21 februari 2021

Weekendje Wadden – 32

“En nou is het afgelopen!”, roept Lea vastberaden.
Verschrikt laat Remco Eddy los. “Shit… sorry”, stamelt hij geschrokken terwijl hij overeind komt en naast Eddy op de bank gaat zitten.
“Nee, jullie niet,” lacht Lea wrang naar Remco, “Mijn man”, verduidelijkt ze zichzelf terwijl ze gaat zitten.
“Hè, hè… eindelijk, ze wordt wakker!”, merkt Diede cynisch op.
“Diede!” Merel onderbreekt hem op scherpe toon.
“Wat nou, Diede?” Opgefokt kijkt hij zijn vriendin aan. ”Het is toch zeker zo? Jarenlang deed ze alsof er niks aan de hand was, alsof het allemaal aan mij lag en nu ineens, nu Eddy…” Woedend kijkt hij zijn moeder aan. “Waarom heb je die lul niet tegengehouden? Dan was dit allemaal nooit gebeurd!”, schreeuwt hij overstuur.
Eddy houdt zijn handen tegen zijn oren. “Stop!”, gilt hij, opnieuw helemaal over zijn toeren. “Ik wil dit niet!” Weer springen de tranen hem in de ogen.
“Rustig Eddy”, probeert Remco hem te kalmeren. Troostend slaat hij een arm om hem heen.
“Hé!” Merel grijpt Diede vast. “Hou op!”, spreekt ze hem streng toe. “Kijk nou eens wat jouw geschreeuw met Eddy doet!”
“Maar Diede heeft wel gelijk, Merel”, zegt Lea dapper. “Ik had hem tegen moeten houden. In ieder geval toen het slaan begon”, voegt ze er handenwringend aan toe.

Alle kleur trekt uit Remco’s gezicht. Ineens herinnert hij zich weer de keer dat Eddy en hij zaten te eten in het Turkse restaurant. ‘Als hij weet dat jij en ik… Nou ja… hij breekt m’n benen’, had Eddy gezegd. Remco hapt naar adem. Mijn God! En hij maar denken dat hij overdreef!
“Jemig”, stamelt Remco zachtjes terwijl hij Eddy dicht tegen zich aantrekt. “Heeft hij jou ook…?”, fluistert hij.
“Eén keer maar… Na de kermis… toen ik thuiskwam”, snikt Eddy zachtjes. “Daardoor wist ik… hij zou me wat aandoen, Remco”, hakkelt hij.
“Jemig”, stamelt Remco nog een keer. Zachtjes streelt hij Eddy’s schouder.
Enigszins opgelucht, omdat hij nu eindelijk alles weet, kruipt Eddy tegen hem aan. Het zou wel goed komen nu, zijn moeder had gelijk…

“Dus je geeft het toe?” Stomverbaasd spert Diede zijn ogen open.
“Ik kan m’n ogen er niet langer voor sluiten, Diede”, zucht zijn moeder. “Papa had zulke hoge verwachtingen van jou. Hij wilde van jou de betere versie van zichzelf maken… Alles wat hij vroeger niet kon, moest jij. Of je het nu wilde of niet…”
“Huh!”, onderbreekt Diede zijn moeder. “Net als met die pianolessen, verdorie op woensdagmiddag om vier uur! Lag ik lekker in het zwembad of was ik met vrienden aan het crossen, kon ik naar huis voor zo’n stomme pianoles!”, snuift hij verontwaardigd. “En als ik te laat was, dan kreeg ik een trap onder m’n kont!”
“Ik weet het, jongen, ik weet het…” Lea’s ogen glinsteren verdacht. “Zo ging het toch met alles? Papa bepaalde wat goed voor je was en als je niet deed wat hij wilde… Nou ja, dat hoef ik jou niet te vertellen…” Veelbetekenend kijkt ze haar zoon aan. “En ik liet het toe”, voegt ze er schuldbewust aan toe.
“Wat had je dan moeten doen? Je kon toch zelf ook geen kant op?”, probeert Merel haar gerust te stellen.
“Ik had hem moeten stoppen, Merel. Ik had in moeten grijpen toen het slaan begon”, antwoordt Lea resoluut. Ze recht haar rug. “Het deed me zo’n verdriet, Diede”, richt ze zich berouwvol tot haar oudste zoon.
“Dat liet je dan wel op een lullige manier merken”, reageert Diede verbolgen. “Het enige wat je deed was toekijken en janken!”
“Ik weet het… Ik had hem nooit moeten geloven toen hij zei dat het voor je eigen bestwil was en dat je het, als je niet wilde luisteren, maar moest voelen. Het spijt me zo, jongen”, fluistert ze met trillende stem.
“Het was gewoon zo oneerlijk.” Verontwaardigd kijkt Diede zijn moeder aan. “Weet je nog hoe ik op m’n donder kreeg als ik met tennis eens een wedstrijd verloor? Dan had ik mijn best niet gedaan, zei hij, moest ik extra trainen… Maar als hij er niks van bakte,” Diede knikt naar zijn broertje, “pfff… dan kwam dat gewoon omdat hij niet sportief was en mocht hij er vanaf!”

“Ik wou helemaal niet van tennis af”, komt Eddy overeind terwijl hij zijn tranen wegveegt. “Papa zei dat iedereen me uit zou lachen en toen durfde ik niet meer”, geeft hij schoorvoetend toe.
“Echt waar?” Ongelovig kijkt Diede hem aan. “Ik dacht altijd dat hij je voortrok, dat hij een hekel aan mij had, dat jij daarom alles mocht en ik niks.”
Eddy schudt zijn hoofd. “Hij zag mij nauwelijks staan”, verklaart hij zachtjes. “Ik wilde zo graag dat hij trots op mij was. Maar wat ik ook deed, het was nooit goed, altijd ging zijn aandacht naar jou. Zelfs toen jij constant ruzie met hem had…”

“Dus toen papa Diede het huis uitzette en zich ineens met jou ging bemoeien, was jij maar wat blij met zijn aandacht”, concludeert zijn moeder peinzend. “En toen zette jij alles op alles om hem niet teleur te stellen en paste je wel op geen dingen te doen die hem boos zouden maken…”
Verbaasd kijkt Eddy haar aan.
“En toen leerde je Remco kennen”, vult ze verder in. “Je wist wat papa daarvan zou vinden. Als hij er achter zou komen, was je terug bij af, dan was alle moeite om in zijn gunst te komen, voor niks geweest, of niet?”
“Ik dacht dat het gelukt was”, knikt hij fluisterend. Zijn onderlip trilt verdacht. “En toen… belde hij…” Tranen wellen op in zijn ogen. Troostend streelt Remco’s duim langs zijn schouder.

“Jongens, dit kan zo echt niet langer!” Resoluut komt Lea overeind. “Jullie doen helemaal niks verkeerd. Er is er hier maar één die verkeerd bezig is en daar ga ik nu een eind aan maken”, besluit ze kordaat.
“Maar hoe dan?”, piept Eddy benauwd.
“Laat dat maar aan mij over”, antwoordt zijn moeder strijdlustig. “Het is toch te gek voor woorden dat papa eerst Diede het huis uit jaagt en daarna jou aanzet tot… tot dit…

***

Gespannen zat Eddy op de rand van het bed. Eén van de verpleegkundigen had hem geholpen met het aantrekken van de kleren die zijn moeder gistermiddag had meegebracht. Gelukkig lagen er nog wat spullen van hem bij zijn ouders thuis, anders had hij hen moeten vragen naar zijn flat te gaan. Nou, dat deed hij toch liever niet! Zijn moeder zou zich kapot schrikken van al het bloed en zijn vader zou er alleen nog maar kwader om worden. Nee, schoonmaken deed hij later zelf wel…
Voorlopig zou hij een tijdje bij zijn ouders logeren, in ieder geval tot hij zichzelf weer kon redden. Hij zag er als een berg tegenop, want hij wist dat zijn vader hem geen blik waardig zou gunnen. Hij had hem teleurgesteld en niet zo’n beetje ook en nu had hij geen greintje respect meer voor hem, net als zijn broer…
Hij voelde zijn ogen vochtig worden en beet op zijn lip. Verdomme, waarom was alles zo ingewikkeld? Wat had hij nou helemaal verkeerd gedaan? Hij kon er toch niks aan doen dat hij verliefd was geworden op Remco?
“Oh Remco”, kreunde hij getergd. Traag gleed een traan over zijn wang. “Jankpot!”, schold hij tegen zichzelf. “Je wist dat het fout kon gaan, wat zeur je nou dan?” Driftig veegde hij zijn ogen droog.

De deur van zijn kamer zwaaide open. “Ben je zover?”, bromde zijn vader.
Eddy keek op en knikte.
“Voor we gaan, wil ik dat jij één ding heel goed begrijpt”, begon zijn vader streng. “Dat jij voorlopig weer thuis woont, daar ben ik niet blij mee. Het kan nu even niet anders, dat snap ik ook wel, maar zolang die kop van jou mij herinnert aan al die smerigheden die jij met die jongen hebt uitgespookt, wil ik jou niet tegenkomen in huis!”
Eddy kromp in elkaar. Ondanks dat hij wist dat hoe zijn vader over hem dacht, sneed het door zijn ziel het hem te horen zeggen. Hij wilde hem voorlopig niet meer zien… Verdomme, had hij al die tijd zo zijn best gedaan dat te voorkomen en nou was het toch gebeurd…
“Je zorgt maar dat je op je kamer blijft. Zeg maar dat je moe bent en wilt slapen, of zoiets”, ging zijn vader onverstoorbaar verder.
Eddy knikte beschaamd. Hij durfde zijn vader niet aan te kijken.
“Goed, dan kunnen we gaan.” Zonder Eddy een blik waardig te gunnen, draaide Alfons zich om en beende met lange passen de kamer uit.
Terneergeslagen stond Eddy op, pakte voorzichtig zijn tas van de stoel en liep hem achterna, de lange gang in, het ziekenhuis uit.

Stilletjes kroop hij op de achterbank van de auto, uit het zicht van zijn vader. Vertwijfeld vroeg hij zich af waaraan hij dit verdiend had. Waarom behandelde zijn vader hem net als zijn broer? Hij had het toch niet expres gedaan? Diede verdiende het, die zocht altijd ruzie, die was gewoon dwars en eigenwijs. Toch? Of niet…
Eddy twijfelde. Toen zijn vader ontdekte dat Diede verkering had, had hij niet veel anders gereageerd, ondanks dat Merel een meisje was. Ze was te min voor Diede, ze leidde hem af van zijn schoolwerk. Dus had hij Diede verboden met haar om te gaan. Maar Diede trok zich er niks van aan, hij bleef haar zien. Hij sloop gewoon stiekem het huis uit als hij huiswerk moest maken en het interesseerde hem geen biet als hij op zijn donder kreeg.
Had hij eigenlijk niet precies hetzelfde gedaan als zijn broer? Oké, hij had dan wel gelogen over waar hij was en dat had Diede nooit gedaan. Aan de andere kant, dat had hem wel altijd flinke klappen opgeleverd en die had hij zichzelf toch maar mooi bespaard!

***

Zonder een woord te zeggen, stapte zijn vader, nadat hij zijn auto op de oprit had geparkeerd, uit en liep naar binnen. Onhandig, zijn ene hand zat in het gips en de andere was verbonden, klom Eddy uit de auto en volgde hem.
“Eddy”, begroette zijn moeder hem. Verwonderd keek ze haar man na die, na een korte groet, doorliep naar de kamer, ging zitten en zich verschool achter de krant.
“Ga zitten, jongen, wees zijn moeder naar één van de stoelen rond de keukentafel. “Lust je een kopje thee?” Nerveus pakte ze de fluitketel van het fornuis en draaide de kraan open.
Luidruchtig schraapte Alfons zijn keel.
Schichtig keek Eddy zijn kant op. “Ik wil liever naar bed, mam”, zei hij zachtjes. “Ik ben moe…”
“Zal ik dan een kopje thee boven brengen”, stelde zijn moeder voor.
Eddy knikte, gaf zijn moeder een kus en liep de trap op. Hij voelde zijn vader’s ogen in zijn rug branden. Als blikken konden doden… Brrr, hij wilde hier weg. Weg van de afkeurende blik van zijn vader. Weg van het verdriet van zijn moeder. Gewoon weg…

“Mam”, vroeg hij aarzelend toen zijn moeder even later met een kop thee zijn kamer binnenkwam. “Wil jij Diede voor me bellen?”
Verschrikt keek Lea om. “Diede? Ik denk niet dat je vader dat goed vindt, jongen”, schudde ze haar hoofd.
“Maar Diede moet toch weten wat er gebeurd is?”, drong Eddy aan terwijl hij een slok thee nam. “Hij is m’n broer!” Smekend keek hij zijn moeder aan. “Toe mam, dat doe je toch wel voor me?”
Lea keek hem onderzoekend aan. “Vooruit dan maar. Als papa straks naar voetbal kijkt, kan ik wel even bellen.”
“Thanks, mam”, lachte Eddy. “Wil je dan ook zeggen dat ik hem heel graag weer eens wil zien?”
“Zou je dat nou wel doen, jongen? Als je vader dat weet…”
Eddy haalde zijn schouders op. “Hij is toch al kwaad op me, wat maakt het nog uit?”
“Maar als hij weet dat ik…”
“Ik zeg wel dat ik hem gebeld heb als hij boos wordt”, zei Eddy snel. “Toe mam… alsjeblieft?”
“Ik zal zien wat ik doen kan, jongen. Maar beloven doe ik niks”, zuchtte ze.
Eddy knikte. “Ik wil slapen”, gaapte hij overdreven.
“Dat is goed, jongen. Rust maar goed uit.” Voorzichtig trok ze het dekbed omhoog en stopte hem lekker in. “Ik kom straks nog wel even bij je kijken”, zei ze, terwijl ze de kamerdeur zachtjes achter zich dicht trok.

Glimlachend draaide Eddy zich op zijn zijn. Yes! Zijn moeder zou Diede bellen! Hij zou wel schrikken als hij hoorde wat er gebeurd was, maar hij zou het waarschijnlijk ook wel snappen.
Als hij geluk had, had Diede nog steeds net zoveel lef als vroeger. Dan zou het hem geen donder kunnen schelen dat zijn vader kwaad werd en zou hij zo snel mogelijk naar hem toe komen.
Niet dat hij Diede iets zou vertellen over Remco… Nee, hij keek wel uit! Diede zou willen dat hij voor zichzelf opkwam, dat hij tegen zijn vader in zou gaan. Nou, dan wist hij zeker dat het nooit meer goed zou komen! Dat risico ging hij echt niet lopen…
Maar misschien wilde Diede hem wel meenemen. Hij hoopte het maar, hoewel hij het hem nooit rechtstreeks zou vragen. Zo goed hadden ze het per slot van rekening nooit met elkaar kunnen vinden. Toch had hij er een goed gevoel over. Hij moest wel, Diede was zijn enige kans om hier weg te komen…
Tevreden viel hij in slaap.

***

“Hé”, hoorde hij zachtjes. “Ben je wakker?”
Iemand ging op de rand van het bed zitten en streelde zachtjes over zijn rechterhand. Diede, wist hij ineens! Zijn moeder had hem gebeld en hij was gekomen!
“Hoi”, zei hij zacht terwijl hij zijn ogen opendeed.
“Hoi”, zei zijn broer. “Wat is er gebeurd, jongen?”, vroeg hij bezorgd.
Eddy keek hem lang aan. Langzaam gleed er een traan over zijn wang…