Onvrede en onzekerheid - Nederland anno 2015-nu
door Marko » donderdag 01 oktober 2015 14:53
Onvrede en onzekerheid
In Nederland is de ontevredenheid van een deel van de inwoners al meer dan een decennium aan de oppervlakte gekomen bij verkiezingen. De laatste jaren zijn twee protestpartijen duidelijk aanwezig in het parlement. Voor mensen met de mondhoeken omlaag is er die eenheidspartij onder leiding van een geblondeerde hopman en voor wie met de mondhoeken omhoog leeft, is er die veelheidspartij van de rijpe tomaten. Op zich is het goed, dat zelfs binnen het protest er keuze is.
Door de eeuwen heen, in alle samenlevingen, heeft vier procent van de bevolking moeite met de geldende wetten en regels, normen en waarden. Zodra dit percentage boven de acht komt, is er iets mis in het land. Zijn er teveel mensen ontevreden, volgt een wisseling van de macht - goedschiks of kwaadschiks.
Om te begrijpen waar de onvrede vandaan komt, is meer dan een simpele verklaring nodig. De bevolkingsopbouw en -samenstelling in Noordwest-Europa is in de laatste halve eeuw sterk veranderd, waardoor aloude theorieën en argumenten niet meer geldig zijn. Het is wel nodig om de onvrede te begrijpen, zodat oplossingen dichterbij komen.
Een halve eeuw anti-conceptie en betere medische zorg heeft voor kleinere gezinnen gezorgd. Kinderen van nu komen minder in aanraking met andere kinderen met een andere achtergrond, groeien in een meer beschermde omgeving op dan de vorige generatie. De nieuwste generatie heeft daardoor meer moeite om anderen te begrijpen, is minder gewend aan andere omgangsvormen. Ze hebben in hun jeugd nooit hiermee te maken gehad en reageren als volwassen daarom onzeker op alles en iedereen, wat buiten het eigen voorstellingsvermogen ligt. Een beperkte fantasie en gebrekkige sociale vaardigheden zijn een ideale substraat voor de teelt van onvrede.
Zestig jaar migratie heeft de samenstelling van de bevolking veranderd. Noordwest-Europa is allang niet meer blond en blank, eerder getint. Gastarbeiders, inwoners uit voormalige kolonieën en vluchtelingen hebben de dominante culturele normen en waarden verschoven. Wie hiermee weinig te maken heeft in het dagelijks leven, merkt de verandering nauwelijks op en blijft uiteindelijk met een ontevreden gevoel achter - namelijk het gevoel te leven in een wereld, waar men te gast is. Gasten gedragen zich in een vreemde omgeving per definite onzeker, zoeken naar wat wordt gewaardeerd en wat wordt afgekeurd. Onzekerheid leidt per definitie tot onvoorspelbare acties en reacties.
Internet is een derde voedingsbodem voor onvrede. Met name sociale media zorgen ervoor, dat men minder wordt geconfronteerd met afwijkende meningen en vaker in contact komt gelijkgestemden. Er is geen brede rivier meer, waar iedereen plek op een boot kan vinden, maar tegenwoordigt vaart men per kano over vele beekjes met allemaal een andere kleur. Het zorgt voor een bevestiging van wat men denkt, ook al zijn de gedachten op zich soms extreem.
Het laatste decennium is er een wereldwijd probleem bijgekomen. De erfenis van de hebzucht van de Bush-Clan. Inmiddels is algemeen bekend, dat de inval in Iraq in de jaren negentig van de vorige eeuw alleen tot doel had de persoonlijke rijkdom van deze clan te vergroten. Dit koloniale optreden is de hoofdoorzaak van de enorme vluchtelingenstroom wereldwijd, omdat de Verenigde Staten van Amerika als een olifant in een porseleinkast tekeer zijn gegaan en zodoende ruimte hebben gecreëerd voor extreme opvattingen, die hun plek op de wereldkaart proberen te veroveren. Het leidt tot economische onzekerheid en dat is gevaarlijk.
Wie in de geschiedenis teruggaat, ontdekt vanzelf dat in de periode voor het uitbreken van een oorlog, de economie ontregeld is. Voorafgaand aan WO2 was er een wereldwijde recessie, voorafgaand aan de Balkanoorlog was er hyperinflatie in Joegoslavië en de huidige cirisesgebieden kennen stuk voor stuk een economische verklaring. In Israël/Palestina gaat het om controle over de waterbronnen, Oekraïne lijdt onder de willekeur in de gasleveranties en in Iraq, Syria en Nigeria gaat het om controle over de oliebronnen. Het patroon is overal gelijk. Een groep verliest welvaart en rijkdom en probeert met alle mogelijkheden vast te houden aan wat men bezit, bij voorkeur door middel van een geloofsovertuiging.
In de westerse Wereld zijn de lage rentestanden in dit opzicht gevaarlijk. De nul-rentes zorgen ervoor, dat met name de middenklasse langzaam maar zeker verarmt. Het is een geleidelijk proces, te langzaam om gewelddadig protest uit te lokken maar snel genoeg om de onvrede in de maatschappij te vergroten.
Is er iets aan de heersende onzekerheid en onvrede te doen? Natuurlijk. Onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid, financiën en media zijn hierbij voor Nederland het belangrijkst.
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is het onderwijs om verschillende redenen versmald en genivelleerd. Het aantal leerkrachten groeide minder snel dan de bevolking en daarnaast speelden ideologische motieven een rol. De gevolgen zien we dagelijks om ons heen. Een middelbare schooldiploma met een beperkt vakkenpakket of profiel, is net genoeg voor de vervolgopleiding, maar totaal onvoldoende om goed met anderen te communiceren of later in het leven een volledig andere richting in te slaan, wanneer het werk verandert of het beroep verdwijnt door ontwikkelingen in de maatschappij.
Wie onderwijs meer benadert als basis voor het leven dan als leerschool voor een baan, heeft al de eerste stap gezet richting tevreden inwoners. Jonge kinderen moet je niet eindeloos willen testen hoe ver ze zijn in hun ontwikkeling of een etiket opplakken om de verschillen ten opzichte van andere kinderen te markeren of te brandmerken. Jonge kinderen hebben meer aan duidelijke structuren, klassen met maximaal twintig leerlingen en een juf of meester voor de klas, die negentig procent van de werktijd aan de kinderen kan besteden, zodat de kinderen op het einde van de basisschool de basisvaardigheden compleet beheersen. Creativiteit en communicatie zijn het belangrijkste om later overeind te blijven in een wereld, die doorlopend verandert.
Ook het middelbaar onderwijs heeft baat bij een vereenvoudiging en verbreding. Wanneer kinderen tien jaar zijn, kun je goed inschatten of een kind meer leert door te doen of juist meer doet door te leren. In de bestaande opzet lopen de doeners onder de kinderen vast, net zoals de hoogbegaafden, die zich te pletter vervelen en net zoals de laagbegaafden, die gefrustreerd raken omdat ze zich maximaal moeten inspannen om mee te komen. Verschillende lesmethoden voor doeners en denkers zijn dringend nodig. Vijf in plaats van drie niveaus kunnen ervoor zorgen, dat minder kinderen een diploma onder hun niveau halen. Het allerbelangrijkste zijn brede diploma's met alle vakken - maximaal twaalf - per niveau, zodat de nieuwe generatie een goede basis heeft om later niet te vervreemden van de maatschappij. Een maximale klassegrootte van twintig leerlingen is op langere termijn een besparing, omdat bij deze groepsomvang er minder kinderen blijven zitten of een verkeerde opleiding volgen.
In de gezondheidszorg is de onvrede en onzekerheid bijna tastbaar. Ontevreden patiënten in de wachtkamers, onzeker personeel in de behandelkamers. De stijgende premies en eigen bijdragen leiden tot hooggespannen verwachtingen onder de patiënten. Tegelijkertijd zorgen gedetailleerde eisen vanuit het ministerie en bovenmatige invloed van de zorgverzekeraars ervoor, dat het personeel zich eerst afvraagt wat mag in plaats van wat de patiënt het snelste op de been helpt.
Op papier is de zorg in Nederland goed, in de praktijk eerder slecht. Tandartsen vallen buiten elke basisverzekering, terwijl elke student medicijnen het verband tussen een goed gebit en een goede gezondheid al in het eerste studiejaar leert. Wie een acuut probleem heeft, wordt in Nederland eerst naar huis gestuurd met een pijnstiller. In het buitenland is de capaciteit in het algemeen groot genoeg om ook in spoedeisende gevallen direct een specialist te vinden. Bovendien hebben artsen in het buitenland altijd een volledige behandelvrijheid, gedragen zich vanuit hun vak onafhankelijk in plaats van slaaf van het systeem te zijn, ook al worden ze sommige landen zodanig onderbetaald, dat ze geen andere keus hebben, dan hun patiënten om een extra bijdrage te vragen.
Het huidige systeem 'gezondheidszorg' in Nederland veroorzaakt onvrede, onzekerheid. Over de oorzaken valt te twisten, over oplossingen minder. Inkomensafhankelijke financiering zorgt voor de laagste administratieve kosten en maakt eigen bijdragen, basispakket en zorgverzekeraar overbodig. Binnen de uitvoering mag de overheid zich niet bemoeien met het feitelijke werk, maar zou eerder pro-actief te werk moeten gaan. Waarom heeft de Staat der Nederlanden geen eigen pillenfabriek, financiert ze geen lange termijn onderzoek naar zeldzame of juist vaak voorkomende ziektes en waarom is ze geen grootaandeelhouder in bedrijven, die allerhande apparatuur voor de gezondheidszorg produceren? Op langere termijn zorgt zo'n opzet voor echt tevreden patiënten en personeel. Overigens ook voor structureel lagere kosten zonder te bezuinigen op de feitelijke zorgverlening.
Van justitie, politie, inlichtingen- en soortgelijke diensten wordt verwacht, dat deze organisaties een veilige omgeving leveren. Helaas is de praktijk anders. Juist deze organisaties zijn bij voortduring bezig met zichzelf. Waardoor particuliere bedrijven tal van taken overnemen, zoals de bewaking van industrieterreinen of het beveiligen van de digitale infrastructuur tegen economische spionage. Wie niet gewend is aan het machtsvertoon van de politie tijdens voetbalwedstrijden, kan het idee krijgen een razzia te observeren. De Immigratie- en Naturalisatiedienst wordt in sommige kringen Gestapo genoemd en zo'n bijnaam komt beslist niet uit de lucht vallen, is eerder een direct gevolg van de starheid waarmee de IND de taken uitvoert. Samengevat gedragen de diensten zich teveel als een Staat binnen de Staat en zijn daarmee zelf een bron van onvrede.
Voor een oplossing leveren de Europese misdaadstatistieken de richting. Waarom is in Zagreb, hoofdstad van Kroatië, de afgelopen jaren slechts één moord gepleegd - de politie kent de namen van de opdrachtgever en dader, maar die zitten in Servië en Bosnië - en waarom is Amsterdam, hoofdstad van Nederland, veel vaker het decor van afrekeningen, waarbij de politie blijft hangen in het onderzoek? Beide steden hebben ongeveer evenveel inwoners, een natuurlijke barrière binnen de stad, hoogbouwwijken aan de zuidkant en een paar probleemwijken verspreid door de stad. De enige verschillen zijn het Amsterdamse drugtoerisme, terwijl in Zagreb ook regering en parlement zijn gevestigd.
Het antwoord is niet in cijfers uit te drukken, maar moet worden gezocht in de houding van de politie tegenover de bevolking en het takenpakket. In Kroatië beheert de politie het bevolkingsregister, voert de migratiewetgeving en inlichtingentaken uit. Dit uitgebreide pakket in combinatie met een open, vriendelijke, onbevooroordelde houding tegenover de eigen inwoners zorgt ervoor, dat de criminaliteit in Kroatië extreem laag is. Tegelijk is de bevolking in het algemeen zeer positief over de veiligheid in het land. Dat is wat Nederland nodig heeft.
Een andere bron van onvrede en onzekerheid is het ingrijpen van de overheid op de financiën van inwoners en bedrijven. Voor de laatste groep is het moeilijk ver vooruit te plannen, omdat de overheid zich meer dan wispelturig gedraagt bij het geven van subsidies of het innen van belastingen. In het algemeen geldt: hoe groter een bedrijf, hoe lager de belastingdruk.
Bij particulieren is het spel van stelen - belastingen zijn nu eenmaal een gelegaliseerde vorm van diefstal - en geven extreem doorgeschoten. Het jaarlijkse ritueel van de aangifte is een fraai voorbeeld hoe de overheid de eigen inwoners controleert en manipuleert. Vrijwel alle inkomsten zijn al ingevuld - hoezo privacy? - maar bij de toeslagen moet men nog zelf aan de slag om een paar euro extra terug te halen. Waarbij het altijd afwachten is voor welk onderwerp dit jaar hogere of lagere toeslagen worden verdeeld.
Eerlijk? Nee. De meeste inwoners zijn liever zelf baas over hun portemonnee. Juist op dit gebied is er veel te bereiken, maar alleen door radicale maatregelen. Wat moeten we met meer dan dertig verschillende soorten uitkeringen voor wie niet werkt of niet kan werken? Wat moeten we met toeslagen voor elke, nog zo kleine, maar luidruchtige doelgroep? Of met kortingen voor minima? Of met jaloeziebelastingen voor iedereen, die in de ogen van anderen veel verdient? Er zijn gezinnen, die op papier alleen een minimumuitkering krijgen en in de praktijk netto per maand meer te besteden hebben dan een middenklassegezin, dat zucht onder de hypotheek.
Onvrede over belastingen zal altijd blijven bestaan, maar een meer terughoudende opstelling van de overheid helpt al de algemene onvrede en onzekerheid te verkleinen. Simpelweg door niet alles te willen regelen via financiële wetgeving.
Media zijn zowel bron als oplossing voor onvrede en onzekerheid. Hierbij wijkt Nederland af ten opzichte van de grote Europese landen. Sinds de opkomst van commerciële televisie is in andere landen de invloed van de politiek op de openbare omroepen afgenomen, maar in Nederland juist toegenomen. Graag wordt hiervoor het argument gebruikt, dat het Nederlandse omroepbestel uniek is. Dat is onjuist. Wat in Nederland vroeger per levensovertuiging gegroepeerd was, is in Duitsland per regio georganiseerd. Het resultaat is net zo ingewikkeld, maar het werkt. Feit is, dat in Nederland de laatste jaren drastisch is bezuinigd op het budget van de openbare omroep, waarbij de politiek ook nog zover gaat invloed op de programmering uit te oefenen. In andere landen noemt men dit censuur. Tegelijkertijd zijn bij de commericële uitgeverijen steeds minder journalisten werkzaam. De gevolgen blijven niet uit. Overheden worden steeds minder gevolgd door journalisten, de inwoners weten nauwelijks nog wat er gebeurt in de wereld dichtbij of ver weg. Wie onwetend is, zal met minder zelfvertrouwen door de wereld stappen, dan wie goed geïnformeerd is.
De oplossing is vrij simpel. In Duitsland hebben de staatsgefinancierde omroepen een budget van 8 miljard euro per jaar bij een bevolking van 81 miljoen inwoners. Waar je ook bent in Duitsland, het aanbod aan openbare radio- en televisiezenders is groot en de kwaliteit van de programma's is zonder meer hoog. Alleen op internet gelden beperkingen, afgedwongen door de grote commerciële uitgeverijen.
Vertaald naar Nederland zou de openbare omroep een budget van 1,7 miljard euro per jaar moeten krijgen, waarbij de overheid alleen mag eisen, dat deze omroep dagelijks 96% van de bevolking bereikt en de inhoud ook ter beschikking van derden stelt. Met dit budget is het mogelijk om lokaal, regionaal, landelijk en internationaal goede programma's op radio, televisie en internet te leveren oftewel de inwoners kwaliteit voor de betaalde belasting te leveren. Wie deze modernisering afwijst, verdient het niet om in het parlement of in de regering aanwezig te zijn, begrijpt niet wat het belang van goed functionerende media voor een land is.
Samengevat kan het probleem van de alomtegenwoordige onvrede, onzekerheid prima worden opgelost. Het vraagt van de overheid een andere basishouding - dienstverlenend in plaats van controlerend - en daarmee een andere type volksvertegenwoordigers: minder bestuurders, meer regeerders, die de bevolking met respect en vertrouwen horen te benaderen.
© Marko Jablan 2015. Overname met bronvermelding is toegestaan.
In Nederland is de ontevredenheid van een deel van de inwoners al meer dan een decennium aan de oppervlakte gekomen bij verkiezingen. De laatste jaren zijn twee protestpartijen duidelijk aanwezig in het parlement. Voor mensen met de mondhoeken omlaag is er die eenheidspartij onder leiding van een geblondeerde hopman en voor wie met de mondhoeken omhoog leeft, is er die veelheidspartij van de rijpe tomaten. Op zich is het goed, dat zelfs binnen het protest er keuze is.
Door de eeuwen heen, in alle samenlevingen, heeft vier procent van de bevolking moeite met de geldende wetten en regels, normen en waarden. Zodra dit percentage boven de acht komt, is er iets mis in het land. Zijn er teveel mensen ontevreden, volgt een wisseling van de macht - goedschiks of kwaadschiks.
Om te begrijpen waar de onvrede vandaan komt, is meer dan een simpele verklaring nodig. De bevolkingsopbouw en -samenstelling in Noordwest-Europa is in de laatste halve eeuw sterk veranderd, waardoor aloude theorieën en argumenten niet meer geldig zijn. Het is wel nodig om de onvrede te begrijpen, zodat oplossingen dichterbij komen.
Een halve eeuw anti-conceptie en betere medische zorg heeft voor kleinere gezinnen gezorgd. Kinderen van nu komen minder in aanraking met andere kinderen met een andere achtergrond, groeien in een meer beschermde omgeving op dan de vorige generatie. De nieuwste generatie heeft daardoor meer moeite om anderen te begrijpen, is minder gewend aan andere omgangsvormen. Ze hebben in hun jeugd nooit hiermee te maken gehad en reageren als volwassen daarom onzeker op alles en iedereen, wat buiten het eigen voorstellingsvermogen ligt. Een beperkte fantasie en gebrekkige sociale vaardigheden zijn een ideale substraat voor de teelt van onvrede.
Zestig jaar migratie heeft de samenstelling van de bevolking veranderd. Noordwest-Europa is allang niet meer blond en blank, eerder getint. Gastarbeiders, inwoners uit voormalige kolonieën en vluchtelingen hebben de dominante culturele normen en waarden verschoven. Wie hiermee weinig te maken heeft in het dagelijks leven, merkt de verandering nauwelijks op en blijft uiteindelijk met een ontevreden gevoel achter - namelijk het gevoel te leven in een wereld, waar men te gast is. Gasten gedragen zich in een vreemde omgeving per definite onzeker, zoeken naar wat wordt gewaardeerd en wat wordt afgekeurd. Onzekerheid leidt per definitie tot onvoorspelbare acties en reacties.
Internet is een derde voedingsbodem voor onvrede. Met name sociale media zorgen ervoor, dat men minder wordt geconfronteerd met afwijkende meningen en vaker in contact komt gelijkgestemden. Er is geen brede rivier meer, waar iedereen plek op een boot kan vinden, maar tegenwoordigt vaart men per kano over vele beekjes met allemaal een andere kleur. Het zorgt voor een bevestiging van wat men denkt, ook al zijn de gedachten op zich soms extreem.
Het laatste decennium is er een wereldwijd probleem bijgekomen. De erfenis van de hebzucht van de Bush-Clan. Inmiddels is algemeen bekend, dat de inval in Iraq in de jaren negentig van de vorige eeuw alleen tot doel had de persoonlijke rijkdom van deze clan te vergroten. Dit koloniale optreden is de hoofdoorzaak van de enorme vluchtelingenstroom wereldwijd, omdat de Verenigde Staten van Amerika als een olifant in een porseleinkast tekeer zijn gegaan en zodoende ruimte hebben gecreëerd voor extreme opvattingen, die hun plek op de wereldkaart proberen te veroveren. Het leidt tot economische onzekerheid en dat is gevaarlijk.
Wie in de geschiedenis teruggaat, ontdekt vanzelf dat in de periode voor het uitbreken van een oorlog, de economie ontregeld is. Voorafgaand aan WO2 was er een wereldwijde recessie, voorafgaand aan de Balkanoorlog was er hyperinflatie in Joegoslavië en de huidige cirisesgebieden kennen stuk voor stuk een economische verklaring. In Israël/Palestina gaat het om controle over de waterbronnen, Oekraïne lijdt onder de willekeur in de gasleveranties en in Iraq, Syria en Nigeria gaat het om controle over de oliebronnen. Het patroon is overal gelijk. Een groep verliest welvaart en rijkdom en probeert met alle mogelijkheden vast te houden aan wat men bezit, bij voorkeur door middel van een geloofsovertuiging.
In de westerse Wereld zijn de lage rentestanden in dit opzicht gevaarlijk. De nul-rentes zorgen ervoor, dat met name de middenklasse langzaam maar zeker verarmt. Het is een geleidelijk proces, te langzaam om gewelddadig protest uit te lokken maar snel genoeg om de onvrede in de maatschappij te vergroten.
Is er iets aan de heersende onzekerheid en onvrede te doen? Natuurlijk. Onderwijs, gezondheidszorg, veiligheid, financiën en media zijn hierbij voor Nederland het belangrijkst.
In de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw is het onderwijs om verschillende redenen versmald en genivelleerd. Het aantal leerkrachten groeide minder snel dan de bevolking en daarnaast speelden ideologische motieven een rol. De gevolgen zien we dagelijks om ons heen. Een middelbare schooldiploma met een beperkt vakkenpakket of profiel, is net genoeg voor de vervolgopleiding, maar totaal onvoldoende om goed met anderen te communiceren of later in het leven een volledig andere richting in te slaan, wanneer het werk verandert of het beroep verdwijnt door ontwikkelingen in de maatschappij.
Wie onderwijs meer benadert als basis voor het leven dan als leerschool voor een baan, heeft al de eerste stap gezet richting tevreden inwoners. Jonge kinderen moet je niet eindeloos willen testen hoe ver ze zijn in hun ontwikkeling of een etiket opplakken om de verschillen ten opzichte van andere kinderen te markeren of te brandmerken. Jonge kinderen hebben meer aan duidelijke structuren, klassen met maximaal twintig leerlingen en een juf of meester voor de klas, die negentig procent van de werktijd aan de kinderen kan besteden, zodat de kinderen op het einde van de basisschool de basisvaardigheden compleet beheersen. Creativiteit en communicatie zijn het belangrijkste om later overeind te blijven in een wereld, die doorlopend verandert.
Ook het middelbaar onderwijs heeft baat bij een vereenvoudiging en verbreding. Wanneer kinderen tien jaar zijn, kun je goed inschatten of een kind meer leert door te doen of juist meer doet door te leren. In de bestaande opzet lopen de doeners onder de kinderen vast, net zoals de hoogbegaafden, die zich te pletter vervelen en net zoals de laagbegaafden, die gefrustreerd raken omdat ze zich maximaal moeten inspannen om mee te komen. Verschillende lesmethoden voor doeners en denkers zijn dringend nodig. Vijf in plaats van drie niveaus kunnen ervoor zorgen, dat minder kinderen een diploma onder hun niveau halen. Het allerbelangrijkste zijn brede diploma's met alle vakken - maximaal twaalf - per niveau, zodat de nieuwe generatie een goede basis heeft om later niet te vervreemden van de maatschappij. Een maximale klassegrootte van twintig leerlingen is op langere termijn een besparing, omdat bij deze groepsomvang er minder kinderen blijven zitten of een verkeerde opleiding volgen.
In de gezondheidszorg is de onvrede en onzekerheid bijna tastbaar. Ontevreden patiënten in de wachtkamers, onzeker personeel in de behandelkamers. De stijgende premies en eigen bijdragen leiden tot hooggespannen verwachtingen onder de patiënten. Tegelijkertijd zorgen gedetailleerde eisen vanuit het ministerie en bovenmatige invloed van de zorgverzekeraars ervoor, dat het personeel zich eerst afvraagt wat mag in plaats van wat de patiënt het snelste op de been helpt.
Op papier is de zorg in Nederland goed, in de praktijk eerder slecht. Tandartsen vallen buiten elke basisverzekering, terwijl elke student medicijnen het verband tussen een goed gebit en een goede gezondheid al in het eerste studiejaar leert. Wie een acuut probleem heeft, wordt in Nederland eerst naar huis gestuurd met een pijnstiller. In het buitenland is de capaciteit in het algemeen groot genoeg om ook in spoedeisende gevallen direct een specialist te vinden. Bovendien hebben artsen in het buitenland altijd een volledige behandelvrijheid, gedragen zich vanuit hun vak onafhankelijk in plaats van slaaf van het systeem te zijn, ook al worden ze sommige landen zodanig onderbetaald, dat ze geen andere keus hebben, dan hun patiënten om een extra bijdrage te vragen.
Het huidige systeem 'gezondheidszorg' in Nederland veroorzaakt onvrede, onzekerheid. Over de oorzaken valt te twisten, over oplossingen minder. Inkomensafhankelijke financiering zorgt voor de laagste administratieve kosten en maakt eigen bijdragen, basispakket en zorgverzekeraar overbodig. Binnen de uitvoering mag de overheid zich niet bemoeien met het feitelijke werk, maar zou eerder pro-actief te werk moeten gaan. Waarom heeft de Staat der Nederlanden geen eigen pillenfabriek, financiert ze geen lange termijn onderzoek naar zeldzame of juist vaak voorkomende ziektes en waarom is ze geen grootaandeelhouder in bedrijven, die allerhande apparatuur voor de gezondheidszorg produceren? Op langere termijn zorgt zo'n opzet voor echt tevreden patiënten en personeel. Overigens ook voor structureel lagere kosten zonder te bezuinigen op de feitelijke zorgverlening.
Van justitie, politie, inlichtingen- en soortgelijke diensten wordt verwacht, dat deze organisaties een veilige omgeving leveren. Helaas is de praktijk anders. Juist deze organisaties zijn bij voortduring bezig met zichzelf. Waardoor particuliere bedrijven tal van taken overnemen, zoals de bewaking van industrieterreinen of het beveiligen van de digitale infrastructuur tegen economische spionage. Wie niet gewend is aan het machtsvertoon van de politie tijdens voetbalwedstrijden, kan het idee krijgen een razzia te observeren. De Immigratie- en Naturalisatiedienst wordt in sommige kringen Gestapo genoemd en zo'n bijnaam komt beslist niet uit de lucht vallen, is eerder een direct gevolg van de starheid waarmee de IND de taken uitvoert. Samengevat gedragen de diensten zich teveel als een Staat binnen de Staat en zijn daarmee zelf een bron van onvrede.
Voor een oplossing leveren de Europese misdaadstatistieken de richting. Waarom is in Zagreb, hoofdstad van Kroatië, de afgelopen jaren slechts één moord gepleegd - de politie kent de namen van de opdrachtgever en dader, maar die zitten in Servië en Bosnië - en waarom is Amsterdam, hoofdstad van Nederland, veel vaker het decor van afrekeningen, waarbij de politie blijft hangen in het onderzoek? Beide steden hebben ongeveer evenveel inwoners, een natuurlijke barrière binnen de stad, hoogbouwwijken aan de zuidkant en een paar probleemwijken verspreid door de stad. De enige verschillen zijn het Amsterdamse drugtoerisme, terwijl in Zagreb ook regering en parlement zijn gevestigd.
Het antwoord is niet in cijfers uit te drukken, maar moet worden gezocht in de houding van de politie tegenover de bevolking en het takenpakket. In Kroatië beheert de politie het bevolkingsregister, voert de migratiewetgeving en inlichtingentaken uit. Dit uitgebreide pakket in combinatie met een open, vriendelijke, onbevooroordelde houding tegenover de eigen inwoners zorgt ervoor, dat de criminaliteit in Kroatië extreem laag is. Tegelijk is de bevolking in het algemeen zeer positief over de veiligheid in het land. Dat is wat Nederland nodig heeft.
Een andere bron van onvrede en onzekerheid is het ingrijpen van de overheid op de financiën van inwoners en bedrijven. Voor de laatste groep is het moeilijk ver vooruit te plannen, omdat de overheid zich meer dan wispelturig gedraagt bij het geven van subsidies of het innen van belastingen. In het algemeen geldt: hoe groter een bedrijf, hoe lager de belastingdruk.
Bij particulieren is het spel van stelen - belastingen zijn nu eenmaal een gelegaliseerde vorm van diefstal - en geven extreem doorgeschoten. Het jaarlijkse ritueel van de aangifte is een fraai voorbeeld hoe de overheid de eigen inwoners controleert en manipuleert. Vrijwel alle inkomsten zijn al ingevuld - hoezo privacy? - maar bij de toeslagen moet men nog zelf aan de slag om een paar euro extra terug te halen. Waarbij het altijd afwachten is voor welk onderwerp dit jaar hogere of lagere toeslagen worden verdeeld.
Eerlijk? Nee. De meeste inwoners zijn liever zelf baas over hun portemonnee. Juist op dit gebied is er veel te bereiken, maar alleen door radicale maatregelen. Wat moeten we met meer dan dertig verschillende soorten uitkeringen voor wie niet werkt of niet kan werken? Wat moeten we met toeslagen voor elke, nog zo kleine, maar luidruchtige doelgroep? Of met kortingen voor minima? Of met jaloeziebelastingen voor iedereen, die in de ogen van anderen veel verdient? Er zijn gezinnen, die op papier alleen een minimumuitkering krijgen en in de praktijk netto per maand meer te besteden hebben dan een middenklassegezin, dat zucht onder de hypotheek.
Onvrede over belastingen zal altijd blijven bestaan, maar een meer terughoudende opstelling van de overheid helpt al de algemene onvrede en onzekerheid te verkleinen. Simpelweg door niet alles te willen regelen via financiële wetgeving.
Media zijn zowel bron als oplossing voor onvrede en onzekerheid. Hierbij wijkt Nederland af ten opzichte van de grote Europese landen. Sinds de opkomst van commerciële televisie is in andere landen de invloed van de politiek op de openbare omroepen afgenomen, maar in Nederland juist toegenomen. Graag wordt hiervoor het argument gebruikt, dat het Nederlandse omroepbestel uniek is. Dat is onjuist. Wat in Nederland vroeger per levensovertuiging gegroepeerd was, is in Duitsland per regio georganiseerd. Het resultaat is net zo ingewikkeld, maar het werkt. Feit is, dat in Nederland de laatste jaren drastisch is bezuinigd op het budget van de openbare omroep, waarbij de politiek ook nog zover gaat invloed op de programmering uit te oefenen. In andere landen noemt men dit censuur. Tegelijkertijd zijn bij de commericële uitgeverijen steeds minder journalisten werkzaam. De gevolgen blijven niet uit. Overheden worden steeds minder gevolgd door journalisten, de inwoners weten nauwelijks nog wat er gebeurt in de wereld dichtbij of ver weg. Wie onwetend is, zal met minder zelfvertrouwen door de wereld stappen, dan wie goed geïnformeerd is.
De oplossing is vrij simpel. In Duitsland hebben de staatsgefinancierde omroepen een budget van 8 miljard euro per jaar bij een bevolking van 81 miljoen inwoners. Waar je ook bent in Duitsland, het aanbod aan openbare radio- en televisiezenders is groot en de kwaliteit van de programma's is zonder meer hoog. Alleen op internet gelden beperkingen, afgedwongen door de grote commerciële uitgeverijen.
Vertaald naar Nederland zou de openbare omroep een budget van 1,7 miljard euro per jaar moeten krijgen, waarbij de overheid alleen mag eisen, dat deze omroep dagelijks 96% van de bevolking bereikt en de inhoud ook ter beschikking van derden stelt. Met dit budget is het mogelijk om lokaal, regionaal, landelijk en internationaal goede programma's op radio, televisie en internet te leveren oftewel de inwoners kwaliteit voor de betaalde belasting te leveren. Wie deze modernisering afwijst, verdient het niet om in het parlement of in de regering aanwezig te zijn, begrijpt niet wat het belang van goed functionerende media voor een land is.
Samengevat kan het probleem van de alomtegenwoordige onvrede, onzekerheid prima worden opgelost. Het vraagt van de overheid een andere basishouding - dienstverlenend in plaats van controlerend - en daarmee een andere type volksvertegenwoordigers: minder bestuurders, meer regeerders, die de bevolking met respect en vertrouwen horen te benaderen.
© Marko Jablan 2015. Overname met bronvermelding is toegestaan.
Marko- Berichten: 243
- Geregistreerd: vrijdag 14 september 2012 08:50
- Woonplaats: Mrkopalj
- Heeft Bedankt: 149 keer
- Ontvangen Bedankjes: 173 keer