23 april 2021

Aan de andere kant … – 24 Waarom voel ik me dan zo klote?

“We moeten praten Vic”, valt Ciska met de deur in huis als de kinderen op bed liggen.
“Praten?” Verward kijk ik haar aan. Waarom wil zij praten? Heb ik iets verkeerd gedaan? Ben ik wat vergeten? Koortsachtig pijnig ik mijn hersenen.
Shit, Wendy! Natuurlijk! Martin heeft haar vast gevraagd me over te halen haar op andere gedachten te brengen. Een verbeten trek verschijnt om mijn mond. “Als je maar weet dat ik het niet doe”, brom ik.
Ze fronst haar voorhoofd. “Wat niet doe?”
“Wendy, natuurlijk. Ik vertik het, Ciska, ik ga haar echt niet vertellen dat ze aan haar huwelijk moet werken”, wind ik me op. “Ik snap haar maar al te goed. Jij denkt misschien dat het zo simpel is, maar geloof me, dat is het niet.”
“Denk je dat ik dat niet weet? Ik ben niet achterlijk, Victor. Denk je dat ik niet in de gaten had waarom jij zo kwaad was toen je die bijbeltekst op je laptop ontdekte?”
“Hoezo?”, hap ik geschrokken naar adem. Het zweet breekt me uit, mijn hoofd gloeit. “Dat heb ik je toch uitgelegd? Wat had Manuel wel niet moeten denken als hij dat gezien had?”
“Ach, hou toch op. Stop nou maar op met liegen, ik geloof je toch niet. Ik heb een paar vrouwen ontmoet via Refoweb. Vrouwen die ook getrouwd zijn met een man die homo is.”
“Je hebt wat?” Verbaasd sper ik mijn ogen open.
“Je hoort me wel”, herhaalt ze. “Ik heb andere vrouwen gesproken die met een homo getrouwd zijn.”
“Oh nee!”, roep ik verontwaardigd, terwijl ik opspring. “Ik ga geen therapie doen, als je dat soms denkt. Ik wil het niet meer, Ciska, het is genoe…”
“Wie heeft het hier over therapie?”, onderbreekt ze mijn tirade.
Abrupt blijf ik staan. “Wat wil je dan?” Uitdagend kijk ik haar aan. Het bonken van mijn hart is bijna hoorbaar.
“Het moet afgelopen zijn, Vic”, begint ze resoluut. “Ik wil niet dat jouw geaardheid constant tussen ons staat.”
“En hoe had jij dat in gedachten?”, val ik haar cynisch in de rede.
Verdorie, wat heeft ze zich nu weer laten wijsmaken? Hoe vaak heb ik haar niet gezegd dat ik niet wil dat ze er met anderen over praat? Iedereen weet precies wat ik moet doen en zij gelooft alles, behalve wat ik zeg! Wat denkt ze wel niet? Dat ik, omdat zij het niet wil, mijn gevoelens zomaar uit kan schakelen?
“Ik had nooit op een huwelijk moeten aandringen, Vic”, gaat ze vastberaden verder. “We hadden nooit moeten trouwen.”
“Wil je scheiden?” Stomverbaasd laat ik me weer op de bank zakken. Oh mijn God, laat dit waar zijn! Als ze wil scheiden…

“Nee”, schudt ze, ineens hevig geëmotioneerd, haar hoofd. “Ik wil terug wat we vroeger hadden, we waren zulke goeie vrienden.” Met betraande ogen kijkt ze me aan, haalt diep adem en gaat verder. “Als die homo dingen voor jou zo belangrijk zijn, dan moet je dat maar gewoon doen”, zucht ze gelaten. “Zolang ik er maar niks van merk.”
“Pardon?” Van schrik sperren mijn ogen open. “Ik moet wat?”
“Je hoort me wel”, lacht ze nerveus. “Ik wil geen leugens en bedrog meer, Victor. Geen smoesjes om stiekem met iemand af te kunnen spreken, geen geheim telefoonabonnement…”
“Smoesjes om met iemand af te kunnen spreken?”, onderbreek ik haar verbaasd. “Geheim telefoonabonnement? Waar héb jij het over?”
“Ontken het nou maar niet”, houdt ze voet bij stuk. “Of denk je dat het mij niet opviel dat je zo vaak laat thuiskwam?”
“Ik weet echt niet waar jij het over hebt”, schud ik verbaasd mijn hoofd.
“Verdorie, Victor”, foetert ze. “Waarom blijf je volhouden dat er niks aan de hand is? Ik ben toch niet gek? Leg jij anders maar eens uit waar je de zaterdag voor onze trouwdag was?”
“De zaterdag voor onze trouwdag?”, herhaal ik verbaasd. “Toen moest ik spelen”, flap ik er, zonder nadenken uit.
“Oh ja? Weet je dat zeker? Waarom zat Manuel die middag dan achter het orgel?”
“Oh shit”, fluister ik geschrokken. “Ben jij in de kerk geweest?”
Ze knikt triomfantelijk. “Ik was met de kinderen in de stad en dacht, kom, we gaan papa verrassen. Maar papa was er niet…”
”Shit, Ciska. Sorry. Ik heb Manuel op het laatste moment gevraagd of hij kon invallen omdat een oude schoolvriend belde of ik zin had langs te komen”, verklaar ik snel.
Hoofdschuddend kijkt ze me aan. “Waarom blijf je nou liegen, Victor? Dat is toch nergens voor nodig? Het enige wat ik van je vraag, is of je discreet wil zijn.”
“Ik lieg niet!”, schiet ik in de verdediging. Verdorie, wat denkt zij nou? Dat ik met wildvreemde mannen afspreek en Manuel daarvoor als dekmantel gebruik?

“Ik had al een tijdje het idee dat je je weer met die homo dingen bezighield”, gaat ze onverstoorbaar verder. “Herinner je je die avond dat ik vergadering van het project had nog? Je was zo opgewonden als ik weet niet wat toen ik weer thuiskwam. Eerst had ik het nog niet in de gaten, was ik alleen maar blij dat het eindelijk weer eens lukte want sinds jij geen homoseksuele prikkels meer hebt, ben jij niet één keer hard genoeg geweest om gemeenschap te hebben. Pas later drong tot me door wat dat betekende.”

Beschaamd sla ik mijn ogen neer. Shit, ze heeft gelijk, er was maar één reden waarom ik die avond zo geil was geweest…
Gespannen bijt ik op mijn lip. Kan ik het haar niet beter gewoon vertellen? Onopvallend gluur ik door mijn wimpers. Zou ze het echt menen of is dit een truc om me aan het praten te krijgen en krijg ik alsnog de wind van voren als ik eerlijk ben?

“En dan de avonden dat je Manuel les geeft”, hoor ik haar zeggen. “Zolang duren die lessen toch niet? Wat doe jij dan al die tijd, als Manuel al naar huis is?”
Verschrikt kijk ik op. “Ik… We… Je denkt toch niet dat ik…”, stamel ik. “Nee, Ciska… Echt niet”, schud ik mijn hoofd.
“Oh nee?”, klinkt ze spottend. “En je laatste concert voor de tournee dan? Half één was je pas thuis! Zo laat was het toch niet afgelopen? Jij dacht natuurlijk dat ik sliep, maar ik heb je wel gehoord toen je thuiskwam, hoor. Wat heb jij na dat concert dan gedaan?” Uitdagend kijkt ze me aan. “Nou? Heb je zo’n app op je telefoon? Hoe heet dat? Grindr? Spreek je stiekem met mannen af voor seks?”
“Gadverdamme, Ciska. Hoe kun je dat van me denken!”, roep ik verontwaardigd uit. “Ik heb…”
“Stop!”, draait ze haar hoofd weg. “Ik wil het niet weten. Doe wat je niet laten kunt, maar hou mij er buiten.”

Overdonderd laat ik me achterover zakken in de kussens van de bank. Mijn slapen bonzen, het bloed suist in mijn oren.
“Toen jij zo boos werd over die bijbeltekst, wist ik het zeker”, hoor ik mij vrouw zeggen. “Je reageerde als een kind dat wordt betrapt op het moment dat hij uit de snoeppot wil stelen. In eerste instantie was ik boos, voelde ik me bedrogen. Maar toen jij zo fel reageerde op het verhaal van Wendy, ben ik eens gaan nadenken. Susan heeft het me al zo vaak gezegd…”
“Susan? Heb je het er met haar over gehad? Nee, hè?”, kreun ik getergd.
“Wat denk jij nou, Victor? Dat ik één of ander naïef vrouwtje ben? Ons liefdesleven stelt al een jaar niks meer voor, denk je dat ik dat makkelijk vind? Natuurlijk praat ik daar met mijn zus over.”
“Sorry”, verontschuldig ik me snel. “Je hebt gelijk, jij moet je ook kunnen uiten. Maar wat zei ze dan?”, vraag ik gespannen.
“Dat ik niet goed wijs ben. Dat je homo bent en dat dat echt niet zomaar verandert. Dat ik mezelf wat wijsmaak als ik blijf denken dat dat wel gebeurt en dat ik je beter ruimte kan geven, als ik je niet kwijt wil”, somt ze op.
“Serieus?” Ongelovig kijk ik haar aan.
Ciska knikt. “Ik heb haar altijd voor gek verklaard en gezegd dat ze niet wist waar ze het over had, dat jij er niks mee wilde doen, dat ik je vertrouwde en we er samen aan wilden werken.”
“Dat wilde ik ook echt”, zeg ik zachtjes. “Maar het gaat gewoon niet”, geef ik met tegenzin toe.
“Het geeft niet, Vic”, sust ze. “Jij bent homo, het wordt tijd dat ik dat accepteer. Je voelt je niet tot vrouwen aangetrokken. Beetje raar als ik dan blijf verwachten dat je je wel tot mij aangetrokken voelt, of niet? Ik heb in ieder geval geen zin mijn hele leven iets na te streven wat niet haalbaar is.”
“Het spijt me”, fluister ik met tranen in mijn ogen.
“Schat, ik neem het je niet kwalijk”, stelt ze me gerust. “Susan heeft gelijk, ik heb geen keuze als ik je niet kwijt wil, dat zeiden die vrouwen op Refoweb ook. Ik heb er goed over nagedacht, Vic. Wij waren zulke goeie vrienden. Dat is veel meer waard dan een moeizaam huwelijk omdat jij je lichamelijk niet tot mij aangetrokken voelt, toch?”
Ik knik verslagen.
“Dus, voor de buitenwereld verandert er niks, zijn wij nog steeds gelukkig getrouwd”, gaat ze kordaat verder. “Maar hier in huis zijn we vrienden. En de ouders van Claire en Amy, natuurlijk”, glimlacht ze. “Het huis is groot genoeg, jij neemt gewoon de logeerkamer. Wat je daar doet, is tussen jou en de Heere, zolang je maar zorgt dat de kinderen en ik er niet mee geconfronteerd worden.”

Ik zucht vertwijfeld. Wat moet ik hier nu mee? Als ze me dit een paar maanden geleden had voorgesteld, had ik een gat in de lucht gesprongen, maar nu? Ik kan toch niet met Manuel doorgaan als we geen toekomst samen hebben? Ik kan toch niet van hem vragen altijd op de achtergrond te blijven? Dat gaat toch niet?

“Denk je niet dat we beter kunnen scheiden?”, breng ik voorzichtig naar voren.
“Scheiden?”, reageert ze geschrokken. “Je wilt je gezin toch niet in de steek laten, alleen maar voor seks? Daarom geef ik je nu net ruimte. Wat God verbonden heeft, mag een mens niet scheiden, Victor. We hebben elkaar een belofte gedaan, in voor- en tegenspoed, tot de dood ons scheidt. Van tafel en bed scheiden, oké , maar een echtscheiding? Nee, dat is geen optie”, schudt ze heel beslist haar hoofd.
“Ja maar…”
“Niks, ja maar. Je spullen staan al in de logeerkamer, verder wil ik het er niet over hebben.”

Volkomen van mijn stuk, neem ik een slok koffie. “Jakkes, dat is hartstikke koud”, trek ik een vies gezicht.
“Wil je wat anders? Een borrel misschien? Ik kan zelf ook wel wat sterkers gebruiken.”

***

Klaarwakker lig ik op mijn rug in het logeerbed. ‘Ciska wil
niet scheiden’, hamert het in mijn hoofd. Ze heeft nog gelijk ook, we hebben elkaar een belofte gedaan en die mag ik niet zomaar breken. Ik zucht.
Hoe moet dit nou? Moet ik blij zijn met de ruimte die ze me geeft?
Als het waar zou zijn wat ze denkt, ja, dan misschien wel. Maar ik wil helemaal geen losse contacten, ik wil Manuel. Zou hij nog verder willen als er geen toekomst voor ons samen is?
Zuchtend draai ik op mijn zij. Misschien moet ik het hem eerst maar eens vertellen.
En dan? Wat als hij dan, net als ik vroeger bij Eelco, jarenlang, tegen beter in, blijft hopen dat ik van gedachten verander? Oh God nee, dat mag niet gebeuren, dan wordt hij vreselijk gekwetst, dat wil ik niet.
Of wat als hij over een tijdje iemand anders tegenkomt? Iemand die hem wel een toekomst kan bieden? Kan ik dat, met hem verder in de wetenschap dat ik hem elk moment kwijt kan raken? Wil ik dat mezelf aandoen? Durf ik mezelf dan nog voor hem open te stellen of verzandt onze liefde dan in oppervlakkige seks?

Tranen prikken achter mijn ogen. Driftig knipper ik met mijn oogleden en slik de brok in mijn keel weg.
Ik moet eerlijk tegen hem zijn, het kan gewoon niet. Ik heb een vrouw en kinderen, die mag ik niet in de steek laten. Zeker niet nu ze zich zo onbaatzuchtig opstelt. Wat moet dat moeilijk voor haar zijn…
Ik zucht. Misschien moet ik maar gewoon doen wat ze van me verwacht en af en toe met iemand afspreken, puur voor seks. Of Bernd schrijven dat ik geïnteresseerd ben in zijn aanbod. In ieder geval moet ik Manuel uit mijn hoofd zetten, ik mag hem niet gebruiken om mijn seksuele behoeften te bevredigen.
Mijn hart krimpt samen bij de gedachte hem nooit meer te zien maar tegelijkertijd weet ik dat ik geen andere keuze heb.

Twee korte bliepjes kondigen een sms’je aan. Terwijl ik mijn ogen droog wrijf, pak ik mijn telefoon.
‘En?’, lees ik op het scherm.
Snel type ik een berichtje terug. ‘Alles in orde voor nu. We hebben gepraat, ik bel je morgen.’

Met een dubbel gevoel leg ik mijn telefoon weer op het nachtkastje. Alles in orde voor nu. Is dat zo? Waarom voel ik me dan zo klote?