragen? Ik heb van Sascha maar een paar dingen gehoord. Ik … ik begrijp niet goed, wat er tussen jullie is gebeurd, dat jullie … eigenlijk geen contact meer met elkaar hebben. Het is mij wel duidelijk dat Henriette een probleem heeft met … je omgang met mannen.“
„Dat is iets, waar ze aan zal moeten wennen.“

Robin antwoordt voor zijn vriend en tikt met zijn bierfles tegen Alexander’s bierfles. Alexander neemt een slok bier en zucht.

„Om eerlijk te zijn, gaat het daar ook om. Ik weet, dat Rudolf gelijk heeft. Ik ben nooit de perfecte zoon geweest. Je kunt een jonge hond net zolang slaan, totdat hij begint terug te bijten en daarna niet meer.“

Astrid begrijpt de metafoor niet en kijkt hem aan. Sascha geeft zacht antwoord.

„Alexander is de jonge hond, Astrid.“
„Ik weet het! Ben je … op de een of andere manier … misbruikt?“
„Nee, niet fysiek. Het is bijna onmogelijk om met Henriette om te gaan. Ze heeft erg hoge maatstaven en iedereen om haar heen moet aan die maatstaven voldoen.“
„Dat doen we allemaal. Of we dat nu toegeven of niet.“

Astrid spreekt Alexander tegen, Alexander laat zich niet van de wijs brengen.

„Mijn broer is een ander voorbeeld. Ik heb gisteravond zijn telefoonnummer van Max gekregen. Charlie vertelde me, dat er tussen Bastian en mijn ouders iets is gebeurd. Hij beantwoordt hun telefoontjes niet meer.“
„Heb je hem gesproken?“

Robin’s vraag verrast hem een beetje. Sascha denkt even na en beseft, dat Robin en Alexander elkaar vandaag verder niet hebben gesproken. Ze zijn na het afscheid van de familie direct weer aan het werk gegaan. Zijn broer kwam als laatste thuis vandaag. Alexander knikt langzaam, waarop Robin aanhoudt.

„Heeft hij je verteld, wat er is gebeurd?“

Alexander knikt opnieuw.

„Bastian en ik konden een tijdlang minder goed overweg, maar ik denk, dat ik hem hiermee wel kan geloven. Zijn verhaal is een beetje te persoonlijk, hij zal het niet hebben verzonnen.“
„Is hij ook homo?“

Sascha’s grap wordt al beantwoord door het serieuze gezicht van Alexander.

„Nee, hij is fysiotherapeut. Het is iets, waar ik nu nog niet over kan praten. We hebben afgesproken elkaar te ontmoeten en bij te praten. Ik kan alleen vertellen, dat zijn vrouw Daniela ook te maken heeft met de stilte tussen Berlijn en Lingen.“

Sascha kijkt zijn broer aan. Robin zal het snel horen, waarschijnlijk vanavond, wanneer hij en Astrid weg zijn. Het is een volledig andere vraag of en wanneer hij en Astrid het verhaal te horen krijgen. Astrid zucht even.

„Het klinkt ernstig.“

Alexander knikt alleen. Robin reageert vanuit het niets.

„Ik weet niet, hoe jullie erover denken … het lijkt erop, dat Wolfgang ons echt nodig heeft … niet op afstand, maar dichtbij in zijn leven.“

Sascha is het eens met Robin’s observatie. Astrid lijkt een beetje boos.

„Moment. We weten niet, wat er speelt rond Bastian, daaruit kunnen we geen conclusies trekken. Ik weet alleen, wat ik gisteravond heb gezien. Max en Henriette hebben een stap gedaan om zich met Alexander te verzoenen. Ze waren vriendelijk tegen jou, Robin, en hebben je als vriend van Alexander gerespecteerd. Het lijkt mij, dat ze dingen willen veranderen, ongeacht wat er gebeurd is in het verleden. Ze willen Alexander terug en ze willen Alexander’s hulp met Wolfgang. Zijn ze bereid om jullie twee als zoon en schoonzoon te accepteren? Het kan alleen goed zijn voor Wolfgang, voor zover ik het kan overzien.“

Sascha kijkt naar Alexander en wacht op een reactie, die niet komt, want Alexander is in gedachten verzonken. Robin geeft in zijn plaats antwoord.

„Dat is allemaal mooi, Astrid. Maar Sascha en ik moeten hem ook kennen, voor het geval dat hij toch onze broer is. Heb je niet gezien, hoeveel hij op mij lijkt?“

Sascha is met stomheid geslagen. Zijn jongere broer heeft het ook gezien. In zijn gedacht ziet hij de jongen weer voor zich, in de kleren van zijn broer en alleen aan de bar bij Bohling’s, huilend na het volgende pak slaag van hun vader. Hij knijpt zijn ogen even dicht. De herinneringen beginnen in elkaar te vervloeien. Hij moet ze loslaten en bij het heden blijven.

„Sascha zei dat ook, maar ik zie het niet.“

Astrid geeft een kort en krachtig antwoord. Hij schrikt ervan. Waarom heeft ze dat gezegd? Hij probeert Robin’s ogen te vermijden. Hoe vaak heeft hij die dwingende, nieuwsgierige blik ontweken? Hoe vaak hebben die ogen hem gezocht, nadat hij is weggelopen? Hij kan het niet blijven doen. Hij kan niet blijven weglopen. Sascha ziet de verbaasde blik van zijn broer en knikt.

„Dan moet je het ook beseffen … Je weet, dat hij één van ons is. Je weet, dat hij onze broer is!“

Robin heeft moeite om zijn stem onder controle te houden, niet te laten overslaan. Sascha voelt zijn ogen vochtig worden.

„Ik denk van wel.“

De kamer is een tijdlang gehuld in stilte, gevuld met emoties. Alexander blijft rustig en nuchter.

„Eigenlijk wil ik jullie enthousiasme niet temperen, maar mijn ouders zijn nu de verzorgers van Wolfgang.“
„Als hij onze broer is, dan kan hij hier komen wonen.“

Robin spreekt een stille wens uit, waar Sascha het deels mee eens is. Alexander reageert stellig.

„Nee!“
„Na alle verhalen over Henriette wil jij, dat hij daar woont?“

Sascha moet wel van zich laten horen, want zijn broer krijgt een verdrietige blik en dat vergroot zijn zorgen.

„Wil je, dat ze hem weghouden van ons?“

Alexander staat op en begint te ijsberen.

„Dat zeg ik niet! Mijn gevoelens over Max en Henriette zijn een ding. Ze hebben nog een lange weg te gaan, voordat ze mijn vertrouwen weer krijgen. Maar jullie vergeten het leven, dat Wolfgang heeft gehad. Hij is vaker weggehaald uit gezinnen dan goed is voor een kind. Denk aan wat Rudolf zei, dat hij een stabiel thuis nodig heeft en een familie!“
„We zijn familie!“
„Robin …“

Robin praat te luid, hij moet zijn broer nu kalmeren. Alexander blijft stellig.

„Of iemand van ons het leuk vindt of niet, hij heeft nu twee mensen, die hem mogen en voor hem zorgen. Hij heeft een thuis in Lingen en daarom moet hij daar blijven. Hij heeft daar zijn vrienden. Hij moet daar zijn school afmaken.“
„Hoe zit het met ons?“
„Wat stel je je voor, Robin? Heb je er wel aan gedacht, dat Wolfgang bijna zeventien is? Zodra hij achttien is, dan mag hij zelf beslissen over zijn leven. Wil je zolang zijn voogd zijn? We kunnen hem niet van de ene op de andere dag adopteren. Het verleden van jou en dat van Sascha werkt in jullie nadeel. Wil je Wolfgang dat aandoen, zonder dat hij teleurgesteld wordt? Mijn ouders of het Jugendamt in Lingen hebben nu alle rechten en plichten. We kunnen hem daar niet weghalen.“
„We moeten iets doen.“

Sascha kijkt Robin direct in zijn ogen en blijft even zo kijken.

„Dat gaan we ook doen, Robin. We gaan met Alexander’s ouders praten en bij hen op bezoek, totdat we de uitslag van het onderzoek hebben. Daarna zien we weer verder.“
„Ik zou nu graag naar de sporthal gaan om me af te reageren.“

Hij en Alexander kijken elkaar bezorgd aan. Ze zullen hun broer en vriend goed in de gaten moeten houden voordat …