2 januari 2021

Geloof, hoop & liefde – 1 Alleen op vakantie

Voorwoord

Mijn naam is Michael. Op het moment dat ik dit verhaal publiceer (augustus 2013), ben ik vijfentwintig. Hoewel ik geen schrijver ben en dit het allereerste verhaal is wat ik ooit schreef, wil ik het toch delen met anderen.

Toen ik achttien was, wist ik zeker dat ik homo was. En dat kon niet. Dat mocht niet… van God. Zei iedereen… Het heeft me een hoop problemen opgeleverd maar uiteindelijk nog veel meer goeds. Daarover gaat dit verhaal. God was en is nog steeds heel belangrijk in mijn leven. De kerk niet meer. Ik heb mijn eigen band met God en dat voelt goed. Ik ben homo en heb toch mijn leven in God’s hand gelegd. Voor mij is mijn verhaal het bewijs dat God iedereen liefheeft zoals hij is. Door Hem kan ik zijn wie ik ben…

Alleen op vakantie

“Heb je alles jongen?”
“Ja mam…”
“Thomas?”
Mijn zoon stond met een bedrukt gezichtje te kijken hoe al m’n bagage in mijn autootje verdween.
“Papa komt gauw weer thuis hoor. Twee weekjes maar schat. En dan breng ik voor jou Franse playmobil mee. Goed?” richtte ik me tot mijn zoon.
Meteen fleurde zijn gezichtje op. Playmobil was alles voor mijn vierjarige zoon. Wat werd hij al groot! En wat koste het me een moeite om hem twee weken bij mijn ouders achter te laten. Maar mijn ouders hadden wel gelijk. Sinds de geboorte van Thomas en het overlijden van zijn moeder, had ik geen moment tijd meer voor mezelf gehad. Studeren, voor Thomas zorgen en dan nog eens al het gepieker. Maar daar wisten mijn ouders nog niet de helft van. Misschien was het inderdaad goed voor me om er eens helemaal alleen tussen uit te gaan. Even geen verplichtingen, lekker uitslapen, gewoon doen waar ik zin in had.

Ik was wel een beetje verbaasd geweest toen mijn ouders met deze vakantie aan kwamen zetten. Ze hadden me praktisch weggestuurd. Om Thomas hoefde ik me geen zorgen maken, hadden ze gezegd. Die zou bij hun de tijd van zijn leven krijgen.
“Kom eens bij papa, knul.”
Ik zakte door m’n knieën en nam hem stevig in mijn armen. Met zijn kleine armpjes om mijn nek drukte ik hem dicht tegen me aan.
“Niet zo hard papa!”
Ik lachte om zijn gespartel om los te komen. Wat zou ik hem missen! Sinds hij geboren was, was hij elke dag bij me geweest, mijn kleine mannetje. En nu zou ik hem twee weken lang niet zien. Ik slikte maar een keer om mijn opkomende tranen te onderdrukken.
“Zul je lief zijn bij opa en oma?”
Thomas knikte. Ik gaf hem een laatste kus en liet hem met een diepe zucht los. Overeind komend richtte ik me tot mijn moeder.
“Ik zal elke dag bellen, ok? En als er iets is met Thomas… Ik ben in een dag weer thuis als het moet.”
“Hé, wat zou er nou kunnen zijn? Maak je niet ongerust. We gaan er gewoon twee hele leuke weken van maken. Geniet jij nou maar van je vakantie en zorg dat je goed uitgerust terug komt. Je hebt het verdiend jongen.”
Met waterige ogen keek ik haar aan. “Bedankt mam. Voor alles. Niet alleen voor deze vakantie. Maar gewoon… dat jullie er altijd voor me zijn. En voor Thomas…”
Ik knuffelde mijn moeder en gaf haar een dikke kus.
“Bedankt pa. Zorg je er voor dat ma Thomas niet te veel verwend?”
“En wie zorgt er voor dat ik hem niet te veel verwen?” reageerde hij gevat.
Grijnzend keek ik hem aan terwijl ik zijn hand vastpakte en hem tegen me aan drukte. Met mijn andere hand klopte ik hem een paar keer op zijn rug.
“Tot over twee weken pa.”
“Rij voorzichtig jongen! En denk aan wat je moeder gezegd heeft… geniet er van…”
Met een dubbel gevoel stapte ik in m’n autootje, startte de motor en reed de straat uit, op weg naar Bretagne.

Tegen de avond draaide ik een smal landweggetje in. Een klein bordje langs de kant van de weg vertelde me dat ik hier rechtsaf moest slaan. Ik twijfelde even want bordjes langs de kant van de weg wezen in Frankrijk nogal regelmatig precies de verkeerde kant op. In geen velden of wegen kon ik ook maar iets ontdekken dat op een vakantiepark leek. Ik besloot het weggetje een stukje verder in te rijden om te zien of verderop iets te onderscheiden viel. Bovenop een heuvel zette ik mijn auto aan de kant. Voor me liep de weg behoorlijk stijl naar beneden. Maar nog steeds geen vakantiepark te zien. Slingerend daalde het weggetje af om na een paar honderd meter in een bos te verdwijnen. Misschien moest ik dat bos nog maar even doorrijden. Ik stapte weer in en reed langzaam verder.

Even plotseling als het bos begonnen was, hield het ook weer op. Een licht glooiend veld strekte zich voor me uit. Rechts van me doemden een paar kleine huisjes op. Nieuwsgierig reed ik verder. Zou dit het zijn? Ik had me toch iets anders voorgesteld bij een vakantiepark. M’n moeder had weliswaar verteld dat het een klein park was waar vooral mensen kwamen die de rust en de natuur opzochten. Maar zo klein… In de gauwigheid telde ik vijf huisjes die verspreid in het landschap stonden en een oude boerderij. Hier en daar wat bomen en dat was het dan. Ik reed verder. Niet veel later zag ik weer zo’n klein bordje langs de weg. Het wees inderdaad naar rechts. Ineens werd ik een beetje zenuwachtig. Hier zou ik de komende twee weken verblijven. Hoe zou het zijn? Zou ik het wel volhouden, zo helemaal in m’n eentje? Ik miste Thomas nu al. Zijn enthousiasme, het plezier dat we hadden als we samen speelden. Sinds hij vier jaar geleden geboren was, had ik geen dag zonder hem doorgebracht. Naast mijn studie, die ik met veel hulp van mijn ouders had kunnen afmaken, draaide mijn hele leven alleen maar om hem. Het was niet altijd makkelijk geweest, in tegendeel, ik had het er vaak moeilijk mee gehad. Vooral toen mijn vrienden me steeds meer links lieten liggen. Ik snapte het wel, ik had bijna nooit meer tijd om samen met hen dingen te doen. Thomas had me nodig. Langzamerhand vereenzaamde ik. Daar kwam nog bij dat ik steeds meer verlangde naar een liefdevolle relatie. En vooral dat had me de laatste tijd, behoorlijk somber gemaakt. Het zou beslist niet makkelijk worden om iemand te vinden die het zag zitten om samen met mij een kind groot te brengen. Ik had al wel eens voorzichtig pogingen ondernomen contact te leggen maar telkens was het afgeketst op het feit dat ik een kind had. Langzamerhand begon ik er moedeloos van te worden.

Mijn ouders dachten dat ik me te druk maakte vanwege mijn afstuderen. Ze hadden geen idee van mijn eenzaamheid, van mijn verlangen naar iemand om mijn leven mee te delen. Ze vonden dat ik, nu ik mijn studie afgerond had, maar eens wat tijd voor mezelf moest hebben en hadden me deze vakantie cadeau gedaan. Kon ik eens lekker bijkomen en tijd aan mezelf besteden…

Nog geen minuut later doemde een groot hek voor me op dat automatisch openging toen ik dichterbij kwam. Rustig reed ik het park op richting de boerderij die een kleine honderd meter verderop stond. Boven de voordeur die uitnodigend openstond hing een groot bord ‘Accueil’. Ik parkeerde m’n auto, stapte uit en liep verwachtingsvol naar binnen. Een jongeman, hij was misschien iets ouder dan ikzelf, zat met gebogen hoofd achter de balie. Hij keek op toen hij me binnen horde komen. Twee stralend blauwe ogen keken me vriendelijk lachend aan. Een kort moment namen we elkaar op. Toen stond hij op, liep om de balie heen en begroette me met een stevige handdruk.
“Nicolas,” stelde hij zichzelf voor.
“Michael,” antwoordde ik.
In rap Frans heette hij me welkom. Overdonderd door de Franse spraakwaterval, maar vooral door die prachtige blauwe ogen, staarde ik hem niet begrijpend aan. Niets van wat hij zei, drong tot me door. Die ogen… Plotseling stopte hij, keek me onderzoekend aan en schakelde razendsnel over op Engels. Ik moest mijn best doen niet in de lach te schieten. Fransozen die Engels spraken, dat klonk gewoon zo grappig…
Hij draaide zich om, pakte één van de sleutels die op de balie lag en zei: “Come on, let me show you your cabin.”
Enthousiast sloeg hij me op m’n schouder, liep naar buiten en wenkte me hem te volgen. “Helemaal doorrijden tot aan het eind van de weg,” zei hij, wijzend in de richting waar ik naartoe moest. “Het laatste stukje zul je moeten lopen, de weg gaat niet helemaal tot aan het huisje.”
“Prima, ik vind het wel,” antwoordde ik in vloeiend Frans.
Een beetje verbaasd keek hij me aan. Ik grinnikte. Mijn Frans is, al zeg ik het zelf, uitstekend! Mijn moeder komt oorspronkelijk uit Frankrijk waardoor ik tweetalig ben opgevoed. Van kinds af aan ging ik samen met mijn ouders meerdere keren per jaar op familiebezoek in Frankrijk en ook onze vakanties brachten we in het land door. Ik hield van van het land… en de taal. Net als mijn ouders.
Ik schudde hem de hand en bedankte hem.
“Kom je vanavond naar de barbecue?” vroeg hij ineens. Hij was weer overgegaan op Frans, had inmiddels begrepen dat ik hem wel degelijk verstond. “In de kampvuurkuil naast de boerderij. Bijna iedereen komt…” voegde hij eraan toe.
Verwachtingsvol keek hij me aan, mijn hand nog steeds vasthoudend.
“Eh…,” aarzelde ik. Om eerlijk te zijn trok het idee van een barbecue met de andere gasten me niet zo. Ik had niet zo’n zin in oppervlakkige gesprekken met volslagen onbekenden. Ik was moe, wilde liever een paar uurtjes slapen. Aan de andere kant… Hij zou er natuurlijk ook zijn… En hij was ok… toch?
“Kom op, gezellig man. Kan je iedereen een beetje leren kennen. Lekker stukje vlees op de grill, aardappels poffen in het vuur. Glaasje wijn erbij. Wat wil je nog meer?” ging hij enthousiast verder.
Uitnodigend keek hij me aan. Ik zag het al voor me. Rauw vlees, zwarte aardappelen, zure wijn… Maar goed, ik wilde geen spelbreker zijn. Wie weet was het heel gezellig…
“Altijd leuk om andere mensen te leren kennen,” reageerde ik met gespeeld enthousiasme. “Ik zal er zijn.”
Nicolas glunderde. Verbeelde ik het me nou of vond hij het echt leuk dat ik zou komen? Ik keek hem onderzoekend aan. Leuke vent… Iets kleiner dan ikzelf, lekker nonchalant. Mooi donker half lang golvend haar, en dan die ogen… Alsof ze recht in m’n ziel keken. Een vreemde kriebel trok door m’n buik…
“Doen we elke vrijdag. Leuk voor de nieuwe gasten. Maar ik waarschuw je, alle andere gasten zijn een stuk ouder dan wij. De meesten zijn van middelbare leeftijd, hebben de kinderen het huis uit en zoeken nu de rust en de natuur op.”
“Tja, dan zullen we het met elkaar moeten doen,” reageerde ik gevat.
Ik stond er versteld van hoe gemakkelijk de woorden over m’n lippen rolden. Meestal was ik wat verlegen tegenover vreemden. Waarom nu dan niet? Op de één of andere manier voelde ik me bij hem op m’n gemak. Alsof ik hem al jaren kende…
“Yep, we zijn tot elkaar veroordeeld,” grijnsde hij vrolijk.
Lachend keek ik hem aan. Het ijs was gebroken.

In gedachten reed ik de richting uit die Nicolas me gewezen had. Aardige vent. Deed in ieder geval zijn best het zijn gasten naar de zin te maken. Misschien een tikkeltje te enthousiast. Aan de andere kant… het werkte wel aanstekelijk. Hij had me toch maar mooi zo ver gekregen dat ik naar die barbecue ging!

Niet veel later sleepte ik m’n twee koffers het kleine maar gezellige huisje in. Verbluft door het prachtige uitzicht schoof ik de schuifpui open, liep het terras op en snoof de zilte zeelucht op. In de verte hoorde ik de golven tegen de rotsen uiteen spatten.
“Wow…” fluisterde ik voor me uit. “Wat een rust…”
Voor het eerst sinds jaren voelde ik me gewoon onbezorgd. Vrolijk fluitend verkende ik de rest van het huisje, pakte m’n koffers uit, richtte de kasten in en inspecteerde de keuken. Koelkast, elektrische kookplaat, magnetron, geen oven… Heel wat anders dan mijn grote en van de nieuwste apparatuur voorziene keuken thuis waarin ik me helemaal kon uitleven. Want koken, dat was mijn passie. Toen ik er na Thomas’ geboorte ineens alleen voor kwam te staan, vond ik dat ik niet steeds een beroep op mijn moeders kookkunst kon doen. Ik zou toch moeten leren voor mezelf en Thomas te koken. Dus had ik me er vol overgave op gestort en ontdekte al snel dat ik het leuk vond en er ook best goed in was.

Twee uur later liep ik opgewekt en fris gedoucht richting de kampvuurkuil. De indringende geur van brandend houtskool kwam me al tegemoet. Toen ik dichterbij kwam, zag ik dat er zich al een behoorlijke groep mensen had verzameld en inderdaad, zoals Nicolas al gezegd had, waren de meesten van middelbare leeftijd. Uit het aantal mensen leidde ik af dat er toch meer huisjes op het park moesten zijn dan je zo op het eerste gezicht zou denken.
“Michael!” Breed lachend kwam Nicolas op me af lopen. “Kerel… leuk dat je er bent.” Hij pakte me bij m’n schouders vast, kuste me drie keer en liet me toen weer los.
Een vreemde rilling trok over m’n rug… Overdonderd staarde ik hem aan. Voor ik iets kon zeggen, trok hij me mee naar een groepje mensen dat rond de barbecue stond.
“Jongens, dit is Michael,” stelde hij me voor. En weg was hij weer. Een beetje verlegen keek ik de groep rond. Vriendelijke gezichten. Logisch natuurlijk, ze waren allemaal op vakantie.
“Hoi,” groette ik de groep. Ik glimlachte maar wat, wist me geen houding te geven.
“Ha, nog een Hollander!” Een man van begin vijftig reikte me de hand. “Kees,” stelde hij zichzelf voor. “En dit is mijn vrouw, Mieke.” Hij wees naar een vrouw die me vanaf de rand van de kampvuurkuil vriendelijk toe lachte.
“Michael,” reageerde ik terwijl ik zijn uitgestoken hand stevig vastpakte. “En inderdaad, een Hollander,” bevestigde ik zijn conclusie.
“Ga zitten jongen, ga zitten.” Kees gebaarde naar de rand van de kampvuurkuil. Hij nam plaats naast zijn vrouw.
Omdat ik verder ook niet goed wist wat ik moest, ging ik maar naast hem zitten. “Zijn jullie ook vandaag aangekomen?” begon ik voorzichtig, niet goed wetend wat ik moest zeggen tegen deze mij onbekende landgenoten.
“Ha ha, nee… wij zitten hier al weer twee weken. Nog één week en dat zit het er voor ons al weer op. Dan roept de plicht weer.”
Terwijl hij enthousiast vertelde wat er in de omgeving allemaal te beleven viel, dwaalde mijn blik over de rest van de mensen en bleef rusten op Nicolas. Hij stond met zijn rug naar me toe vlees om te draaien op de barbecue. Glimlachend nam ik hem in me op. In een flits zag ik zijn stralend blauwe ogen weer voor me.
“En wat zijn jouw plannen?”
De stem van Kees haalde me terug naar het gesprek. “Eh… ik wil vooral veel lopen. Lekker langs de kust, flinke afstanden afleggen… Gewoon even helemaal tot mezelf komen.” Ik zuchtte.
Verbaasd trok Kees zijn wenkbrauwen op. “Moet jij niet gewoon lekker uitgaan? Lol maken, achter de meiden aan! Da’s toch veel meer iets voor zo’n jonge knul als jij? Wandelen kan ook nog als je zo oud bent als ons…” ging hij plagend verder.

Ik voelde me opgelaten. Hij had natuurlijk gelijk. Maar ja, meiden zaten er voor mij niet in. En uitgaan al helemaal niet! Die fase in mijn leven had ik overgeslagen. Toen Annemarie zwanger was geraakt, had ik mijn verantwoordelijkheid genomen. Haar ouders waren erg gelovig dus abortus was uitgesloten. Volgens haar vader was snel trouwen de enige oplossing. Ik was me kapot geschrokken. Trouwen was wel het laatste waar ik toen aan dacht! Maar ja, ik kon Annemarie er natuurlijk niet alleen voor laten opdraaien. Dus had in ingestemd met een huwelijk. Ik hield niet van haar en dat zou ook nooit veranderen. Mijn hart klopte nou eenmaal alleen sneller voor jongens… Die ene keer met Annemarie, ik had gehoopt dat mijn gevoelens voor jongens daardoor over zouden gaan. Maar het tegendeel gebeurde… Het bevestigde alleen maar waar ik al bang voor was. Ik was homo. Ik wilde het niet, maar het was wel zo. Ik wist het en ik wist ook dat het niet kon. Dat het niet mocht… Althans, dat beweerde iedereen.

Ik voelde me zo schuldig. Schuldig, omdat ik haar gebruikt had in de hoop dat door met haar te vrijen mijn gevoelens voor jongens zouden verdwijnen. En daar zou zij nu haar hele leven lang de consequenties van moeten dragen. Ik kon dus niet anders, ik moest wel met haar trouwen. En ik nam me voor heel goed voor haar en ons kind te zorgen. Dat was ik haar verplicht, vond ik. Uitkomen voor mijn geaardheid zou sowieso flinke problemen opleveren. Misschien was dit dan nog wel de beste oplossing.

Mijn ouders waren niet blij geweest met ons voorgenomen huwelijk. Ik had ze verteld dat Annemarie en ik een paar weken iets met elkaar hadden gehad en dat ik het uit had gemaakt omdat zij er meer in zag dan ik. Mijn ouders deden hun best me ervan te overtuigen dat trouwen geen goed idee was maar respecteerden uiteindelijk mijn besluit om dat toch te doen. Ergens waren ze ook best trots op me dat ik mijn verantwoordelijkheid niet uit de weg ging. Ze steunden ons dan ook zo goed mogelijk.
Nog geen vijf maanden later was Annemarie dood en stond ik er alleen voor. Met een baby. Net twintig was ik toen…

“Laat die jongen toch met rust Kees,” maande Mieke haar echtgenoot. “Als hij wil wandelen, laat hem dan. Niet iedereen is zoals onze Maarten.”
“Ik wandel niet hoor. ‘t Is meer hardlopen,” lachte ik. “Vroeger liep ik marathon’s… Heb ik helaas geen tijd meer voor, Studie…,” verklaarde ik mezelf.
Kees knikte bewonderend. “Sportief type! Goeie zaak jongen.” Hij sloeg me stevig op m’n schouder. Ik lachte maar weer eens. Stiekem gluurde ik nog een keer naar Nicolas.
“Sorry,” verontschuldigde ik me tegenover Kees. “Ik ga even wat te eten halen.”
Zonder een antwoord af te wachten, stond ik op en liep naar Nicolas.
“Heb je al wat lekkers voor me klaar?” vroeg ik zo nonchalant mogelijk. Ik hoopte maar dat hij de lichte trilling in m’n stem niet zou horen.
“Voor jou altijd,” lachte hij.
In het licht van de vlammen schitterden zijn ogen ondeugend. We keken elkaar aan. Ik voelde m’n kop rood worden. Snel wendde ik mijn ogen af, richtte mijn blik op het vlees op de barbecue.
“Doe maar zo’n lekkere spies…” Ik wees naar de spiesen die bruin gebakken lagen te wachten om opgegeten te worden. Ik moest het hem nageven, hij kon wel barbecuen…
“Sausjes en stokbrood staan daar,” gebaarde hij naar de tafel onder de partytent. “En als je een gepofte aardappel wilt, die liggen in het vuur.”
Hij draaide zich om naar het kampvuur in het midden van de kampvuurkuil en wees naar de kleine, in aluminium verpakte pakketjes in het vuur. “Wel voorzichtig, ze zijn erg heet,” voegde hij er aan toe.
Nicolas drukte een plastic bekertje in m’n hand, pakte er zelf ook één, schonk ze vol met rode wijn en hield zijn bekertje in de lucht. “En de wijn, die krijg je van mij. A votre santé!”
Lachend nam hij een flinke slok en hield mijn blik even gevangen in zijn ogen. Snel wendde ik me af. Mijn hemel… Wat gebeurde hier? Ik kreeg het er helemaal warm van…
“Proost,” reageerde ik in een poging normaal te doen. Snel nam ik een slok. Mmm, niet slecht voor een slobberwijntje… Maar ja, die Fransozen stonden er om bekend de lekkerste wijn voor zichzelf te houden. Waar wij in Nederland een kapitaal voor betaalden, was hier in de supermarkt gewoon voor een prikkie te krijgen. Ik nam me voor om voor ik terug naar huis ging, wat flessen in te slaan.
“Hé, ik moet me even met de andere gasten bemoeien. Blijf je nog even als straks iedereen weg is?” vroeg Nicolas plotseling. Hij keek me indringend aan. Zijn stem klonk zacht… Kriebels in m’n buik…
“Leuk…” antwoordde ik lachend.
En ik vond het leuk! Vond hem leuk… Met bonkend hart liep ik richting de sausjes en zocht even later mijn plekje naast Kees weer op. Stiekem hield ik Nicolas in de gaten. Met iedereen maakt hij een vriendelijk praatje, hij lachte om grapjes, zorgde ervoor dat iedereen het naar zijn zin had. Ikzelf werd al snel betrokken in een gesprek met Kees en Mieke en nog een stel uit Nederland. Het duurde niet lang voor ze mijn passie voor koken ontdekt hadden en ik ze verteld had dat ik net afgestudeerd was. Ik begon me steeds meer op m’n gemak te voelen. Na drie bekertjes wijn kon ik zelfs wel zeggen dat ik de grootste lol had. Ik lag dubbel van het lachen om de amusante anekdotes van Kees en vond het misschien nog wel vermakelijker om te zien hoe zijn vrouw zat te glimmen bij zijn verhalen. Die twee waren overduidelijk dol op elkaar. De avond ging snel voorbij en voor ik het in de gaten had waren Kees en Mieke, het andere Nederlandse stel, Nicolas en ikzelf nog de enigen die overgebleven waren. Tegen twaalven stonden de beide Nederlandse stellen op.

“We gaan er maar eens vandoor. ‘t Is mooi geweest voor vandaag,” hoorde ik Kees zeggen.
Met een wederzijds ‘Salut’ vertrokken ze, mij alleen met Nicolas achterlatend. Nicolas was inmiddels begonnen met opruimen. Ik stond op, ging schuin achter hem staan en legde nonchalant een hand op zijn rug. Mijn hart ging als een razende te keer.
“Zal ik je even helpen? Ik ben heel handig in dit soort dingen.”
Lachend draaide hij zich om. Een fractie van een seconde zag ik zijn gezicht vlak voor me. Mijn hart sloeg een slag over, mijn adem stokte… Vlug liet ik hem los en deed een stap opzij. Totaal van m’n stuk keek ik hem aan. “Heb je nog ergens vuilniszakken?” was het enige dat ik op dat moment kon bedenken.
“Achter de balie van de receptie,” antwoordde Nicolas.
Snel liep ik naar binnen. Even weg van hem… Wat moest ik hier nou mee? Ik kreeg het er Spaans benauwd van. Wat een leuke vent! Kwam ik eindelijk een keer iemand tegen die ik echt leuk vond, woonde hij bijna duizend kilometer bij me vandaan… Uitgesloten dus! Ik zuchtte. Ach, wat maakte het eigenlijk ook uit. Waarschijnlijk zag hij me sowieso alleen maar als één van zijn gasten.

Mijn oog viel op de plattegrond van het park. Er stonden in totaal toch zeker zo’n twintig huisjes op. De meeste werden aan het gezicht onttrokken door bomen, vandaar dat het leek alsof het er maar een stuk of vijf waren. Al met al was het park toch een stuk groter dan ik gedacht had.
“Hé! Waar blijf je nou?” Nicolas stond in de deuropening, hij klonk ongeduldig.
“Sorry, ik kom eraan, werd even afgeleid door die plattegrond. Ik had niet gedacht dat het park nog zo groot was. Vanaf hier zie je maar een paar huisjes,” reageerde ik.
Hij lachte. Een zekere trots straalde uit zijn ogen. “Samen met m’n vader opgebouwd… Toen ik klein was, was dit het boerenbedrijf van mijn grootouders. Mijn vader heeft na hun overlijden de koeien verkocht. Hij zag meer brood in een vakantiepark. Vlak bij de kust, dat leek hem een ideale plek voor toeristen. Het was zijn droom hier een mooi en groot vakantiepark aan te leggen. Jammer genoeg heeft hij dat niet af kunnen maken…”
Niet begrijpend keek ik hem aan.
“Vier jaar geleden is hij overleden. Darmkanker,” zuchtte hij verdrietig.
“En toen heb jij het overgenomen?” vroeg ik zachtjes.
Hij knikte. “Op zijn sterfbed heb ik hem beloofd zijn werk af te maken.”
Hij klonk zo droevig. Het was overduidelijk dat hij zijn vader erg miste…
“Ik weet zeker dat hij trots op je zou zijn geweest,” probeerde ik hem op te beuren.
Even nog staarde hij triest voor zich uit. Toen keek hij me weer aan en lachte. Zijn prachtige ogen glinsterden in het zachte maanlicht dat door het raam naar binnen scheen. Zag ik dat nou goed? Het leek wel alsof ze vochtig waren… Mijn hart kromp samen. Spontaan liep ik naar hem toe, sloeg mijn armen om hem heen en trok hem troostend tegen me aan.
“Kom op man… ” Ik klopte hem op z’n rug, wist verder ook niks te zeggen maar had gewoon het gevoel dat hij wel een vriend kon gebruiken. Volgens mij stopte hij een hoop weg achter die vrolijke lach van hem. En dat kwam me bekend voor. Hij had het overduidelijk niet gemakkelijk gehad met de dood van zijn vader. Dus besloot ik er voor hem te zijn. Waarom? Ik weet het niet. Hij raakte me gewoon…
“Dank je,” hoorde ik hem in m’n nek mompelen.
Heel even voelde ik zijn hand langs m’n rug glijden. Een siddering ging door me heen. Verschrikt liet ik hem los. Weer die prachtige ogen vlak voor m’n gezicht. Een kort moment leek het wel alsof de wereld alleen nog maar bestond uit onze twee gezichten zo vlak bij elkaar. Met moeite wist ik het verlangen om hem te kussen te onderdrukken… Abrupt draaide ik me om, griste de vuilniszakken van de balie, liep terug naar de kampvuurkuil en begon, in een poging mezelf weer onder controle te krijgen, als een idioot de troep op te ruimen.
Ik dacht aan Nicolas, die me zo van m’n stuk bracht. Dit kon toch helemaal niet? Over twee weken ging ik weer naar huis. Zelfs al zou hij mij ook leuk vinden, dit had geen toekomst… We woonden veel te ver bij elkaar vandaan. En één ding wist ik heel zeker… ik wilde niks met iemand als er geen toekomst mogelijk was. Daarvoor stond ik te serieus in het leven, dat kon ik niet rijmen met m’n geloof.

Glimlachend dacht ik aan Thomas die bij mijn ouders lekker lag te slapen. Mijn kleine mannetje… Hij verdiende een papa die gelukkig was maar hij verdiende ook stabiliteit in zijn leven. Kon ik hem dat bieden als ik verliefd werd op iemand die zover bij me vandaan woonde? Hè, verdorie, wat stond ik me nou druk te maken? Ik moest mezelf geen rare dingen in m’n hoofd halen. Nicolas was gewoon de eigenaar van het park waar ik m’n vakantie doorbracht. Niks meer en niks minder. Ik ging hier gewoon een leuke tijd krijgen. Lekker uitwaaien op het strand, beetje zwemmen, lekker lopen… En misschien hield ik er ook nog wel een leuke vriend aan over.

Stiekem gluurde ik naar Nicolas. Hij keek ook naar mij. Niks stiekem, hij deed het gewoon openlijk.
“Schiet al op hè?”, riep ik naar hem. “Gooi jij die volle zakken vast in de container?” Ik keek hem aan, wees naar twee volle zakken.
Nicolas maakte geen aanstalten maar bleef me gewoon aankijken. “Non,” was het enige dat hij zei.
Verbaasd trok ik m’n wenkbrauwen op.
“Kan morgen ook wel,” grinnikte hij toen hij mijn verbaasde blik zag. “Kom, drinken we nog een wijntje. Nog even gezellig nakletsen…”
Nicolas gaf me geen kans om te weigeren, schonk meteen nog twee bekertjes in en reikte mij er één aan. Hij ging op de rand van de kampvuurkuil zitten, klopte met zijn hand op de plek naast zich en nam een slok. Aarzelend ging ik naast hem zitten. Wat wilde hij van me? Ik vond hem leuk… erg leuk zelfs. En hij? Hij zag mij waarschijnlijk alleen maar als één van zijn gasten. Niks aan de hand dus. Toch jammer…
‘Geniet ervan’, schoten de woorden van m’n moeder door m’n hoofd. Shit, ze had gelijk. Niet meteen overal zo’n probleem van maken. Geniet nou eens een keer man! En wat dan nog als hij me gewoon als één van z’n gasten zag? Ik voelde me prettig bij hem! Ik zou wel zien wat er ging gebeuren…
“Proost!” Ik nipte aan mijn wijn, staarde voor me uit in het vuur dat nog na smeulde. “Morgenvroeg dan maar afmaken?” zei ik terwijl ik hem aankeek.
“Ik ja. Jij mag morgen gewoon lekker doen waar je zin in hebt. Je hebt vakantie, weet je nog?” reageerde hij lachend.
Ik dacht even na. “En als ik nou zin heb om jou morgen te helpen?” Uitdagend keek ik hem aan. Mijn hart ging als een gek te keer.
“Rare manier van vakantie houden heb jij,” grinnikte hij. “Maar goed, ik kan je niet tegen houden. Ik hoor het mijn gasten naar de zin te maken en als dat betekent dat ik jou mij moet laten helpen… dan moet dat maar…” Met een diepe zucht stak hij zijn handen dramatisch in de lucht en keek me geamuseerd aan.
“Da’s afgesproken dan. Hoe laat zal ik bij je zijn?” vroeg ik met licht trillende stem.
“Hangt er vanaf…”
Niet begrijpend trok ik m’n wenkbrauwen op.
“Hoe laat je weggaat natuurlijk. Als we hier nog een paar uur zitten, begin ik niet al te vroeg. Als jij zometeen al opstapt, kruip ik zo m’n bed in. In dat geval… uurtje of zeven zou ik zeggen.”
“Laten we dan maar niet al te vroeg beginnen,” grijnsde ik gevat.
Ik had nog helemaal geen zin om weg te gaan, hief m’n bekertje wijn nog eens op en nam een flinke slok. Nicolas deed hetzelfde. Zwijgend zaten we naast elkaar, af en toe een slok nemend, starend in het langzaam dovende vuur. Nicolas schonk onze bekers nog een keer vol. Ik voelde me opgelaten. Wist absoluut niet wat ik tegen hem zeggen moest. Shit, wat was dit lastig…
“Run jij dit nou helemaal alleen?” doorbrak ik de stilte.
“M’n zus helpt af en toe en in het hoogseizoen heb ik wat extra hulp.”
“Wow, goed man…”
Waarom wist ik nou niks fatsoenlijks te zeggen? Waar maakte ik me nou druk om? Ik vond hem leuk. Hij mij volgens mij ook want anders zou hij nooit gevraagd hebben of ik wat langer wilde blijven. Maar of dat ook betekende dat hij meer wilde dan vrienden worden… Geen idee. En wat zou het ook? Over twee weken was ik weer weg. Ik kon me maar beter niks in m’n hoofd halen, het liep toch op niks uit.
“Valt wel mee hoor,” hoorde ik hem zeggen. “‘s Ochtends en ‘s avonds doe ik de receptie, informatie verstrekken, gasten inchecken, uitchecken, administratie, dat soort dingen. Daarna wat onderhoud aan het terrein, gras maaien, snoeien, je kent het wel. Gasten houden zelf hun huisje schoon dus dat hoef ik alleen maar te doen op de wisseldagen. En ik kan alles op m’n eigen manier doen. Niemand die me vertelt hoe of wat. Lekker eigen baas.”
Ik keek hem nadenkend aan. Zo zag hij er ook wel uit ja. Niemand die hem de wet voorschreef. Lekker ongedwongen, relaxed. Heel anders dan ikzelf. Ik moest van alles van mezelf. Tuurlijk, dat had ook z’n reden. Maar toch zou ik willen dat ik zo ontspannen zou kunnen zijn als Nicolas.
“Zou ik ook wel willen,” flapte ik eruit voor ik er erg in had.
“Wat houdt je tegen?” Met een brede grijns keek hij me uitdagend aan.
Ik opende mijn mond… en bedacht me. Bijna had ik hem over Thomas verteld. Maar ineens schoot me te binnen hoe jongens op de chat hadden gereageerd als ik ze over Thomas vertelde. Stel je voor, hij wilde wel meer dan vriendschap… Wat dan? Hoe zou hij reageren als hij hoorde dat ik een zoon had? Ophouden Michael, maande ik mezelf. Dit slaat echt nergens op!
“Eerst maar eens werk vinden. Ik ben net klaar met mijn studie,” zei ik schouderophalend.
“Wat heb je gestudeerd?”
“Bedrijfskunde.”
“Leuk! Weet je al wat je ermee gaat doen?”
“Voorlopig gewoon een baan zoeken.”
Dit werd niks. Ik kon niet meer uitbrengen dan wat korte antwoorden. Ik leek verdorie wel een verliefde schooljongen! Toch genoot ik ervan zo dicht naast hem te zitten. En zo zaten we nog een tijdje zwijgend naast elkaar. Af en toe keken we elkaar glimlachend aan. En elke keer weer kreeg ik er een wee gevoel van in mijn buik…

Een uurtje later kon ik m’n ogen bijna niet meer open houden. Het was inmiddels half twee en ik had m’n vijfde bekertje wijn achter de kiezen.
“Ik ga naar bed,” mompelde ik gapend.
“Ik ook,” reageerde Nicolas eveneens gapend.
“Morgen rond een uur of negen hier? Maak ik een ontbijtje…” ging hij verder.
“Is goed. Zie je dan.”
Met moeite ons evenwicht bewarend stonden we op.
“Salut, mon ami,” zei hij met licht overslaande tong. Hij pakte me vast en drukte drie kussen op m’n wangen. Hij lachte toen hij me weer los liet en keek me indringend aan. Verlegen draaide ik m’n ogen weg.
“Welterusten” zei ik zacht en draaide me om.
Het koste me nog behoorlijk wat moeite overeind te blijven, de wijn was me flink naar het hoofd gestegen. Na een paar meter draaide ik me nog een keer om. Hij keek me na, zwaaide kort toen hij me om zag kijken en lachte. Ik lachte terug…

Tien minuten later liep ik eindelijk het smalle paadje naar mijn huisje op. Onder het lopen had ik me voorgenomen niet meer zo veel te drinken, ik moest gewoon één oog dichtknijpen om alles nog een beetje helder te kunnen zien. Met moeite lukte het me de sleutel in het slot te steken. Binnengekomen plofte ik bekaf en behoorlijk aangeschoten op m’n bed. Ik wilde alleen nog maar slapen. Maar in plaats daarvan begon ik te malen…

Wat wilde ik nou? Ik wist toch al jaren dat er ooit een dag zou komen dat ik iemand tegen het lijf zou lopen waar ik verliefd op zou worden. Maar waarom moest dat uitgerekend nu gebeuren? Waarom op iemand die bijna duizend kilometer bij me vandaan woonde? Hoe konden we elkaar nou leren kennen? Dat ging toch niet? Ik zuchtte. En dan Thomas… Moest ik hem over Thomas vertellen? Deed het ertoe? Als het toch nooit iets kon worden, niet nee. Maar stel nou dat dat wel zou gebeuren? Moest ik hem dan niet vertellen dat ik een zoon had? Tot nu toe had me dat alleen maar afwijzingen opgeleverd. Niemand zat blijkbaar te wachten op een kind. Tranen welden op in m’n ogen. Waarom was alles nou steeds zo moeilijk? Waarom maakte ik me nou zo druk? Ik wist niet eens of hij überhaupt wel meer in me zag dan alleen maar een leuke gast… Misschien moest ik het maar gewoon laten gebeuren. Maar zien waar dit allemaal toe zou leiden… Dan kon ik hem altijd nog over Thomas vertellen.