Familie? Familie! 68
door Marko » zondag 22 juni 2014 00:35
„Je hoeft je niet voor alles te verontschuldigen. Het is heel moeilijk om hier goed mee om te gaan en we hebben tot nu toe allemaal de verkeerde manier gekozen. Je doet het goed, Wolfgang.”
Robin vult Alexander aan.
„Daaroverheen wil ik dat je de waarheid kent. Ik weet dat je denkt dat jij mijn hartaanval hebt veroorzaakt. We willen je alles vertellen zodat je begrijpt dat het niet jouw schuld is en ook niet van Alexander.”
„Maar wanneer mevrouw Kaiser en ik niet zo tekeer waren gegaan in je appartement dan ...”
Robin laat hem niet uitpraten.
„Het zou hoe dan ook gebeurd zijn. Ik heb niet goed voor mijzelf gezorgd. Je hebt er recht op om te weten wat er is gebeurd.”
„Ik denk ... Ik begrijp niet hoe je weer ziek bent geworden. Op de bruiloft zag je er moe uit maar je zei dat er problemen waren. Iedere keer daarvoor zag je er goed uit.”
Wolfgang denkt even na over wat hij zegt.
„Nee, dat is niet waar. Toen Sascha in het ziekenhuis lag, zag je er heel erg slecht uit.”
„Het is eigenlijk vorig jaar begonnen. Ik ben vorig jaar tijdelijk gestopt met sporten om bij Alexander in het ziekenhuis te zijn.”
„Je weet dat ik in elkaar ben geslagen. Ik heb een paar maanden nergens last van gehad, totdat ik in Bohling's in elkaar ben gezakt en daarna een bloedprop werd ontdekt. Die was eerder niet ontdekt. Ik heb het in elk geval overleefd.”
Alexander knipoogt, Wolfgang knikt begrijpend terwijl Robin nu Alexander's hand vastpakt voordat hij weer verder vertelt.
„Ik ben ook gestopt omdat ik bang was dat iemand anders Alexander nog een keer wat aan zou doen. Ik trainde niet meer zo veel als vroeger. Aan het begin van de zomer had ik de kans om als trainer aan het werk te komen. Daarvoor moest ik mijn conditie weer op peil brengen. Ik heb te hard getraind en toen ben ik ingestort. Het was de eerste aanval als gevolg van de myocarditis. Toen we elkaar voor het eerst spraken, vroeg je waarom ik geen wedstrijden meer speel. Dit zijn de redenen.”
„Je kende me niet, je hoefde me niets te vertellen.”
„Daarom heb ik je niets verteld tot vandaag. Maar ons gesprek van die avond heeft wel indruk op mij gemaakt.”
„Echt waar?”
Robin knikt.
„Ik baalde van veel dingen. Het woord homobasketballer bijvoorbeeld, ik wil gewoon bekend staan als een basketballer die een competitie heeft gewonnen met zijn team. Toen we elkaar voor het eerst spraken, vond ik het nog steeds vervelend. Ik baalde er ook van dat ik geen echte baan had. Het parkbeheer op het kasteel lag me niet echt en ik ben korte tijd later overgegaan naar de paarden daar. Ik wist niet eens of ik daar als paardentrainer aan het werk mocht. Ik heb daar geen enkele ervaring mee.”
Robin valt even stil om rustig adem te halen.
„Het was een jaar na het kampioenschap en ik ben geen stap verder gekomen in dat jaar. Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, was je gewoon een jongen die wist wie ik was. Voor jou was ik nog steeds de homobasketballer.”
„Ik wist niet dat je het zelf niet leuk vindt.”
Wolfgang fluistert.
„Of ik het leuk vindt of niet, het is ook wie ik ben. Je zei veel mensen naar mij opkijken, dat het geweldig is om als homo te sporten en te winnen. Je was ook teleurgesteld dat ik mijn bekendheid niet gebruik om een voorbeeld voor anderen te zijn. Daarmee heb je indruk op mij gemaakt, Wolfgang. Het was de droom van mijn vader om basketballer te worden, maar jij hebt iets gezegd om er een doel aan te geven.”
„Echt?”
Robin glimlacht.
„Waarom heb je me dat niet eerder verteld?”
Alexander's vraag roept Robin's verbazing op.
„Ik dacht dat je het wist.”
„Ik wist dat je weer begonnen was met trainen vanwege Wolfgang maar ik dacht dat je het deed omdat hij misschien je broer is.”
„Nee. Ik ben de volgende ochtend al langs de arts gegaan, nog voordat ik wist wie hij was.”
Wolfgang gaat meer naar voren gaat zitten.
„Wacht even. Je was weer begonnen met trainen. Maar je was toch nog ziek?”
„Toen ik je tegenkwam in de sporthal, kwam ik net bij de arts vandaan. Ik wilde de jongens weer zien en nog helemaal niet trainen. De arts had me hele strikte regels gegeven om opnieuw te beginnen. Hij wilde me elke week zien om in de gaten te houden hoe mijn hart zou reageren en om te voorkomen dat ik te hard van stapel zou lopen.”
„Wat is er gebeurd?”
„Ik heb de richtlijnen van de arts gevolgd. Ik heb alles bijgehouden, het eten en niet te veel bewegen. Dat lukte niet meer na Sascha's ongeluk.”
„Ben je gestopt met trainen?”
„Nee, ik ben juist meer gaan trainen. Ik was zo moe van de lange dagen op mijn werk en de lange nachten in het ziekenhuis, dat ik hoopte door meer te trainen ook meer energie zou hebben om de lange dagen vol te houden ...”
Alexander's dwingende blik zorgt ervoor dat Robin verder vertelt.
„... Af en toe glipte ik er tussenuit om naar de sporthal te gaan.”
Wolfgang vraagt door.
„Ben je toen ziek geworden? Zag je er daarom zo slecht uit in het ziekenhuis?”
„Nee. Ik kreeg meer energie van het trainen. Toen Sascha uit het ziekenhuis kwam, kon ik nog verder trainen. Ik was er zeker van dat ik in orde was. Ik dacht dat mijn lichaam het aankon. Alleen besloten Sascha en Astrid snel te trouwen. De hele voorbereiding zorgde opnieuw voor lange dagen ... en ik ben niet minder gaan trainen.”
Wolfgang's getuite lippen etaleren zijn twijfel. Hij leunt achterover en denkt na over iets.
„Waar denk je aan?”
„Over mijn bezoek aan Sascha in het ziekenhuis. Je hebt nauwelijks iets tegen me gezegd.”
Robin's blik gaat naar zijn handen. De vingers van zijn handen raken elkaar, terwijl hij zijn handen zenuwachtig heen en weer beweegt. Hij knikt. Wolfgang's volgende vraag is onderweg.
„Was het met opzet?”
„Ik denk het niet. Ik voel me er wel schuldig over. Ik was bezorgd over Sascha. Ik was bang om hem te verliezen, om alleen achter te blijven.”
„Heb je niet ...”
„Ik was alleen bezig met Sascha. We wisten toen niet of hij zou bijkomen. Ik kon nauwelijks mijn eigen verdriet bijhouden.”
„Dan kom ik weer uit bij de ruzie in jullie appartement. Als je het weer moeilijk krijgt, ga je dan opnieuw van mij weglopen? Als je mij op afstand wilt houden, dan wil ik het nu weten. Ik wil weten wat ik kan verwachten van jou. Als jullie geen tijd voor mij hebben, dan wil ik dat je dat tegen mij zegt. Misschien kunnen we dan beter elkaar niet zo vaak zien of spreken als ik had gedacht.”
Wolfgang praat nu met een lage, rustige stem en de teleurstelling op zijn jongensachtige gezicht zorgt ervoor dat Robin zich nog beroerder voelt. Wolfgang heeft gelijk. Zijn gedrag is niet voorspelbaar. Wolfgang heeft het volste recht zich af te vragen hoe hij in de toekomst zal reageren. In dit opzicht is Robin niet anders dan de gezinnen waar Wolfgang tijdelijk onderdak vond. De jongen verdient meer en vooral beter dan tot nu toe.
„We willen je regelmatig spreken en zien. We willen je niet op afstand houden, maar goed contact met je opbouwen. Ik wil je vertrouwen of je vertrouwen opnieuw waard zijn.”
Alexander ziet Robin's ademhaling wat versnellen en maakt zijn antwoord af.
„Daarom ben je nu ook alleen hier. We willen je alles vertellen zodat wij ons kunnen verontschuldigen bij jou.”
„We zijn niet perfect.”
„Ik wil niet dat jullie perfect zijn.”
Wolfgang is niet overtuigd. Robin wil hem overtuigen.
„Ik wil het wel beter doen.”
„Je weet dat ik niet echt plannen voor de toekomst maak. Ik ben te vaak teleurgesteld en dat wil ik niet meer.”
„We proberen het.”
„Dat beloven we ook.”
Alexander versterkt zijn woorden.
„Maar er is iets dat je moet begrijpen.”
De laatste woorden van Robin laten Wolfgang weer onzeker naar de twee jongens kijken.
„Maak je geen zorgen, het is niet zo erg als de dingen die we tot nu toe hebben verteld. Ik denk dat we allemaal wel de waarheid weten. Ik weet redelijk zeker dat we broers zijn, we hebben geen DNA-onderzoek nodig om het te weten. Zelfs als de resultaten ons allemaal gaan verrassen, zal ik je nog steeds als mijn broer zien. Omdat je gewoon mijn broer bent.”
„Jij ook.”
„Maar desondanks ... eigenlijk hoef ik dit niet te vertellen, maar ik wil het hardop gezegd hebben ... Mijn schat heeft meer gedaan voor mij dan wie dan ook en hij heeft mij nooit opgegeven. Hij heeft wel heel veel andere dingen voor mij opgegeven. Ik hou met heel mijn hart van hem, ook al lijkt het deze weken soms anders. Alexander komt voor mij altijd op de eerste plaats. Als jij daarmee kunt leven, dan is er altijd plaats voor jou.”
„Ik verwacht niets anders.”
Wolfgang bevestigt zijn vermoeden. Robin bedenkt zich dat hij altijd op de gekste momenten en manieren Alexander laat weten hoeveel hij van hem houdt. Alexander bloost een beetje, zijn mond is van verbazing een klein beetje opengegaan.
„Kun je onze fouten vergeven? Kunnen we verder?”
„Wil je weer op een gewone manier met ons omgaan? We willen het nu goed aanpakken.”
Hij versterkt nu Alexander's woorden.
„Ik wil niets anders. Maar ik wil dat jullie mij beloven vanaf nu eerlijk te zijn. Geen geheimen en geen cryptische berichten meer, Robin. Jij vindt het moeilijk om je uiten tegenover andere mensen. Voor mij is het moeilijk om andere mensen te vertrouwen, vooral als ze mij pijn doen.”
Wolfgang antwoordt rustig en op een besliste toon. Alexander reageert.
„We weten dat we veel vragen.”
„We verwachten dat je je mond opendoet als we iets verkeerds doen.”
Robin vult hem aan. Wolfgang schudt zijn hoofd.
„Nee. Ik ga jullie niet vertellen wat je goed of fout doet. Dat moeten jullie zelf kunnen. Jullie weten zelf wanneer jullie iets goed of fout doen. Jullie zijn toch volwassen?”
„Ja. Jij bent bijna volwassen. We willen ook dat jij eerlijk bent. We kennen je nog niet goed genoeg om te weten wanneer je iets niet leuk vindt of juist wel. Daarom vragen we je je mond open te doen wanneer we iets verkeerds doen in jouw ogen.”
Alexander reageert net zo rustig en beslist als Wolfgang net. Wolfgang staart naar het paar met onderzoekende ogen. Misschien is hij nu bezig om te bepalen of hij ze wel of niet wil vertrouwen.
„Zorg ervoor dat ik geen spijt krijg.”
„Dat beloven we.”
Wolfgang blijft de twee indringend aankijken. Robin wordt er bijna nerveus van totdat hij een mondhoek van de jongen ziet bewegen. Wolfgang speelt toneel, hij probeert een glimlach te verbergen.
„Jullie hebben nog veel te doen om weer bovenaan mijn lijst van favoriete broers te komen.”
Alexander kijkt net zo opgelucht als hij zich voelt. Robin glimlacht naar Wolfgang en besluit zijn broer te plagen.
„Wolfgang, komen we sneller bovenaan je lijst als je bij Alexander of bij mij slaapt?
Ondertussen draait Robin zijn hoofd naar Alexander en glimlacht. Alexander begint te lachen.
„Hebben jullie geen apart bed?”
Wolfgang is echt geschrokken.
„We zijn hier bij Charlie te gast en alle bedden zijn in gebruik. Je hebt ons een keer zien slapen en dat is precies de reden waarom we nu apart slapen. We zijn alletwee bang dat de operatiewonden opengaan.”
Alexander vertelt het op een ontspannen toon.
„Dan maar bij jou.”
Wolfgang mokt.
Alexander zoekt zijn telefoon en begint te bellen.
„Charlie, hoe laat kom je thuis?”
Robin vult Alexander aan.
„Daaroverheen wil ik dat je de waarheid kent. Ik weet dat je denkt dat jij mijn hartaanval hebt veroorzaakt. We willen je alles vertellen zodat je begrijpt dat het niet jouw schuld is en ook niet van Alexander.”
„Maar wanneer mevrouw Kaiser en ik niet zo tekeer waren gegaan in je appartement dan ...”
Robin laat hem niet uitpraten.
„Het zou hoe dan ook gebeurd zijn. Ik heb niet goed voor mijzelf gezorgd. Je hebt er recht op om te weten wat er is gebeurd.”
„Ik denk ... Ik begrijp niet hoe je weer ziek bent geworden. Op de bruiloft zag je er moe uit maar je zei dat er problemen waren. Iedere keer daarvoor zag je er goed uit.”
Wolfgang denkt even na over wat hij zegt.
„Nee, dat is niet waar. Toen Sascha in het ziekenhuis lag, zag je er heel erg slecht uit.”
„Het is eigenlijk vorig jaar begonnen. Ik ben vorig jaar tijdelijk gestopt met sporten om bij Alexander in het ziekenhuis te zijn.”
„Je weet dat ik in elkaar ben geslagen. Ik heb een paar maanden nergens last van gehad, totdat ik in Bohling's in elkaar ben gezakt en daarna een bloedprop werd ontdekt. Die was eerder niet ontdekt. Ik heb het in elk geval overleefd.”
Alexander knipoogt, Wolfgang knikt begrijpend terwijl Robin nu Alexander's hand vastpakt voordat hij weer verder vertelt.
„Ik ben ook gestopt omdat ik bang was dat iemand anders Alexander nog een keer wat aan zou doen. Ik trainde niet meer zo veel als vroeger. Aan het begin van de zomer had ik de kans om als trainer aan het werk te komen. Daarvoor moest ik mijn conditie weer op peil brengen. Ik heb te hard getraind en toen ben ik ingestort. Het was de eerste aanval als gevolg van de myocarditis. Toen we elkaar voor het eerst spraken, vroeg je waarom ik geen wedstrijden meer speel. Dit zijn de redenen.”
„Je kende me niet, je hoefde me niets te vertellen.”
„Daarom heb ik je niets verteld tot vandaag. Maar ons gesprek van die avond heeft wel indruk op mij gemaakt.”
„Echt waar?”
Robin knikt.
„Ik baalde van veel dingen. Het woord homobasketballer bijvoorbeeld, ik wil gewoon bekend staan als een basketballer die een competitie heeft gewonnen met zijn team. Toen we elkaar voor het eerst spraken, vond ik het nog steeds vervelend. Ik baalde er ook van dat ik geen echte baan had. Het parkbeheer op het kasteel lag me niet echt en ik ben korte tijd later overgegaan naar de paarden daar. Ik wist niet eens of ik daar als paardentrainer aan het werk mocht. Ik heb daar geen enkele ervaring mee.”
Robin valt even stil om rustig adem te halen.
„Het was een jaar na het kampioenschap en ik ben geen stap verder gekomen in dat jaar. Toen we elkaar voor het eerst ontmoetten, was je gewoon een jongen die wist wie ik was. Voor jou was ik nog steeds de homobasketballer.”
„Ik wist niet dat je het zelf niet leuk vindt.”
Wolfgang fluistert.
„Of ik het leuk vindt of niet, het is ook wie ik ben. Je zei veel mensen naar mij opkijken, dat het geweldig is om als homo te sporten en te winnen. Je was ook teleurgesteld dat ik mijn bekendheid niet gebruik om een voorbeeld voor anderen te zijn. Daarmee heb je indruk op mij gemaakt, Wolfgang. Het was de droom van mijn vader om basketballer te worden, maar jij hebt iets gezegd om er een doel aan te geven.”
„Echt?”
Robin glimlacht.
„Waarom heb je me dat niet eerder verteld?”
Alexander's vraag roept Robin's verbazing op.
„Ik dacht dat je het wist.”
„Ik wist dat je weer begonnen was met trainen vanwege Wolfgang maar ik dacht dat je het deed omdat hij misschien je broer is.”
„Nee. Ik ben de volgende ochtend al langs de arts gegaan, nog voordat ik wist wie hij was.”
Wolfgang gaat meer naar voren gaat zitten.
„Wacht even. Je was weer begonnen met trainen. Maar je was toch nog ziek?”
„Toen ik je tegenkwam in de sporthal, kwam ik net bij de arts vandaan. Ik wilde de jongens weer zien en nog helemaal niet trainen. De arts had me hele strikte regels gegeven om opnieuw te beginnen. Hij wilde me elke week zien om in de gaten te houden hoe mijn hart zou reageren en om te voorkomen dat ik te hard van stapel zou lopen.”
„Wat is er gebeurd?”
„Ik heb de richtlijnen van de arts gevolgd. Ik heb alles bijgehouden, het eten en niet te veel bewegen. Dat lukte niet meer na Sascha's ongeluk.”
„Ben je gestopt met trainen?”
„Nee, ik ben juist meer gaan trainen. Ik was zo moe van de lange dagen op mijn werk en de lange nachten in het ziekenhuis, dat ik hoopte door meer te trainen ook meer energie zou hebben om de lange dagen vol te houden ...”
Alexander's dwingende blik zorgt ervoor dat Robin verder vertelt.
„... Af en toe glipte ik er tussenuit om naar de sporthal te gaan.”
Wolfgang vraagt door.
„Ben je toen ziek geworden? Zag je er daarom zo slecht uit in het ziekenhuis?”
„Nee. Ik kreeg meer energie van het trainen. Toen Sascha uit het ziekenhuis kwam, kon ik nog verder trainen. Ik was er zeker van dat ik in orde was. Ik dacht dat mijn lichaam het aankon. Alleen besloten Sascha en Astrid snel te trouwen. De hele voorbereiding zorgde opnieuw voor lange dagen ... en ik ben niet minder gaan trainen.”
Wolfgang's getuite lippen etaleren zijn twijfel. Hij leunt achterover en denkt na over iets.
„Waar denk je aan?”
„Over mijn bezoek aan Sascha in het ziekenhuis. Je hebt nauwelijks iets tegen me gezegd.”
Robin's blik gaat naar zijn handen. De vingers van zijn handen raken elkaar, terwijl hij zijn handen zenuwachtig heen en weer beweegt. Hij knikt. Wolfgang's volgende vraag is onderweg.
„Was het met opzet?”
„Ik denk het niet. Ik voel me er wel schuldig over. Ik was bezorgd over Sascha. Ik was bang om hem te verliezen, om alleen achter te blijven.”
„Heb je niet ...”
„Ik was alleen bezig met Sascha. We wisten toen niet of hij zou bijkomen. Ik kon nauwelijks mijn eigen verdriet bijhouden.”
„Dan kom ik weer uit bij de ruzie in jullie appartement. Als je het weer moeilijk krijgt, ga je dan opnieuw van mij weglopen? Als je mij op afstand wilt houden, dan wil ik het nu weten. Ik wil weten wat ik kan verwachten van jou. Als jullie geen tijd voor mij hebben, dan wil ik dat je dat tegen mij zegt. Misschien kunnen we dan beter elkaar niet zo vaak zien of spreken als ik had gedacht.”
Wolfgang praat nu met een lage, rustige stem en de teleurstelling op zijn jongensachtige gezicht zorgt ervoor dat Robin zich nog beroerder voelt. Wolfgang heeft gelijk. Zijn gedrag is niet voorspelbaar. Wolfgang heeft het volste recht zich af te vragen hoe hij in de toekomst zal reageren. In dit opzicht is Robin niet anders dan de gezinnen waar Wolfgang tijdelijk onderdak vond. De jongen verdient meer en vooral beter dan tot nu toe.
„We willen je regelmatig spreken en zien. We willen je niet op afstand houden, maar goed contact met je opbouwen. Ik wil je vertrouwen of je vertrouwen opnieuw waard zijn.”
Alexander ziet Robin's ademhaling wat versnellen en maakt zijn antwoord af.
„Daarom ben je nu ook alleen hier. We willen je alles vertellen zodat wij ons kunnen verontschuldigen bij jou.”
„We zijn niet perfect.”
„Ik wil niet dat jullie perfect zijn.”
Wolfgang is niet overtuigd. Robin wil hem overtuigen.
„Ik wil het wel beter doen.”
„Je weet dat ik niet echt plannen voor de toekomst maak. Ik ben te vaak teleurgesteld en dat wil ik niet meer.”
„We proberen het.”
„Dat beloven we ook.”
Alexander versterkt zijn woorden.
„Maar er is iets dat je moet begrijpen.”
De laatste woorden van Robin laten Wolfgang weer onzeker naar de twee jongens kijken.
„Maak je geen zorgen, het is niet zo erg als de dingen die we tot nu toe hebben verteld. Ik denk dat we allemaal wel de waarheid weten. Ik weet redelijk zeker dat we broers zijn, we hebben geen DNA-onderzoek nodig om het te weten. Zelfs als de resultaten ons allemaal gaan verrassen, zal ik je nog steeds als mijn broer zien. Omdat je gewoon mijn broer bent.”
„Jij ook.”
„Maar desondanks ... eigenlijk hoef ik dit niet te vertellen, maar ik wil het hardop gezegd hebben ... Mijn schat heeft meer gedaan voor mij dan wie dan ook en hij heeft mij nooit opgegeven. Hij heeft wel heel veel andere dingen voor mij opgegeven. Ik hou met heel mijn hart van hem, ook al lijkt het deze weken soms anders. Alexander komt voor mij altijd op de eerste plaats. Als jij daarmee kunt leven, dan is er altijd plaats voor jou.”
„Ik verwacht niets anders.”
Wolfgang bevestigt zijn vermoeden. Robin bedenkt zich dat hij altijd op de gekste momenten en manieren Alexander laat weten hoeveel hij van hem houdt. Alexander bloost een beetje, zijn mond is van verbazing een klein beetje opengegaan.
„Kun je onze fouten vergeven? Kunnen we verder?”
„Wil je weer op een gewone manier met ons omgaan? We willen het nu goed aanpakken.”
Hij versterkt nu Alexander's woorden.
„Ik wil niets anders. Maar ik wil dat jullie mij beloven vanaf nu eerlijk te zijn. Geen geheimen en geen cryptische berichten meer, Robin. Jij vindt het moeilijk om je uiten tegenover andere mensen. Voor mij is het moeilijk om andere mensen te vertrouwen, vooral als ze mij pijn doen.”
Wolfgang antwoordt rustig en op een besliste toon. Alexander reageert.
„We weten dat we veel vragen.”
„We verwachten dat je je mond opendoet als we iets verkeerds doen.”
Robin vult hem aan. Wolfgang schudt zijn hoofd.
„Nee. Ik ga jullie niet vertellen wat je goed of fout doet. Dat moeten jullie zelf kunnen. Jullie weten zelf wanneer jullie iets goed of fout doen. Jullie zijn toch volwassen?”
„Ja. Jij bent bijna volwassen. We willen ook dat jij eerlijk bent. We kennen je nog niet goed genoeg om te weten wanneer je iets niet leuk vindt of juist wel. Daarom vragen we je je mond open te doen wanneer we iets verkeerds doen in jouw ogen.”
Alexander reageert net zo rustig en beslist als Wolfgang net. Wolfgang staart naar het paar met onderzoekende ogen. Misschien is hij nu bezig om te bepalen of hij ze wel of niet wil vertrouwen.
„Zorg ervoor dat ik geen spijt krijg.”
„Dat beloven we.”
Wolfgang blijft de twee indringend aankijken. Robin wordt er bijna nerveus van totdat hij een mondhoek van de jongen ziet bewegen. Wolfgang speelt toneel, hij probeert een glimlach te verbergen.
„Jullie hebben nog veel te doen om weer bovenaan mijn lijst van favoriete broers te komen.”
Alexander kijkt net zo opgelucht als hij zich voelt. Robin glimlacht naar Wolfgang en besluit zijn broer te plagen.
„Wolfgang, komen we sneller bovenaan je lijst als je bij Alexander of bij mij slaapt?
Ondertussen draait Robin zijn hoofd naar Alexander en glimlacht. Alexander begint te lachen.
„Hebben jullie geen apart bed?”
Wolfgang is echt geschrokken.
„We zijn hier bij Charlie te gast en alle bedden zijn in gebruik. Je hebt ons een keer zien slapen en dat is precies de reden waarom we nu apart slapen. We zijn alletwee bang dat de operatiewonden opengaan.”
Alexander vertelt het op een ontspannen toon.
„Dan maar bij jou.”
Wolfgang mokt.
Alexander zoekt zijn telefoon en begint te bellen.
„Charlie, hoe laat kom je thuis?”
Marko- Berichten: 243
- Geregistreerd: vrijdag 14 september 2012 08:50
- Woonplaats: Mrkopalj
- Heeft Bedankt: 149 keer
- Ontvangen Bedankjes: 173 keer